NL1034258C2 - Flexibele orthopedische drukmeting. - Google Patents

Description

FLEXIBELE ORTHOPEDISCHE DRUKMETING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het meten van de belasting van 5 een been. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een inlegzool welke bij deze werkwijze en inrichting gebruikt kan worden.

Het controleren van de belasting van een been kan waardevolle informatie opleveren. Dit is zeker het geval 10 indien de meting informatie geeft welke een patiënt kan helpen bij het revalideren na een opgelopen blessure of ondergane operatie. De blessure of operatie kan verscheidene delen of gewrichten van het been betreffen zoals bijvoorbeeld een knie, enkel, boven -of onderbeen. Tevens is dergelijke 15 informatie nuttig bij revalidatie betreffende andere aspecten van het bewegingsapparaat zoals bijvoorbeeld een heup of rug. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld de informatie gebruiken om te controleren of zij geforceerd of ongebalanceerd bewegen. Dit voorbeeld geeft aan dat een meting aan het been ook 20 nuttig kan zijn bij de revalidatie na een blessure of operatie welke niet het been direct betreft.

Een groot gevaar bij revalidatie wordt gevormd door onder- of overbelasting. Tijdens de revalidatie zal een fysiotherapeut de patiënt helpen om de belastbaarheid van het 25 been, welke zoals vermeld tevens indicatief kan zijn voor het herstel van andere delen van het bewegingsapparaat, te vergroten. Hierbij wordt veelal een gecontroleerd belastingsschema gevolgd. Een meting van de belasting van het been vermindert het risico op over- of onderbelasting.

30 Hierdoor kan een optimaal resultaat worden bereikt in een zo kort mogelijke periode. Een dergelijke meting zou ook kunnen worden gebruikt door een hardloper welke de informatie uit de meting gebruikt om zijn/haar looptechniek te verbeteren.

1°34258 2

Cruciaal voor de revalidatie is het goed definiëren en meten van de belasting. Dit geschiedt bij voorkeur continu en een dergelijke meting moet reproduceerbaar zijn.

Een gangbare methode om deze doelen te bereiken 5 omhelst het laten voelen door een patiënt van een bepaalde belasting. In samenwerking met de fysiotherapeut kan een patiënt ervaren hoe een bepaalde belasting voelt. Vervolgens dient hij of zij deze ervaring te onthouden. Hierin schuilt tevens een groot nadeel van deze methode aangezien de 10 waarneming van de belasting van verscheidene niet kwantificeerbare factoren afhangt als de gemoedstoestand van de patiënt of enkel het tijdsverloop in de vorm van gewenning.

Er zijn technieken bekend in welke een drukmeting 15 veelal aan de onderzijde van de voet wordt uitgevoerd. De belasting van de voet of delen hiervan is direct gerelateerd aan de belasting van het been en hierdoor ook aan mogelijke andere delen van het bewegingsapparaat. De meeste huidige oplossingen omvatten een druksensor welke zich bevindt in een 20 onderdeel van een schoen, vooral in het hakgedeelte. Hierdoor is er slechts beperkte informatie over de belasting van de voet beschikbaar. Drukinformatie op andere plekken dan de hak kunnen slechts indirect bepaald worden. Tevens is de oplossing niet uitwisselbaar omdat de druksensoren permanent 25 in de schoen zijn ingebouwd.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze en inrichting te verschaffen welke een drukmeting aan de voet mogelijk maakt waarbij de gebruikte inrichting verwisselbaar of herplaatsbaar is. Een verder doel van de 30 onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting met welke de druk op meerdere plekken in hoofdzaak tegelijkertijd gemeten kan worden.

3

Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt tenminste één doel bereikt middels een werkwijze voor het meten van tijdens belasting op een voet uitgeoefende druk, omvattende de stappen van: 5 - het belasten van de voet terwijl die is geplaatst in een schoen met daarin een inlegzool welke is voorzien van een losmaakbaar daarmee verbonden druksensor; - het tijdens de belasting met behulp van de druksensor meten van de druk op de voet; 10 - het doorsturen van meetgegevens van de druksensor naar een verwerkingseenheid; — het verwerken van de meetgegevens door de verwerkingseenheid ter verkrijging van informatie over de druk op de voet.

15 Doordat de druksensor aan een inlegzool wordt bevestigd in plaats van dat deze wordt ingebouwd in de schoen wordt een grote flexibiliteit verschaft. Het moge de vakman duidelijk zijn dat de inlegzool als drager dient voor de sensor. De sensor zou tevens direct op de voet bevestigd 20 kunnen worden echter het gebruik van een inlegzool levert een comfortabelere inrichting op.

Een verwerkingseenheid verwerkt de meetgegevens die de druksensor verschaft tot informatie over de uitgeoefende druk welke de gebruiker kan verwerken. De informatie die de 25 druksensor verschaft is niet geschikt voor directe weergave aan de gebruiker. Veelal zal een conversie plaats moeten vinden tussen de meting enerzijds en de drukinformatie voor de gebruiker anderzijds. Deze laatste kan bijvoorbeeld een numeriek getal zijn welke een maat is voor de druk op de 30 voet.

