NL1034303C2 - Fietsstuurbocht, samenstel, fietsstuur, fiets, alsmede werkwijze voor het vervaardigen van een fietsstuurbocht. - Google Patents

Description

Titel: Fietsstuurbocht, samenstel, fietsstuur, fiets, alsmede werkwijze voor het vervaardigen van een fietsstuurbocht.

De uitvinding heeft betrekking op een fietsstuurbocht volgens de aanhef van conclusie 1. De uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel van een dergelijke stuurbocht en een afdekkingselement. De uitvinding heeft verder betrekking op een fietsstuur omvattende een dergelijke 5 stuurbocht of een dergelijk samenstel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een fiets voorzien van een dergelijk fietsstuur, alsmede op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke stuurbocht.

Een stuurbocht is bekend uit Amerikaanse octrooiaanvrage US 2006/0169094 Al, en wel in een daar in alineas [0054], [0055] en Fig. 7 10 getoond “tweede uitvoeringsvoorbeeld”. Deze bekende stuurbocht is hol met een opening 32 in het uitwendige omtreksoppervlak daarvan. Deze opening vormt een verbinding met de inwendige ruimte van de stuurbocht. Een remkabel van een handrem strekt zich, in zijn gemonteerde bedrijfstoestand, door de opening en in de inwendige ruimte van de 15 stuurbocht uit.

In de praktijk zijn fietssturen uitgerust met diverse van kabels voorziene accessoires. Voorbeelden van dergelijke accessoires zijn niet alleen handbedieningselementen voor bijvoorbeeld remmen, versnellingen, automatische aandrijving, fietsverlichting, en dergelijke, maar ook andere 20 (elektronische) voorzieningen zoals bijvoorbeeld fietscomputers. Dergelijke accessoires kunnen elk diverse vormen en afmetingen hebben, op diverse plaatsen aan het fietsstuur bevestigd zijn, en in diverse onderlinge combinaties voorkomen. Een bezwaar van de genoemde, uit US 2006/0169094 Al bekende fietsstuurbocht is dat voor onderscheidenlijke van 25 de diverse mogelijke configuraties waarin dergelijke accessoires aan een fietsstuur voorzien zijn, openingen op onderscheidenlijke van diverse 1034303 2 plaatsen op stuurbochten nodig zijn om de betreffende kabels op geschikte wijze in de stuurbocht op te nemen. Dit betekent dat van een bepaald type stuurbocht dat een bepaalde vorm heeft meerdere varianten voorhanden dienen te zijn afhankelijk van de gewenste plaatsen van de openingen. Dit 5 werkt kostenverhogend bij het assembleren van fietsen.

Verder kan het op een later moment in de gebruiksfase van een fiets gewenst zijn om wijzigingen in een dergelijk aan een fietsstuur aangebracht accessoire aan te brengen of om het fietsstuur alsdan te voorzien van een additioneel dergelijk accessoire, waarbij het gewenst is dat 10 ook een kabelsegment van het additionele accessoire in de stuurbocht is opgenomen. Daarbij is een bezwaar van de genoemde, uit US 2006/0169094 Al bekende fietsstuurbocht dat de voorhanden zijnde opening qua afmeting en plaats ongeschikt kan zijn om laatstgenoemde wens te kunnen vervullen.

Een ander bezwaar van de bekende fietsstuurbocht heeft te maken 15 met het gemak waarmee kabels in de stuurbocht geplaatst kunnen worden. Dit speelt bijvoorbeeld bij eerste installatie of vervanging van de kabels. Bij het in de bekende stuurbocht plaatsen van een kabel dient de kabel eerst met zijn ene kabeleinde in de betreffende opening in de stuurbocht gebracht te worden. Vervolgens wordt de kabel dan door het inwendige van de 20 stuurbocht voortbewogen door het zich nog buiten de stuurbocht bevindende deel van de kabel voort te duwen. Daarna dient het in de stuurbocht gebrachte kabeleinde naar een andere opening in de stuurbocht gedirigeerd te worden, via welke opening het kabeleinde de stuurbocht dient te verlaten. Met name het naar die andere opening dirigeren van het genoemde 25 kabeleinde is in bepaalde configuraties en omstandigheden moeilijk omdat dat kabeleinde zich dan in het inwendige van de stuurbocht bevindt waar het niet met de hand aangevat kan worden.

Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen volgens welke een kabelsegment van een fietsaccessoire eenvoudig in een 30 gemonteerde bedrijfstoestand gebracht kan worden, in welke gemonteerde 3 bedrijfstoestand het kabelsegment in een opneemholte van een stuurbocht van een fietsstuur is opgenomen.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een fietsstuurbocht volgens conclusie 1 verschaft.

5 Door een dergelijk langgerekt karakter van de opening en van de opneemholte is het mogelijk om het kabelsegment in zijn gemonteerde bedrijfstoestand te brengen door het kabelsegment over zijn gehele lengte in een richting te bewegen die locaal steeds in hoofdzaak dwars staat op de stuurbochtlangsrichting. Met een dergelijke beweging wordt het 10 kabelsegment op eenvoudige wijze via de opening in de opneemholte gebracht.

Voorts is voordelig dat het voor een bepaald type stuurbocht dat een bepaalde vorm heeft niet meer nodig is meerdere varianten van de stuurbocht voorhanden te hebben afhankelijk van de diverse mogelijke 15 configuraties waarin van kabels voorziene accessoires aan het fietsstuur voorzien zijn. Door het genoemde langgerekte karakter van de opening, kan immers een uiteinde van een in de opneemholte opgenomen kabelsegment op elke willekeurige plaats in de langsrichting van de langgerekte opening de opneemholte via de opening verlaten. Verder is de stuurbocht vanwege de 20 langgerekte opening aldus ook geschikt om, bijvoorbeeld in de gebruiksfase van een fiets, wijzigingen in dergelijke accessoires aan te brengen of om het fietsstuur te voorzien van een additioneel dergelijk accessoire.

Extrusie biedt het voordeel dat het een zeer efficiënte methode is, waarbij de betreffende holten en de opening(en) naar de holten automatisch, 25 betrouwbaar en snel meegevormd worden als geïntegreerde delen van de stuurbocht.

De uitvinding wordt tevens belichaamd in een samenstel volgens conclusie 4, in een fietsstuur volgens conclusie 7, in een fiets volgens conclusie 11 en in een werkwijze volgens conclusie 12.

4

Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.

In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.

5 Fig. IA toont in onderaanzicht een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een fietsstuurbocht volgens de uitvinding.

Fig. 1B toont de in Fig. IA getoonde stuurbocht in een achteraanzicht, tesamen met een aan de stuurbocht aangebracht accessoire met kabel, alsmede tesamen met een afdekkingselement.

10 Fig. 1C toont de in Fig. IA getoonde stuurbocht in een zijaanzicht.

Fig. 2A toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn IIA-IIA van Fig.

IA.

Fig. 2B toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn IIB-IIB van Fig.

IA.

15 Fig. 2C toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn IIC-IIC van Fig.

IB.

Fig. 3A toont in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een andere uitvoeringsvorm van een stuurbocht volgens de uitvinding.

Fig. 3B toont in dwarsdoorsnede een voorbeeld van nog een andere 20 uitvoeringsvorm van een stuurbocht volgens de uitvinding.

Verwezen wordt nu eerst naar het in de Figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld. In die figuren is getoond een fietsstuurbocht 1 die in zijn stuurbochtlangsrichting L gebogen verloopt. Dit verloop kan in meer of mindere mate gebogen zijn. In plaats daarvan kan het verloop echter ook 25 een recht verloop zijn. De stuurbocht 1 heeft een uitwendig omtreksoppervlak 2 (zie bijvoorbeeld Fig. 2A) dat een opening 3 naar een opneemholte 4 in de stuurbocht 1 omvat voor het via die opening in de opneemholte brengen van een langssegment 5 (zie Figuur 1B) van een kabel 6 van een fietsaccessoire 7 teneinde het kabelsegment in een gemonteerde 5 bedrijfstoestand te brengen waarin het kabelsegment in de opneemholte 4 van de stuurbocht is opgenomen.

