NL1034959C2

NL1034959C2 - Separation device for food.

Info

Publication number: NL1034959C2
Application number: NL1034959A
Authority: NL
Inventors: Arend Leendert Buurma
Original assignee: Arelmasani Holding B V
Priority date: 2008-01-28
Filing date: 2008-01-28
Publication date: 2009-07-30
Also published as: EP2082854A1; EP2082854B1

Description

Korte aanduiding: Separatie-inrichting voor voedingsmiddelen.Brief indication: Separation device for food.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

Oe onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect 5 betrekking op een separatie-inrichting voor voedingsmiddelen van het type met een mechanisch heen en weer beweegbaar separatieorgaan.According to a first aspect the present invention relates to a separation device for foodstuffs of the type with a mechanically reciprocating separation member.

In FR 2 666 534 wordt een snij-inrichting voor het in plakken snijden van stukken vlees, zoals een kalkoenborst, beschreven. De bekende snij-inrichting heeft een aantal messen in de vorm van langgerekte snijstrips die twee aan twee 10 tussen twee lijsten zijn voorzien, waarbij steeds twee snijstrips in tegenfase ten opzichte van elkaar een heen en weer gaande beweging in horizontale richting maken met een frequentie van 10 tot 100 Hz.FR 2 666 534 describes a cutting device for slicing pieces of meat, such as a turkey breast. The known cutting device has a number of knives in the form of elongated cutting strips which are provided two by two between two strips, wherein two cutting strips in each case make a reciprocating movement in horizontal direction relative to each other with a frequency of 10 to 100 Hz.

De bekende snij-inrichting heeft echter een aantal nadelen. Eén van de nadelen is dat snijstrips tijdens het heen en weer bewegen van de snijstrips bij 15 het snijden van een stuk vlees aan de buitenzijden aan het vlees blijven kleven. Hierdoor worden althans de gesneden delen van het vlees tijdens het verder door het vlees snijden als gevolg van de heen en weer gaande beweging van de tegen elkaar gelegen snijstrips in tegengestelde richtingen geduwd. Hierdoor wordt het vlees niet alleen gesneden maar als het ware ook gescheurd, waardoor geen mooi 20 snijvlak zal ontstaan. Bij minder vaste substanties, zoals deeg, banket, ijs, etc. openbaart het kleefeffect zich in sterkere mate, omdat het product zelf minder stevig is en makkelijker uit elkaar kan worden getrokken. Het is zelfs mogelijk dat, wanneer een dergelijk product met de bekende snij-inrichting al zou kunnen worden gesneden, de structuur van helften van het gesneden deel van het voedselproduct 25 zodanig wordt verstoord dat het gesneden product er niet meer appetijtelijk uit ziet. Vanuit commercieel oogpunt is dit uiteraard nadelig, omdat het uiterlijk van voedselproducten een grote invloed heeft op het koopgedrag van consumenten.However, the known cutting device has a number of disadvantages. One of the disadvantages is that cutting strips stick to the meat on the outer sides when the cutting strips move back and forth when cutting a piece of meat. As a result, at least the cut parts of the meat are pushed in opposite directions during the further cutting of the meat as a result of the reciprocating movement of the abutting cutting strips. As a result, the meat is not only cut but, as it were, also torn, so that a nice cutting surface will not arise. With less solid substances, such as dough, pastry, ice cream, etc., the adhesive effect manifests itself to a greater extent, because the product itself is less firm and can be pulled apart more easily. It is even possible that if such a product could already be cut with the known cutting device, the structure of halves of the cut part of the food product 25 is disturbed in such a way that the cut product no longer looks delicious. This is of course disadvantageous from a commercial point of view, because the appearance of food products has a major influence on the buying behavior of consumers.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een separatie-inrichting te verschaffen waarmee het mogelijk is verschillende soorten voedselproducten 30 waaronder minder vaste substanties op zodanige wijze te snijden dat een scherpe snede ontstaat en waarbij de oriëntatie en structuur van producten met een niet al te stevige structuur tijdens het snijden althans ten minste in hoofdzaak gehandhaafd blijft. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt door een separatie-inrichting voor voedingsmiddelen omvattende een separatieorgaan met twee 1034959 2 buitenbladen die met ten minste een deel van hun omtreksranden in een scherpe hoek ten opzichte van elkaar zijn bevestigd voor het verschaffen van een snijrand, tussen ten minste een deel van welke buitenbladen een afstandhouderorgaan is opgenomen dat de ruimte tussen de beide buitenbladen slechts ten dele opvult, en 5 aandrijfmiddelen voor het met een frequentie in het bereik van 150 Hz - 10.000 Hz langs de snijrand doen heen en weer bewegen van de buitenbladen. Doordat het separatieorgaan met een relatief hoge frequentie van 150 - 10.000 Hz, bij voorkeur 250 - 5.000 Hz heen en weer beweegt, en daarbij uiteraard een relatief hoge snelheid ten opzichte van het te snijden product ontwikkelt, is de kans op 10 aanhechting van het voedselproduct aan het separatieorgaan geëlimineerd, of althans ten minste sterk gereduceerd. Om het separatieorgaan met een dergelijke frequentie heen en weer te kunnen laten bewegen is het noodzakelijk het separatieorgaan zo licht mogelijk uit te voeren. Vandaar dat het separatieorgaan is vervaardigd door twee buitenbladen tegen de snijrand aan elkaar te bevestigen en 15 vanuit die snijrand enigszins taps uiteen te laten lopen waarbij het afstandhouderorgaan de buitenbladen op afstand van de snijrand op afstand van elkaar houdt. Om het gewicht relatief laag te houden, vult het afstandhouderorgaan slechts een deel van de ruimte tussen beiden buitenbladen op. De bladen van het separatieorgaan zijn bij voorkeur vervaardigd van metaal. Verder hebben zij bij voorkeur een dikte in 20 het bereik van 100-150 μ. Omdat de buitenbladen bij voorkeur zo licht mogelijk worden uitgevoerd, kan het afstandhouderorgaan de nodige stijfheid aan het separatieorgaan verschaffen. Aldus kan het beoogde doel met een separatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding worden bereikt.The present invention has for its object to provide a separation device with which it is possible to cut different types of food products, including less solid substances, in such a way that a sharp cut is obtained and in which the orientation and structure of products with a not too firm structure during cutting is at least substantially maintained. This object is achieved by the present invention by a food separation device comprising a separating member with two outer blades which are secured with at least a part of their peripheral edges at an acute angle to each other to provide a cutting edge, between at least a part of which outer blades a spacer member is included which only partially fills the space between the two outer blades, and drive means for causing the frequency to move back and forth along the cutting edge at a frequency in the range of 150 Hz - 10,000 Hz. outer blades. Because the separating member moves back and forth with a relatively high frequency of 150 - 10,000 Hz, preferably 250 - 5,000 Hz, and thereby naturally develops a relatively high speed with respect to the product to be cut, the risk of adherence of the food product is tenable. on the separating member eliminated, or at least greatly reduced. In order to allow the separating member to move back and forth with such a frequency, it is necessary to make the separating member as light as possible. Hence, the separating member is made by attaching two outer blades against each other against the cutting edge and allowing the said spacer member to keep the outer blades spaced apart slightly from said cutting edge. In order to keep the weight relatively low, the spacer member only fills a part of the space between the two outer blades. The blades of the separating member are preferably made of metal. Furthermore, they preferably have a thickness in the range of 100-150 μ. Because the outer leaves are preferably designed to be as light as possible, the spacer member can provide the necessary stiffness to the separating member. The intended object can thus be achieved with a separation device according to the present invention.

