NL1034850C2 - Inrichting voor het drenken van een dier. - Google Patents

Description

Inrichting voor het drenken van een dier

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een drinkinrichting voor het aanbieden van een drank aan een dier, met een drinkbak voor het 5 bevatten van een drank en met middelen voor het reinigen van de drank in de drinkbak.

Dergelijke drinkinrichtingen, bijvoorbeeld voor koeien, zijn bekend uit GB2268828, W099/05905, NL1011567, NL1012555, DE20300569U en EP1502500. Deze bekende drinkinrichtingen hebben als gemeenschappelijk 10 kenmerk, dat de werkwijze voor het reinigen van de drank in de drinkbak berust op het principe, dat tenminste een deel van de verontreinigde drank uit de drinkbak handmatig verwijderd wordt en daarna vervangen wordt door nieuwe, schone drank. De drinkbakken zijn voor dat doel voorzien van handmatig bediende kantelinrichtingen. Een eerste nadeel van deze bekende werkwijze en 15 drinkinrichtingen is echter, dat het aldus reinigen van de drank arbeidsintensief is, zowel in lichamelijke als geestelijke zin. Een tweede nadeel is, dat het reinigen van de drank gepaard gaat met relatief veel drankverlies en navenant hoge kosten voor de aanvoer van schone drank en afvoer van verontreinigde drank.

Het is dan ook ondermeer een doel van de onderhavige uitvinding 20 om een drinkinrichting voor een dier te verschaffen die met minder arbeid reinigbaar is en waar, bij reinigen relatief minder drank verloren gaat.

Hiertoe wordt een drinkinrichting van de bovenomschreven soort volgens de uitvinding daarin gekenmerkt, dat de middelen voor het reinigen van de drank verwijdermiddelen voor het automatisch verwijderen van verontreinigingen 25 uit de in de drinkbak verkerende drank omvatten. Hierbij wordt onder de uitdrukking ‘in de drinkbak verkerende drank’ verstaan alle drank die zich in de drinkbak bevindt en kan bevinden. Onder de uitdrukking ‘verwijderen uit de drank’ wordt verstaan het fysiek scheiden van verontreinigingen van de drank. Een voordeel van een dergelijke drinkinrichting is, dat het reinigen van drank minder 30 arbeid en aandacht vergt.

Een compacte drinkinrichting wordt verkregen wanneer de verwijdermiddelen zijn aangebracht in de drinkbak.

1034850 2

Bij voorkeur omvatten de verwijdermiddelen een binnenbak voor het bevatten van tenminste een deel van de drank. De binnenbak kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het opvangen van bezonken verontreinigingen.

Alternatief of aanvullend omvatten de verwijdermiddelen 5 veegmiddelen voor het vegen van een binnenwand van de drinkbak. Hierbij wordt onder de uitdrukking ‘veegmiddelen’ verstaan middelen waarmee verontreinigingen van de wand losgemaakt en verplaatst kunnen worden, zoals borstel- en schraapmiddelen. Veegmiddelen zijn voordelig voor het verzamelen van bezonken en / of vastgekoekte verontreinigingen..

10 Bij voorkeur zijn de verwijdermiddelen beweegbaar aangebracht. Het kunnen bewegen van de verwijdermiddelen biedt voordelen bij het verzamelen en verwijderen van verontreinigingen. Een eenvoudige en betrouwbare constructie wordt verkregen wanneer de verwijdermiddelen roteerbaar zijn aangebracht. In een voorkeursuitvoering van de uitvinding heeft de drinkbak een langste wand en 15 is de as van rotatie van de verwijdermiddelen in hoofdzaak evenwijdig aan die langste wand. Als alternatief heeft de binnenwand van de drinkbak de vorm van een deel van een cilinder en valt de as van rotatie in hoofdzaak samen met de middellijn van die cilinder.

Voor het verzamelen van verontreinigingen omvatten de 20 verwijdermiddelen bij voorkeur filtermiddelen. Hierbij wordt onder de uitdrukking ‘filtermiddelen’ verstaan alle middelen die tegelijkertijd doorlatend zijn voor vloeistoffen en deels ondoorlatend zijn voor vaste stoffen. Met de toepassing van filtermiddelen kunnen bijvoorbeeld in de drank zwevende verontreinigingen verzameld worden.

25 Het kan voordelig zijn dat de verwijdermiddelen een terugslagklep omvatten waarlangs de drank in één richting kan passeren. Met een dergelijke terugslagklep kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat drank over de rand van de drinkbak stroomt als gevolg van het bewegen van het verwijdermiddel.