In het getoonde voorbeeld is één fïetsaccessoire 7 toegepast. In plaats daarvan kunnen ook twee of meer dergelijke accessoires worden 5 toegepast. Voorbeelden van dergelijke accessoires zijn niet alleen handbedieningselementen voor bijvoorbeeld remmen, versnellingen, automatische aandrijving, fietsverlichting, en dergelijke, maar ook andere (elektronische) voorzieningen zoals bijvoorbeeld fietscomputers. Dergelijke accessoires kunnen elk diverse vormen en afmetingen hebben, op diverse 10 plaatsen aan het fietsstuur bevestigd zijn, en in diverse onderlinge combinaties voorkomen. Dergelijke accessoires kunnen ook onderling verbonden zijn door dergelijke kabels. Bijvoorbeeld kan een dergelijke kabel tussen een fietscomputer en één of meer andere accessoires zijn toegepast, zodat de computer een en ander kan monitoren en regelen, informatie kan 15 verschaffen aan een fietser, suggesties kan doen aan de fietser, etcetera. Derhalve kan een fietsstuur ten minste twee soortgelijke dergelijke aan de stuurbocht bevestigde accessoires omvatten, waarbij ten minste één kabel die zich over ten minste een deel van zijn lengte door de opneemholte in de stuurbocht uitstrekt, een verbinding vormt tussen twee verschillende van de 20 ten minste twee accessoires.

De opening 3 en de opneemholte 4 zijn elk zodanig langgerekt in de stuurbochtlangsrichting L dat het in de gemonteerde bedrijfstoestand brengen van een dergelijk kabelsegment 5 realiseerbaar is zonder het kabelsegment 5 daarbij in zijn kabelsegmentlangsrichting te bewegen. Het 25 is dus mogelijk om het kabelsegment 5 in zijn gemonteerde bedrijfstoestand te brengen door het kabelsegment over zijn gehele lengte in een richting te bewegen die locaal steeds in hoofdzaak dwars staat op de stuurbochtlangsrichting L. Met een dergelijke beweging wordt het kabelsegment 5 op eenvoudige wijze via de opening 3 in de opneemholte 4 30 gebracht.

6

In het getoonde voorbeeld heeft de stuurbocht één dergelijke opening 3. In plaats daarvan kan de stuurbocht echter ook twee of meer soortgelijke dergelijke in het uitwendige omtreksoppervlak 2 gesitueerde en in de stuurbochtlangsrichting L langgerekte openingen omvatten. Dit 5 vergroot de plaatsingsmogelijkheden van de kabelsegmenten en biedt additioneel gemak bij het in de opneemholten plaatsen van de kabelsegmenten. Verschillende van dergelijke meerdere openingen kunnen bijvoorbeeld elk toegang verschaffen tot eenzelfde opneemholte. Maar ook kunnen respektieve van dergelijke meerdere openingen toegang verschaffen 10 tot ten opzichte van elkaar separate respektieve opneemholten.

De stuurbocht kan ten minste één additionele, in de stuurbochtlangsrichting langgerekte holte in de stuurbocht omvatten, waarbij, gezien in een dwarsdoorsnede door de stuurbocht, voor ten minste één tweetal van de holten in de stuurbocht de ene holte van het tweetal is 15 afgeschermd van de andere holte van het tweetal door zich in het inwendige van de stuurbocht bevindend materiaal van de stuurbocht. In het getoonde voorbeeld is dit het geval doordat de stuurbocht 1, behalve de opneemholte 4, ook nog dergelijke additionele langgerekte holten 14 en 24 omvat. Gezien in een dwarsdoorsnede door de stuurbocht (zie bijvoorbeeld Fig. 2A) zijn alle 20 drie de holten 4, 14 en 24 ten opzichte van elkaar afgeschermd door zich in het inwendige van de stuurbocht bevindend materiaal 8 van de stuurbocht 1. De toepassing van één of meer dergelijke additionele holten 14 en 24 resulteert in materiaal- en gewichtsbesparing voor de stuurbocht, terwijl de toepassing van het aldus afschermend materiaal 8 resulteert in een goede 25 sterkte van de stuurbocht, hetgeen gewenst is in verband met de aanwezigheid van de langgerekte opening 3 in het uitwendig omtreksoppervlak 2.

