NL1034316C2 - Wielasophanging met kunststof veerarm. - Google Patents
Wielasophanging met kunststof veerarm. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1034316C2 NL1034316C2 NL1034316A NL1034316A NL1034316C2 NL 1034316 C2 NL1034316 C2 NL 1034316C2 NL 1034316 A NL1034316 A NL 1034316A NL 1034316 A NL1034316 A NL 1034316A NL 1034316 C2 NL1034316 C2 NL 1034316C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wheel axle
- spring
- axle suspension
- spring arm
- plastic
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G21/00—Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces
- B60G21/02—Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected
- B60G21/04—Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected mechanically
- B60G21/05—Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected mechanically between wheels on the same axle but on different sides of the vehicle, i.e. the left and right wheel suspensions being interconnected
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G11/00—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs
- B60G11/32—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds
- B60G11/34—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs
- B60G11/46—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs and also fluid springs
- B60G11/465—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs and also fluid springs with a flexible wall
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G7/00—Pivoted suspension arms; Accessories thereof
- B60G7/001—Suspension arms, e.g. constructional features
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G9/00—Resilient suspensions of a rigid axle or axle housing for two or more wheels
- B60G9/003—Resilient suspensions of a rigid axle or axle housing for two or more wheels the axle being rigidly connected to a trailing guiding device
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/20—Semi-rigid axle suspensions
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/30—Rigid axle suspensions
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/30—Rigid axle suspensions
- B60G2200/31—Rigid axle suspensions with two trailing arms rigidly connected to the axle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/30—Rigid axle suspensions
- B60G2200/34—Stabilising mechanisms, e.g. for lateral stability
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2202/00—Indexing codes relating to the type of spring, damper or actuator
- B60G2202/10—Type of spring
- B60G2202/11—Leaf spring
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2202/00—Indexing codes relating to the type of spring, damper or actuator
- B60G2202/10—Type of spring
- B60G2202/13—Torsion spring
- B60G2202/136—Twist-beam type arrangement
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/10—Mounting of suspension elements
- B60G2204/12—Mounting of springs or dampers
- B60G2204/121—Mounting of leaf springs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/10—Mounting of suspension elements
- B60G2204/14—Mounting of suspension arms
- B60G2204/143—Mounting of suspension arms on the vehicle body or chassis
- B60G2204/1434—Mounting of suspension arms on the vehicle body or chassis in twist-beam axles arrangement
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/20—Constructional features of semi-rigid axles, e.g. twist beam type axles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/30—Constructional features of rigid axles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/40—Constructional features of dampers and/or springs
- B60G2206/42—Springs
- B60G2206/428—Leaf springs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/70—Materials used in suspensions
- B60G2206/71—Light weight materials
- B60G2206/7101—Fiber-reinforced plastics [FRP]
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2300/00—Indexing codes relating to the type of vehicle
- B60G2300/04—Trailers
- B60G2300/042—Semi-trailers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Vehicle Body Suspensions (AREA)
Description
Korte aanduiding: Wielasophanging met kunststof veerarm.
De uitvinding heeft betrekking op een wielasophanging voor een voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen of een aanhanger. Een dergelijke wielasophanging omvat een 5 aslichaam en een paar aan weerszijden van het voertuig aan het voertuigchassis aangebrachte ophangbeugels, ook wel veerhanden genoemd, waarmee telkens een langsdraagarm scharnierend verbonden is. Verder omvat de wielasophanging aan weerszijden een luchtveer die werkzaam is tussen het aslichaam en het voertuigchassis en meestal is verbonden met de langsdraagarm.
10 Dergelijke wielasophangingen zijn bekend. Bij een bepaald type van wielasophanging is de langsdraagarm uitgevoerd als een veerarm. De verende werking van de langsdraagarm biedt weerstand tegen de rolbeweging om de lengteas van het voertuig. Dergelijke langsdraagarmen worden in de praktijk meestal vervaardigd uit staal door te walsen. De wielas wordt dan door middel van klemmiddelen tegen de langsdraagarm geklemd. Een 15 voorbeeld van een dergelijke wielasophanging is bekend uit EP 1 273 464.
Uit EP 1 308 265 is een verende langsdraagarm van kunststof bekend met een vergelijkbare vorm als de stalen veerarm uit EP 1 273 464 waarbij het aslichaam tegen de langsdraagarm wordt aangeklemd. Deze bekende langsdraagarm bestaat uit een aantal evenwijdige lagen van vezelversterkte kunststof.
20 In WO 2006/119101, in het bijzonder in Fig. 13 t/m 15 daarvan, wordt een wielasophanging getoond met veeramnen van kunststof die scharnierend aan ophangbeugels worden bevestigd, waarbij het aslichaam niet tegen de veerarmen wordt aangeklemd, maar door een integraal aan het achterste einde van elk van de veerarmen aangevormde manchet wordt omgeven.