In de stand van de techniek zijn verschillende separatie-organen 25 met een translerende snijrand bekend. Daarbij is steeds gekozen voor ofwel een in de context van de onderhavige uitvinding relatief lage translatiefrequentie, lager dan 100 Hz, of een in de context van de onderhavige uitvinding relatieve hoge frequentie in het ultrasoon gebied, hoger dan 20 kHz. Het nadeel van de lage frequentie is hierboven reeds besproken. Het nadeel van een frequentie in het ultrasoon gebied is 30 dat die hoge eisen stelt aan de samenstelling van het mes, dat relatief robuust dient te worden uitgevoerd. Een verder nadeel van een dergelijke frequentie is dat de amplitude van de snijrand bij een met een ultrasone frequentie beperkt is tot 0,01 mm, hetgeen niet voor alle toepassingen geschikt is. Een separatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding maakt mogelijk de massa van het mes zodanig te 3 beperken, dat de snijrand met een combinatie van een relatief hoge frequentie (meer dan 150 Hz) met een relatief grote amplitude (groter dan 0,5 mm) wordt getransleerd.Various separating members 25 with a translating cutting edge are known in the prior art. In each case, a relatively low translation frequency, lower than 100 Hz, or a relatively high frequency in the ultrasonic range higher than 20 kHz in the context of the present invention has always been chosen. The disadvantage of the low frequency has already been discussed above. The disadvantage of a frequency in the ultrasonic region is that it places high demands on the composition of the knife, which must be made relatively robust. A further disadvantage of such a frequency is that the amplitude of the cutting edge at an ultrasonic frequency is limited to 0.01 mm, which is not suitable for all applications. A separation device according to the present invention makes it possible to limit the mass of the knife such that the cutting edge with a combination of a relatively high frequency (more than 150 Hz) with a relatively large amplitude (greater than 0.5 mm) is translated.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding 5 zijn de buitenbladen daarbij met de omtreksranden ten opzichte van elkaar versprongen aangebracht. Hierbij bevindt de omtreksrand van één van de twee buitenbladen zich binnen de omtreksrand van het andere buitenblad, bijvoorbeeld op een afstand van 0,5 mm tot 3 mm van die omtreksrand. Aldus wordt de snijrand van het separatieorgaan gevormd door de omtreksrand van het zich het verst 10 uitstrekkend en aldus tot voorbij het ander buitenblad uitstekend buitenblad. Aldus kan door het verder uitstrekkend buitenblad een ter plaatse van de snijrand dunner snij-orgaan worden gevormd. Bovendien biedt een dergelijke uitvoeringsvorm de mogelijkheid de buitenbladen op betrouwbare wijze nabij de omtreksranden aan elkaar te lassen, bijvoorbeeld door middel van laserlassen.In a preferred embodiment according to the present invention, the outer blades are arranged with the peripheral edges staggered relative to each other. Here, the peripheral edge of one of the two outer blades is located within the peripheral edge of the other outer blade, for example at a distance of 0.5 mm to 3 mm from that peripheral edge. The cutting edge of the separating member is thus formed by the peripheral edge of the furthest extending and thus protruding beyond the other outer blade. A thinner cutting member can thus be formed by the further extending outer blade. Moreover, such an embodiment offers the possibility of reliably welding the outer blades together near the peripheral edges, for example by means of laser welding.

15 Verder kan tussen de beide omtreksranden een snij-element zijn voorzien, dat de daadwerkelijke snijrand vormt. Hierbij kan voor het materiaal van de buitenbladen en het materiaal van de snijrand een keuze worden gemaakt waarmee de functie van het betreffend element kan worden geoptimaliseerd. Het is daarbij mogelijk dat de snijrand deel uitmaakt van, of is verbonden met, het afstandhouder-20 orgaan.Furthermore, a cutting element can be provided between the two peripheral edges, which cutting element forms the actual cutting edge. Here, a choice can be made for the material of the outer blades and the material of the cutting edge, with which the function of the element in question can be optimized. It is thereby possible that the cutting edge forms part of, or is connected to, the spacer member.

Voor het kunnen vormen van een scherpe snijrand heeft het de voorkeur dat de buitenbladen althans ten minste nabij de snijrand aan elkaar zijn bevestigd.To be able to form a sharp cutting edge, it is preferred that the outer blades are attached to each other at least at least near the cutting edge.

Een zeer goed snijresultaat wordt bereikt indien het 25 separatieorgaan is ingericht voor het heen- en weer bewegen om een rotatieas. Hierdoor maakt het separatieorgaan een pendelbeweging om de rotatie-as met de snijrand aan een van de rotatie-as weg gerichte snijrand.A very good cutting result is achieved if the separating member is adapted to move back and forth about an axis of rotation. As a result, the separating member makes a pendulum movement about the axis of rotation with the cutting edge on a cutting edge away from the axis of rotation.

