NL1034694C2 - Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen. - Google Patents

Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen. Download PDF

Info

Publication number
NL1034694C2
NL1034694C2 NL1034694A NL1034694A NL1034694C2 NL 1034694 C2 NL1034694 C2 NL 1034694C2 NL 1034694 A NL1034694 A NL 1034694A NL 1034694 A NL1034694 A NL 1034694A NL 1034694 C2 NL1034694 C2 NL 1034694C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
shaft
profiles
mowing
blades
Prior art date
Application number
NL1034694A
Other languages
English (en)
Inventor
Jelle Fredo Oudemans
Maarten Koorn
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL1034694A priority Critical patent/NL1034694C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1034694C2 publication Critical patent/NL1034694C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • A01D34/664Disc cutter bars
    • A01D34/665Disc cutter bars modular

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
5 De uitvinding heeft betrekking op een maai-inrichting voor gewassen, zoals gras,, omvattend een reeks naast elkaar opgestelde maaimessen, die door middel van een met een aftakas of een andere aandrijving gekoppelde aandrijfas geroteerd worden om opstaande hartlijnen. Tussen de aandrijfas en de maaimessen zijn daartoe een aantal parallel opgestelde tandwieloverbrengingen 10 voorzien.
Een voorbeeld van een dergelijke maai-inrichting is getoond in EP-A- 0.126.518. De aandrijfas bezit daarin een vierkante doorsnede. Voor de overbrenging wordt gebruik gemaakt van een (aandrijf)huls die aan één eind is voorzien van een conisch tandwiel en aldaar inwendig, in een doorgaande boring, 15 gevormd is voor nauwe passing op de vierkante aandrijfas. Een tweede conisch tandwiel is in aangrijping met eerst genoemd tandwiel en bezit een opstaande rotatiehartlijn. Het tweede tandwiel bezit een opstaande as, die opwaarts door een koker reikt en aan het boveneind voorzien is van een schroefdraad. Met behulp van een moer wordt de steunplaat die de eigenlijke maaimessen draagt op de koker, die 20 aan het boveneind is voorzien van een naafflens, vastgezet.
De huls kan in twee tegengestelde oriëntaties op de aandrijfas worden geplaatst, afhankelijk van de gewenste omwentelingsrichting van de steunplaat.
De boring van de huls is naast het vierkante gedeelte daarvan verruimd gevormd. De aangrijplengte van de aandrijfas op de huls is daardoor 25 beperkt tot het gebied bij de plaats van krachtenoverdracht tussen de tandwielen.
In latere uitvoeringen is de aandrijfas uitgevoerd met een zeshoekige doorsnede. Voorts is de aangrijplengte van de huls op de aandrijfas vergroot door het inwendige, op het profiel van de aandrijfas afgestemde profiel van de boring aan beide langseindgebieden van de huls te voorzien, eventueel over de volledige 30 lengte van de huls. Dit hield verband met de wens om gebruik te kunnen maken van een aandrijfas die opgebouwd is uit langsdelen, waarbij de koppeling van opvolgende langsdelen plaatsvond in de huls.
Dergelijke hulzen werden universeel toegepast, ook voor maai- 1 03 4 6 94 2 inrichtingen met een over meerdere maai-eenheden doorgaande aandrijfas.
Bij het machinaal maaien van gras kunnen al dan niet vreemde lichamen worden tegengekomen, zoals stenen, staaldraden, kabels, buizen, maar ook grote voorwerpen die ter plaatse als afval zijn achtergelaten. Dit kan vooral 5 voorkomen in bermen.