Het heeft de voorkeur om de meting te vergelijken met een drempelwaarde. Zodoende kan de gebruiker waarnemen of de 4 belasting hoger of lager is dan een bepaalde waarde. Over- of onderbelasting kan op een dergelijke manier voorkomen worden.

Aangezien een dergelijke drempelwaarde persoons- en tijdsafhankelijk is, dient deze instelbaar te zijn. Zo zal 5 bij een te volgen belastingsschema de drempelwaarde met de tijd verhoogd moeten worden. Dit gebeurt bij voorkeur in de verwerkingseenheid. Het is ook mogelijk het vergelijken direct bij de sensor uit te voeren.

In het geval van revalidatie, zal veelal de 10 fysiotherapeut de drempelwaarde bepalen en instellen. In een voorkeurswerkwijze wordt de drempelwaarde ingesteld door het uitoefenen van een bepaalde druk op de sensor of inlegzool en het vervolgens in de verwerkingseenheid vastleggen van de meetgegevens behorende bij de uitgeoefende druk. Wanneer de 15 bepaalde druk de maximaal toelaatbare druk is vormen de bijbehorende meetgegevens de drempelwaarde.

Het opslaan of vastleggen van de meting in de verwerkingseenheid kan gebeuren in het analoge domein middels bekende technieken uit de analoge elektronica. Zo kan 20 bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van potentiometers met welke een referentie kan worden ingesteld. Tijdens het uitoefenen van de druk op de sensor kunnen de potentiometers worden bijgesteld zodanig dat de referentiewaarde, welke gerelateerd is aan de stand van de potentiometers, in 25 overeenstemming wordt gebracht met de meting.

Informatie over het verschil tussen de referentiewaarde en de meting kan aan de gebruiker kenbaar worden gemaakt door middel van bijvoorbeeld optische, mechanische of geluidssignalen.

30 Het geniet echter de voorkeur om de informatie betreffende de meting van de druksensor in het tijdsdomein te bemonsteren in digitale waarden. Verder is het voordelig deze 5 digitale waarden op te slaan in een geheugen van de verwerkingseenheid.

Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen van de belasting van de voet kunnen de genoemde digitale waarden in 5 een voorkeurswerkwijze naar een programmeereenheid gestuurd worden. Door bijvoorbeeld naast de drukbelasting van de voet tevens de overeenkomstige tijdsinformatie op te slaan, kan het verloop van de belasting over een bepaalde tijdsperiode bekeken worden. Hardlopers kunnen zodoende beoordelen of de 10 belasting, en de hieraan gerelateerde looptechniek, in de tijd anders is geworden.

Een voorbeeld van een programmeereenheid is een personal computer welke met de verwerkingseenheid is verbonden. Hiervoor kunnen aanpassingen nodig zijn aan zowel 15 de uitgang van de computer als de uitgang van de verwerkingseenheid. Echter, het realiseren van deze aanpassingen is een gebruikelijke techniek en behoeft derhalve geen vermelding.

Tevens biedt het voordelen de referentiewaarde vanuit 20 de programmeereenheid in de verwerkingseenheid in te lezen.

Op een dergelijke manier kan de referentiewaarde eenduidig worden ingesteld en kan uniformiteit tussen verschillende patiënten, of tussen beide voeten van een enkele patiënt, bereikt worden.

25 Teneinde informatie te verkrijgen over de verdeling van de belasting over de voet kunnen meerdere sensoren gebruikt worden. Hierbij kan elke sensor een drempelwaarde toebedeeld krijgen. Bij een andere werkwijze wordt alleen een algehele drempelwaarde ingesteld welke hetzelfde is voor alle 30 sensoren.

Bij voorkeur omvat de drukinformatie een optisch signaal of een mechanische trilling. Zo kan bijvoorbeeld bij het overschrijden van een drempelwaarde een mechanische 6 trilling, welke wordt overgebracht op het lichaam van de gebruiker en zodoende voelbaar wordt, worden afgegeven.

Tevens kan een akoestische trilling eenzelfde doel dienen. Hierbij is het gemakkelijk voor de patiënt als eigenschappen 5 van bovengenoemde vormen van drukinformatie, zoals bijvoorbeeld frequentie of amplitude, afhankelijk zijn van het verschil tussen de drempelwaarde en de eigenlijke meting. Zo krijgt de patiënt een algemeen beeld van de belasting en niet slechts informatie indien er sprake is van 10 overbelasting.

Teneinde een eenvoudige realisatie van zowel de druksensor als de verwerkingseenheid mogelijk te maken wordt in een voorkeurswerkwijze gebruik gemaakt van elektrische signalen voor het communiceren van de informatie betreffende 15 de meting van de druksensor naar de verwerkingseenheid.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een inrichting voor het meten van tijdens belasting op een voet uitgeoefende druk, omvattende een inlegzool; 20 - een hiermee losmaakbaar verbonden druksensor; en eventueel een verwerkingseenheid welke in verbinding staat met de druksensor en welke de meetgegevens van de druksensor verwerkt tot informatie over de druk op de voet.