Om een dergelijke snij-inrichting goed door een voedselproduct te kunnen laten bewegen heeft het de voorkeur dat de snijrand een gebogen vorm 30 heeft. Die gebogen vorm kan, althans bij een separatieorgaan dat om een rotatie-as heen en weer beweegt, in hoofdzaak verlopen volgens een cirkelboog met de rotatie-as als middelpunt. Een zeer goed snijresultaat wordt verkregen indien de kant van de snijrand die bij een snijbeweging het voorlopend einde vormt dichter bij de rotatie-as is gelegen dan een nalopend deel van de snijrand. Bij een snijorgaan 4 dat tweezijdig kan snijden, vormen de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de snijrand een voorlopend einde en wordt het nalopend deel van de snijrand gevormd door het middengedeelte van de snijrand.In order for such a cutting device to be able to move well through a food product, it is preferred that the cutting edge has a curved shape. This curved shape can, at least in the case of a separating member which moves back and forth around an axis of rotation, run substantially along a circular arc with the axis of rotation as the center. A very good cutting result is obtained if the side of the cutting edge that forms the leading end during a cutting movement is closer to the axis of rotation than a trailing part of the cutting edge. With a cutter 4 capable of two-sided cutting, the opposite ends of the cutting edge form a leading end and the trailing portion of the cutting edge is formed by the center portion of the cutting edge.

Om de separatie-inrichting te kunnen afstemmen op verschillende 5 te snijden producten heeft het de voorkeur dat regelmiddelen zijn voorzien voor het regelen van de frequentie waarmee het separatieorgaan kan worden heen en weer bewogen.In order to be able to tune the separation device to different products to be cut, it is preferred that control means are provided for controlling the frequency with which the separation member can be moved back and forth.

Voor het verder verminderen van weerstand die de buitenbladen tijdens een snijbeweging ondervinden, en daarmee het gevaar dat het 10 voedselproduct tijdens het snijden aan de buitenbladen van het separatieorgaan kleeft, kan ten minste één van de buitenbladen aan de van het afstandhouderorgaan weg gerichte kant zijn voorzien van een getextureerd oppervlak. Het getextureerd oppervlak kan afhankelijk van het te snijden product hydrofiel of hydrofoob worden gekozen.To further reduce the resistance experienced by the outer blades during a cutting movement, and thereby the risk that the food product sticks to the outer blades of the separating member during cutting, at least one of the outer blades can be provided on the side remote from the spacer member of a textured surface. The textured surface can be selected either hydrophilic or hydrophobic depending on the product to be cut.

15 Het snijresultaat kan nog verder worden verbeterd wanneer het separatieorgaan is voorzien van een fluidumtoevoer voor het toevoeren van fluïdum naar het inwendige van het separatieorgaan en van fluïdum-afvoeropeningen. Hierdoor is het mogelijk tijdens een snijbewerking fluïdum door het separatieorgaan tussen de gesneden vlakken van het gesneden product toe te voeren. Hoe dit kan 20 resulteren in een beter snijresultaat zal duidelijk worden uit de hierna volgende alinea's.The cutting result can be further improved if the separating member is provided with a fluid supply for supplying fluid to the interior of the separating member and with fluid discharge openings. This makes it possible to supply fluid through the separating member between the cut surfaces of the cut product during a cutting operation. How this can result in a better cutting result will become clear from the following paragraphs.

Wanneer de fluïdum-afvoermiddelen, althans ten minste ten dele, zijn voorzien in ten minste één van beide buitenbladen kan tussen het ten minste ene buitenblad en het snijvlak van een gesneden deel van een te snijden 25 voedselproduct een fluïdumlaag worden aangebracht. Het is uiteraard mogelijk beide buitenbladen te voorzien van fluïdum-afvoermiddelen, zodat tijdens het snijden tussen het separatieorgaan en beide snijvlakken van gesneden delen van het te snijden voedselproduct fluïdum kan worden voorzien. Het fluïdum kan verschillende doelen dienen. Zo is het mogelijk vocht, bijvoorbeeld water, in kleine 30 hoeveelheden uit het separatieorgaan te laten sijpelen tijdens het snijden, zodat een film van vloeistof, bijvoorbeeld water, tussen een buitenblad en het corresponderend snijvlak van het te snijden product wordt verschaft. Zo is het bekend dat bijvoorbeeld brooddeeg niet aan een oppervlak, in dit geval een buitenblad, zal kleven wanneer er zich een filmlaag van water tussen dat oppervlak en het deeg bevindt. Bovendien 5 zullen de twee snijvlakken van een deegproduct na het snijden niet weer aan elkaar kleven als gevolg van de waterfilm die zich er tussen bevindt bijvoorbeeld doordat die door het separatieorgaan tussen twee tegenover elkaar gelegen snijvlakken is achtergelaten. Verder kan een relatief warm of koud fluïdum door het 5 separatieorgaan stromen voor het doen verwarmen respectievelijk koelen van het separatieorgaan. Verwarmen kan bijvoorbeeld het snijden door ijs vergemakkelijken. Het koelen van het separatieorgaan kan teweeg brengen dat een condens neerslaat op het separatieorgaan, hetgeen hetzelfde effect heeft als het door de buitenbladen laten sijpelen van water.When the fluid discharge means are provided, at least in part, in at least one of the two outer blades, a fluid layer can be provided between the at least one outer blade and the cutting surface of a cut part of a food product to be cut. It is, of course, possible to provide both outer blades with fluid discharge means, so that during cutting between the separating member and both cutting surfaces fluid can be provided with cut parts of the food product to be cut. The fluid can serve various purposes. It is thus possible for moisture, for example water, to trickle out of the separating member in small quantities during the cutting, so that a film of liquid, for example water, is provided between an outer blade and the corresponding cutting surface of the product to be cut. It is known, for example, that bread dough will not adhere to a surface, in this case an outer sheet, when there is a film layer of water between that surface and the dough. Moreover, the two cutting surfaces of a dough product will not stick to each other again after cutting as a result of the water film between them, for example, because it has been left behind by the separating member between two opposite cutting surfaces. Furthermore, a relatively hot or cold fluid can flow through the separating member for heating or cooling the separating member. For example, heating can facilitate ice cutting. The cooling of the separating member can cause a condensation to precipitate on the separating member, which has the same effect as allowing water to seep through the outer leaves.

10 Voor het naar de fluïdum-afvoermiddelen transporteren van fluïdum kan het afstandhouderorgaan zijn voorzien van ten minste één kanaal voor het van de fluïdumtoevoer naar de fluïdum-afvoeropeningen leiden van een fluïdum.For transporting fluid to the fluid discharge means, the spacer member may be provided with at least one channel for guiding a fluid from the fluid supply to the fluid discharge openings.