Om te voorkomen dat bij het treffen van zo’n vreemd lichaam de koppeling met de aftakas of de aftakas zelf wordt beschadigd door overbelasting daarvan heeft men de doorgaande aandrijfas vervaardigd van een materiaal dat bij een bepaalde overbelasting plastisch kan vervormen, waarbij de aandrijfas tordeert. 10 Bij het vervangen van onderdelen van de maai-inrichting zoals een huls of bij het omkeren van een huls zullen deze axiaal over de aandrijfas moeten worden verplaatst. Een axiale beweging van de huls over de aandrijfas vindt ook plaats tijdens bedrijf, wanneer de maai-inrichting of maaibalk en daarmee de aandrijfas een gebogen vorm aanneemt, in het horizontale en/of het verticale vlak.
15 Door de voornoemde plastische vervorming, in het bijzonder tordering, kan de axiale verschuifbaarheid echter belemmerd worden. Een gevolg daarvan is dat een huls moeilijk of zelfs niet van de aandrijfas verwijderd kan worden.
Voorts kan vervanging van de plastisch vervormde aandrijfas verhinderd zijn: men kan de aandrijfas niet aan één eind van de maai-inrichting 20 uitnemen. Vervanging van zo'n vervormde as kan gewenst zijn omdat door de verdraaiing de onderlinge stand van opeenvolgende maaimessen gewijzigd zal zijn. Mocht men desondanks de as niet vervangen, dan kan men ervaren dat de buiging van de aandrijfas wordt belemmert, waardoor andere onderdelen meer belast gaan worden, hetgeen ongewenst kan zijn.
25
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een maai-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, voorzien van een doorgaande aandrijfas 30 en een reeks daarop geplaatste, daardoor aangedreven aandrijfprofielen, waarbij de doorgaande aandrijfas ook na genoemde vervorming in voldoende mate verschuifbaar blijft ten opzichte van de voornoemde aandrijfprofielen.
Een doel van de uitvinding is een maai-inrichting van de in de 3 aanhef genoemde soort te verschaffen, voorzien van een doorgaande aandrijfas en een reeks daarop geplaatste daardoor aangedreven aandrijfprofielen, waarbij de genoemde aandrijfprofielen ook na genoemde vervorming van de aandrijfas zonder veel moeite van de aandrijfas af te schuiven zijn.
5 Een doel van de uitvinding is een maai-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, voorzien van een doorgaande aandrijfas en een reeks daarop geplaatste daardoor aangedreven aandrijfprofielen, waarbij de doorgaande aandrijfas en de genoemde aandrijfprofielen in bedrijf in axiale richting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn.
10 Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de maaimessen, welke aandrijving voor elk maaimes een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend 15 aandrijven daarvan, alsmede een voor de maaimessen gemeenschappelijke, roterend aangedreven, doorgaande aandrijfas, die zich in hoofdzaak in reeksrichting uitstrekt en koppelbaar is met een externe aandrijfinrichting, zoals een aftakas van een trekker, en in rotatierichting boven een drempelbelasting plastisch vervormbaar is, waarbij de aandrijfas voorzien is van eerste aandrijfprofielen, waarbij de 20 aandrijfdelen elk een overbrenging met een eerste omvatten, waarbij het eerste tandwiel voorzien is van een inwendig, tweede aandrijfprofiel, dat ineengrijpt met het eerste aandrijfprofiel voor het overnemen van de rotatiebeweging van de aandrijfas, waarbij de aandrijfas op de tussengedeelten tussen eerste aandrijfprofielen voor twee elkaar opvolgende maaimessen een omtreksoppervlak bezit dat op of binnen 25 de ingeschreven cirkel van het tweede aandrijfprofiel gelegen is.
Bij overbelasting zal de aandrijfas kunnen vervormen, in het bijzonder door tordering, maar wordt verschuiving van de tussengedeelten in axiale richting door/in de tweede aandrijfprofielen heen daardoor niet belemmerd.
In een eenvoudige uitvoering is het omtreksoppervlak van de 30 aandrijfas tussen eerste aandrijfprofielen voor twee elkaar opvolgende maaimessen glad en cirkelvormig.
