NL1034505C2 - Kraaminrichting. - Google Patents

Kraaminrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1034505C2
NL1034505C2 NL1034505A NL1034505A NL1034505C2 NL 1034505 C2 NL1034505 C2 NL 1034505C2 NL 1034505 A NL1034505 A NL 1034505A NL 1034505 A NL1034505 A NL 1034505A NL 1034505 C2 NL1034505 C2 NL 1034505C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sow
floor
maternity
piglets
gutter
Prior art date
Application number
NL1034505A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1034505A1 (nl
Inventor
Wilhelmus Johannes Van Bommel
Original Assignee
Wilhelmus Johannes Van Bommel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wilhelmus Johannes Van Bommel filed Critical Wilhelmus Johannes Van Bommel
Priority to NL1034505A priority Critical patent/NL1034505C2/nl
Publication of NL1034505A1 publication Critical patent/NL1034505A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1034505C2 publication Critical patent/NL1034505C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0218Farrowing or weaning crates

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Accommodation For Nursing Or Treatment Tables (AREA)

Description

Kraaminrichting
De uitvinding heeft betrekking op een kraaminrichting voor een zeug met biggen, welk kraaminrichting ten minste is voorzien van een vloer voor de 5 ondersteuning van de zeug.
Bij een dergelijke uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8401142 bekende kraaminrichting is de vloer geheel vlak. De zeug bevindt zich in een door middel van bijvoorbeeld een hekwerk afgesloten gedeelte. De biggen kunnen onder het hekwerk door een op de vloer liggende zeug bereiken. De biggen kunnen ook 10 vrijelijk onder het hekwerk door naar een naast het afgesloten gedeelte gelegen, voor de biggen bestemd vloergedeelte.
Zodra de zeug op de vlakke vloer ligt, zullen de biggen de spenen van de zeug zoeken. De zeug ligt hierbij op haar zij en steunt met haar poten af tegen de vlakke vloer. Hierbij zal een rij spenen zich relatief dicht nabij de vloer 15 bevinden, waardoor deze spenen voor de biggen slecht toegankelijk zijn.
De uitvinding beoogt een kraaminrichting te verschaffen waarbij op eenvoudige wijze wordt gewaarborgd dat beide rijen spenen bij een liggende zeug tegelijkertijd goed bereikbaar zijn.
Dit doel wordt bij de kraaminrichting volgens de uitvinding bereikt 20 doordat de vloer is voorzien van een verzonken gedeelte voor het ondersteunen van de romp van de zeug alsmede van een vloergedeelte voor het ondersteunen van de biggen, waarbij tussen het vloergedeelte en het verzonken gedeelte van de vloer een goot is gelegen, waarvan de lengterichting zich evenwijdig aan de lengterichting van het verzonken gedeelte uitstrekt.
25 Een op de vloer liggende zeug zal met de romp in het verzonken gedeelte liggen, waardoor de zeug makkelijker en eenduidiger op haar zij ligt waardoor beide rijen spenen goed toegankelijk zijn.
Dit is vooral van belang omdat door recentelijk ontwikkelde foktechnieken, zeugen per keer steeds meer biggen werpen. Hierdoor is het van 30 toenemende belang dat alle spenen van een zeug bereikbaar zijn om alle biggen tegelijkertijd te kunnen voeden.
Het vloergedeelte kan in nagenoeg eenzelfde vlak zijn gelegen als de van het verzonken gedeelte voorziene vloer, waardoor de biggen eenvoudig de spenen van de zeug kunnen bereiken.
1 034505 2
Biggen die de het dichtst nabij de vloer gelegen rij spenen wensen te bereiken kunnen hun voorpoten in de goot positioneren waardoor de spenen goed toegankelijk zijn. Indien de spenen weliswaar toegankelijk zijn maar toch relatief dicht bij de vloer zijn gelegen, zullen de biggen hun voorpoten onder hun romp 5 trachten te leggen, waarbij de voorpoten tegen de vloer aan komen te liggen. Hierbij bestaat het risico dat de voorpoten beschadigd raken. Doordat de biggen nu hun voorpoten in de goot kunnen plaatsen, is het wegbuigen van de voorpoten niet langer noodzakelijk. Dit komt de gezondheid van de biggen ten goede.