25 De uitvinding beoogt een verbeterde wielasophanging te verschaffen.
Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een wielasophanging volgens conclusie 1.
De plaat van de verende langsdraagarm neemt in horizontale richting de dwarskrachten op die op de wielas worden uitgeoefend. De verende plaat van de langsdraagarm volgens de 30 uitvinding heeft een zodanige stijfheid dat weerstand tegen de rolbeweging van het voertuig om de lengteas wordt geboden. Verder ondervindt het aslichaam aanzienlijk lagere torsiekrachten dan bij de bekende ophangingsconstructies omdat het aslichaam volgens de uitvinding over het grootste deel van de lengte in het kunststof van de manchet is ingebed.
10 3 4 3 1R
-2-
Bij voorkeur is het voorste einde van de veerarm voorzien van een of meer integraal aangevomnde cilindervormige organen waar ten minste een scharnierpen in is opgenomen, welke scharnierpen aan de ophangbeugels is bevestigd.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de veerhanden elk twee op afstand van 5 elkaar gelegen zijplaten die zich in hoofdzaak in lengterichting van het voertuig uitstrekken en zijn voorzien van bevestigingsgaten voor het doorsteken van een scharnierpen, en waarbij het voorste einde van de veerarm is voorzien van twee cilindervormige organen, die elk tussen de zijplaten van de betreffende veerhand passen, waarbij door elk van de cilindervormige organen en de bevestigingsopeningen in de zijplaten van de betreffende 10 veerhand een scharnierpen is gestoken. In de praktijk worden voertuigondertellen in grote aantalen vervaardigd waarbij de veerhanden op dezelfde locatie eraan bevestigd worden. Deze veerhanden hebben, voor bekende wielasophangingen met twee aan weerszijden van het voertuig aangebrachte langsdraagarmen, twee zijplaten waartussen een veeroog geplaatst wordt. De hier genoemde voorkeursuitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de 15 plaatvormige kunststof veerarm aan een chassis bevestigd kan worden dat geschikt ook geschikt is voor wielasophangingen met twee evenwijdige veerarmen.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is tussen de cilindervormige organen in de plaat een uitsparing aangebracht, die bij voorkeur wordt begrensd door een boogvormige rand die zich tussen de cilindervormige organen uitstrekt. Hierdoor kan materiaal bespaard 20 worden, terwijl toch een goede rolweerstand en weerstand tegen dwarskrachten wordt verschaft.
Bij een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de veerhanden elk één enkele plaat die zich in hoofdzaak in lengterichting van het voertuig uitstrekt, welke plaat is voorzien van een bevestigingsgat voor het doorsteken van een scharnierpen. Bij deze 25 voorkeursuitvoeringsvorm is verder het voorste einde van de veerarm voorzien van een zich tussen de veerhanden uitstrekkend cilindervormig orgaan, waar een enkele scharnierpen zich doorheen uitstrekt, waarbij de vrije uiteinden van de scharnierpen elk door het bevestigingsgat in de plaat van de bijbehorende veerhand is gestoken.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de scharnierpen met het kunststof van de 30 één of meer cilindervormige organen verbonden en is aan de veerhanden een lagerbus aangebracht waar het betreffende uiteinde van de scharnierpen doorheen is gestoken.
Bij voorkeur is het gat in de plaat van de veerhand een zich naar een rand van de veerhandplaat open sleufgat. Hierdoor is het mogelijk de veerarm met de enkele doorlopende scharnierpen aan de reeds aan het chassis bevestigde veerhanden aan te brengen.
35 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zullen naar voren komen in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening, waarin: -3-
Fig. 1a en Fig. 1b in een aanzicht in perspectief en in een zijaanzicht een voorkeursuitvoeringsvorm van een wielasophanging volgens de uitvinding tonen,
Fig. 2 in een aanzicht in perspectief een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een wielasophanging volgens de uitvinding toont, 5 Fig. 3 een lengtedoorsnede toont van een mogelijke veerarm voor een wielasophanging volgens de uitvinding,
Fig. 4 een lengtedoorsnede toont van een andere mogelijke veerarm voor een wielasophanging volgens de uitvinding,
Fig. 5a en Fig. 5b een aanzicht in perspectief en een half achteraanzicht tonen van een 10 veerhand met een daaraan bevestigde schoorbalk voor de wielasophanging van Fig. 1a en Fig. 1b,
Fig. 6 een achteraanzicht toont van een helft van een wielasophanging van Fig. 1a en Fig. 1b voorzien van een aslift,
Fig. 7 een zijaanzicht toont van een gedeelte van de wielasophanging van Fig. 6, 15 Fig. 8 een zijaanzicht toont van een gedeelte van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een wielasophanging volgens de uitvinding,
Fig. 9 een zijaanzicht toont van nog een voorkeursuitvoeringsvorm van een wielasophanging volgens de uitvinding,
Fig. 10 een zijaanzicht toont van weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een 20 wielasophanging volgens de uitvinding,
Fig. 11 een aanzicht in perspectief toont van een aslichaam voor de wielasophanging van Fig. 8,
Fig. 12 een bovenaanzicht van een wielasophanging volgens de uitvinding van een gestuurde as toont, en 25 Fig. 13 een voorbeeld van een conventionele veerhand met twee zijplaten toont.