In een uitvoering is het tweede aandrijfprofiel voorzien op een huls die in twee tegengesteld georiënteerde standen op de aandrijfas plaatsbaar is onder 4 ineengrijping van de beide aandrijfprofielen.
In een uitvoering komt de lengte van de eerste aandrijfprofielen overeen met de afstand tussen de locaties van de ineengrijping met de tweede aandrijfprofielen in beide voornoem de tegengestelde standen van de huls, in welk 5 geval de aandrijfas afwisselend voorzien is van verjongde tussengedeelten en geprofileerde aandrijfgedeelten, in aantal overeenkomstig het aantal maaimessen.
Evenzo kunnen de tweede aandrijfprofielen zich uitstrekken over althans nagenoeg de lengte van de huls.
In een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding zijn 10 de tussengedeelten van de aandrijfas plastisch vervormbaar, in het bijzonder door tordering. Daarbij kunnen de gedeelten met eerste aandrijfprofiel bij torsiebelasting minder plastisch vervormbaar zijn dan de tussengedeelten. Aldus kunnen na optredende overbelasting de eerste aandrijfprofielen hun vorm in langsrichting behouden. Hierdoor wordt het verschuiven van de gebieden met de eerste 15 aandrijfprofielen in en door de huls, in het bijzonder de tweede aandrijfprofielen, bevorderd. Axiale verplaatsing van de wel plastisch vervormde tussengedeelten in/door de huls wordt eveneens niet belemmerd, omdat er geen sprake is van ineengrijping van die tussengedeelten en de tweede aandrijfprofielen.
In een uitvoering worden de eerste of tweede aandrijfprofielen 20 gevormd door steekvertandingen, waardoor de verschuifbaarheid in hulsrichting tijdens bedrijf wordt bevorderd.
De overbrenging in de aandrijfdelen kan een haakse overbrenging zijn, waarbij het eerste tandwiel ineengrijpt met een tweede tandwiel dat rotatievast kan zijn met een meshouder.
25 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de maaimessen, welke aandrijving voor elk maaimes een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend 30 aandrijven daarvan, alsmede een voor de maaimessen gemeenschappelijke, roterend aangedreven, doorgaande aandrijfas, die zich in hoofdzaak in reeksrichting uitstrekt en koppelbaar is met een externe aandrijfinrichting, zoals een aftakas van een trekker, en in rotatierichting vervormbaar is, waarbij de aandrijfas voorzien is 5 van eerste aandrijfprofielen, waarbij de aandrijfdelen elk een overbrenging met een eerste tandwiel omvatten, waarbij het eerste tandwiel voorzien is van een inwendig, tweede aandrijfprofiel, dat ineengrijpt met het eerste aandrijfprofiel voor het overnemen van de rotatiebeweging van de aandrijfas, waarbij de aandrijfas op de 5 tussengedeelten tussen eerste aandrijfprofielen voor twee elkaar opvolgende maaimessen een ten opzichte van de door de eerste aandrijfprofielen gevormde aandrijfgedeelten en ten opzichte van de inwendige doorsnede van de tweede aandrijfprofielen veijongde doorsnede bezitten.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor 10 het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de maaimessen, welke aandrijving voor elk maaimes een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, alsmede een voor de maaimessen gemeenschappelijke, 15 roterend aangedreven, doorgaande aandrijfas, die zich in hoofdzaak in reeksrichting uitstrekt en koppelbaar is met een externe aandrijfinrichting, zoals een aftakas van een trekker, waarbij de aandrijfas voorzien is van eerste aandrijfprofielen die in werkzaam verband staan met de aandrijfdelen, waarbij de aandrijfas op de tussengedeelten tussen eerste aandrijfprofielen een verkleinde uitwendige 20 doorsnede bezit.
Het omtreksoppervlak van de aandrijfas kan daarbij in de tussengedeelten glad en cirkelvormig zijn.
