NL1034495C2

NL1034495C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een lichtafscherming.

Info

Publication number: NL1034495C2
Application number: NL1034495A
Authority: NL
Inventors: Michael Greunsven
Original assignee: Textiles B V Ag
Priority date: 2007-10-10
Filing date: 2007-10-10
Publication date: 2009-04-14

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een lichtafscherming

BESCHRIJVING

5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een lichtafscherming met ten minste twee vlakken van een of meer schermmaterialen die 10 ieder een materiaalsmeltpunt hebben en die door middel van naaien met garen met elkaar worden verbonden. Lichtafschermingen worden toegepast voor het beperken van de lichtdoorlating van openingen in gebouwen, zoals binnen- of buitenramen. Het kan gaan om afschermingen die nagenoeg alle licht moeten tegenhouden, bijvoorbeeld om de slaap te verbeteren of het chemisch ontwikkelen van foto’s mogelijk te maken. Soms 15 ook is een gedeeltelijke doorlating gewenst waardoor een gedempt licht ontstaat. De vlakken kunnen door verschillende wijzen van naaien aan elkaar bevestigd zijn, zoals door middel van een stiktechniek. Stikken is een wijze van naaien waarbij elke volgende steek door het gat van de voorgaande wordt gehaald.

20

Stand van de techniek.

Een werkwijze van bovenvermeld type is bekend uit US4974656. Bij toepassing van naai- of stikwerk bij lichtafschermingen treedt echter het probleem op dat bij de naai- of 25 stikgaten licht door de afscherming lekt. Bij een gedeeltelijk lichtafscherming is de lichtdoorlating dan niet meer mooi egaal. Bij een nagenoeg volledige lichtafscherming zijn bij gebruik hinderlijk lichtpuntjes aanwezig die de werking van de afscherming althans gedeeltelijk teniet kunnen doen.

30 1034495 2

Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van een lichtafscherming met een nagenoeg egale afscherming.

5

Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk dat althans een buitenlaag van het garen een lager smeltpunt heeft dan de een of meerdere schermmaterialen en dat het garen na het naaien althans gedeeltelijk wordt gesmolten teneinde door het naaien ontstane gaten dicht te smelten. Door het smelten worden de 10 naai- of stikgaten althans nagenoeg geheel gedicht waardoor de afscherming veel egaler wordt. Bij een volledig afscherming zijn dan nagenoeg geen hinderlijke lichtpuntjes meer te zien.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk dat 15 het garen een kern en een mantel bezit en dat het smeltpunt van de mantel lager is dan dat van de een of meer schermmaterialen en dat het smeltpunt van de kern hoger is dan dat van de een of meer schermmaterialen. Op deze wijze zullen de gaten worden dichtgesmolten zonder dat de naad teveel stevigheid verliest. Het materiaal van de mantel zal namelijk de gaten dichtsmelten en het materiaal van de kem zal de sterkte 20 van de draad waarborgen aangezien deze niet kan wegsmelten.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft de werkwijze het kenmerk dat, het laagste smeltpunt van het garen tenminste 1 graad lager ligt dan het laagste materiaalsmeltpunt. Op deze wijze is het mogelijk om de gaten dicht te smelten zonder de een of meer 25 schermmaterialen ook gedeeltelijk te smelten. Zo kan de lichtafscherming mooi strak blijven.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze heeft deze het kenmerk dat het laagste smeltpunt van het garen tenminste 5 graden lager ligt dan het laagste 30 materiaalsmeltpunt. Door deze keuze van smeltpunten wordt het risico van meesmelten van de een of meer schermmaterialen verder beperkt.

3

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt deze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het dichtsmelten van de gaten onder druk wordt uitgevoerd. Hierdoor kan met minder warmtetoevoer volstaan worden.

5 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze is deze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het dichtsmelten door middel van een verwarmde pers plaatsvindt. Hierdoor blijft het schermmateriaal tijdens het dichtsmelten van de gaten mooi vlak en wordt trekken van het garen tegengegaan.

10 Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk dat het garen en de een of meer plissé-materialen een vergelijkbare kleurstelling bezitten. Door deze keuze van materialen is de naad minimaal zichtbaar, waardoor de lichtafscherming nog egaler wordt.

