NL1034900C1 - Haarklem met verwisselbare versierselen. - Google Patents

Description

Haarklein met verwisselbare versierselen

Gebied van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een haarklem alsmede versierselen welke aan de haarklem bevestigd kunnen worden. Meer in het bijzonder betreft het verbeteringen in de stabilisatie van de schamierconstructie van de haarklem en de verwisselbare versierselen.

Stand van de techniek

De huidige bestaande haarklemmen zijn samengesteld uit enkele gietmallen, per klemhelft één, 10 en een inzetstuk voor de schamierconstructie. De haarklemmen zijn over het algemeen vervaardigd uit plastic en breken makkelijk op bekende punten zoals de tanden, de oren van het asje of het asje zelf.

Ook de pasvorm op het hoofd en de gewenste klemkracht laat vaak te wensen over. De klemmen sluiten vaak niet goed aan op het hoofd en de veerkracht is vaak te laag om de haren er de hele 15 dag tussen vastgeklemd te houden zonder dat de klem regelmatig herbevestigd moet worden.

De gemiddelde levensduur van een dergelijke plastic klem is enkele weken, afhankelijk van het gebruik. De huidige haarklemmen bieden en hebben ook geen mogelijkheden tot personalisering door middel van toevoegen of weglaten van versierselen.

Samenvatting van de uitvinding 20 Het doel van de uitvinding is het oplossen van ten minste één van de bovengenoemde problemen. Het product betreft in een uitvoeringsvorm een haarklem welke van een lichte metaallegering is vervaardigd en waaraan versierselen/omamenten kunnen worden bevestigd. De klem bestaat uit twee losse helften met uitstekende kamtanden met curves, welke door middel van een asje door de uitstekende oren aan de bovenkant van de klemhelft, en een torsieveertje 25 met elkaar verbonden worden. Het asje is de kern waarom de beide klemhelften heen draaien.

De druk van het veertje sluit de klem en heeft een stevige klemkracht om haren tussen de klem en klemtanden vast te houden. Door het naar elkaar toe knijpen van de bovenkant van beide klemhelften draaien de helften om het asje heen en gaat de klem open.

30

In een uitvoeringsvorm hebben de tanden 2 curves, een curve in de lengte en een tweede over breedte van de klem. De curve in de lengte over de klem volgt de curve van het achterhoofd en 1034900 2 zorgt voor een goede passing op het hoofd. De curve in de breedte geeft voldoende ruimte voor de haren om er tussen geklemd te kunnen worden.

Het asje van het veermechanisme is hol, en de versierselen zijn door middel van bijvoorbeeld 5 een pinnetje in het asje van het veermechanisme bevestigd aan de haaiklem, waarbij het pinnetje wordt geborgd met een sluitknopje. Zodoende kunnen de versierselen makkelijk worden veranderd door de drager.

De wanddikte van de haarklem is bijvoorkeur 2 mm. Dit is omdat deze wanddikte een goede 10 stevigheid en duurzaamheid van de klem en tanden waarborgt en goed te fabriceren is. Daar komt bij dat deze wanddikte de haren van de gebruiker niet beschadigd en een goede grip op de haren levert. De tanden en randen van de klem zijn afgerond zodat er geen scherpe hoeken/randen aan de klem zitten welke de haren of de gebruiker kunnen beschadigen en/of verwonden.

15

Dunnere wanddikten zijn mogelijk met andere legeringen. Deze dunnere wanddikten beïnvloeden ook het uiteindelijke design omdat er andere ontweipmogelijkheden zijn.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Figuur 1 is een schematisch overzicht van de verschillende onderdelen die samen een haarklem 20 vormen.

Figuur 2 is een vooraanzicht van de haarklem in gesloten positie.

Figuur 3 is een vooraanzicht van de haarklem in geopende positie

Figuur 4 is een zijaanzicht van de binnenzijde van een enkele klemhelft welke door spiegelen in elkaar past. De curves over de lengte en over de breedte van de klem en de plaatsing van de 25 tanden zorgen ervoor dat de klem goed sluit en aansluit op het hoofd. Aan één kant aan de binnenzijde van de uitstekende oren is een uitsparing (1) voor het pookje van het veertje Door aan één kant een tand weg te laten (2) en de oren iets uit het centrum (3) van de bovenkant van de klem te plaatsen is de klem te spiegelen zonder dat de tanden tegen elkaar aankomen. Figuur 5 is een zijaanzicht van de haarklem welke de curve (1) over de lengte van de klem wat 30 een goede pasvorm op het hoofd geeft.

Figuur 6 is een bovenaanzicht van de haarklem met de gespiegelde klemhelften waarvan de oren van klemhelft 1 (1) en klemhelft 2 (2) verbonden door een asje (2) naadloos inelkaar passen. Figuur 7 is een bovenaanzicht van de haarklem waarbij de plaats van de uitsparingen (1) voor de pookjes van het veertje zichtbaar zijn.

3

Figuur 8 is een uitlichting van de oorconstructie om de beide klemhelften door middel van een asje aan elkaar te verbinden. Het sleufje (1) voor het pookje (2) van het veertje is goed zichtbaar. De aangegoten oren met een extra brede basis(3) op de klemhelft met halverwege een stabilisatiegedeelte (4) om doorschieten van de twee klemhelften tegen te gaan. Het oogje (5) ter 5 bevestiging asje is in het midden geplaatst van het ooruiteinde (6).

Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede van de gesloten haarklein waarin zichtbaar is dat de pookjes van het veertje(2) verzinken liggen in de sleufjes(l) van de klemhelft..

Figuur 10 toont ingegoten uitsparingen voor het zetten van de sierobjectjes.