De tussengedeelten kunnen boven een drempelbelasting plastisch vervormbaar zijn bij tordering. De gedeelten met de eerste aandrijfprofielen kunnen 25 een hogere drempelwaarde tegen plastische vervorming bezitten dan de tussengedeelten.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 30 afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
6
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in: 5 Figuur 1, een schematisch bovenaanzicht op een voorbeelduitvoering van een maai-inrichting volgens de uitvinding, gekoppeld aan een trekker;
Figuur 2, een schematisch isometrisch aanzicht op een gedeelte van een maai-inrichting volgens de uitvinding;
Figuren 3, 3A-C, een aantal aanzichten en een doorsnede op een 10 aandrijfas geschikt voor een voorbeelduitvoering van een maai-inrichting volgens de uitvinding;
Figuren 4A en 4B, respectievelijk een langsdoorsnede en een eindaanzicht op een aandrijfhuls voor gebruik in een maai-inrichting volgens de uitvinding; 15 Figuren 5 en 5A-C, enige doorsneden en een detaildoorsnede van een voorbeelduitvoering van een maai-inrichting volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
20 In Figuur 1 is weergegeven de trekker 1, met een driepuntsophanging 2 en een aftakas 3. Aan de driepuntsophanging 2 is een maaibalksteun 4 bevestigd, waarbij de aftakas 3 via aandrijfdeel 50 verbonden is met aandrijving 51. Op de aandrijving 51 en de maaibalksteun 4 is de maaibalk 5 bevestigd. De maaibalk 5 draagt een reeks ovale meshouders 6a, 6b, die in opeenvolging over 90° verdraaid 25 opgesteld zijn en aan de rand van een roterende kap 13 (figuur 2) twee, tegenover elkaar gelegen, messen 7 dragen. Tijdens bedrijf zal de trekker 1 richting A bewegen. De meshouders 6a, 6b kunnen bijvoorbeeld in de richtingen B respectievelijk C geroteerd worden.
Zoals te zien is in Figuur 2 strekt zich een aandrijfas 10 uit door de 30 maaibalk 5, welke aandrijfas 10 op verder niet weergegeven wijze gekoppeld is met aandrijving 51 voor rotatie om zijn langhartlijn.
De maaibalk 5 is modulair opgebouwd, uit aandrijfhuizen 8 en de aandrijfhuizen 8 met elkaar verbindende tussenstukken 9. De aandrijfas 10 reikt 7 door de tussenstukken 9, evenals een verder niet weergegeven trekstang, die zorgt voor het onder voorspanning bijeenhouden van de reeks delen 8, 9 van de maaibalk 5. In Figuur 2 is voor het aandrijfhuis 8 de toegang tot boring 11 voor de trekstang en boring 12 voorde aandrijfas 10 weergegeven.
5 De aandrijfas 10 is nader weergegeven in Figuren 3 en 3A-C. De in de
Figuur 3 weergegeven aandrijfas 10 is afgestemd op aandrijving van vier opeenvolgende meshouders. De aandrijfas 10 kan eventueel langer zijn, bestemd voor aandrijving van bijvoorbeeld zes opeenvolgende maai-eenheden, of bij een groter aantal maai-eenheden in asrichting werkzaam gekoppeld zijn met een 10 tweede, vergelijkbare aandrijfas met dezelfde of andere lengte. De koppeling kan dan bijvoorbeeld plaatsvinden binnen een aandrijfhuis (zoals huls 30, zie hierna), die voorzien is van een binnenvertanding die in aangrijping is met vertandingen op de uiteinden van de beide te koppelen assen. De getoonde aandrijfas 10 is in ieder geval geschikt voor aandrijving van meerdere in serie geplaatste maai-eenheden.