Opgemerkt wordt dat toepassing van genoemde ten minste ene additionele langgerekte holte op vele manieren kan plaatsvinden. Zo toont 30 Figuur 3A een ander uitvoeringsvoorbeeld van een stuurbocht 101. De 7 stuurbocht 101 is vervaardigd van materiaal 108 en heeft een opening 103 in zijn uitwendig omtreksoppervlak 102 en een opneemholte 104, een en ander soortgelijk aan het voorbeeld van de Figuren 1 en 2. De stuurbocht 101 heeft echter vijf dergelijke additionele holten, te weten de additionele 5 holten 114, 124, 134, 144 en 154. Verder toont Figuur 3B nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van een stuurbocht 201. De stuurbocht 201 is vervaardigd van materiaal 208 en heeft een opening 203 in zijn uitwendig omtreksoppervlak 202 en een opneemholte 204, een en ander soortgelijk aan het voorbeeld van de Figuren 1 en 2. De stuurbocht 201 heeft echter drie 10 dergelijke additionele holten, te weten de additionele holten 214, 224 en 234.

In het in de Figuren 1 en 2 getoonde voorbeeld is ter plaatse van een centraal in de stuurbochtlangsrichting L gelegen langssegment van de stuurbocht 1 een huls 10 om de stuurbocht gebracht en aan de stuurbocht 15 onlosneembaar bevestigd. Een dergelijke toepassing van een dergelijke huls . versterkt het fietsstuur op een plaats waar de stuurbocht, al dan niet via een koppelstuk, met een stuurpen verbonden is. Eventueel kan de huls 10 ook integrerend deel uitmaken van een dergelijk koppelstuk.

Als een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze voor het 20 vervaardigen van een stuurbocht, wordt tijdens een deelstap van de werkwijze de stuurbocht 1 met zijn stuurbochtlangsrichting L recht verlopend uitgevoerd, en vervolgens ter plaatse van een centraal in de stuurbochtlangsrichting gelegen langssegment van de stuurbocht de huls 10 om de stuurbocht gebracht en daaraan onlosneembaar bevestigd. De rechte 25 vorm van de stuurbocht staat het aanbrengen van de huls dan niet in de weg. Indien de te vervaardigen stuurbocht niet een rechte stuurbocht dient te zijn, kan na het aanbrengen van de huls 10 de dan nog recht zijnde stuurbocht 1 zodanig vervormd worden dat een gewenst, in meer of mindere mate gebogen verloop van de stuurbocht verkregen wordt. De aangebrachte 30 huls 10 biedt dan het voordeel dat het door de huls omsloten langssegment 8 van de stuurbocht tijdens het buigen van de stuurbocht niet of althans niet noemenswaardig vervormt.

De stuurbocht kan van diverse materialen vervaardigd worden, waaronder de gebruikelijke materialen waarvan bekende stuurbochten 5 vervaardigd plegen te worden. Bij voorkeur wordt de stuurbocht bij genoemde deelstap van de werkwijze door middel van extrusie vervaardigd. Direct na voltooiing van genoemde deelstap is de stuurbocht dan een extrusieprofiel. Extrusie biedt het voordeel dat het een zeer efficiënte methode is, waarbij de betreffende holten en de opening(en) naar de holten 10 automatisch, betrouwbaar en snel meegevormd worden als geïntegreerde delen van de stuurbocht. De in de Figuren 1, 2 en 3 getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn bijvoorbeeld elk geschikt om met behulp van extrusie vervaardigd te worden.