Figuur 11 is een schematische detailweergave bovenaanzicht schamierconstructie wat de 10 aangegoten oren (1) en de ingegoten sleufjes (2) ter stabilisatie veertje op de bovenkant van de klemhelften (5), de kraag (3) van de holle blindniet welke de oren van de klemhelft tegenelkaar aan houdt, en het torsieveertje (4) toont.

Figuur 12 is een schematische weergave van de krachtenverdeling op de oren van een standaard haarklein waarin 1 en 2 de plaats aanduiden van de maximale uitgeoefende kracht per orenpaar 15 per klemhelft en 3 en 4 de richting van de uitgeoefende kracht weergeven

Figuur 13 is een schematische weergaven van de krachtenverdeling van de oren van de verbeterde haarklem waarin 1 en 2 de plaats aanduiden van de maximale uitgeoefende kracht per orenpaar per klemhelft en 3 en 4 de richting van de uitgeoefende kracht weergeven. Door het om-en-om plaatsen van de oren wordt de kracht van het openen van de klem evenwichtiger over 20 het asje verdeeld.

Figuur 14 toont de holle blindniet waarin 1 de uiteinde, de kraag, van de blindniet is welke via de buitenkant van de oren van de klemhelften bij elkaar houdt, 2 is de holte waardoor de pin van het ornament gestoken wordt.

Figuur 15 toont het sluitoogje (1) en de oogpin (2) ter bevestiging ornament aan de haarklem.

25 Figuur 16 is een schematische weergave van een oogpin met curves (1) welke door het asje(2) gestoken is.

Figuur 17 is een schematisch overzicht van de bevestiging van het ornament door middel van de oogpin (1) gestoken door het asje (2) van de haarklem en beveiligd met met het sluitknopje (3) Het sluitknopje is door middel van op- en afschuiven(4) makkelijk te bevestigen. Aan het oogje 30 van de oogpin (1) is een tweede oogje (5) bevestigd voor de bevestiging van beweegbare ornamenten. Aan dit oogje kunnen allerlei ornamenten, kettinkjes, veters, touwtjes, draden, bijouterieën worden bevestigd.

Figuur 18 is een schematisch voorbeeld van een bevestigd ornamentje (1) aan het oogje van de oogpin.

4

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen Fabricage en materiaal

Er zijn verschillende mogelijkheden om de haarklem te vervaardigen. De meest voorkomende 5 materialen zijn plastic en nylon. Voor de klemmen van de huidige uitvinding gaat het primair om metaallegeringen. Omdat de haarklem zo licht mogelijk in gewicht moet zijn in verband met het draagcomfort, betreft het alle lichtgewicht metaallegeringen. Denk hierbij aan aluminiumlegeringen, titanium en titaniumlegeringen, en dergelijke lichtgewicht en sterke legeringen en materialen/elementen. Het heeft prioriteit dat de gebruikte legering en materialen 10 allergie vrij zijn. Het gebruikte metaalmateriaal dicteert ook de verwerkingsmethode.

Metaallegeringen en methode Algemeen

Er zijn een aantal technieken om metaal te verspanen en in de juiste vorm en afinetingen te 15 krijgen. Het gaat hier bijvoorbeeld om stansen, watersnijden, lasersnijden en spuitgieten. Het metaal dicteert de verwerkingsmethode. Een titaniumlegering of titanium is erg hard en is niet te spuitgieten. Een dergelijke legering moet dan worden uitgesneden of gestanst om de vereiste vorm te realiseren. Een zink-, magnesium- en aluminiumlegeringen zijn heel goed te spuitgieten en geeft mooie resultaten tegen relatief lagere kosten dan eerdergenoemde technieken.

20

Stansen

Een stansmachine kan uit een relatief dunne plaat stukken halen. Het eigenlijke stansen is eigenlijk materiaal eruit slaan of materiaal onder een bepaalde hoek of vorm zetten.

Het is ook mogelijk om een bepaalde vorm aan de plaat te geven. Dit gebeurd door middel van 25 stempels. Deze stempels zijn van staal gemaakt en heel zuiver van maat. De onder en bovenstempel moeten goed op elkaar aansluiten. Het ontwikkelen van een stempel is duur maar er kunnen duizenden stuks mee worden gefabriceerd.

De kans op uitval is veel groter dan bij het fabriceren van de klem via spuitgieten. Er moet een speciaal stansmes/stempel/mechanisme worden ontwikkeld om de haarklem te kunnen 30 fabriceren. Het zou een combinatie zijn van tegelijkertijd vormstansen en uitstansen. Deze techniek is erg kostbaar.

5

Watersnijtechniek, watersnijden

Bij watersnijtechniek komt nagenoeg geen warmte vrij, er ontstaan geen thermisch belaste zones. De eigenschappen na het watersnijden van het materiaal rond de snijrand blijven ongewijzigd en het product blijft spanningsvrij. Waterstraalsnijden is geschikt voor dunne en zeer dikke 5 materialen, nabewerking met watersnijden is meestal niet nodig.

Het procédé van watersnijden: Water wordt onder zéér hoge druk gebracht, 4000 bar. Gemengd met zand, kan deze waterstraal watersnijden door 80mm staal of 120 mm graniet. Vrijwel alle materialen kunnen gesneden worden met watersnijden.

Lasersnijden 10 Lasersnijden, laserharden en laserlassen zijn materiaalbewerkingen waarbij gebruik wordt gemaakt van laserlicht. Door de enorm hoge concentratie van de lichtbundel is de breedte van de snede of de naad minimaal. De meest fijne contouren kunnen worden gesneden. Maar ook complexe 3-D contouren kunnen met behulp van de met een robot uitgeruste laserinstallatie worden gevormd. Minutieus fijne bewerkingen op producten van klein tot groot zijn het 15 resultaat. De snede, las of oppervlaktebewerking met behulp van lasertechniek is fijn en glad.