Alternatief of daarnaast kunnen de fluïdum-afvoermiddelen althans ten minste ten dele zijn voorzien aan een van de snijrand van het separatieorgaan 15 weg gerichte omtreksrand van het separatieorgaan. Aldus kan bij een snijbeweging aan een zogenaamd nalopend einde een fluïdum worden achtergelaten tussen de van elkaar gescheiden delen van een (deels) gesneden product.Alternatively or additionally, the fluid discharge means may be provided at least in part on a peripheral edge of the separation member directed away from the cutting edge of the separating member. Thus, in the case of a cutting movement at a so-called trailing end, a fluid can be left between the parts of a (partially) cut product separated from each other.

Het heeft de voorkeur dat de inrichting een contragewicht omvat dat in tegenfase ten opzichte van het separatieorgaan heen en weer beweegt. Het 20 contragewicht heeft ten doel de separatie-inrichting bij gebruik zo stabiel mogelijk te houden. Hierdoor kan de frequentie van het heen en weer bewegen verder worden verhoogd en is het risico dat de separatie-inrichting als gevolg van het bereiken van een eigenfrequentie aan aanzienlijke trillingen wordt blootgesteld sterk gereduceerd ten opzichte van inrichtingen zonder contragewicht.It is preferred that the device comprises a counterweight that moves back and forth in counter-phase with respect to the separating member. The purpose of the counterweight is to keep the separation device as stable as possible during use. As a result, the frequency of the reciprocating movement can be further increased and the risk that the separation device is exposed to considerable vibrations as a result of achieving a natural frequency is greatly reduced compared to devices without a counterweight.

25 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn verwarmingsmiddelen voorzien voor het doen verwarmen van althans ten minste de buitenbladen van het separatieorgaan. Verwarmingsmiddelen kunnen worden toegepast om het snijden met het separatieorgaan te vergemakkelijken, bijvoorbeeld wanneer het separatieorgaan het product ook kan smelten, zoals 30 bijvoorbeeld bij ijs en andere zuivelproducten. Door het (mede) smelten van het product langs het snijvlak kan bij bepaalde producten een nog nettere afwerking van het snijvlak worden bereikt.In a preferred embodiment according to the present invention, heating means are provided for heating at least at least the outer blades of the separating member. Heating means can be used to facilitate cutting with the separating member, for example when the separating member can also melt the product, such as for example with ice cream and other dairy products. By (co) melting the product along the cutting surface, an even cleaner finish of the cutting surface can be achieved with certain products.

Het heeft de voorkeur dat de verwarmingsmiddelen een elektrisch verwarmingselement omvatten. Elektrische verwarmingselementen zijn eenvoudig 6 aan te brengen en zijn weinig storingsgevoelig.It is preferred that the heating means comprise an electric heating element. Electric heating elements are easy to install and are not susceptible to malfunction.

De lengte van de snijrand is bij voorkeur gelegen in het bereik van 15 tot 150 mm, verder bij voorkeur van 25 tot 100 mm. Een separatieorgaan met een dergelijke snijrand heeft de juiste afmetingen voor het eenvoudig kunnen snijden 5 van de meeste voedselproducten.The length of the cutting edge is preferably in the range of 15 to 150 mm, further preferably 25 to 100 mm. A separating member with such a cutting edge has the correct dimensions for being able to easily cut most food products.

Voor het verschaffen van een separatie-inrichting waarbij de snijbewerking wordt ondersteund door het onderling bewegen van de buitenbladen van het separatieorgaan kunnen de buitenbladen van het separatieorgaan zodanig ten opzichte van elkaar aan de separatie-inrichting zijn aangebracht dat zij ten 10 opzichte van elkaar in tegenfase langs de snijrand heen en weer kunnen worden bewogen.For providing a separation device in which the cutting operation is supported by the mutual movement of the outer blades of the separating member, the outer blades of the separating member can be arranged on the separating device relative to each other such that they are opposed to each other in opposite phase can be moved back and forth along the cutting edge.

De separatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur een draagoppervlak voor een te separeren product, boven welk draag-oppervlak het separatieorgaan heen en weer beweegbaar is aangebracht. Hierdoor 15 is de onderlinge opstelling tussen het separatieorgaan en een product dat zich op het draagoppervlak bevindt door middel van de inrichting instelbaar. Door een juiste opstelling van een te snijden product ten opzichte van het separatieorgaan (of omgekeerd) kan het snijproces worden geoptimaliseerd.The separation device according to the present invention preferably comprises a support surface for a product to be separated, above which support surface the separation member is arranged for reciprocating movement. As a result, the mutual arrangement between the separating member and a product that is located on the bearing surface is adjustable by means of the device. By a correct arrangement of a product to be cut relative to the separation member (or vice versa), the cutting process can be optimized.

Het heeft daarbij de voorkeur dat het draagoppervlak is opgenomen 20 in een transporteur. Dit maakt het mogelijk dat de transporteur het te snijden product in de richting en tot voorbij het werkzaam separatieorgaan beweegt.It is thereby preferred that the bearing surface is accommodated in a conveyor. This makes it possible for the conveyor to move the product to be cut in the direction and beyond the effective separating member.

Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een separatieorgaan voor toepassing bij een separatie-inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, omvattende twee buitenbladen 25 die met ten minste een deel van hun omtreksranden in een scherpe hoek ten opzichte van elkaar tegen elkaar zijn bevestigd voor het verschaffen van een snijrand en tussen ten minste een deel van welke buitenbladen een afstandhouderorgaan is opgenomen dat de ruimte tussen de beide buitenbladen slechts ten dele opvult. De voordelen van een dergelijke werkwijze corresponderen 30 met de voordelen van de separatie-inrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.According to a second aspect, the present invention relates to a separating member for use with a separating device according to one or more of the preceding claims, comprising two outer blades 25 which, with at least a part of their peripheral edges, are at an acute angle to each other. are attached to each other to provide a cutting edge and between at least a part of which outer blades a spacer member is included which only partially fills the space between the two outer blades. The advantages of such a method correspond to the advantages of the separation device according to the first aspect of the present invention.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht aan de hand van een slechts als voorbeeld dienende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding en onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, 7 waarin:The present invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of the present invention and with reference to the accompanying drawings, in which:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een snij-inrichting volgens de onderhavige uitvinding;Figure 1 shows a perspective view of a cutting device according to the present invention;

Figuur 2 een zijaanzicht is van een deel van de separatie-inrichting 5 uit figuur 1;Figure 2 is a side view of a part of the separation device 5 of Figure 1;