De stuurbocht kan deel uitmaken van een samenstel dat tevens 15 een bijbehorend langgerekt en losneembaar aan de stuurbocht bevestigbaar afdekkingselement omvat, welk afdekkingselement in zijn bevestigingstoestand ten minste de in het uitwendige omtreksoppervlak gesitueerde langgerekte opening ten minste deels afdekt. Een dergelijk afdekkingselement is in de Figuren 1B en 2C in zijn bevestigingstoestand 20 getoond en is in die figuren aangeduid met referentiecijfer 9. In die bevestigingstoestand strekt het afdekkingselement 9 zich in de stuurbochtlangsrichting L uit vanaf het fietsaccessoire 7 tot vlak voor de huls 10, zie Fig. 1B. De langgerekte opening 3 wordt over dat deel van de stuurbochtlangsrichting L door het afdekkingselement 9 afgedekt. Het 25 kabelsegment 5 van de kabel 6 is in de opneemholte 4 opgenomen. Gezien in de stuurbochtlangsrichting L bevindt het ene uiteinde van het kabelsegment 5 zich tussen de huls 10 en het vlak voor de huls 10 gelegen uiteinde van het afdekkingselement 9. Bij dat kabelsegmentuiteinde verlaat de kabel 6 de opneemholte 4 via de opening 3 die daar niet is afgedekt door het 30 afdekkingselement 9. Gezien in de stuurbochtlangsrichting L bevindt het 9 andere uiteinde van het kabelsegment 5 zich ter plaatse waar het fietsaccessoire 7 aan de stuurhuis is gemonteerd. Bij dat andere kabelsegmentuiteinde verlaat de kabel 6 de opneemholte 4 via de opening 3 die daar niet is afgedekt door het afdekkingselement 9, maar aansluit op het 5 fietsaccessoire 7. Door toepassing van een dergelijk afdekkingselement in bevestigingstoestand wordt voorkomen dat het in de opneemholte opgenomen kabelsegment (deels) uit de opneemholte geraakt.

De bevestigbaarheid van dergelijke afdekkingselement kan op diverse wijzen gerealiseerd zijn. Bijvoorbeeld kan het afdekkingselement 10 ten minste deels flexibel zijn. In het getoonde voorbeeld is het afdekkingselement 9, bij wijze van voorbeeld, geheel van een flexibel materiaal. In dat voorbeeld is het afdekkingselement 9 een flexibele kunststof strip. Door de flexibiliteit kan het afdekkingselement, onder enige vervorming, vanuit het uitwendige van de stuurbocht 1 via de opening 3 15 enigszins in de opneemholte 4 gedrukt worden teneinde de in Fig. 2C getoonde bevestigingstoestand te bereiken.

De flexibiliteit van het afdekkingselement biedt voorts het voordeel dat het zich in zijn bevestigingstoestand kan vormen naar verschillende stuurbochten die op verschillende wijzen in stuurbochtlangsrichting 20 gebogen verlopen.

Afdekkingselementen kunnen eventueel geprefabriceerd zijn van zeer grote lengte, bijvoorbeeld op rol. Voor verschillende typen stuurbochten en/of verschillende typen configuraties van stuurbochten en accessoire(s), kunnen de afdekkingselementen dan steeds op verschillende gewenste 25 lengten worden afgesneden.

Opgemerkt wordt dat in het getoonde voorbeeld de twee locaties in de stuurbochtlangsrichting waar de kabel 6 via de opening 3 overgaat van de opneemholte 4 naar het uitwendige van de stuurbocht 1, elk gelegen zijn voorbij een van de uiteinden van het bevestigde afdekkingselement. In 30 plaats daarvan of in aanvulling daarop kan het afdekkingselement ook 10 tussen zijn uiteinden één of meer doorgangen hebben, zodat in de bevestigingstoestand van het afdekkingselement een kabel via een dergebjke doorgangen via de opening 3 kan overgaan van de opneemholte 4 naar het uitwendige van de stuurbocht 1.