Met een laserlas wordt bovendien een extra sterke verbinding gelegd. Geen beschadigingen, restmaterialen of bramen blijven achter.

Een hoogwaardig eindproduct is het resultaat, een eindproduct waarbij nabewerkingen zelden 20 nodig zijn. De toegevoegde waarde van de kwaliteit van laserbewerkingen is uiteindelijk terug te vinden in de toepassing van producten. Het is niet mogelijk om reflecterende (glanzende) materialen te lasersnijden. Deze materialen moeten dan eventueel worden gecoat met een carboncoating om reflectie te reduceren.

25 Spuitgieten

Het metaal wordt onder hoge druk in de matrijs gespoten, het proces is volledig gemechaniseerd. De machine bestaat uit een pompgedeelte(perst vloeibaar metaal in de matrijs)en een mechanisme dat de metalen vorm sluit, de druk opvangt, en het product na afloop uit de matrijs stoot. Je kunt hiermee complexe en dunwandige producten maken mits ze lossend zijn en door 30 uitstootpennen makkelijk uit de matrijs te stoten zijn. De wanddikten liggen tussen de .5 mm en de 8 mm. Die bovengrens ligt er omdat navulling om slink op te heffen onmogelijk is.

6

Procesbeschrijving spuitgieten

Bij het spuitgieten wordt het vloeibare metaal onder hoge druk in de matrijs gespoten. Het is een volledig gemechaniseerd proces. De spuitgietmachine bestaat uit een mechanisch deel dat de metalen vorm opent en sluit, de druk tijdens het gieten opvangt en het gietstuk aan het einde van 5 de gietcyclus uitstoot. Het andere deel van de machine is het persgedeelte, dat het vloeibare metaal in de gietvorm perst.

Met het spuitgietproces kunnen ingewikkelde en dunwandige gietstukken worden vervaardigd. Door de hoge druk wordt een uitstekende vormvulling en scherpe aftekening van de matrijs verkregen. Het spuitgieten blijft beperkt tot zink-, aluminium-en magnesiumlegeringen.

10 De vervaardiging van de matrijs is een kostbare zaak. Tevens zijn de investeringskosten voor de spuitgietmachine hoog. Het gevolg is dat deze methode alleen geschikt is voor het vervaardigen van grote series en voor massafabricage. Naar de wijze waarop het vloeibare metaal uit de oven in de matrijs wordt gebracht onderscheidt men twee verschillende spuitgietmethoden, namelijk de warm-portaal methode en koud-portaal methode.

15 De warm portaal methode

Bij deze methode is het injectieportaal permanent ondergedompeld. Deze methode is alleen geschikt voor laagsmeltende legeringen, zoals lood- en zinklegeringen. Legeringen met een hoger smeltpunt zoals de aluminiumlegeringen zouden het injectiesysteem bij deze methode te veel aantasten.

20 De koud portaal methode

Bij deze methode wordt het injectiekanaal voor elk “schot” van de benodigde hoeveelheid vloeibaar metaal voorzien. Deze methode leent zich goed voor de aluminium- en magnesiumlegeringen. De drukken zijn hoog en variëren van 700 tot 2000 bar. De levensduur van de matrijs ligt tussen 50.000 en 250.000 stuks, 25 afhankelijk van de gewenste oppervlaktekwaliteit.

Legering

Een legering heeft een aantal specifieke kenmerken welke per legering verschillen. Een overzicht van de eigenschappen.

30

Mechanische eigenschappen: - Elasticiteit (stijfheid) 7 - Treksterkte - Druksterkte - Buigsterkte - Hardheid 5 - Kruip - Brosheid, taaiheid Thermische eigenschappen: - Smeltpunt - Kookpunt 10 - Verwekingspunt

Warmtegeleidbaarheid - Soortelijke warmte - Uitzettingscoëfficiënt - Thermische-stabiliteit (hitte/kou) 15 Chemische eigenschappen:

Chemische stabiliteit (reactiviteit) - Zuurbestendigheid, en dergelijke - Corrosiebestendigheid - Vochtbestendigheid 20 Optische (of esthetische) eigenschappen: - Kleur - Lichtechtheid - Helderheid (van transparante materialen) - Brekingsindex 25 - Fluorescentie

Traagheid: - Soortelijke massa Elektriciteit en magnetisme: - Soortelijke weerstand 30 - Diëlektrische constante - Ferromagnetisme - Magnetische susceptibiliteit Oppervlak: - Ruwheid 35 - Adhesie 8 - Hechting van lijmen en lakken Ecologie en biologie: - Toxische eigenschappen - Houdbaarheid 5 - Biocompatibiliteit

Verloop in de tijd: - Duurzaamheid

Eisen aan legering 10 Het is mogelijk om elke gewenste legering te gebruiken voor de haarklein mits het voldoet aan bepaalde eisen.

De legering mag niet: - Te zacht zijn in verband met ongewenste beschadigingen en verbuigingen, - Te zwaar zijn in gewicht, 15 - Te bros i.v.m. breuk, - Reageren met/op behandeld haar (gekleurd, gepermanent, haarstylingproducten), - Snel verbuigen/vervormen onder invloed van druk, warmte, stoten.