De drinkinrichting is bij voorkeur voorzien van aandrijfmiddelen voor het bewegen 30 van de verwijdermiddelen. Een drinkinrichting die voorzien is van afgeefmiddelen voor het afgeven van drank aan de drinkbak kan daartoe een door de afgegeven drank aandrijfbare hydromotor omvatten. Alternatief of aanvullend omvat de drinkinrichting een elektromotor of een pneumatische cilinder als aandrijfmiddel voor het aandrijven van de verwijdermiddelen. Bij het overbrengen van een 3 krachtmoment van de aandrijfmiddelen op de verwijdermiddelen kan de drinkinrichting voorzien zijn van vertragingsmiddelen.

Tot de uitvinding behoren tevens drinkinrichtingen die voorzien zijn van verwijdermiddelen die buiten de drinkbak zijn aangebracht. Een voordeel van 5 deze uitvoeringsvorm is, dat de verwijdermiddelen makkelijk bereikbaar zijn voor bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden. Een automatische afsluiter aan de onderzijde van de drinkbak is hiervan een goedkoop en compact u itvoeringsvoorbeeld.

Een nadeel van bekende drinkinrichtingen is, dat objectieve 10 informatie over de mate van verontreiniging van de drank ontbreekt, waardoor de reinigingsintensiteit niet optimaal afgestemd is op de mate van verontreiniging. Om aan deze tekortkoming tegemoet te komen kan de drinkinrichting volgens de onderhavige uitvinding sensormiddelen omvatten voor het meten van een grootheid die kenmerkend is voor de mate van verontreiniging van de drank. Bij 15 voorkeur meten de sensormiddelen een grootheid die kenmerkend is voor de helderheid van de drank.

Volgens de uitvinding is de drankinrichting voorzien van bedienmiddelen voor het bedienen van de verwijdermiddelen. Bij voorkeur zijn de bedienmiddelen op afstand bedienbaar. De uitvinding voorziet tevens in een 20 intelligente bediening voor de drinkinrichting waarbij de verwijdermiddelen aangestuurd worden door de sensormiddelen. Zo kan een optimale balans tussen de reinheid van de drank en de hoeveelheid drank die verloren gaat voor het realiseren van deze reinheid worden bewerkstelligd.

De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader toegelicht 25 worden aan de hand van in tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting voor het drenken van een dier. Hierin toont:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een drinkinrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een drinkinrichting 30 volgens de uitvinding;

Figuur 3 en Figuur 4 een derde uitvoeringsvoorbeeld van de drinkinrichting volgens de uitvinding.

4

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht in perspectief op een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een drinkinrichting 1 volgens de uitvinding met verwijdermiddelen 14, 17, 17’ die in de drinkbak 11 zijn aangebracht. De drinkinrichting 1 omvat een frame 10 en een drinkbak 11 voor het bevatten van 5 een drank. Op het frame 10 kunnen voorzieningen 12 aangebracht zijn voor het monteren van de drinkinrichting 1 aan een bouwkundig constructie-element, zoals een vloer, een muur of een balk, van bijvoorbeeld een stal. Het frame 10 kan tevens dienen als bescherming voor kwetsbare onderdelen van de drinkinrichting I. In de eerste uitvoeringsvorm van de drinkinrichting volgens de uitvinding is de 10 drinkbak 11 voorzien van een om een schamieras 13 scharnierende binnenbak 14, waarbij de schamieras 13 evenwijdig is aan een lange zijde van de drinkbak II. De drinkinrichting 1 omvat aandrijfmiddelen voor de schamiering van de binnenbak 14. Hoewel in het beschreven uitvoeringsvoorbeeld een elektromotor 15 wordt gebruikt, is de uitvinding bijvoorbeeld ook uitvoerbaar met een 15 pneumatische motor of een hydraulische motor. De uitvinding is eveneens uitvoerbaar met lineaire aandrijfmiddelen zoals een elektrische, hydraulische, of een pneumatische cilinder. Voor het overbrengen van een krachtmoment op de binnenbak 14 kan de drinkinrichting 1 uitgerust zijn met overbrengmiddelen zoals een lier, een hefboom of een tandwiel 16. De overbrengmiddelen kunnen tevens 20 vertragingsmiddelen omvatten, bijvoorbeeld in de vorm van een stel samenwerkende tandwielen. Behalve voor de hand liggende krachtbronnen als elektrische potentiaal, luchtdruk en hydraulische oliedruk kan de benodigde kracht ook geleverd worden door waterdruk in een waterleidingsysteem dat gebruikt wordt voor het afgeven van water aan de drinkinrichting 1. De drinkinrichting 1 kan 25 daartoe voorzien zijn van een bekend schoepenrad dat geactiveerd wordt door stroming van water in het waterleidingsysteem tijdens het afgeven van water aan de drinkinrichting 1. De wand van de binnenbak is voorzien van filtermiddelen 17, 17' voor het filteren van de drank in de drinkbak 11.