In Fig. 1a en 1b is een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een wielasophanging volgens de uitvinding geïllustreerd. In Fig. 1b is in een zijaanzicht een chassisbalk 1 van een voertuig zichtbaar waaraan een veerhand 2 is bevestigd. Aan weerszijden van het voertuig 30 bevindt zich een metalen veerhand 2. De veerhand 2 kan bijvoorbeeld door middel van lassen, door middel van een boutverbinding, of door middel van een andere geschikte verbindingsmethode met de chassisbalk 1 verbonden worden. De wielasophanging volgens deze uitvoeringsvorm heeft een verende langsdraagarm 3 die is uitgevoerd als een veerplaat 3c die zich over het grootste gedeelte van de breedte van het voertuig uitstrekt. De verende 35 langsdraagarm 3 is vervaardigd van een vezelversterkte kunststof. De langsdraagarm 3 heeft in dwarsrichting van het voertuig een constante dikte en in lengterichting van het voertuig een variërende dikte. Dit biedt eventueel de mogelijkheid om de langsdraagarm 3 in een continu -4- proces te vervaardigen, zoals bijvoorbeeld extrusie of pultrusie. Andere vervaardigingswerkwijzen die niet continu zijn, zijn echter ook mogelijk.
Aan het voorste einde van de langsdraagarm 3 is het kunststof om een doorlopende schamierpen 4 gewikkeld zodat een cilindervormig orgaan 3a wordt gevormd waar de 5 schamierpen 4 zich doorheen uitstrekt. De kunststof en de schamierpen 4 zijn vast met elkaar verbonden. De schamierpen 4 heeft aan weerszijden vrij einden 4a die elk met een veerhand 2 scharnierend verbonden worden.
Aan het achterste einde van de langsdraagarm 3 is het kunststof om een aslichaam 5 gewikkeld, in dit geval een hol aslichaam met een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Door het 10 omwikkelen van het aslichaam 5 met de vezelversterkte kunststof wordt aan het achterste einde van de draagarm 3 een manchet 3b gevormd die het aslichaam 5 over het grootste gedeelte van de aslengte omgeeft. Zoals in Fig. 1a aan een zijde is getoond, worden aan de einden 5a van het aslichaam 5, die vrij zijn van kunststof, wielen 6 aangebracht eventueel voorzien van een reminrichting 7. Het kunststof van de manchet 3b is vast met het aslichaam 15 5 verbonden zodat een ongewenste rotatie van het aslichaam 5, als gevolg van bijvoorbeeld op de as uitgeoefende remmomenten, ten opzichte van de manchet 3b wordt tegengegaan. Om een betere weerstand tegen de ongewenste rotatie van het aslichaam 5 in de manchet 3b te verkrijgen kan het buitenoppervlak van het aslichaam 5 opgeruwd worden voordat de kunststof eromheen gewikkeld wordt. Ook is het mogelijk om een borgingsuitsteeksel 8 op 20 het buitenoppervlak van het aslichaam 5 aan te brengen, bijvoorbeeld te lassen, zoals in Fig. 3 is getoond, om het aslichaam tegen rotatie te borgen in de kunststof van de langsdraagarm 3. Het borgingsuitsteeksel strekt zich bij voorkeur in de vezelrichting van de veerplaat 3 uit zodat er voldoende stevigheid is om de rotatiekrachten op de as tegen te houden.
Bij de draagarm 3 zoals in Fig. 1a is getoond wordt een veerhand 2 toegepast die een 25 plaat 21 omvat zoals in Fig. 5a en Fig. 5b het beste te zien is. De veerhandplaat 21 wordt tegen de chassisbalk 1 aangelegd (zie Fig. 5b) en daarmee verbonden door middel van lassen, bout-, klinkverbindingen of anderszins. Aan de onderzijde van de plaat 21 wordt een sleufvormige uitsparing 22 aangebracht die naar de onderrand 23 van de plaat 21 open is. De einden 4a van de schamierpen 4 kunnen vanaf de onderzijde in de sleufvormige uitsparingen 30 22 van de aan weerszijden van het voertuig aangebrachte veerhanden 2 worden geschoven.
Bij voorkeur zijn de einden 4a van de schamierpen van schroefdraad voorzien. Er wordt een lagerbus 24 over de einden 4a van de schamierpen 4 aangebracht en tegen de buitenzijde van de plaat 21 van de veerhand 2 aangeklemd door middel van een moer 25. De plaat 21 kan een omgezette flens 26 hebben waar een schoorbalk 20 tegenaan bevestigd kan 35 worden. Ook kan aan de andere zijde een omgezette rand 27 aangebracht worden om de veerhand 2 voldoende stijfheid te verschaffen.