15 De aandrijfas 10 bezit voor elke maai-eenheid een geprofileerd aandrijfgedeelte 21, dat voorzien is van een uitwendige steek(as)vertanding (spline) 22, met in dwarsdoorsnede rechte tanden die aan de einden voorzien van concave randen 23. De aandrijfgedeelten 21 bezitten een lengte L1 en een uitwendige diameter D1. Tussen opeenvolgende aandrijfgedeelten 21, daarop aansluitend, 20 bevinden zich cirkelvormige, gladde tussengedeelten 20, die een uitwendige diameter D2 bezitten en een lengte L2. De diameter D2 is kleiner dan de diameter D1. De lengte L1 ligt in de orde van grootte van de langsafmeting van de aandrijfhuizen 8 en de lengte L2 van de tussengedeelten 20 ligt in de orde van grootte van de langsafmeting van de tussenhuizen 9.
25 De aandrijfgedeelten 21 zijn bestemd om in aangrijping te komen met een daarop in vorm afgestemde inwendige steekvertanding 32 in het binnenoppervlak 31 van een aandrijfhuis 30 die in elk aandrijfhuis 8 geplaatst is. De huls 30 is nader weergegeven in figuren 4A en 4B, en bezit uiteinden 35, 36, waaromheen lagers geplaatst kunnen worden, zie ook figuur 5, voor lagering in het 30 aandrijfhuis 8. De huls 30 is aan één eind voorzien van een conisch tandwiel 33, met tanden 34. De inwendige steekvertanding 32 heeft een lengte L3 en een inwendige diameter D3. In dit voorbeeld is L3 enigszins korter dan L1. De diameter D2 van de gladde tussengedeelten 20 is gelijk aan of kleiner dan diameter D3. De 8 aandrijfhulzen kunnen ook een functie vervullen in de koppeling van twee in serie geplaatste aandrijfassen 10, die dan aan hun uiteinde voorzien zijn van een aandrijfgedeelte 21.
In Figuren 5 en 5A-C is de gemonteerde toestand nader weergegeven 5 voor twee opeenvolgende maai-eenheden. De aandrijfas 10 reikt door de opeenvolgende huisdelen 8, 9, 8 etcetera (verder niet weergegeven). De tanden 34 van het conisch tandwiel 33 zijn in tandaangrijping met de tanden van een tweede conisch tandwiel 39, dat een verticale rotatieas heeft, onder vorming van een haakse overbrenging.. Het tweede tandwiel 39 is bevestigd op een naaf 40, in het 10 bijzonder op een as 41 daarvan, die bovenaan voorzien is van een naafflens 42. De kap 13 van de meshouder 6a, 6b is met behulp van bouten 16 bevestigd op de flens 42, waarbij over de houtkoppen een kap 14 is geplaatst, die met behulp van een boutje 15 aan de flens 42 bevestigd is. Om de as 41 zijn lagers 38 aangebracht, die omgeven zijn door kraag 37 die vast bevestigd is op het aandrijfhuis 8. Zoals te zien 15 is in de Figuren 5B en 5C past de uitwendige steekvertanding 22 in de inwendige steekvertanding 32, waarbij effectieve vermogensoverdracht kan plaatsvinden en axiale onderlinge verschuiving tijdens bedrijf mogelijk is.