- Magnetisch zijn, - Allergieën veroorzaken of prikkelen 20

De legering moet: - Makkelijk te verwerken zijn, o.a. goede spuitgietbaarheid - Goed na te behandelen zijn - Allergie vrij zijn, dus o.a. nikkelvrij 25 - Kleur en lichtecht zijn

Een legering bekent als A1231 en ST51 geven goede resultaten met betrekking tot hardheid, buigzaamheid en gewicht. De chemische notatie van deze legeringen is A1231=AISil2Cu(Fe) en ST51= AlMgSil. Een nadeel van deze legeringen is dat het bij het nabehandelen doormiddel 30 van anodiseren zwart wordt. Dit komt door de elementen Si, Cu en Fe.

Er is gezocht naar een legering welke overeenkomt met de eigenschappen van A1231 en ST51 maar welke wel goed te anodiseren valt zonder al te veel kleurverlies. Het anodiseren is gewenst i.v.m. het voorkomen van vingervlekken en het toepassen van verschillende kleurmogelijkheden.

9

De legering die gebruikt kunne worden voor de eerste serie is AlMg3. Deze legering heeft eigenschappen welke overeenkomen met de eigenschappen van A1321 en ST51 maar is beter na te behandelen, lichter in gewicht en voor zover bekent allergie vrij.

De hiergenoemde legering is slechts een voorbeeld. Het is één van de mogelijke legeringen. Ook 5 een andere legering is toepasbaar.

Er zal verder worden gezocht naar goed bruikbare legeringen met vergelijkbare eigenschappen.

Matrijs spuitgieten Algemeen 10 De matrijs is zeer kostbaar om te laten maken en gaat niet lang mee. Enkele duizenden stuks kunnen er mee geproduceerd worden voordat de matrijs slijtage gaat vertonen. Deze slijtage vertaalt zich in beschadigingen en afwijkingen in het product.

Om de kosten van deze matrijs te drukken is het ontwerp van de haarklem zodanig dat er maar 15 één matrijs nodig is om de beide klemhelften te fabriceren. De beide klemhelften passen precies in elkaar door het spiegelen (dus omdraaien) van de klemhelft.

Specifieke details met betrekking tot ontwerp en matrijs

De klem bestaat uit twee klemhelften welke aan één kant (onderkant) voorzien zijn van een 20 aantal tanden en aan de andere kant (bovenkant) glad is (tandloos en zonder uitstekende knijper om de klem in te drukken) en aan de binnenkant voorzien van uitstekende ooitjes voor het bevestigen van het asje en veertje voor het veermechaniek. De tanden grijpen in elkaar en klemmen de haren tussen de tanden vast.

25 Om kosten te besparen, een zo sterk mogelijk product te maken en het aantal nabehandelingen te beperken, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van één mal om de klem te vervaardigen. In de matrijs zijn enkele specifieke details kenmerkend voor de haarklem van de onderhavige uitvinding gelijk verwerkt.

30 Eén klemhelft welke door spiegelen (omdraaien van de klemhelft) in elkaar past zodat beide delen samen een haarklem vormen. (Fig.1, 4, 6, 7, 8) 10

AaiWmeegegoten oren aan de klemhelft. Dit zijn uitsteeksels ter bevestiging van het asje van het veermechaniek zodat beide klemheliten met elkaar verbonden worden. De bestaande haarklemmen maken vaak gebruik van een los inzetstuk wat in de klem (van plastic) gesmolten wordt. Aan de basis van de oren is een verdikking welke er voor zorgt dat de oren niet naar de 5 klem toe kunnen bewegen en dus gaan wrikken. De oren van dit ontwerp zijn in de mal verwerkt waardoor de klemhelft uit één stuk en klaar voor verdere verwerking uit de mal komt. De oogjes in de oortjes ten behoeve van het doorsteken van het asje, worden met de hand geboord. In de vervolgseries worden deze oogjes ook gelijk meegegoten in het gietstuk. (Fig. 1, 4, 6, 7, 8, 9,11, 12,13) 10

Ingegoten sleufjes op de klemhelft om de veeruiteinden te stabiliseren en in te bedden voor zowel esthetische als praktische doeleinden. De haren kunnen er niet zo makkelijk in verstrikt raken en de veeruiteinden liggen in de bovenkant van de klem zodat ze niet uitsteken doordat ze er op liggen. Ze vallen dus ook minder op. (Fig. 4, 7, 8, 9,11,12) 15

Meegegoten gaatjes/zettingen voor het plaatsen van de siersteentjes en andere sierobjecten. Op de bestaande klemmen worden de steentjes/sierobjecten of ingesmolten in de haarklem of op eraan gesoldeerde chatons geklemd. Door de zettingen alvast te verwerken in de klem is het plaatsen van de siersteentjes en andere sierobjecten vereenvoudigd. De steentjes/objecten 20 hoeven alleen maar verlijmd te worden. (Fig. 10)

Meegegoten omamenten/versierselen welke op de klemwand uitsteken, opliggend reliëf vormend.

25 Meegegoten groeven, vormen en versierselen, of verzonken reliëf, in de buitenste klemwand ter versiering van de buitenste klemwand

De krachten worden door de oren beter opgevangen omdat in plaats van een binnen en een buitenkant, twee dezelfde oorconstructies zijn (zie schematische detailtekening in onderdeel As 30 en constructie) hierdoor is er een minder snel kans op het af-/breken van de oren of het verbuigen/breken van het asje. Een veel voorkomend probleem bij de huidige klem constructies. (Fig. 8, 11, 12, 13)

Deze specifieke details kunnen in haarklemmen van elk denkbaar materiaal worden verwerkt.