-5- ln Fig. 1b is getoond is er direct boven het aslichaam een luchtveer 9, ook wel balg genoemd, op de manchet 3b aangebracht. De luchtveer 9 grijpt met de bovenzijde ervan aan op het voertuigchassis. In Fig. 8-11 zijn een aantal alternatieven getoond om de luchtveer 9 met het aslichaam te verbinden.
5 Zo is in Fig. 8 en Fig. 11 getoond dat een zich radiaal uitstrekkende bevestigingsflens 11 op de buitenzijde van het aslichaam 5 is aangebracht, bij voorkeur gelast. De onderzijde 9a van de luchtveer 9 wordt tegen deze flens 11 aangeschroefd of anderszins bevestigd. De bevestigingsflens 11 kan zich door uitsparingen 19 in de manchet 3a radiaal naar buiten toe uitstrekken, zoals in Fig. 2 is getoond. Als alternatief is het mogelijk om de bevestigingsflens 10 11 in het van kunststof vrije eindgebied 5a van het aslichaam 5 aan te brengen.
In Fig. 9 is een kunststoffen balgstoel 14 getoond die integraal aan de manchet 3b van de langsdraagarm 3 is aangevormd. De onderzijde van de luchtveer 9 is met bouten of dergelijke tegen deze balgstoel 14 aan gemonteerd. Ook in Fig. 10 is een integraal aan de manchet 3b van de langsdraagarm 3 aangevormde balgstoel 15 getoond waar naast de 15 luchtveer 9 ook een demperbevestigingsdeel 16 mee verbonden wordt. Het demperbevestigingsdeel 16 omvat bijvoorbeeld een plaat 16a die tussen de balgstoel 15 en de onderzijde van de luchtveer 9 wordt aangebracht. Verder omvat het demperbevestigingsdeel 16 een stel met de plaat 16a verbonden bevestigingsoren 17 waartussen een bevestigingsoog van een schokdemper 18 wordt geplaatst en scharnierend 20 wordt verbonden. De schokdemper 18 kan ook met het aslichaam 5 verbonden worden door middel van een stel aan de buitenzijde van het aslichaam 5 aangebrachte, bij voorkeur gelaste, bevestigingsoren 12 zoals in Fig. 9 en Fig. 12 is getoond. Deze bevestigingsoren 12 zijn net als de bevestigingsflens 11 vóór het omwikkelen van het aslichaam 5 met kunststof op het aslichaam 5 aangebracht. De bevestigingsoren 12 kunnen zich door een uitsparing in 25 het kunststof van de manchet 3b van de langsdraagarm 3 uitstrekken maar kunnen zich eventueel ook in het van kunststof vrije eindgebied 5a van het aslichaam 5 bevinden.
Het is ook mogelijk om aan de voorzijde van de langsdraagarm een steundeel 13 aan te brengen waartegen een asliftactuator 18, in dit geval uitgevoerd als een balg, aanligt, zoals in Fig. 7 en Fig. 9 is getoond. De andere zijde van de asliftactuator 18 steunt bij voorkeur tegen 30 een steunplaat 19 die tegen een schoorbalk 20 van de wielasophanging is aangebracht, zoals Fig. 6 en Fig. 7 tonen. Het steundeel 13 wordt bij voorkeur integraal aangevormd.
In Fig. 2 is een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een wielasophanging volgens de uitvinding geïllustreerd. De langsdraagarm is aangeduid met verwijzingscijfer 103. In deze figuur zijn de met de in de voorgaande beschrijving genoemde onderdelen overeenkomende 35 onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
De wielasophanging volgens deze uitvoeringsvorm heeft een verende langsdraagarm 103 die is uitgevoerd als een verende plaat 103c die zich over het grootste gedeelte van de -6- breedte van het voertuig uitstrekt. De verende langsdraagarm 103 is vervaardigd van een vezelversterkte kunststof.
Aan het achterste einde van de langsdraagarm 103 is het kunststof om een aslichaam 5 gewikkeld, in dit geval een hol aslichaam met een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Door het 5 omwikkelen van het aslichaam 5 met de vezelversterkte kunststof wordt aan het achterste einde van de draagarm 103 een manchet 103b gevormd die het aslichaam 5 over het grootste gedeelte van de aslengte omgeeft. Aan de einden 5a van het aslichaam 5, die vrij zijn van kunststof, worden wielen 6 aangebracht. Het kunststof van de manchet 103b is vast met het aslichaam 5 verbonden zodat een ongewenste rotatie van het aslichaam 5, als 10 gevolg van bijvoorbeeld op de as uitgeoefende remmomenten, ten opzichte van de manchet 103b wordt tegengegaan. Om een betere weerstand tegen de ongewenste rotatie van het aslichaam 5 in de manchet 103b te verkrijgen kan het buitenoppervlak van het aslichaam 5 opgeruwd worden voordat de kunststof eromheen gewikkeld wordt. Ook is het mogelijk om een borgingsuitsteeksel 8 op het buitenoppervlak van het aslichaam 5 aan te brengen, 15 bijvoorbeeld te lassen, zoals in Fig. 3 is getoond, om het aslichaam 5 tegen rotatie te borgen in de kunststof van de langsdraagarm 103.