Hierna wordt de werking van de binnenbak 14 als verwijdermiddel 30 voor het automatisch verwijderen van verontreinigingen uit de in de drinkbak 11 verkerende drank nader toegelicht. De scharnierbeweging van de binnenbak 14 door de aandrijfmiddelen kan worden onderverdeeld in een opwaartse beweging en een neerwaartse beweging. Tijdens de opwaartse beweging uit de drinkbak 11 stroomt de drank uit de ruimte omgeven door de wanden van de binnenbak 14 in 5 de ruimte tussen de binnenbak 14 en de binnenwanden van de drinkbak 11. Tenminste een deel van de drank passeert daarbij de filtermiddelen 17, 17' waarbij tenminste een deel van de zich in die drank bevindende verontreinigingen in de binnenbak 14 achterblijft. Nabij het einde van de opwaartse beweging 5 stroomt een restant drank uit de binnenbak 14, samen met de zich daarin bevindende verontreinigen, via een wand van de binnenbak 14, over de rand van de drinkbak 11. Tijdens de neerwaartse beweging stroomt een deel van de drank via de filtermiddelen 17,17' in omgekeerde richting terug in de binnenbak 14. Om te vermijden dat tijdens de neergaande beweging drank over de randen van de 10 drinkbak 11 stroomt, kan de binnenbak 14 voorzien zijn van een terugslagklep (niet getoond) die tijdens de neerwaartse beweging drank doorlaat en tijdens de opwaartse beweging ondoorlaatbaar is voor de drank. Het activeren van de aandrijfmiddelen geschiedt automatisch. Daartoe kunnen de bedienmiddelen voor het activeren van de aandrijfmiddelen voorzien zijn van een klok. Bij de uitvoering 15 waarbij de aandrijving verzorgd wordt door stroming van water, wordt de binnenbak 14 aangedreven tijdens het afgeven van water aan de drinkbak 11. Het activeren van de aandrijfmiddelen kan ook geschieden op basis van een signaal van een sensor 18 die een grootheid meet die kenmerkend is voor de mate van verontreiniging van de drank in de drinkinrichting 1. Er is nu sprake van een 20 intelligente drinkinrichting. De sensor 18 is bij voorkeur geplaatst in de binnenbak 14.

Figuur 2 toont een schematisch aanzicht in perspectief op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een drinkinrichting 2 volgens de uitvinding. De drinkinrichting 2 omvat weer een frame 20 en een drinkbak 21. De drinkbak 21 is 25 voorzien van aangedreven veegmiddelen 22 voor het automatisch verwijderen van verontreinigingen uit de in de drinkbak 21 verkerende drank. Met de veegmiddelen 22 worden verontreinigingen van een wand losgemaakt en verplaatst. Tot de veegmiddelen 22 kunnen borstel- en schraapmiddelen behoren. De verwijdermiddelen kunnen eveneens filtermiddelen 23 en/of een terugslagklep 30 (niet getoond) omvatten. De veegmiddelen 22 zijn roteerbaar aangebracht, waarbij de as van rotatie 24 evenwijdig loopt met een lange zijde van de drinkbak 21. De drinkbak 21 heeft de vorm van een deel van een cilinder en de as van rotatie 24 valt samen met de middellijn van die cilinder. De drinkinrichting 2 is voorzien van een elektromotor 25. Bedienmiddelen, aandrijfmiddelen, overbrengmiddelen en 6 vertragingsmiddeien zoals genoemd in de beschrijving van het eerste uitvoeringsvoorbeeld 1 kunnen ook bij deze uitvoering 2 toegepast worden. De veegmiddelen 22 kunnen een pendelende beweging maken waarbij bezonken en op de wanden van de drinkbak 21 vastgekoekte verontreinigingen naar de rand 5 van de drinkbak 21 geveegd worden en over de rand geleid worden. Door de veegmiddelen 22 te combineren met filtermiddelen 23 kunnen ook in de drank zwevende verontreinigingen uit de drank verwijderd worden. De drinkinrichting volgens de onderhavige uitvoering kan eveneens een sensor 26 omvatten.