Figuur 3 een alternatieve uitvoeringsvorm van een separatieorgaan voor toepassing bij de onderhavige uitvinding toont;Figure 3 shows an alternative embodiment of a separation member for use with the present invention;

Figuur 4 een uitvoeringsvorm van een nog een ander separatieorgaan voor toepassing bij de onderhavige uitvinding toont; 10 Figuur 4a een dwarsdoorsnede-aanzicht van het separatieorgaan volgens de lijn A-A uit figuur 4 toont;Figure 4 shows an embodiment of yet another separating member for use with the present invention; Figure 4a shows a cross-sectional view of the separating member along the line A-A of Figure 4;

Figuur 4b een doorsnede-aanzicht van het separatieorgaan uit figuur 4 volgens de lijn B-B uit figuur 4a toont;Figure 4b shows a cross-sectional view of the separating member of Figure 4 along the line B-B of Figure 4a;

Figuur 4c een dwarsdoorsnede-aanzicht van een alternatieve 15 uitvoeringsvorm van een separatieorgaan volgens de lijn A-A uit figuur 4 toont.Figure 4c shows a cross-sectional view of an alternative embodiment of a separating member along the line A-A of Figure 4.

Figuur 5a een zijaanzicht van een separatieorgaan met geperforeerd buitenblad toont;Figure 5a shows a side view of a separation member with perforated outer leaf;

Figuur 5b een doorsnede-aanzicht van het separatieorgaan uit figuur 5a volgens de lijn A-A toont; en 20 Figuur 6 een separatieorgaan met fluïdum-uitstroomopeningen in een nalooprand toont.Figure 5b shows a cross-sectional view of the separating member of Figure 5a along the line A-A; and Figure 6 shows a separation member with fluid outflow openings in a trailing edge.

Kijkend naar figuur 1 wordt een deel van een snijinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding getoond. Een wigvormig snijelement 11 met twee buitenbladen 2 (waarvan er in figuur 1 slechts één zichtbaar is) is pendelend volgens 25 dubbele pijl P opgehangen aan een aandrijfinrichting 3 met een rotatieas 3a voor het snijblad 2. Op een transportband 4 wordt een stuk plaatgebak 5 in de richting van pijl T naar een snijrand 7 van het snijelement 11 toegevoerd om langs separatievlak 6, dat hier met stippellijnen is weergegeven, te worden gesneden. Zolang het product (nog) niet is gesneden, is er uiteraard (nog) geen sprake van een 30 separatievlak, of daarmee moet een denkbeeldig vlak worden bedoeld waarlangs het product dient te worden gesneden.Looking at figure 1, a part of a cutting device 1 according to the present invention is shown. A wedge-shaped cutting element 11 with two outer blades 2 (of which only one is visible in Figure 1) is suspended suspended according to double arrow P from a drive device 3 with an axis of rotation 3a for the cutting blade 2. On a conveyor belt 4 a piece of plate cake 5 is inserted into fed in the direction of arrow T to a cutting edge 7 of the cutting element 11 to be cut along separation plane 6, which is shown here with dotted lines. As long as the product has not (yet) been cut, there is of course no question of a separation surface (yet), or this should be understood to mean an imaginary surface along which the product must be cut.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van het snijelement 11 en aandrijfinrichting 3 boven een transportband 4 uit figuur 1. Het snijelement 11 is volgens dubbele pijl P pendelend met de snijrand 7 juist boven transportband 4 pendelend 8 opgehangen (zie dubbele pijl P).Figure 2 shows a side view of the cutting element 11 and drive device 3 above a conveyor belt 4 of Figure 1. The cutting element 11 is suspended in pendulum 8 according to double arrow P with the cutting edge 7 just above conveyor belt 4 (see double arrow P).

Figuur 3 toont een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een snijelement 15 met een snijblad 12 met een gegolfde snijrand 17 dat volgens dubbele pijl P pendelend is opgehangen aan aandrijfinrichting 13.Figure 3 shows a side view of an alternative embodiment of a cutting element 15 with a cutting blade 12 with a corrugated cutting edge 17 which is suspended from drive device 13 by means of double arrow P.

5 Figuur 4 toont een zijaanzicht van een snijelement 21 met een snijblad 22 en een snijrand 27. Figuur 4a toont een doorsnede volgens de lijn A-A uit figuur 4 van het snijelement 21 met twee snijbladen 22a, 22b waartussen een middenorgaan 28 is voorzien en waarbij de snijbladen 22a, 22b vanuit de onderrand 27 van het middenorgaan 28 wigvormig zijn aangebracht aan weerszijden van het 10 middenorgaan 28, waarvan de onderrand 27 de snijrand vormt. Het snijelement 21 is pendelend om rotatieas 23a opgehangen.Figure 4 shows a side view of a cutting element 21 with a cutting blade 22 and a cutting edge 27. Figure 4a shows a section along the line AA in Figure 4 of the cutting element 21 with two cutting blades 22a, 22b between which a middle member 28 is provided and wherein cutting blades 22a, 22b are arranged wedge-shaped from the lower edge 27 of the middle member 28 on either side of the middle member 28, the lower edge 27 of which forms the cutting edge. The cutting element 21 is suspended for pivoting about rotation axis 23a.

Figuur 4b toont een doorsnede-aanzicht volgens de lijn B-B uit figuur 4a van het snijelement 21. Het snijelement 21 strekt zich vanaf de snijrand die wordt gevormd door de snijbladen, waarvan in figuur 4b slechts snijblad 22b 15 zichtbaar is, uit tot de bovenkant van de snijbladen 22 van het snijelement 21. Aldus verschaft het middenorgaan 28 het snijelement 21 een stijfheid aan de constructie met de buitenbladen 22a, 22b.Figure 4b shows a sectional view along the line BB from Figure 4a of the cutting element 21. The cutting element 21 extends from the cutting edge formed by the cutting blades, of which only cutting blade 22b is visible in Figure 4b, to the top of the cutting blades 22 of the cutting element 21. Thus, the middle member 28 provides the cutting element 21 with a rigidity to the structure with the outer blades 22a, 22b.