Aan de voorzijde van de langsdraagarm 103 zijn twee cilindervormige bevestigingsogen 103a aangevormd. Deze kunnen gevormd worden door de vezelversterkte kunststof om een pen te wikkelen waarna de pen wordt verwijderd. Bij voorkeur wordt er in de cilindervormige 20 bevestigingsogen 103a een verende lagerbus aangebracht, ook wel “silent-block” genoemd, zoals ook bij conventionele stalen veren plaatsvindt.
Bij voorkeur is tussen de cilindervormige organen 103a in de plaat 103c van de veerarm 103 een uitsparing 106 aangebracht, welke uitsparing 106 wordt begrensd door een boogvormige rand 105 die zich in het vlak van de veerplaat 103c tussen de cilindervormige 25 organen 103a uitstrekt.
De in Fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm van de plaatvormige veerarm 103 heeft als voordeel dat deze kan worden toegepast bij onderstellen van voertuigen, bijvoorbeeld trailers waar ook een conventionele wielasophanging met stalen veerarmen worden toegepast. In de praktijk worden de onderstellen afzonderlijk van de wielasophangingen gefabriceerd en 30 worden de veerhanden 102 bij het vervaardigen van het onderstel op deze laatste aangebracht, zodat het onderstel met de veerhand 102 kan worden voorzien van een beschermende coating. Het achteraf aanbrengen van de veerhand 102 en in het bijzonder achteraf op het onderstel vastlassen van de veerhand 102 verdient niet de voorkeur omdat de coating beschadigd raakt. Deze veerhanden 102 (zie Fig. 13) omvatten elk twee in hoofdzaak 35 evenwijdige zijplaten 102a die zich in hoofdzaak in lengterichting van het voertuig uitstrekken. De zijplaten 102a kunnen eventueel verbonden zijn door een verbindingsplaat 102b. De zijplaten 102a zijn voorzien van bevestigingsopeningen 105 voor het doorsteken van een -7- scharnierpen 104. De scharnierpen 104 is in het getoonde geval een scharnierbout. Tijdens de montage wordt het bevestigingsoog 103a tussen de zijplaten 102a van de veerhand 102 geplaatst, waarbij het bevestigingsoog 103a in lijn wordt geplaatst met de bevestigingsopeningen 105 in de zijplaten. Vervolgens wordt de scharnierbout 104 erdoor 5 gestoken en wordt het geheel vastgeklemd door op de scharnierbout 104 een moer te draaien en aan te halen. De zijplaten 102 liggen daarbij aan tegen de kopse kanten van de lagerbus (niet getoond) die in het bevestigingsoog 103 is aangebracht en die ten opzichte daarvan enigszins uitsteekt.
Een langsdraagarm van het type zoals getoond is in Fig. 2 kan ook toegepast worden 10 om een stuuras aan een stel veerhanden 102 voor een niet gestuurde as op te hangen, zoals in Fig. 12 is getoond. In deze figuur is een veerarm 203 getoond waarbij het achterste einde een kleinere breedte heeft zodat er ruimte voor de fusee 204 van de gestuurde as 205 wordt verschaft. Aan het voorste einde zijn bevestigingsogen 203b aangebracht op dezelfde spoorbreedte als de bevestigingsogen 103b van de uitvoeringsvorm van Fig. 2.
15 Een voordeel van de veerarmen volgens de onderhavige uitvinding is dat het materiaal in combinatie dat de veerarm zich over het grootste deel van de breedte van het voertuig uitstrekt uitermate geschikt is voor een relatief vrije vormgeving. Hierdoor is het mogelijk de vorm aan te passen om ruimte te maken voor andere onderdelen van wielasophanging. Zo kan bijvoorbeeld een uitsparing aangebracht worden om ruimte te maken voor een 20 remcilinder. Ook is het mogelijk om de breedte van de veerarm te variëren zoals in Fig. 12 is getoond om ruimte te maken voor de fusees 204 van een gestuurde as 205.
Opgemerkt wordt dat luchtveerbevestiging, schokdemperbevestiging en steundelen voor een aslift bij de langsdraagarm 103 analoog aan de wijze waarop dat bij de langsdraagarm 3 plaatsvindt.
25 Bij de hierboven beschreven veerarmen heeft de veerarm een dikteverloop in de lengterichting. Het is echter ook denkbaar om de veerarm in lengterichting van het voertuig een in hoofdzaak constante dikte te laten hebben zoals in Fig. 4 is getoond. De stijfheid van de verende langsdraagarm varieert dan in de lengterichting doordat in de lengterichting gezien de vezeldichtheid in de veerarm varieert.