35 Bijvoorbeeld metalen, natuurlijke materialen en kunststoffen en combinaties hiervan.

11

Afwerking en nabehandelingen

Om de haarklemmen het gewenste afwerkingsniveau en uiterlijk en kleur te geven zijn er een 5 aantal nabehandelingen nodig. Dit geldt zowel voor de klemhelften als de veeronderdelen.

Klemhelfien

Trommelen

Als de haarklemmen uit de mal komen hebben ze nog braampjes en afdrukken van de 10 spuitgietmondjes. Door het trommelen van de haarklemmen worden deze oneffenheden verwijderd en de afdrukken van de spuitgietmondjes verminderd. Hierdoor wordt de klem zonder scherpe randjes welke de haren of de gebruiker kunnen beschadigen/verwonden.

RVS-parelstralen

Na het trommelen wordt de klem behandeld met RVS-parelstralen. De pareltjes zorgen voor een 15 gepatineerd oppervlak waar een microscopisch dun laagje RVS residu op achterblijft. Het effect is een fluweelachtig maar is vingergevoelig. Dit wil zeggen huidvetten en dergelijke laten afdrukken achter op het oppervlak wat vlekken veroorzaakt.

Anodiseren

Laatste stap is het anodiseren van de klem. Door de anodisatie is het oppervlak minder 20 vlekgevoelig. Het is mogelijk door het anodiseren de klem verschillende kleuren te geven.

Veermechaniek

Het veermechaniek bestaat uit een hol asje en een torsieveertje. (Fig. 1, 8, 11,14)

Veertje 25 De technische gegevens van het torsieveertje zijn:

Torsieveer rechts VST dr=l,0 Du=0,5 Nw=9 pook 2x10.

Het ingegoten sleufje ter stabilisatie van de veeruiteinden kan ook aan de linkerkant tussen de oren van de klem geplaatst worden, dan is er een torsieveer links noodzakelijk. In de tekeningen is hij rechts aangegeven. (Fig. 4, 6, 7, 8, 11) 12

Omdat VST een saaie grijze kleur heeft is er nabehandeling glansverzinkt aan toegevoegd. Door voor deze veer te gebruiken, geeft het veermechaniek voldoende kracht om de haren, van diverse dikten en structuren, stevig te klemmen en goed op het hoofd te blijven zitten.

Asje 5 Het asje is een holle blindniet (tubular rivet) van messing met de afmetingen D1 =2, S=0,4, L=20. (Fig. 1, 2, 3, 6. 9, 11, 12, 13, 14, 16,17)

Omdat messing van nature een totaal andere kleur heeft dan aluminium en daardoor niet in stijl is met de rest van de klem, wordt deze ook glansverzinkt. Het asje kan ook uit andere materialen gemaakt worden. Denk hierbij aan aluminium, staal en andere metalen, maar ook uit natuurlijke 10 grondstoffen en materialen of kunststoffen.

Siersteentjes en sierobjecten

De siersteentjes zijn simili van Swarovski, 0 3mm en zijn aan de achterkant voorden van een folie. Door de toepassing van folie zijn de steentjes goed te verlijmen zonder dat er kleur- en 15 glansverlies ontstaat.

Behalve de similie steentjes zijn ook andere sierobjecten aan de klem te bevestigen. Dit kan door middel van verlijmen, inklemmen in de ingegoten objectgaatjes, aan-/meegieten van het ornamentje / sierobjectje, opschroeven van het sierobjectje, lassen en solderen, vastbinden door 20 middel van kunststoffen, metalen of natuurlijke materialen.

As en constructie Algemeen

De as en de bevestigingsconstructie van de as zijn anders dan de standaard en bekende 25 haarklemmen. Bij een standaard haarklein is de veerconstructie zodanig dat er vrij snel een beschadiging ontstaat aan of het asje of aan de bevestiging van het asje. Hoe snel er een beschadiging optreedt, is wel direct te herleiden tot de gebruikte materialen en constructies. De meest gebruikte materialen zijn plastik soorten en een enkele keer nylon. Nylon heeft wel de hoogste duurzaamheid van de kunststoffen.

30 Een en ander wordt aan de hand van schematische tekeningen verduidelijkt. (Fig. 12,13) 13

Omdat de druk op het asje het grootste is aan de binnenzijde van de oortjes, daardoor is daar de kans op verbuiging en breuk van het asje en de bevestigingsgaatjes in de oortjes groter. De druk van de oortjes op het asje wordt verdeeld van linker oor op buitenkant asje, rechter oor twee keer op de binnenkant van het asje en daarna weer het linker oor op de buitenkant. Gevolg verbuiging 5 van het asje in een u-vorm en verhoogde krachtenwerking op de oortjes ter bevestiging asje. Het risico op breuk/verbuiging van de as binnen de twee rechter oren kan worden verminderd door het gebruik van een solide as. De plaats van de bevestigingsgaatjes in de oortjes blijven echter breukgevoelig, ongeacht het gebruikte materiaal. (Fig. 12, 13) 10 Constructie

De constructie heeft de oren symmetrisch naast elkaar staan zodat de druk over het asje anders verdeeld wordt. Dus van het linker oor, rechter oor, linker oor, rechter oor. Hierdoor komt er minder druk te staan op de binnenkant van het asje tussen de twee oren en wordt er de U-vormige verbuiging voorkomen en overmatige druk op de oortjes ter bevestiging van het asje 15 gereduceerd Immers het asje krijgt druk verdeeld naar links en naar rechts in plaats van 2x naar rechts of links. Hierdoor is de noodzaak tot gebruik van een solide as minder dringend en kan er worden uitgeweken naar een andere asconstructie. (Fig. 13)

Doordat de totale krachten per klemhelft verdeeld zijn over zowel de binnenkant als de 20 buitenkant van de bevestigingsoortjes, is de kans op U-vormige verbuiging van het asje of breken van de as gereduceerd. Ook krijgen de oren minder druk te verwelken welke ook gelijkmatiger is, wat het risico op breuk van de oortjes reduceert.