Figuur 4c toont een zijaanzicht van een snijelement 61, in grote lijnen vergelijkbaar met snijelement 21, met een snijblok 62 en een alternatieve 20 snijrand 67, volgens de lijn A-A uit figuur 4. Snijelement 61 heeft twee snijbladen 62a, 62b, waartussen een middenorgaan 68 is voorzien en waarbij de snijbladen 62a, 62b aan weerszijden van het middenorgaan 68 zijn aangebracht. Aan het uiteinde 65 van snijblad 62b is snijblad 62b met een lasverbinding is verbonden aan snijblad 62a dat zich iets verder uitstrekt en waarvan het uiteinde 67 de snijrand 25 vormt.Figure 4c shows a side view of a cutting element 61, broadly similar to cutting element 21, with a cutting block 62 and an alternative cutting edge 67, along the line AA of Figure 4. Cutting element 61 has two cutting blades 62a, 62b, between which a middle member 68 and wherein the cutting blades 62a, 62b are provided on either side of the middle member 68. At the end 65 of the cutting blade 62b, the cutting blade 62b is connected with a welding connection to the cutting blade 62a which extends a little further and the end 67 of which forms the cutting edge.

Figuur 5a toont een zijaanzicht van een snijelement 31 met een snijrand 37 en buitenbladen 32a, 32b (waarvan het laatste in figuur 5a niet zichtbaar is) en een middenorgaan met kanalen 39 tussen de buitenbladen 32a, 32b die in figuur 5a met stippellijnen zijn aangegeven en leiden naar gebieden op vlak 32a die 30 zijn voorzien van perforaties 40.Figure 5a shows a side view of a cutting element 31 with a cutting edge 37 and outer blades 32a, 32b (the last of which is not visible in Figure 5a) and a middle member with channels 39 between the outer blades 32a, 32b which are indicated in dotted lines in Figure 5a and lead to areas on face 32a that are provided with perforations 40.

Figuur 5b toont een dwarsdoorsnede-aanzicht volgens lijn A-A uit figuur 5a met twee buitenbladen 32a, 32b die vanuit snijrand 37 wigvormig naar boven verlopen met een middenorgaan 38 waardoorheen zich de kanalen uit figuur 5a vanaf een toevoeraansluiting 41 naar de gebieden met perforaties 40 (zie figuur 9 5a) uitstrekken voor het volgens pijlen F aan een snijvlak kunnen afgeven van fluïdum.Figure 5b shows a cross-sectional view along line AA from Figure 5a with two outer blades 32a, 32b extending wedge-shaped upwards from cutting edge 37 with a central member 38 through which the channels of Figure 5a pass from a supply connection 41 to the perforated areas 40 (see Fig. 9a) extend for being able to deliver fluid to a cutting surface according to arrows F.

Figuur 6 tenslotte toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een snijelement 51 in explosie-aanzicht, waarbij tussen de snijbladen 52a, 52b een 5 inzetstuk 62 met een toevoeropening 61, kanalen 59 en uitstroomopeningen 60 is voorzien in het nalopend einde van het snijelement 51.Figure 6 finally shows an alternative embodiment of a cutting element 51 in an exploded view, wherein between the cutting blades 52a, 52b an insert 62 with a supply opening 61, channels 59 and outflow openings 60 is provided in the trailing end of the cutting element 51.

Nu kijkend naar figuur 1 wordt een snijinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding getoond, waarbij een aandrijfinrichting 3 bij toepassing snijelement 11 in de richtingen van dubbele pijl P pendelend om as 3a aandrijft, 10 terwijl op transportband 4 een plaatgebak 5 in de richting van snijelement 11 wordt getransporteerd. Wanneer snijelement 11 in contact komt met het plaatgebak 5 zal het het plaatgebak 5 volgens separatievlak 6 snijden. Dit geschiedt doordat de scherpe snijrand 7 pendelend heen en weer wordt bewogen met een frequentie van ongeveer 500 Hz en met een amplitude in het bereik van 0,25 - 4 mm. Verder bij 15 voorkeur heeft het bereik van een ondergrens van 1.0 mm. Ook verder bij voorkeur heeft het bereik een bovengrens van 1,5 mm van. Hierbij wordt de ondergrens bepaald door onder andere een gewenste minimale afstand waarvan het snijelement door het te snijden product moet pendelen. De bovengrens wordt onder andere bepaald door de onderste pendelfrequentie en het gewicht van het snijelement. Door 20 de hoge frequentie waarmee snijelement 11 met de snijbladen 2 en snijrand 7 door het plaatgebak 5 snijdt, zal het plaatgebak 5 aan weerszijden van het separatievlak 6 niet aan de snijbladen 2 van het snijelement 11 kleven en wordt aldus het plaatgebak 5 netjes gesneden.Turning now to Figure 1, a cutting device 1 according to the present invention is shown, wherein a driving device 3 when applied uses cutting element 11 pivotally in the directions of double arrow P about axis 3a, while on conveyor belt 4 a plate cake 5 in the direction of cutting element 11 is being transported. When the cutting element 11 comes into contact with the plate cake 5, it will cut the plate cake 5 according to the separation surface 6. This is done by pivoting the sharp cutting edge 7 back and forth with a frequency of approximately 500 Hz and with an amplitude in the range of 0.25 - 4 mm. Further preferably, the range has a lower limit of 1.0 mm. Also further preferably, the range has an upper limit of 1.5 mm of. The lower limit is herein determined by, among other things, a desired minimum distance from which the cutting element must swing through the product to be cut. The upper limit is determined inter alia by the lower pendulum frequency and the weight of the cutting element. Due to the high frequency with which cutting element 11 with the cutting blades 2 and cutting edge 7 cuts through the plate cake 5, the plate cake 5 on both sides of the separation surface 6 will not stick to the cutting blades 2 of the cutting element 11 and the plate cake 5 is thus neatly cut.

Figuur 2 toont het snijelement 11 in zijaanzicht in de richting van pijl 25 P pendelend boven transportband 4. Uit de vorm van de snijrand 7 van dubbele snijelement 11 is op te maken dat dit snijelement geschikt is voor het vanaf twee zijden kunnen snijden van een voedselproduct.Figure 2 shows the cutting element 11 in side view in the direction of arrow 25 P pivoting above conveyor belt 4. It can be seen from the shape of the cutting edge 7 of double cutting element 11 that this cutting element is suitable for cutting a food product from two sides .

Figuur 3 toont een snijelement 15 dat door aandrijfinrichting 13 pendelend in de richting van dubbele pijl P wordt aangedreven, waarbij de snijrand 30 17 van de snijbladen 12 gegolfd is. Hierdoor is dit snijelement met name geschikt voor voedselproducten waarbij het mes goed bot kan worden, zoals bijvoorbeeld gevogelte waarin nog botten aanwezig zijn.Figure 3 shows a cutting element 15 which is driven by drive device 13 in the direction of double arrow P, wherein the cutting edge 17 of the cutting blades 12 is corrugated. This makes this cutting element particularly suitable for food products in which the knife can become well-blunt, such as, for example, poultry in which bones are still present.