5 Voorts is het mogelijk dat een dergelijk samenstel dat een stuurbocht omvat, in plaats van één afdekkingselement een verzameling van ten minste twee onderling verschillend gevormde dergelijke bij de stuurbocht behorende afdekkingselementen omvat voor het naar keuze van een gebruiker in bedrijfstoestand toepassen van een van de verschillend 10 gevormde afdekkingselementen op de stuurbocht. Een dergelijke verzameling afdekkingselementen kan bijvoorbeeld afdekkingselementen van onderling verschillende lengteafmetingen omvatten en/of afdekkingselementen omvatten die ten opzichte van elkaar op verschillende plaatsen doorgangen hebben als hierboven genoemd. Op deze wijze kunnen 15 dan voor vele verschillende configuraties van zich aan de stuurbocht bevindende accessoires en kabels steeds één of meer geschikte afdekkingselementen door gebruikers uit genoemde verzameling worden geselecteerd en toegepast.

Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van 20 uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn. Bijvoorbeeld kunnen zich door één opneemholte van een stuurbocht twee of meer kabelsegmenten van twee of meer kabels uitstrekken. Maar ook kunnen zich één of meer kabelsegmenten van één of meer kabels in één van 25 meerdere dergelijke opneemholten van een stuurbocht uitstrekken, terwijl één of meer andere kabelsegmenten van één of meer andere kabels zich in een andere van de meerdere dergelijke opneemholten uitstrekken. Voorts kan de stuurbocht ook een stuurbocht voor een stuur voor een gemotoriseerd rijwiel zijn, of voor een ander soort vervoermiddel dat niet met wielen hoeft 30 te zijn uitgerust, zoals bijvoorbeeld een vervoermiddel voor op ijs, door 11 sneeuw of over water. Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

5 1034303

Claims (14)

1. Fietsstuurbocht die in zijn stuurbochtlangsrichting (L) al dan niet in meer of mindere mate gebogen verloopt en die in zijn uitwendig omtreksoppervlak (2) een opening (3) naar een opneemholte (4) in de stuurbocht (1) omvat voor het via die opening in de opneemholte brengen 5 van een langssegment (5) van een kabel (6) van een fïetsaccessoire (7) teneinde het kabelsegment in een gemonteerde bedrijfstoestand te brengen waarin het kabelsegment in de opneemholte van de stuurbocht is op genomen, waarbij de opening en de opneemholte elk zodanig langgerekt zijn in de stuurbochtlangsrichting (L) dat het in de gemonteerde 10 bedrijfstoestand brengen van een dergelijk kabelsegment (5) realiseerbaar is zonder het kabelsegment daarbij in zijn kabelsegmentlangsrichting te bewegen, met het kenmerk, dat de stuurbocht (1) een in zijn stuurbochtlangsrichting (L) al dan niet in meer of mindere mate gebogen extrusieprofïel is en de opening en de opneemholte als geïntegreerde delen 15 van de stuurbocht meegevormd zijn tijdens extrusie van het extrusieprofïel.

2. Stuurbocht volgens conclusie 1, omvattende ten minste één additionele, in de stuurbochtlangsrichting (L) langgerekte holte (14, 24; 114, 124, 134, 144, 154; 214, 224, 234) in de stuurbocht (1; 101; 201), waarbij, 20 gezien in een dwarsdoorsnede door de stuurbocht, voor ten minste één tweetal van de holten in de stuurbocht de ene holte (4, 14, 24; 104, 114, 124, 134, 144, 154; 204, 214, 224, 234) van het tweetal is afgeschermd van de andere holte (4, 14, 24; 104, 114, 124, 134, 144, 154; 204, 214, 224, 234) van het tweetal door zich in het inwendige van de stuurbocht bevindend 25 materiaal (8; 108; 208) van de stuurbocht. 1034303

3. Stuurbocht volgens conclusie 1 of 2, omvattende ten minste twee soortgelijke dergelijke in het uitwendige omtreksoppervlak (2) gesitueerde en in de stuurbochtlangsrichting (L) langgerekte openingen (3). 5

4. Samenstel omvattende een stuurbocht (1) volgens een der voorgaande conclusies, alsmede een bijbehorend langgerekt en losneembaar aan de stuurbocht bevestigbaar afdekkingselement (9), welk 10 afdekkingselement in zijn bevestigingstoestand ten minste de in het uitwendige omtreksoppervlak (2) gesitueerde langgerekte opening (3) ten minste deels afdekt.