30 1034316
Claims (30)
1. Wielasophanging voor een voertuig omvattende een aslichaam, een paar aan weerszijden van een voertuigchassis aangebrachte veerhanden, een kunststof veerarm, 5 alsmede een luchtveer die tussen het aslichaam en het voertuigchassis werkzaam is, waarbij de veerarm een in hoofdzaak massieve plaat van vezelversterkte kunststof omvat die zich over een groot deel van de breedte van het voertuig uitstrekt, die in rijrichting gezien een voorste einde heeft dat aan weerszijden van het voertuigchassis scharnierend met de veerhanden is verbonden, en die een in rijrichting gezien achterste einde heeft met een 10 integraal aangevormde manchet die het aslichaam omgeeft.
2. Wielasophanging volgens conclusie 1, waarbij het voorste einde van de veerarm is voorzien van één of meer integraal aangevormde cilindervormige organen waar ten minste een scharnierpen in is opgenomen, welke scharnierpen aan de veerhanden is bevestigd. 15
3. Wielasophanging volgens conclusie 2, waarbij de veerhanden elk twee op afstand van elkaar gelegen zijplaten omvatten die zich in hoofdzaak in lengterichting van het voertuig uitstrekken en zijn voorzien van bevestigingsgaten voor het doorsteken van een scharnierpen, en waarbij het voorste einde van de veerarm is voorzien van twee 20 cilindervormige organen, die elk tussen de zijplaten van de betreffende veerhand passen, waarbij door elk van de cilindervormige organen en de bevestigingsopeningen in de zijplaten van de betreffende veerhand een scharnierpen is gestoken.
4. Wielasophanging volgens conclusie 3, waarbij tussen de cilindervormige organen in de 25 plaat van de veerarm een uitsparing is aangebracht.
5. Wielasophanging volgens conclusie 4, waarbij de uitsparing wordt begrensd door een boogvormige rand die zich tussen de cilindervormige organen uitstrekt.
6. Wielasophanging volgens een van de conclusies 2-5, waarbij in de cilindervormige organen een verende lagerbus is aangebracht waar de scharnierpen doorheen gestoken is.
7. Wielasophanging volgens conclusie 2, waarbij de veerhanden elk één enkele plaat omvatten die zich in hoofdzaak in lengterichting van het voertuig uitstrekt, welke 35 veerhandplaat is voorzien van een bevestigingsgat voor het doorsteken van een scharnierpen, en waarbij het voorste einde van de veerarm is voorzien van een zich tussen de veerhanden uitstrekkend cilindervormige orgaan, waar een enkele scharnierpen zich l034316 ' -9- doorheen uitstrekt, waarbij de vrije uiteinden van de scharnierpen elk door het bevestigingsgat in de plaat van de bijbehorende veerhand is gestoken.
8. Wielasophanging volgens conclusie 7, waarbij het gat in de plaat van de veerhand een 5 zich naar een rand van de veerhandplaat open sleufgat is.
9. Wielasophanging volgens een van de conclusies 2-8, waarbij de scharnierpen met het kunststof van de één of meer cilindervormige organen is verbonden.
10. Wielasophanging volgens conclusie 8 of 9, waarbij aan de veerhanden een lagerbus is aangebracht waar het uiteinde van de scharnierpen doorheen is gestoken.
11. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het aslichaam op de omtrek is voorzien van een borgingsuitsteeksel dat in het kunststof van de manchet van 15 de veerarm is ingebed om het aslichaam tegen rotatie te borgen.
12. Wielasophanging volgens conclusie 11, waarbij het borgingsuitsteeksel zich in de vezelrichting van de vezelversterkte kunststof uitstrekt.
13. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het buitenoppervlak van het aslichaam is opgeruwd om rotatie van het aslichaam ten opzichte van de kunststofmanchet tegen te gaan.
14. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtveer aan 25 een luchtveerbevestigingsdeel is bevestigd dat integraal aan de kunststof veerarm is aangevormd.
15. Wielasophanging volgens een van de conclusies 1-13, waarbij de luchtveer aan een afzonderlijk luchtveerbevestigingsdeel is bevestigd dat aan de kunststof veerarm is 30 aangebracht.
16. Wielasophanging volgens een van de conclusies 1-13, waarbij de luchtveer aan een luchtveerbevestigingsdeel is bevestigd dat aan het aslichaam is bevestigd.
17. Wielasophanging volgens conclusie 16, waarbij het luchtveerbevestigingsdeel zich door een uitsparing in de kunststofmanchet van de veerarm uitstrekt. - ΙΟΙ 8. Wielasophanging volgens conclusie 16, waarbij het luchtveerbevestigingsdeel zich in axiale richting naast de manchet bevindt.
19. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 5 wielasophanging een schokdemper omvat die aan een schokdemperbevestigingsdeel is bevestigd dat integraal aan de kunststof veerarm is aangevormd.