15 Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze is de lichtafscherming een plissé-afscherming. Met name bij plissé-afschermingen is het noodzakelijk om meer vlakken materiaal aan elkaar te naaien. Bij dit type afscherming is de werkwijze volgens de uitvinding dus met name geschikt.

20 Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze is de lichtafscherming een rolgordijn. Bij rolgordijnen is het vaak noodzakelijk om meer vlakken aan elkaar te naaien. Ook worden over het algemeen de randen van een dergelijk gordijn omgezoomd door middel van naaien, waarbij normaliter gaatjes zichtbaar zijn. Ook voor dit type lichtafscherming is het dichtsmelten van de gaten dus een belangrijke vooruitgang.

25

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze is de lichtafscherming een zonwering. Zonweringen zijn veel voorkomende lichtafschermingen waarbij egaliteit van de doorlating of tegengaan van elke doorlating belangrijk is. Voor dit soort lichtafschermingen is de werkwijze volgens de uitvinding dus een goede verbetering.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een lichtafscherming welke vervaardigd is met de werkwijze volgens de uitvinding.

30 4

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijze volgens de uitvinding. Hierbij 5 toont:

Figuur 1 een weergave in ruimtelijk aanzicht van een deel van een plissé- lichtafscherming.

10 Figuur 2 een weergave in ruimtelijk aanzicht van een detail van een plissé- lichtafscherming.

15

Gedetailleerde omschrijvingen van de tekeningen.

In figuur 1 is een weergave in ruimtelijk aanzicht getoond van een deel van een plissé lichtafscherming. In dit geval betreft het een zonwering die bijvoorbeeld in een raam 20 van een gebouw kan worden aangebracht. De zonwering heeft een aantal vlakken (1) die door middel van naaien aan elkaar bevestigd zijn. De naden (2) houden de vlakken (1) bijeen. De zonwering heeft een bovenblad (3) en een benedenblad (4) waartussen de aan elkaar genaaide vlakken zich uitstrekken. Ze kan gehesen worden door middel van hijskoorden (5) waarvan er een getoond is. De hijskoorden lopen door openingen (6) in 25 de vlakken (1). In de zonwering is smeltgaren toegepast. De gaten van de naden (2) zijn lichtdicht gemaakt door na het naaien het smeltgaren althans gedeeltelijk te smelten door middel van een verwarmde pers.

In figuur 2 is een weergave in ruimtelijk aanzicht getoond van een detail van de plissé-30 lichtafscherming uit figuur 1. De vlakken (1) zijn aan elkaar genaaid door middel van naden (2) van smeltgaren. Het hijskoord (5) is te zien dat door een gat in de vlakken (6) loopt.

5

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in deze tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van 5 de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

1034495

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een lichtafscherming met ten minste twee vlakken van een of meer schermmaterialen die ieder een materiaalsmelpunt 5 hebben en die door middel van naaien met garen met elkaar verbonden worden, met het kenmerk dat althans een buitenlaag van het garen een lager smeltpunt heeft dan de een of meer schermmaterialen en dat het garen na het naaien althans gedeeltelijk wordt gesmolten teneinde door het naaien ontstane gaten dicht te smelten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, het garen een kern en een mantel bezit en dat het smeltpunt van de mantel lager is dan dat van de een of meer schermmaterialen en dat het smeltpunt van de kern hoger is dan dat van de een of meer schermmaterialen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat, het laagste smeltpunt van het garen tenminste 1 graad lager ligt dan het laagste materiaalsmeltpunt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat, het laagste smeltpunt van het garen tenminste 5 graden lager ligt dan het laagste materiaalsmeltpunt. 20

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, het dichtsmelten van de gaten onder druk wordt uitgevoerd.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat, het dichtsmelten door 25 middel van een verwarmde pers plaatsvindt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, het garen en de een of meer plissé-materialen een vergelijkbare kleurstelling bezitten.

8. Werkwijze volgens een der conclusies 1-7 met het kenmerk dat de lichtafscherming een plissé-lichtafscherming is. 1034495

9. Werkwijze volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk dat de lichtafscherming een rolgordijn is.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de 5 lichtafscherming een zonwering is.

11. Lichtafscherming vervaardigd door middel van de werkwijze volgens een of meer der conclusies 1-10. 1034495