Figuur 3 toont een schematisch een aanzicht in perspectief op een 10 derde uitvoeringsvoorbeeld 3 volgens de uitvinding, met een verwijdermiddel dat buiten de drinkbak is aangebracht. Figuur 4 toont een doorsnede daarvan. De drinkinrichting 3 omvat weer een frame 30 en een drinkbak 31. De verwijdermiddelen bestaan hier uit een automatisch bediende afsluiter 32 die geplaatst is in een uitloop 33 van de drinkbak 31. Zo kunnen bezonken 15 verontreinigingen uit de drinkbak 31 worden afgevoerd. Daartoe werkt de afsluiter 32 samen met de bodem van de drinkbak 31. De bodem van de drinkbak 31 heeft bij voorkeur een trechtervorm die bijdraagt aan het verplaatsen van bezonken verontreinigingen naar de uitloop 33. De afsluiter 32 kan zich periodiek en al dan niet door sensormiddelen gestuurd, kortstondig en automatisch openen en weer 20 sluiten. Gedurende de tijdsspanne dat de afsluiter geopend is, stroomt een deel van de drank met een overmaat aan verontreinigingen via de uitloop 33 uit de drinkbak 31. De drinkinrichting volgens de onderhavige uitvoering kan eveneens een sensor 34 omvatten.

25 103 A850

Claims (22)

1. Drinkinrichting (1, 2, 3) voor het aanbieden van een drank aan een 5 dier, met een drinkbak (11, 21, 31) voor het bevatten van de drank en met middelen voor het reinigen van de drank in de drinkbak, met het kenmerk, dat de middelen voor het reinigen verwijdermiddelen voor het automatisch verwijderen van verontreinigingen uit de in de drinkbak (11, 21, 31) verkerende drank omvatten.

2. Drinkinrichting (1, 2) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen ten minste deels zijn aangebracht in de drinkbak (11,21).

3. Drinkinrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen een binnenbak (14) voor het bevatten van tenminste een deel van de drank omvatten.

4. Drinkinrichting (2) volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen veegmiddelen (22) voor het vegen van een binnenwand van de drinkbak (21) omvatten.

5. Drinkinrichting (1, 2) volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen beweegbaar zijn aangebracht.

6. Drinkinrichting (1, 2) volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen roteerbaar zijn aangebracht.

7. Drinkinrichting (1, 2) volgens conclusie 6, waarbij de drinkinrichting (1, 2) een langste wand heeft, met het kenmerk, dat de as van rotatie (13, 24) in hoofdzaak evenwijdig is aan die langste wand.

8. Drinkinrichting (2) volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat een binnenwand van de drinkbak (21) de vorm van een deel van een cilinder heeft en de as van rotatie (24) in hoofdzaak samenvalt met de middellijn van die cilinder.

9. Drinkinrichting (1, 2) volgens één der conclusies 1-8, met het 30 kenmerk, dat de verwijdermiddelen filtermiddelen (17, 17’, 25) voor het filteren van de drank omvatten.

10. Drinkinrichting (1, 2) volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen een terugslagklep omvatten, waarlangs de drank in één richting kan passeren. 1034850

11. Drinkinrichting (1, 2) volgens één der conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat de drinkinrichting (1, 2) aandrijfmiddelen (15, 25) voor het bewegen van de verwijdermiddelen omvat.

12. Drinkinrichting (1, 2) volgens conclusie 11, waarbij de drinkinrichting 5 (1,2) is voorzien van afgeefmiddelen voor het afgeven van drank aan de drinkbak (11, 21), met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een door de afgegeven drank aandrijfbare hydromotor omvatten.

13. Drinkinrichting (1,2) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een elektromotor (15, 25) omvatten.

14. Drinkinrichting (1,2) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een pneumatische cilinder omvatten.

15. Drinkinrichting (1, 2) volgens één der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen vertragingsmiddelen (16) omvatten

16. Drinkinrichting (3) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 verwijdermiddelen ten minste deels zijn aangebracht buiten de drinkbak (31).

17. Drinkinrichting (3) volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de verwijdermiddelen een automatische afsluiter (32) omvatten.

18. Drinkinrichting (1, 2, 3) volgens één der conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de drinkinrichting (1, 2, 3) sensormiddelen (18, 26, 34) omvat voor 20 het meten van een grootheid die kenmerkend is voor de mate van verontreiniging van de drank.

19. Drinkinrichting (1, 2, 3) volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de sensormiddelen (18, 26, 34) een grootheid meten die kenmerkend is voor de helderheid van de drank.

20. Drinkinrichting (1, 2, 3) volgens één der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat de drinkinrichting bedienmiddelen voor het bedienen van de verwijdermiddelen omvat.

21. Drinkinrichting (1, 2, 3) volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de bedienmiddelen op afstand bedienbaar zijn.

22. Drinkinrichting (1, 2, 3) volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de bedienmiddelen aanstuurbaar zijn door de sensormiddelen (18, 26, 34). 1034850