Stabilisatie krachten torsieveertje 25 De veertjes zijn in de meeste gevallen niet gestabiliseerd door middel van een uitsparing of opstaand randje bij de oortjes van het torsieveertje. Daardoor worden de krachten onstabiel verdeeld wat het risico op breuk verhoogt.

De langwerpige uitsparingen in de klem zorgen er voor dat de uiteinden van de veer niet -naar links en rechts- kunnen bewegen en de krachten gelijkmatig verdeeld worden over de totale 30 aslengte. De uitsparingen kunnen ook andere vormen hebben dan langwerpig, mits het de poken van de veren maar stabiliseert tegen verschuiven. De uitsparingen zijn zodanig geplaatst dat op het moment dat de veeruiteinden de bovenkant van de klem raken om te klemmen, ze verzonken liggen in deze gleufjes. De uiteinden van het veertje zijn 10mm lang en liggen voor 5mm 14 verzonken in het gleufje. Hierdoor gaat het veertje niet wrikken op het asje en wordt het risico op breuk weer gereduceerd. (Fig.4, 7, 8,9, 11)

Asje 5 Het asje is een holle blindniet van aluminium, glansvemikkeld messing of staal. Het heeft een wanddikte van 0,4 mm zodat er een holle schacht overblijft met een diameter van 1,2 mm. Na het afsluiten van de blindniet houden beide uiteinden, ook wel de kragen genoemd, de oortjes van de haarklem op hun plaats. Dit zorgt weer voor een grotere stabilisatie van de krachten die worden uitgeoefend op het veermechaniek waardoor het risico op breuk/beschadigen en 10 verbuigingen gereduceerd wordt. (Fig. 14)

In geval van andere afmetingen (groter of kleiner) van de haarklem worden deze dimensies doorbekerend in het gebruikte veertje, asje en bevestigingsgaatjes van de oren van de klem.

Versierselen en constructie 15 Algemeen

De systemen voor de versierselen bestaan uit: een kettelstift met oogje (normaal gebruikt voor het rijgen van sierkralen) en een sluitknopje. De sluitknopjes komen uit de sieradenbranche en zijn bekend als het kroontje bij een oorsteker om de oorsteker te verzekeren als het door het oor gestoken is zodat her er niet uitvalt. In dit geval 20 zijn beide los van elkaar staande onderdelen samengevoegd tot één geheel om een versiersel aan de haarklem te bevestigen. De kettelstift wordt door het holle asje gestoken en geborgd door het opschuiven van het sluitknopje of eindkapje. (Fig. 14,15,16,17,18) De stift kan ook gebogen worden zodat door de curve het stiftje blijft steken in het holle asje (Fig. 16)

Ook een lange rechte pin met aan één uiteinde een bolkop of verdikking al dan niet met 25 versiersel/omament, en al dan niet met sluitknopje aan het andere uiteinde.

Of het aan een of meerdere oren, en/of aan het asje met veertje, van de klem, bevestigde versierselen. De bevestiging van het ornament gebeurd door middel van omwinden, -aanknopen, aanhaken door middel van een haak of sluitbaar haakje, klemmen door middel van een klem.

15

Onderdelen los beschreven

Asje

Een holle blindniet (tubular rivet) aan beide kanten voorzien van een kraag / verdikking. Deze kraag voorkomt het verschuiven van het asje door de oren van de klem zodat de klem niet uit 5 elkaar valt. (Fig.1, 2, 2, 4, 9, 11,14)

In plaats van een holle blindniet kan er ook een hol busje/buisje van metaal, kunststoffen en natuurlijke materialen gebruikt worden.

10 Kettelstift of pin van het sieromament

Een kettelstift is een metalen pinnetje met een oogje eraan. In het getekende ontwerp is de stift 20mm lang. Er kunnen ook langere of kortere kettelstiften gebruikt worden van metalen, kunststoffen en natuurlijke materialen/-grondstoffen, al dan niet met een lichte curve in de stift. (Fig.16) 15

Ook andere pinnen die in/door het gaatje van het asje passen kunnen gebruikt worden. Aan deze pinnen is het niet noodzakelijk dat er een oogje aan bevestigd is. In plaats van het oogje kan het ook zonder een sieromamentje of met een sieromamentje zijn, of met een bolkopje of verdikking aan één kant van de pin. Dit ornamentje kan uit één stuk met de pen bestaand, of aan de pen zijn 20 geschroefd, gelast gesoldeerd, verlijmd, geschroefd, vastgebonden met behulp van metalen-, kunststof- en natuurlijke materialen/grondstoffen, of op de pen gestoken zijn. Al dan niet te verwijderen zijn en eventueel te veranderen voor een ander ornamentje.

Bij gebruik van het opschroeven van het ornament is er schroefdraad aan zowel het ornament als de pin gemaakt.