20. Wielasophanging volgens een van de conclusies 1-18, waarbij de wielasophanging een schokdemper omvat die aan een afzonderlijk schokdemperbevestigingsdeel is bevestigd dat 10 aan de kunststof veerarm is aangebracht.
21. Wielasophanging volgens een van de conclusies 1-18, waarbij de wielasophanging een schokdemper omvat die aan een schokdemperbevestigingsdeel is aangebracht dat aan het aslichaam is bevestigd. 15
22. Wielasophanging volgens conclusie 21, waarbij het schokdemperbevestigingsdeel zich door een uitsparing in de kunststofmanchet van de veerarm uitstrekt.
23. Wielasophanging volgens conclusie 21, waarbij het schokdemperbevestigingsdeel zich 20 in axiale richting naast de manchet bevindt.
24. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan de voorzijde van de veerarm een steundeel voor een aslift integraal is aangevormd waar een asliftactuator tegenaan is afgesteund. 25
25. Wielasophanging volgens conclusie 24, waarbij de asliftactuator met het van het steundeel afgekeerde einde ervan aangrijpt op een aan de veerhand aangebracht steundeel.
26. Wielasophanging volgens conclusie 24, waarbij de asliftactuator met het van het 30 steundeel afgekeerde einde ervan aangrijpt op een aan een schoorbalk van het voertuigonderstel aangebracht steundeel.
27. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de veerarm in dwarsrichting van het voertuig een constante dikte heeft. 35
28. Wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de veerarm in lengterichting van het voertuig een variërende dikte heeft. -11 -
29. Wielasophanging volgens een van de conclusies 1-27, waarbij de veerarm in lengterichting van het voertuig een in hoofdzaak constante dikte heeft.
30. Wielasophanging volgens conclusie 29, waarbij de in de lengterichting gezien de vezeldichtheid in de veerarm varieert zodat de veerarm een in de lengterichting variërende stijfheid heeft.
31. Veerarm voor een wielasophanging volgens een van de voorgaande conclusies. 1034316
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1034316A NL1034316C2 (nl) | 2007-08-31 | 2007-08-31 | Wielasophanging met kunststof veerarm. |
EP08163393A EP2030815A1 (en) | 2007-08-31 | 2008-09-01 | Wheel axle suspension with plastic spring arm |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1034316A NL1034316C2 (nl) | 2007-08-31 | 2007-08-31 | Wielasophanging met kunststof veerarm. |
NL1034316 | 2007-08-31 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1034316C2 true NL1034316C2 (nl) | 2009-03-03 |
Family
ID=39232840
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1034316A NL1034316C2 (nl) | 2007-08-31 | 2007-08-31 | Wielasophanging met kunststof veerarm. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2030815A1 (nl) |
NL (1) | NL1034316C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103687734A (zh) * | 2011-07-22 | 2014-03-26 | Zf腓特烈斯哈芬股份公司 | 四点式导杆 |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102011003971A1 (de) * | 2011-02-11 | 2012-08-16 | Zf Friedrichshafen Ag | Faserverbund-Hybridlenker |
DE202011105547U1 (de) * | 2011-09-12 | 2011-12-13 | Adete - Advanced Engineering & Technologies Gmbh | Nutzfahrzeugachse |
DE102012001671A1 (de) * | 2012-01-28 | 2013-08-01 | Volkswagen Aktiengesellschaft | Kraftfahrzeughinterachse |
DE102015209001B4 (de) * | 2015-05-15 | 2017-02-23 | Ford Global Technologies, Llc | Radaufhängungseinheit für ein Kraftfahrzeug |
DE102016209691A1 (de) | 2016-06-02 | 2017-12-07 | Ford Global Technologies, Llc | Zweiteilige Radaufhängungseinheit |
DE102016209689B4 (de) | 2016-06-02 | 2024-05-29 | Ford Global Technologies, Llc | Zweiteilige Radaufhängungseinheit |
DE202016103196U1 (de) | 2016-06-02 | 2016-07-06 | Ford Global Technologies, Llc | Zweiteilige Radaufhängungseinheit |
AU2018318938B2 (en) * | 2017-08-14 | 2021-08-12 | Hendrickson Usa, L.L.C. | Suspension assembly with disc brake actuator protection |
DE102017215259B4 (de) | 2017-08-31 | 2024-05-29 | Ford Global Technologies, Llc | Radaufhängung |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1997042046A1 (en) * | 1996-05-09 | 1997-11-13 | Suspensions Incorporated | Suspensions system with laminated beam |
US5908198A (en) * | 1996-12-02 | 1999-06-01 | Meritor Heavy Vehicle Systems, Llc | Center beam suspension system |