Tijdens bedrijf zal de aandrijfas 10 enigermate kunnen buigen, met de maaibalk 5 mee, in horizontale en/of verticale vlakken. De aandrijfas 10 kan bij 20 blokkering van de maaimessen ook enigermate elastisch vervormen op torsiebelasting. Bij een overbelasting op torsie zullen door de verjongde uitvoering van de tussengedeelten 20 ten opzichte van de aandrijfgedeelten 21 plastische vervormingen kunnen optreden in de gladde tussengedeelten 20. De tanden van de steekvertandingen 22 kunnen dan hun gestrekte vorm behouden, waardoor 25 verschuiving binnen de inwendige vertanding 32 in de hulzen 30 goed mogelijk blijft. Plastische vervorming door tordering van de tussengedeelten 20 zal de axiale verschuifbaarheid niet nadelig beïnvloeden, omdat de tussengedeelten 20 met hun buitenoppervlak niet binnen de gleuven, die de inwendige steekvertanding 32 vormen, reiken, zodat de tussengedeelten 20 ook gemakkelijk door de hulzen 30 30 kunnen schuiven. Vervanging van de hulzen 30 en/of vervorming van de aandrijfas 10 zal daardoor mogelijk blijven.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van 9 de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
1034694

Claims (15)

1. Inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden 5 elk tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de maaimessen, welke aandrijving voor elk maaimes een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, alsmede een voor de maaimessen gemeenschappelijke, roterend aangedreven, doorgaande aandrijfas, die zich in hoofdzaak in reeksrichting uitstrekt en koppelbaar is met een externe 10 aandrijfinrichting, zoals een aftakas van een trekker, en in rotatierichting boven een drempelbelasting plastisch vervormbaar is, waarbij de aandrijfas voorzien is van eerste aandrijfprofielen, waarbij de aandrijfdelen elk een overbrenging met een eerste tandwiel omvatten, waarbij het eerste tandwiel voorzien is van een inwendig, tweede aandrijfprofiel, dat ineengrijpt met het eerste aandrijfprofiel voor het 15 overnemen van de rotatiebeweging van de aandrijfas, waarbij de aandrijfas op de tussengedeeiten tussen eerste aandrijfprofielen voor twee elkaar opvolgende maaimessen een omtreksoppervlak bezit dat op of binnen de ingeschreven cirkel van het tweede aandrijfprofiel gelegen is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het omtreksoppervlak van de 20 aandrijfas tussen eerste aandrijfprofielen voor twee elkaar opvolgende maaimessen glad en cirkelvormig is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tweede aandrijfprofiel voorzien is op een huls die in twee tegengesteld georiënteerde standen op de aandrijfas plaatsbaar is onder ineengrijping van de beide aandrijfprofielen.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de lengte van de eerste aandrijfprofiel overeenkomt met de afstand tussen de locaties van de ineengrijping met de tweede profieldelen in beide voomoemde tegengestelde standen van de huls.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede 30 aandrijfprofiel zich uitstrekken over althans nagenoeg de lengte van de huls.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tussengedeeiten van de aandrijfas bij tordering plastisch vervormbaar zijn.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de gedeelten met eerste 1 034694 aandrijfprofiel bij torsiebelasting minder plastisch vervormbaar zijn dan de tussengedeelten.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste of tweede aandrijf profielen worden gevormd door steekvertandingen.
9. Inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de maaimessen, welke aandrijving voor elk maaimes een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, alsmede een voor de maaimessen 10 gemeenschappelijke, roterend aangedreven, doorgaande aandrijfas, die zich in hoofdzaak in reeksrichting uitstrekt en koppelbaar is met een externe aandrijfinrichting, zoals een aftakas van een trekker, en in rotatierichting vervormbaar is, waarbij de aandrijfas voorzien is van eerste aandrijfprofielen, waarbij de aandrijfdelen elk een overbrenging met een eerste tandwiel omvatten, 15 waarbij het eerste tandwiel voorzien is van een inwendig, tweede aandrijfprofiel, dat ineengrijpt met het eerste aandrijfprofiel voor het ovememen van de rotatiebeweging van de aandrijfas, waarbij de aandrijfas op de tussengedeelten tussen eerste aandrijfprofielen voor twee elkaar opvolgende maaimessen een ten opzichte van de door de eerste aandrijfprofielen gevormde aandrijfgedeelten en ten 20 opzichte van de inwendige doorsnede van de tweede aandrijfprofielen verjongde doorsnede bezitten.
11. Inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de maaimessen, 25 welke aandrijving voor elk maaimes een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, alsmede een voor de maaimessen gemeenschappelijke, roterend aangedreven, doorgaande aandrijfas, die zich in hoofdzaak in reeksrichting uitstrekt en koppelbaar is met een externe aandrijfinrichting, zoals een aftakas van een trekker, waarbij de aandrijfas voorzien 30 is van eerste aandrijfprofielen die in werkzaam verband staan met de aandrijfdelen, waarbij de aandrijfas op de tussengedeelten tussen eerste aandrijfprofielen een verkleinde uitwendige doorsnede bezit.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het omtreksoppervlak van de aandrijfas in de tussengedeelten glad en cirkelvormig is.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de tussengedeelten boven een drempelbelasting plastisch vervormbaar zijn bij tordering.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de gedeelten met de eerste 5 aandrijfprofielen een hogere drempelwaarde tegen plastische vervorming bezitten dan de tussengedeelten.
15. Inrichting volgens een de conclusies 11-14, waarbij de aandrijfprofielen gevormd zijn als steek(as)vertanding.
16. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde 10 beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 1 034694 .
NL1034694A 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen. NL1034694C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034694A NL1034694C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034694 2007-11-14
NL1034694A NL1034694C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034694C2 true NL1034694C2 (nl) 2009-05-15

Family

ID=39472581

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034694A NL1034694C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034694C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3708966A (en) * 1969-02-25 1973-01-09 Kuhn Freres & Cie En Commandit Agricultural machine rotor-type cutting mechanism
EP0126518A2 (en) 1981-05-27 1984-11-28 C. van der Lely N.V. A mowing machine
US4557104A (en) * 1982-02-08 1985-12-10 Kuhn S.A. Mower, and method of manufacturing its transmission shaft
NL8901072A (nl) * 1989-04-28 1990-11-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3708966A (en) * 1969-02-25 1973-01-09 Kuhn Freres & Cie En Commandit Agricultural machine rotor-type cutting mechanism
EP0126518A2 (en) 1981-05-27 1984-11-28 C. van der Lely N.V. A mowing machine
US4557104A (en) * 1982-02-08 1985-12-10 Kuhn S.A. Mower, and method of manufacturing its transmission shaft
NL8901072A (nl) * 1989-04-28 1990-11-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AT391051B (de) Maehmaschine
EP1279867B1 (de) Getriebe mit Leistungsaufteilung
EP0774202B1 (de) Werkzeugträger
DE2822686C2 (nl)
EP2336426B1 (de) Selbstfahrende Strassenfräsmaschine
AT390162B (de) Maehbalken mit um annaehernd senkrechte achsen umlaufenden scheiben
DE202016106367U1 (de) Zweiwellenzerkleinerer mit wechselbarem Schneidmessersatz und lösbaren Wellenenden
DE3414957A1 (de) Anti-spiel-mechanismus fuer einen maschinenantrieb
DE2941293C2 (nl)
EP0464374B1 (de) Antriebssystem
NL1034694C2 (nl) Maai-inrichting met maaibalk met aandrijfas voor maaimessen.
EP1864567B1 (de) Gutaufnehmer
EP0939248B1 (de) Aussenverzahnte Zahnradeinheit
EP2761194B1 (de) Welle mit flanschverbindung
EP3825018B1 (de) Stauchwalzgerüst
DE68904246T2 (de) Landmaschine mit mindestens einem waehrend der arbeit angetriebenen rechrad.
AT13639U1 (de) Mähvorrichtung für Erntegut
EP1698219B1 (de) Getriebe für Bodenbearbeitungsmaschine
EP2508061B1 (de) Scheibenmähwerk
EP1074314B1 (en) Rolling mill
DE19819500C1 (de) Welle, Wellen-Naben-Verbindung und Scheibenmähwerk
WO2007028470A1 (de) Getriebe, insbesondere gelenkgetriebe
DE102010051192B4 (de) Fördervorrichtung, Antrieb und Herstellverfahren für eine Fördervorrichtung
DE102013212885A1 (de) Reinigungsvorrichtung
EP3984662B1 (de) Überleitrollentisch und stauchwalzgerüst

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20181201