25 Sluitknopje

Een cilindervormig voorwerpje met een gaatje waar de kettelstift /pin doorheen kan worden gestoken. Het sluitknopje kan allerlei verschillende vormen (vierkant, ovaal, rond, conisch, kroonvormig, plat plaatje, kraaltje etc.) hebben maar heeft altijd een gaatje wat passend is op de diameter van de kettelstift of pin. Er kunnen verschillende materialen gebruikt worden voor het 30 sluitknopje zoal metalen, kunststoffen en natuurlijke materialen en -grondstoffen. (Fig.15)

Het is niet noodzakelijk om de versierselen te borgen met een sluitknopje. De versierselen blijven ook zitten indien er een lichte curve aan het uiteinde van het pinnetje dat door het asje 16 gaat aanwezig is. De kettelstift is dan een oorhaakje of een pinnetje met oogje in de vorm van een oorhaakje. Deze constructie is echter niet zo stevig in vergelijking met borging met een sluitknopje. (Fig. 16) 5 Om te voorkomen dat de pin door het asje heen valt, heeft één uiteinde een oogje, of is één uiteinde verdikt of heeft een bolkop of is taps toelopend of heeft een andere vorm om door het asje heen te vallen tegen te gaan.

De uiteinden van de -tapstoelopende- pin of kettelstift mag nooit langer uitsteken dan dat de 10 klem lang is. Dit is om verwondingen aan de drager/gebruiker van de klem te voorkomen.

De bevestiging van de versierselen/omamenten aan de stift/pin/pen

Aan het oogje van de kettelstift worden de versierselen/omamenten bevestigd door middel van een oogje zodat de versierselen kunnen bewegen. (Fig. 17,18) 15 Bij het gebruik van een pin met een aan de pin bevestigd ornament door middel van lijmen, lassen, solderen, schroeven, knopen, klemmen of steken; kan het ornamentje niet of nauwelijks vrij bewegen. Tenzij een vrijbewegend versiersel aan het vastgemonteerde ornamentje is bevestigd door middel van een oogje of bol/kop constructie.

Bolkop/kom of verdikkingsconstructie 20 De constructie bestaat uit een holle ruimte met een nauwere opening welke over de brede bovenkant van de pin geschoven kan worden. Doordat de opening van de holleruimte kleiner is dan de holle ruimte, wordt op deze wijze het ornament redelijk stevig op de pin vastgehouden, en is het ornament toch te verwijderen/bevestigen op de bolle kop van de pin.

25 Door aan het ornament te trekken komt het ornament los van de bolkop van het pinnetje. Door het ornament met de hollekant op de bolkop van het pinnetje te drukken, wordt het ornament bevestigd aan de pin. Door deze constructie is het ornament te bewegen in diverse richtingen en makkelijk te verwijderen/veranderen voor een ander ornament. Aan deze constructie zijn ook weer versierselen en ornamenten te bevestigen door middel van een oogje op het opschuifdopje 30 waaraan de versierselen bevestigd zijn, direct aan het opschuifdopje bevestigde versierselen door middel van plakken, knopen, etc.

17

De versierselen

De versierselen zijn o.a. kenmerkend door het kettelstiftje met oogje en sluitknopje waaraan de versierselen zijn bevestigd. Kenmerkend door een holle uitsparing in het versiersel zodat het op de bolkop van de pin bevestigd kan worden.

5 Deze versierselen kunnen zowel van “bovenaf’ of van “onderaf’ aan de as van de klem bevestigd worden. Dit hangt af van de willekeur van de gebruiker.

De versierselen en ornamenten kunnen willekeurig welke vorm hebben en bestaan uit: - Een kettinkje van metaal of kunststof 10 - Draad van natuurlijke grondstoffen, kunststoffen, metalen.

- Veter van leder, kunststoffen of natuurlijke materialen - Haar, natuurlijk of synthetisch, als vlechtje, geknoopt of als losse streng aan een kant bij elkaar gebonden.

- Een van de hier bovengenoemde materialen met daaraan bevestigt een ornament of 15 meerdere ornamenten.

- Broche en brochegelijkende bijouterie - Oorbel en oorbelgelijkende bijouterie - Nekketting en nekketting gelijkende bijouterie - Ring en ringgelijkende bijouterie 20 - Armband en armbandgelijkende bijouterie - Horloge of horlogegelijkende bijouterie - Bloemen, echte en nep gemaakt van natuurlijke materialen, kunststoffen en metalen.

- Message tag en tag-gelijkende bijouterie van kunststoffen, natuurlijke materialen, metalen.

25 - Gebruik makend van edelstenen en edelmetalen.

- Gebruikmakend van elektronische technieken als sierverlichting/LED-lampjes.

- Natuurlijke materialen, metalen en kunststoffen.

(Fig.18) 1034900

Claims (15)

1. Haarklem bestaande uit twee klemhelften, elk bestaande uit een bovenkant en een onderkant, en elk inclusief een binnenkant met daaruit 2 uitstekende oren, deze oren hebben elk een gat in het oor, elke klemhelft heeft een meervoud aan kamachtige tanden die uitsteken van de 5 onderkant, om de haren van de gebruikers tussen vast te klemmen, a. een holle as door de genoemde gaten van de genoemde oren gestoken van de genoemde klemhelften, om de klemhelften draaiend om de genoemde as aan elkaar te verbinden, 10 b. een torsieveer om de genoemde as, met twee uiteinden welke op en in beide bovenkanten van beide klemhelften rusten, om beide genoemde klemhelften met de kam tanden naar elkaar toe gesloten te houden, 15 c. beide genoemde uitstekende oren, geplaatst tussen de kamgelijkende tanden en de bovenkant van de klemhelft, om de beide klemhelften van elkaar te kunnen verwijderen of te laten sluiten, door het respectievelijk naar elkaar toe knijpen of indrukken van de bovenkant van beide klemhelften of het loslaten van de knijpkracht op de bovenkant van beide klemhelften, 20 d. de beide klemhelften hebben een s-curve, waardoor er aan de bovenkant een curve is, waar de vingers van de gebruiker gemakkelijk de klem kunnen grijpen om de klem te kunnen hanteren.