Een uitvoeringsvorm van de kraaminrichting volgens de uitvinding 10 wordt gekenmerkt doordat de goot verplaatsbaar is in een naar het verzonken gedeelte toe in een daarvan af uitstrekkende richting.
Op deze wijze is de afstand tussen de goot en de zeug instelbaar afhankelijk van de grootte van de zeug en de gewenste afstand tussen de spenen van de zeug en de goot. Hierdoor wordt de bereikbaarheid van de spenen verder 15 verhoogd.
Een andere uitvoeringsvorm van de kraaminrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het verzonken gedeelte zich in een lengterichting uitstrekkende vlakke gedeeltes en een zich tussen de vlakke gedeeltes uitstrekkend gootvormig gedeelte omvat.
20 Door de vlakke gedeeltes is het verzonken gedeelte eenvoudig aansluitbaar op het daaromheen gelegen vloergedeelte waardoor scherpe randen, waar de zeug en ook de biggen zich aan zouden kunnen bezeren, op eenvoudige wijze worden vermeden.
Een nog andere uitvoeringsvorm van de kraaminrichting volgens de 25 uitvinding wordt gekenmerkt doordat het gootvormige gedeelte concaaf is.
Een dergelijk concaaf gedeelte vormt een goede comfortabele ondersteuning voor de romp van de zeug.
Een weer andere uitvoeringsvorm van de kraaminrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de vloer is voorzien van ten minste een in 30 het verlengde van het verzonken gedeelte gelegen verlaagd vlak gedeelte.
Het verlaagd vlakke gedeelte is geschikt voor het ondersteunen van de poten van een staande zeug. Het op een vlak gedeelte staan wordt door de zeug als plezieriger ervaren dan het staan op een gootvormig of concaaf gedeelte. Zodra de zeug ligt, ligt het nabij de poten gelegen deel van de romp op het verlaagde 3 vlakke gedeelte en liggen de poten van de zeug op het ten opzichte van het vlakke gedeelte hoger gelegen vloergedeelte. Hierdoor blijft de zeug makkelijk op haar zij liggen. Ook zijn hierdoor de spenen goed toegankelijk.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van de kraaminrichting volgens de 5 uitvinding wordt gekenmerkt doordat het verlaagd vlakke gedeelte is voorzien van een rooster.
Via het rooster kunnen eenvoudig uitwerpselen van de zeug worden afgevoerd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 10 tekeningen waarin fig. 1 een deels in bovenaanzicht en deels in vooraanzicht weergegeven deel van een kraaminrichting volgens de uitvinding toont, fig. 2a-c dwarsdoorsneden tonen in respectievelijk door de pijlen IIA-IIA, IIB-IIB en IIC-IIC in fig. 1 aangegeven richtingen van de kraaminrichting 15 volgens de uitvinding, fig. 3 een detail van in fig. 1 weergegeven kraaminrichting toont,
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.
Fig. 1 toont een kraaminrichting 1 volgens de uitvinding die is 20 voorzien van een vloer 2 die zich uitstrekt in en dwars op een door pijl P1 aangegeven richting. De kraaminrichting 1 is voorzien van een of meer hekwerken (niet weergegeven) waardoor de bewegingsvrijheid van een zeug wordt beperkt tot een specifiek oppervlak van de vloer 2. Een dergelijk hekwerk is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.
25 De vloer 2 van de kraaminrichting 1 volgens de uitvinding is voorzien van een verzonken gedeelte 3 en aan weerszijden van het verzonken gedeelte 3 gelegen verlaagde vlakke gedeeltes 4, 5.