Figuur 4 toont een ander snijelement 21 dat geschikt is voor het met snijrand 27 snijden van voedselproducten. Dit snijelement 21 heeft asymmetrische 10 snijbladen 22, waarbij de afstand d1 vanaf de rotatie-as 23a tot het voorlopend eind van de snijrand 27 kleiner is dan de afstand d2 vanaf rotatie-as 23a tot een middengedeelte van de snijrand 27. Hierdoor zal het snijelement 21 wanneer het in figuur 4 in de richting van de wijzers van de klok om rotatieas 23a beweegt ook bij 5 een stilstaand product steeds verder in het product doordringen. In feite glijdt de snijrand 27 bij een dergelijke uitvoeringsvorm door het product heen, waarbij de snijrand 27 in de teruggaande beweging (in de richting van de wijzers van de klok) zich terugtrekt uit het snijvlak om vervolgens bij de beweging in de richting van de wijzers van de klok weer een goede snijbeweging te kunnen uitvoeren.Figure 4 shows another cutting element 21 that is suitable for cutting food products with cutting edge 27. This cutting element 21 has asymmetrical cutting blades 22, wherein the distance d1 from the axis of rotation 23a to the leading end of the cutting edge 27 is smaller than the distance d2 from the axis of rotation 23a to a central portion of the cutting edge 27. As a result, the cutting element 21, when it moves around the axis of rotation 23a in the direction of the clockwise movement in FIG. In fact, in such an embodiment, the cutting edge 27 slides through the product, the cutting edge 27 retracting from the cutting surface in the return movement (in the clockwise direction) and then moving in the direction of the hands in the direction of the clockwise movement be able to perform a good cutting movement of the clock again.

10 Figuur 4a toont een doorsnede-aanzicht van het snijelement 21 uit figuur 4 volgens de lijn A-A. In dit doorsnede-aanzicht is te zien dat een middenorgaan 28 als afstandhouder en steunorgaan voor de beide snijbladen 22a, 22b van het snijelement 21 dienst doet. Onderaan het snijelement 21 maken de bladen 22a, 22b direct contact met de onderrand 27 van het middenorgaan 28 voor 15 het vormen van een zeer scherpe, wigvormige snijrand 27.Figure 4a shows a cross-sectional view of the cutting element 21 of Figure 4 along the line A-A. In this sectional view it can be seen that a middle member 28 serves as a spacer and support member for the two cutting blades 22a, 22b of the cutting element 21. At the bottom of the cutting element 21, the blades 22a, 22b make direct contact with the lower edge 27 of the middle member 28 to form a very sharp, wedge-shaped cutting edge 27.

Figuur 4b tenslotte toont een doorsnede-aanzicht volgens de lijn B-B uit figuur 4a, waarbij de vorm van het middenorgaan 28 tussen de snijbladen 22a, 22b wordt getoond. De uitsparingen in het middenorgaan 28, waardoorheen snijblad 22b zichtbaar is dienen om het gewicht van het snijelement 21 te reduceren voor het 20 mogelijk maken van een zo hoog mogelijke pendelfrequentie. Aan de onderkant strekt het snijblad 22b zich tot voorbij het middenorgaan 28 uit, waar het snijblad 22b contact zal maken met snijblad 22a dat in deze figuur niet wordt getoond.Figure 4b finally shows a sectional view along the line B-B of Figure 4a, showing the shape of the middle member 28 between the cutting blades 22a, 22b. The recesses in the middle member 28 through which cutting blade 22b is visible serve to reduce the weight of the cutting element 21 to enable the highest possible pendulum frequency. At the bottom, the cutting blade 22b extends beyond the center member 28, where the cutting blade 22b will contact cutting blade 22a, which is not shown in this figure.

Figuur 4c toont een alternatief dwarsdoorsnedeaanzicht volgens de lijn A-A uit figuur 4 van een snijelement 61 vergelijkbaar met snijelement 21 uit 25 figuur 4. Ook hier worden twee snijbladen 62a, 62b op afstand van elkaar gehouden door middenorgaan 68. Echter, in tegenstelling tot bij figuur 4a, waarbij een onderrand van het middenorgaan 28 de snijrand 27 vormt, strekken beide snijbladen 62a, 62b zich uit tot voorbij afstandhouderorgaan 68 om vervolgens bij de onderrand 65 van snijblad 62b samen te komen. Snijblad 62a strekt zich verder uit dan snijblad 30 62b, dat met het uiteinde 65 aan snijblad 62a is gelast. Aldus wordt de snijrand 67 in feite slechts gevormd door de omtreksrand van snijblad 62a.Figure 4c shows an alternative cross-sectional view along line AA in Figure 4 of a cutting element 61 similar to cutting element 21 of Figure 4. Here too two cutting blades 62a, 62b are kept at a distance from each other by middle member 68. However, unlike in Figure 4a, with a lower edge of the middle member 28 forming the cutting edge 27, both cutter blades 62a, 62b extend beyond spacer member 68 to subsequently meet at the lower edge 65 of cutter blade 62b. Cutting blade 62a extends further than cutting blade 62b, which is welded with end 65 to cutting blade 62a. Thus, the cutting edge 67 is in fact only formed by the peripheral edge of cutting blade 62a.

In figuren 5a en 5b wordt een snijelement 31 in zijaanzicht respectievelijk in doorsnede-aanzicht weergegeven, waarbij in de snijbladen 32a en 32b aan weerszijden van het snijelement 31 perforaties 40 zijn voorzien. In figuur 5a 11 zijn met stippellijnen kanalen weergegeven voor het vanuit een toevoeraansluiting 41 voor fluïdum (zie figuur 5b) naar de perforaties 40 transporteren van fluïdum. De perforaties 40 zijn zodanig aangebracht dat zij voor een specifiek te snijden product een ideale locatie hebben. Voor verschillende producten kunnen de perforaties op 5 verschillende plaatsen zijn aangebracht. De kanalen 39 strekken zich uit door middenorgaan 38, hetgeen overigens om reden van overzichtelijkheid in de tekeningen niet als zodanig is getekend. In figuur 5b is te zien dat fluïdum volgens pijlen F uit de beide snijbladen 32a, 32b stroomt voor het afgeven van fluïdum aan de snijvlakken van een voedselproduct aan weerszijden van het snijelement 31.Figures 5a and 5b show a cutting element 31 in side view and in cross-sectional view, wherein perforations 40 are provided in the cutting blades 32a and 32b on either side of the cutting element 31. In figure 5a 11, channels are shown with dotted lines for transporting fluid from a fluid supply connection 41 (see figure 5b) to the perforations 40. The perforations 40 are arranged such that they have an ideal location for a specific product to be cut. For different products the perforations can be made in 5 different places. The channels 39 extend through center member 38, which, incidentally, is not drawn as such in the drawings for the sake of clarity. Figure 5b shows that fluid flows out of the two cutting blades 32a, 32b according to arrows F for delivering fluid to the cutting faces of a food product on either side of the cutting element 31.