US5988672A (en) * | 1997-08-11 | 1999-11-23 | Meritor Heavy Vehicle Suspension Systems, Inc. | Suspension system with integral box beam |
EP1273464A1 (en) | 2001-07-02 | 2003-01-08 | Weweler Nederland B.V. | Connection between an axle beam of a wheel axle of a vehicle and a bearing arm supporting the wheel axle |
EP1308265A1 (de) | 2001-11-02 | 2003-05-07 | BPW Bergische Achsen Kommanditgesellschaft | Bauteil in langgestreckter Bauweise aus einem Faser-Kunststoff-Verbund |
US20050057014A1 (en) * | 2003-09-17 | 2005-03-17 | Ramsey John Edward | Distributed compliance axle/suspension system |
US20060244234A1 (en) * | 2005-04-29 | 2006-11-02 | Hendrickson Usa, L.L.C. | Heavy-duty vehicle axle/suspension system |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3532297C1 (de) * | 1985-09-11 | 1987-04-23 | Arbed Techno Gmbh | Faserverstaerkte Kunststoff-Blattfeder |
US6460838B1 (en) * | 2001-04-10 | 2002-10-08 | Visteon Global Technologies, Inc. | Fiber reinforced suspension member |
GB0313804D0 (en) | 2003-06-14 | 2003-07-23 | Meritor Heavy Vehicle Sys Ltd | A suspension trailing arm |
-
2007
- 2007-08-31 NL NL1034316A patent/NL1034316C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2008
- 2008-09-01 EP EP08163393A patent/EP2030815A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1997042046A1 (en) * | 1996-05-09 | 1997-11-13 | Suspensions Incorporated | Suspensions system with laminated beam |
US5908198A (en) * | 1996-12-02 | 1999-06-01 | Meritor Heavy Vehicle Systems, Llc | Center beam suspension system |
US5988672A (en) * | 1997-08-11 | 1999-11-23 | Meritor Heavy Vehicle Suspension Systems, Inc. | Suspension system with integral box beam |
EP1273464A1 (en) | 2001-07-02 | 2003-01-08 | Weweler Nederland B.V. | Connection between an axle beam of a wheel axle of a vehicle and a bearing arm supporting the wheel axle |
EP1308265A1 (de) | 2001-11-02 | 2003-05-07 | BPW Bergische Achsen Kommanditgesellschaft | Bauteil in langgestreckter Bauweise aus einem Faser-Kunststoff-Verbund |
US20050057014A1 (en) * | 2003-09-17 | 2005-03-17 | Ramsey John Edward | Distributed compliance axle/suspension system |
US20060244234A1 (en) * | 2005-04-29 | 2006-11-02 | Hendrickson Usa, L.L.C. | Heavy-duty vehicle axle/suspension system |
WO2006119101A1 (en) | 2005-04-29 | 2006-11-09 | Hendrickson International Corporation | Heavy-duty vehicle axle/suspension system |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103687734A (zh) * | 2011-07-22 | 2014-03-26 | Zf腓特烈斯哈芬股份公司 | 四点式导杆 |
CN103687734B (zh) * | 2011-07-22 | 2016-06-01 | Zf腓特烈斯哈芬股份公司 | 四点式导杆 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2030815A1 (en) | 2009-03-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1034316C2 (nl) | Wielasophanging met kunststof veerarm. | |
NL1034756C1 (nl) | Wielasophanging. | |
CA2683039C (en) | Leading and trailing arm suspensions with z-shaped arms | |
CA2683035C (en) | Leading and trailing arm suspensions having a fully integrated arm | |
NL1033820C2 (nl) | Veerhand. | |
EP1874568B1 (en) | Vehicle suspensions having leaf springs and alternative clamp groups | |
US8733771B2 (en) | Vehicle suspension system | |
US11207934B2 (en) | Vehicle suspension assembly | |
EP3010734B1 (de) | Lenkbare radaufhängung | |
US4565389A (en) | Vehicle suspension system | |
KR20080015952A (ko) | 비대칭 판 스프링을 채용한 트럭 현가 장치 | |
US4623162A (en) | Dual trailing arm vehicle suspension system | |
US7188850B2 (en) | Beam axle suspension with diagonal link | |
CA2676542A1 (en) | Push-in-bung assembly and suspension system using same | |
US20070228683A1 (en) | Retrofit rear independent suspension for all terrain vehicles | |
NL2015797B1 (en) | Wheel axle suspension with axle lift. | |
US20080303237A1 (en) | Idividual Wheel Suspension | |
NL1013104C2 (nl) | Draagbeugel voor het bevestigen van een assamenstel aan het chassis van een voertuig. | |
FR2902698A1 (fr) | Essieu suspendu pour vehicule | |
GB2194761A (en) | Running gear for a trailer vehicle | |
DE102011112387A1 (de) | Querstabilisator für ein Kraftfahrzeug | |
NL1034171C2 (nl) | Wielasophanging. | |
NL1021052C2 (nl) | Inrichting voor het bevestigen van een wielas aan het chassis van een voertuig. | |
GB2565810A (en) | A vehicle trailer | |
IES84932Y1 (en) | Independent suspension system |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200901 |