Zoals duidelijk zichtbaar is in fig. 2a-2c omvat het verzonken gedeelte 3 twee vlakke gedeeltes 6, 7 en een zich daartussen uitstrekkend 30 gootvormig gedeelte 8. Het gootvormig gedeelte 8 is concaaf met bij voorkeur een breedte B van 40 a 100 cm en een diepte d1 van bij voorkeur 1 a 10 cm. De afmeting is afhankelijk van de gemiddelde afmeting van het soort en ras van de zeug die door de vloer 2 van de kraaminrichting 1 moet worden ondersteund. Het verlaagde vlakke gedeelte 4 is voorzien van een in hetzelfde vlak als de vlakke gedeeltes 6, 7 gelegen 4 gedeeltes 9 en een daartussen gelegen gedeelte 10 dat met een diepte d2 van lager is gelegen dan de gedeeltes 9. De diepte d2 is bij voorkeur gelijk aan de diepte d1. De breedte van het vlakke gedeelte 10 is zodanig dat een zeug hierop met de voorpoten 11 eenvoudig kan staan.
5 Het verlaagd vlakke gedeelte 5 omvat twee in eenzelfde vlak als de gedeeltes 6, 7, 9 gelegen gedeeltes 12 en een daartussen gelegen verlaagd vlak gedeelte 13. Het verlaagd vlakke gedeelte 13 ligt op een diepte d3 ten opzichte van de gedeeltes 12. De diepte d3 is bij voorkeur gelijk aan de diepte d1. Het verlaagd vlakke gedeelte 4 en verlaagd vlakke gedeelte 5 kunnen identiek zijn uitgevoerd. De 10 breedte van het vlakke gedeelte 13 is zodanig dat een zeug hierop eenvoudig met de achterpoten 14 kan staan.
De kraaminrichting 1 is aan weerszijden van het verzonken gedeelte 3 voorzien van een gootvormig element 15 dat twee zich evenwijdig aan de gedeeltes 6, 7 uitstrekken stroken 16 omvat alsmede een daartussen gelegen 15 goot 17. De goot 17 strekt zich uit in de door pijl P1 aangegeven richting. Een strook 16 is onder het gedeelte 6 respectievelijk 7 van het verzonken gedeelte 3 gelegen, terwijl een andere strook 16 op een daarnaast gelegen vloergedeelte 18 is gelegen. Hierbij is de hoogte van het vloergedeelte 18 nagenoeg gelijk aan de hoogte van het gedeelte 6, 7.
20 De gootvormige elementen 15 zijn elk verplaatsbaar in een tegengestelde aan de door pijl P2 respectievelijk pijl P3 aangegeven richting waardoor het gootvormige element 15 op een gewenste afstand van het gootvormige gedeelte 8 kan worden gepositioneerd. De goot 17 heeft een diepte d4 van bijvoorbeeld 1 è 10 cm.
25 Het gebruik van de kraaminrichting 1 is als volgt. Een zeug wordt op de gedeeltes 3, 4, 5 van de vloer 2 geplaatst waarbij de zeug aan beide langszijden in haar beweging wordt belemmerd door op zich bekende hekwerken. Biggen 15 kunnen vrijelijk over de vloer 2 verplaatsen. Zodra een zeug op de vloer 2 gaat liggen, komt zij met haar romp 16 in het gootvormige gedeelte 8 van het verzonken 30 gedeelte 3 te liggen waarbij de rij spenen 17, 18 zich uitstrekken boven het plaatgedeelte 6 of 7. De zeug ligt hierbij volledig op haar zij. De voorpoten 11 van de zeug strekken zich hierbij uit en liggen aan op het gedeelte 9 terwijl de achterpoten 14 zich uitstrekken over en aanliggen tegen het gedeelte 12 van de vloer 18. Doordat de zijkant van de romp 16 van de zeug lager is gelegen dan de 5 daaromheen liggende vloer 2 en haar poten 11,14 ligt de zeug comfortabel op haar zij. Een big die de onderste rij spenen 17 wenst te bereiken, plaatst de voorpoten 19 in de goot 17 waardoor de kop 20 van de big zich relatief dicht nabij het gedeelte 6 respectievelijk 7 bevindt en eenvoudig een speen 17 kan beetpakken. De biggen 5 kunnen ook de hoger gelegen spenen 18 bereiken door ofwel met de voorpoten op het gedeelte 6 respectievelijk 7 te gaan staan ofwel door op de aan de spenen 17 aanliggende biggen 15 te gaan staan. Alle spenen 17, 18 zijn op deze wijze goed bereikbaar.
Het is ook mogelijk om de vloergedeeltes 3, 4, 5 verhoogd ten 10 opzichte van het vloergedeelte 18 te positioneren.
Het is ook mogelijk om geen gebruik te maken van de gootvormige elementen 15. Het is ook mogelijk om het gootvormige gedeelte 8 te voorzien van koel- of verwarmingselementen. Het is ook mogelijk om ook de gedeeltes 10, 13 op eenzelfde wijze vorm te geven als het gedeelte 8.
1034505