10 Figuur 6 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een snijelement 51 met uitstroomopeningen 60 voor fluïdum in explosie-aanzicht. In samengestelde toestand bevindt het inzetstuk 62 zich tussen de snijbladen 52a en 52b, waarbij de perforaties of uitstroomopeningen 60 uitmonden aan de achterkant van het snijelement 51. Als zodanig kan fluïdum vanaf toevoeraansluiting 61 door kanalen 15 59 in de richting van pijlen F in het inzetstuk 62 door de uitstroomopeningen 60 worden geleid. Bij deze uitvoeringsvorm zal het fluïdum pas tussen de snijvlakken van een deels gesneden product worden aangebracht nadat het snijelement 51 dat deel van het voedselproduct is gepasseerd. Deze uitvoeringsvorm is daarom maar geschikt voor het aanbrengen van een film tussen de snijvlakken en minder voor het 20 verminderen van wrijving tussen de snijbladen 52a, 52b en het voedselproduct.Figure 6 shows an alternative embodiment of a cutting element 51 with outflow openings 60 for fluid in exploded view. In the assembled state, the insert 62 is located between the cutting blades 52a and 52b, the perforations or outflow openings 60 opening at the rear of the cutting element 51. As such, fluid from supply port 61 can pass through channels 59 in the direction of arrows F in the insert 62 are guided through the outflow openings 60. In this embodiment, the fluid will only be applied between the cutting faces of a partially cut product after the cutting element 51 has passed that part of the food product. This embodiment is therefore only suitable for applying a film between the cutting surfaces and less for reducing friction between the cutting blades 52a, 52b and the food product.

In de figuren en de beschrijving zijn slechts enkele uitvoeringsvormen van een snijinrichting of snijelement volgens de onderhavige uitvinding getoond en beschreven. Het moge echter duidelijk zijn dat voor de vakman verschillende aanpassingen op deze uitvoeringsvormen kunnen worden bedacht, die 25 vallen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige octrooiaanvrage, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies. De figuren en beschrijving uit dit document zijn slechts ter toelichting opgenomen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de separatie-inrichting te voorzien van koppelmiddelen, bij voorkeur snelkoppel-middelen, voor het (snel) kunnen verwisselen van snijelementen voor het kunnen 30 aanpassen van een snijelement aan verschillende soorten te snijden producten.In the figures and the description, only a few embodiments of a cutting device or cutting element according to the present invention are shown and described. It will be clear, however, that various modifications to these embodiments can be devised for those skilled in the art, which fall within the scope of the present patent application, which is determined by the following claims. The figures and description from this document are included for illustrative purposes only. For example, it is possible to provide the separation device with coupling means, preferably quick-coupling means, for being able to (quickly) exchange cutting elements for being able to adapt a cutting element to different types of products to be cut.

1 0349591 034959

Claims

1. Separation device for foodstuffs comprising a separation member with two outer blades which are attached with at least a part of their peripheral edges at an acute angle to each other to provide a cutting edge, between at least a part of which outer blades a spacer member it is included that the space between the two outer blades only partially fills up, and drive means for causing the separating member to move back and forth along the cutting edge at a frequency in the range of 150 Hz -10,000 Hz.

2. Separation device as claimed in claim 1, characterized in that the outer blades are thereby arranged with the peripheral edges staggered relative to each other.

3. Separation device as claimed in claim 1, characterized in that between the two peripheral edges a cutting element is provided which forms the actual cutting edge.

Separation device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the outer blades are attached to each other at least at least near the cutting edge.

5. Separation device as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the separating member is adapted to move back and forth about an axis of rotation.

Separation device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the cutting edge has a curved shape.

7. Separating device, characterized in that control means are provided for controlling the frequency with which the separating member can be moved back and forth.

8. Separating device as claimed in one or more of the claims, characterized in that at least one of the outer leaves is provided with a textured surface on the side facing away from the spacer member.

9. Separating device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the separating member is provided with a fluid supply and with fluid discharge openings.

10. Separation device as claimed in claim 9, characterized in that the fluid discharge means are provided, at least at least in part, in at least one 1034959 of both outer blades.

11. Separation device as claimed in claim 9 or 10, characterized in that the spacer member is provided with at least one channel for leading from the fluid supply to the fluid discharge openings.

A separation device as claimed in one or more of claims 9 to 11, characterized in that the fluid discharge means are at least partially provided on a peripheral edge of the separation member directed away from the cutting edge of the separating member.

13. Separating device as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the device comprises a counterweight which moves back and forth in counter phase with respect to the separating member.

14. Separating device as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that heating means are provided for heating at least the outer blades of the separating member.

15. Separating device as claimed in claim 14, characterized in that the heating means comprise an electric heating element.

Separation device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the length of the cutting edge is in the range of 15 to 150 mm.

17. Separating device according to one or more of claims 1 to 3 or 5 to 16, characterized in that the outer leaves of the separating member are arranged relative to each other on the separating device such that they can be moved back and forth from each other in opposite phase along the cutting edge.

18. Separating device as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the separating device comprises a bearing surface for an article to be separated, above which bearing surface the separating member is movably arranged to and fro.

19. Separating device as claimed in claim 18, characterized in that the bearing surface is received in a conveyor.

20. Separating member for use with a separation device as claimed in one or more of the foregoing claims, comprising two outer blades which are fixed with at least a part of their peripheral edges at an acute angle with respect to each other to provide a cutting edge and between which a cutting edge. spacer member is included which only partially fills the space between the two outer blades.

21. Method for cutting a foodstuff, wherein a separation device according to one or more of the claims 1 to 19 causes a separation member to swing with a frequency in the range of 150 Hz-10,000 Hz. 10 1034959