5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij het afdekkingselement (9) 15 ten minste deels flexibel is.

6. Samenstel volgens conclusie 4 of 5, omvattende een verzameling van ten minste twee onderling verschillend gevormde dergelijke bij de stuurbocht behorende afdekkingselementen (9) voor het naar keuze van een 20 gebruiker in bedrijfstoestand toepassen van een van de verschillend gevormde afdekkingselementen op de stuurbocht (1).

7. Fietsstuur omvattende een stuurbocht (1) volgens een der conclusies 1 t/m 3, of omvattende een samenstel volgens een der conclusies 4 25 t/m 6.

8. Fietsstuur volgens conclusie 7, waarbij ter plaatse van een centraal in de stuurbochtlangsrichting gelegen langssegment van de stuurbocht (1) een huls (10) om de stuurbocht gebracht is en aan de stuurbocht 30 onlosneembaar bevestigd is.

9. Fietsstuur volgens conclusie 7 of 8, omvattende ten minste één dergelijk aan de stuurbocht bevestigd accessoire (7), waarbij ten minste één kabel (6) die met het accessoire verbonden is zich over ten minste een deel 5 van zijn lengte uitstrekt door de opneemholte (4) in de stuurbocht (1).

10. Fietsstuur volgens conclusie 9, omvattende ten minste twee soortgelijke dergelijke aan de stuurbocht (1) bevestigde accessoires (7), waarbij ten minste één kabel (6) die zich over ten minste een deel van zijn 10 lengte door de opneemholte (4) in de stuurbocht uitstrekt, een verbinding vormt tussen twee verschillende van de ten minste twee accessoires.

11. Fiets voorzien van een fietsstuur volgens een der conclusies 7 t/m 10. 15

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een fietsstuurbocht (1), waarbij de stuurbocht met zijn stuurbochtlangsrichting (L) al dan niet in meer of mindere mate gebogen verlopend uitgevoerd wordt en in zijn uitwendig omtreksoppervlak (2) een opening (3) naar een opneemholte (4) in 20 de stuurbocht voorzien wordt voor het via die opening in de opneemholte brengen van een langssegment (5) van een kabel (6) van een fïetsaccessoire (7) teneinde het kabelsegment in een gemonteerde bedrijfstoestand te brengen waarin het kabelsegment (5) in de opneemholte van de stuurbocht is opgenomen, waarbij de opening (3) en de opneemholte (4) elk zodanig 25 langgerekt in de stuurbochtlangsrichting (L) vervaardigd worden dat het in de gemonteerde bedrijfstoestand brengen van een dergelijk kabelsegment (5) realiseerbaar is zonder het kabelsegment daarbij in zijn kabelsegmentlangsrichting te bewegen, met het kenmerk, dat de stuurbocht (1) door middel van extrusie vervaardigd wordt en de opening en de opneemholte als geïntegreerde delen van de stuurbocht meegevormd worden tijdens genoemde extrusie.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij tijdens een deelstap van 5 de werkwijze de stuurbocht (1) met zijn stuurbochtlangsrichting (L) recht verlopend uitgevoerd wordt, en waarbij vervolgens ter plaatse van een centraal in de stuurbochtlangsrichting gelegen langssegment van de stuurbocht een huls (10) om de stuurbocht gebracht wordt en aan de stuurbocht onlosneembaar bevestigd wordt. 10

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij na het aanbrengen van de huls (10) de stuurbocht (1) zodanig vervormd wordt dat het genoemde in meer of mindere mate gebogen verloop van de stuurbocht verkregen wordt. 1034303