Claims (6)

1. Kraaminrichting (1) voor een zeug met biggen, welk kraaminrichting ten minste is voorzien van een vloer (2) voor de ondersteuning van de zeug, met het 5 kenmerk, dat de vloer (2) is voorzien van een verzonken gedeelte (3) voor het ondersteunen van de romp van de zeug alsmede van een vloergedeelte (9) voor het ondersteunen van de biggen, waarbij tussen het vloergedeelte (9) en het verzonken gedeelte (3) van de vloer (2) een goot (17) is gelegen, waarvan de lengterichting zich evenwijdig aan de lengterichting van het verzonken gedeelte (3) uitstrekt.
2. Kraaminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de goot (17) verplaatsbaar is in een naar het verzonken gedeelte (3) toe en in een daarvan af uitstrekkende richting.
3. Kraaminrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verzonken gedeelte (3) zich in een lengterichting uitstrekkende vlakke gedeeltes 15 (6,7) en een zich tussen de vlakke gedeeltes uitstrekkend gootvormig gedeelte (8) omvat.
4. Kraaminrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het gootvormige gedeelte (8) concaaf is.
5. Kraaminrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de vloer (2) is voorzien van ten minste een in het verlengde van het verzonken gedeelte (3) gelegen verlaagd vlak gedeelte (4,5).
6. Kraaminrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het verlaagd vlakke gedeelte (4,5) is voorzien van een rooster. 1034505
NL1034505A 2007-10-12 2007-10-12 Kraaminrichting. NL1034505C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034505A NL1034505C2 (nl) 2007-10-12 2007-10-12 Kraaminrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034505A NL1034505C2 (nl) 2007-10-12 2007-10-12 Kraaminrichting.
NL1034505 2007-10-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1034505A1 NL1034505A1 (nl) 2007-11-05
NL1034505C2 true NL1034505C2 (nl) 2008-08-06

Family

ID=38884483

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034505A NL1034505C2 (nl) 2007-10-12 2007-10-12 Kraaminrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034505C2 (nl)

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4793287A (en) * 1984-06-27 1988-12-27 Helmut Hofmann Farrowing station with an electronic control

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4793287A (en) * 1984-06-27 1988-12-27 Helmut Hofmann Farrowing station with an electronic control

Also Published As

Publication number Publication date
NL1034505A1 (nl) 2007-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2556405C2 (ru) Способ выведения или выращивания домашней птицы
US3181503A (en) Farrowing pen with floor heated plight areas
Ziron et al. Effect of a warm and flexible piglet nest heating system—the warm water bed—on piglet behaviour, live weight management and skin lesions
NL1034505C2 (nl) Kraaminrichting.
NL1031608C2 (nl) Kraaminrichting.
NL1033422C2 (nl) Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal.
CN212184629U (zh) 一种实验动物饲养笼
HUE032068T2 (en) Disruptive cage structure
US4462336A (en) Farrowing pen for domestic animals
KR101695637B1 (ko) 애완동물용 배변 유도 장치
BE1002816A6 (nl) Kraamhok voor zeugen.
KR200492355Y1 (ko) 애완동물의 고정대
CN210841078U (zh) 一种洁净防压伤a型母猪分娩产床
BE1020802A3 (nl) Hellingstal.
JP3119783U (ja) 猫繁殖用飼育ケージ
NL1035447C2 (nl) Varkensstal-inrichting, in het bijzonder de 'kraamkamer' daarvan.
RU102289U1 (ru) Устройство для локального обогрева молодняка животных
US3631839A (en) Hygenic, variable confinement area pigpen
US5809937A (en) Farrowing crate
NL2033399B1 (nl) Ligbox en stal
KR20130100594A (ko) 무동력 가축용 조사료의 자동공급기
JP2000060342A (ja) 動物飼育用ラック
NL9302212A (nl) Ligboxsamenstel voor grootvee.
RU2067821C1 (ru) Стойло для крупного рогатого скота
KR200494880Y1 (ko) 반려견 화장실

Legal Events

Date Code Title Description
RD1N Patents in respect of which a request for novelty search has been filed

Opponent name: IR. J.M.G. DOHMEN C.S.

RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20080605

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180501