2. Haarklem volgens conclusie 1, waarbij iedere klemhelft aan de bovenkant aan de binnenzijde, tussen de twee oren in, een ingegoten uitsparing heeft om de uiteinden van de torsieveer in te laten rusten, zodat de krachten welke uitgeoefend op het veertje door het openen en sluiten van de haarklem, gestabiliseerd worden,

3. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de klemhelften hebben twee curves, één over de breedte van de klem zodat de haren ertussen geklemd kunnen worden, een tweede curve is over de lengte van de klem, zodat de klem een goede pasvorm op het hoofd levert, 1034900

4. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de haarklem bestaat uit één gegoten klemhelft, welke door spiegelen/omdraaien van de klemhelft in elkaar past, waardoor de twee klemhelften samen en gemonteerd samen met het asje en veertje een haarklem vormt, door het spiegelen van de klem is er maar één matrijs nodig voor de 5 fabricage van beide klemhelften,

5. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de genoemde oren ter bevestiging van de as en het veermechaniek van de klemhelft zijn meegegoten zodat er één klemhelft ontstaat welke klaar is voor verdere bewerking/montage, 10

6. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de gaatjes in de genoemde oren van de haarklem zijn meegegoten zodat de klem klaar is voor montage,

7. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de wanddikte kan 15 variëren tussen de 1,0 en 3,5 mm, en een gemiddelde dikte heeft van 2 mm, en de wanddikte afhankelijk is van de gebruikte legering,

8. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het materiaal van de haarklem bestaat uit allergievrije en lichtgewicht metaallegeringen en legeringselementen, 20 maar ook vervaardigd kan worden uit natuurlijke materialen en grondstoffen, en kunststoffen,

9. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsplaatsen voor de ornamentjes op de klem als uitsparingen meegegoten/ 25 gefabriceerd zijn, zodat er een goede bevestiging en verzinking van de ornamentjes ontstaat.

10. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij versieringen van de buitenste klemhelft zijn meegegoten, zodat er of een reliëf op de klemwand ontstaat, welke zowel verzonken in de vorm van holtes of groeven, als uitstekend van het wandoppervlak 30 kunnen zijn,

11. Haarklem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij door de genoemde holle as, wordt een pin gestoken die langer is dan de lengte van de genoemde as, met aan de ene kant van de pin een sluitdopje, en aan de andere kan van de pin een oogje, of een bolkop, 35 of een verdikt uiteinde, of een vervormd uiteinde, of een geheel taps toelopende pin,

12. Haarklem volgens conclusie 11, waarbij de genoemde pin eenvoudig te verwijderen of te vervangen is, door respectievelijk het losmaken van het sluitdopje, en de pin uit de holle as te trekken, of de pin door het genoemde holle asje te steken, en het genoemde sluitknopje aan 5 het uiteinde van de pin te bevestigen, of het sluitdopje niet te bevestigen,

13. Haarklem volgens één of meer van de conclusies 11 of 12, waarbij aan de pin, versierselen of ornamenten bevestigd zijn welke door middel van aan het genoemde oogje van de pin, een ander oogje is bevestigd, waar aan versierselen bevestigd zijn, of de versierselen zijn direct 10 aan het pinnetje bevestigd,

14. Haarklem volgens conclusie 13, waarbij de genoemde versierselen willekeurig welke vorm kunnen hebben en bestaan uit één of meer van: a. Een kettinkje van metaal of kunststof 15 b. Draad van natuurlijke grondstoffen, kunststoffen, metalen. c. Veter van leder, kunststoffen of natuurlijke materialen d. Haar, natuurlijk of synthetisch. Als vlechtje, geknoopt of als losse streng aan een kant bijelkaar gebonden. e. Een van de hier bovengenoemde materialen met daaraan bevestigt een ornament of 20 meerdere ornamenten. f. Broche en brochegelijkende bijouterie g. Oorbel en oorbelgelijkende bijouterie h. Nekketting en nekkettinggelijkende bijouterie i. Ring en ringgelijkende bijouterie 25 j. Armband en armbandgelijkende bijouterie k. Horloge, uurwerk of uurwerkgegelijkende bijouterie l. Bloemen, echte en nep gemaakt van natuurlijke materialen, kunststoffen en metalen. m. Message tag en tag-gelijkende bijouterie van kunststoffen, natuurlijke materialen, metalen. 30 n. Gebruik makend van edelstenen en edelmetalen. o. Gebruikmakend van elektronische technieken als sierverlichting/LED-lampjes. p. Natuurlijke materialen, metalen en kunststoffen.

15. Haarklem volgens één of meer van de conclusies 13 of 14, waarbij de bevestiging van de 3. versierselen en ornamenten ook door middel van knopen, ontwinden, klemmen, aanhaken met of zonder sluitbare haak, aan de as en/of aan de oren ter bevestiging van de as kan gebeuren, of tussen de oren van de klem gestoken kan worden, door middel van: a veter, van natuurlijke materialen of kunststoffen, b. metalen draad van willekeurige legeringen, 5 c. touwtjes van natuurlijke materialen of kunststoffen d. haren, zowel gevlochten als in streng, synthetisch zowel als natuurlijk, e. klemmen door middel van stukje materiaal van kunststof of metaal of andere natuurlijke kunststoffen, welke tussen de oren van de klem gestoken wordt, f. klemmen door middel van een klem met een u-of omega-gelijkende vorm, van 10 natuurlijke materialen, kunststoffen of metalen, g. aanhaken door middel van een haak van natuurlijke materialen, kunststoffen en metalen h. een musketonhaak of een sluitend ooghaakje 1034900