25 Doordat de druksensor losmaakbaar is verbonden met de inlegzool wordt een flexibele, herplaatsbare en verwisselbare oplossing bereikt. Een dergelijk losmaakbare verbinding wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm gerealiseerd door een klittenbandsysteem.

30 Voor de opslag van een referentiewaarde omvat de inrichting bij voorkeur een geheugen. Naast bekende digitale geheugentechnieken kan dit geheugen ook uitgevoerd zijn 7 middels analoge technieken. Andere vormen van geheugen worden binnen de onderhavige uitvinding niet uitgesloten.

De verbinding tussen de verwerkingseenheid en de druksensor bestaat bij voorkeur uit elektrisch geleidende 5 draden. In een andere uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van draadloze communicatie.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de verwerkingseenheid een vergelijkschakeling welke een elektrisch signaal van de druksensor vergelijkt met een 10 referentiewaarde.

De meting van de druksensor kan verscheidene vormen omvatten afhankelijk van het type druksensor dat gebruikt wordt. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de meting van de druksensor een verandering in de weerstandswaarde. In een 15 andere uitvoeringsvorm omvat de meting een verandering in de capaciteitswaarde. Het is tevens mogelijk dat de druksensor tussen zijn aansluitpunten een elektrisch veld genereert welke correleert met de op de druksensor uitgeoefende druk.

Naast opslag van de referentiewaarde biedt het 20 voordelen om elektrische signalen op te slaan in de verwerkingseenheid. Dergelijke signalen kunnen bijvoorbeeld gecorreleerd zijn aan de meting van de druksensor. Zo wordt het mogelijk verschillende metingen in de verwerkingseenheid op te slaan.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de verwerkingseenheid een analoog-digitaal omzetter welke een elektrisch signaal van de druksensor omzet in digitale data. Deze data kan eventueel worden opgeslagen in een conventioneel geheugen voor digitale data.

30 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de

verwerkingseenheid een elektrische uitgang voor de uitwisseling van gegevens met een programmeereenheid. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de programmeereenheid een LED

8 en een bedieningsmechanisme, bijvoorbeeld een drukknop. Dergelijke middelen kunnen worden gebruikt om een referentiewaarde in te stellen. In een andere uitvoeringsvorm omvat de programmeereenheid een personal computer (PC).

5 Voor het terugkoppelen van de drukinformatie aan de gebruiker omvat de verwerkingseenheid bij voorkeur middelen voor het realiseren van een mechanische en/of akoestische trilling. Tevens zijn middelen mogelijk welke een optische weergave mogelijk maken van de drukinformatie.

10 Bij voorkeur omvat de druksensor een piëzo-elektrische element. Een dergelijk element vertoont verandering in zijn elektrische gedrag als het element wordt blootgesteld aan externe druk. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de druksensor een piëzo-weerstand van welke de weerstand 15 verandert bij het aanbrengen van externe druk.

Het moge de vakman duidelijk zijn dat ondanks dat er binnen deze beschrijving van de onderhavige uitvinding gesproken wordt over een fysieke scheiding tussen de programmeereenheid en de verwerkingseenheid, deze beide 20 eenheden verenigd kunnen worden in één eenheid.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een inlegzool verschaft welke een hieraan op losmaakbare wijze verbonden druksensor omvat. In een voorkeursuitvoering bestaat deze verbinding uit een 25 klittenbandsysteem.

In het hiernavolgende zal de onderhavige uitvinding verder worden besproken gebruikmakende van figuren waarbij:

Figuur 1: Een schematisch overzicht geeft van een voorkeursuitvoeringsvorra volgens de onderhavige uitvinding; 30 Figuur 2: Een detailweergave is van de inlegzool volgens de voorkeursuitvoeringsvorm uit figuur 1;

In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding weergegeven omvattende een inlegzool 1 9 welke verbonden is met een verwerkingseenheid 2 en aan welke drie druksensoren 3-3" zijn verbonden middels elektrisch geleidende draden 4. De verwerkingseenheid 2 is verbonden met een programmeereenheid 5 welke een drietal LEDs 6-6" omvat 5 alsmede een drukknop 7. De inlegzool 1 bevindt zich tussen de onderkant van de voet 8 en de bovenkant van de zool van een schoen 9. De verwerkingseenheid 2 is bevestigd aan een been 10 van de gebruiker. De programmeereenheid 5 is verbonden met de verwerkingseenheid 2 met behulp van elektrisch geleidende 10 draden 11.

Volgens de onderhavige uitvinding kan de inrichting als volgt worden gebruikt om een drukmeting uit te voeren. Allereerst dienen referentiewaarden ingesteld te worden. In deze uitvoeringsvorm wordt per druksensor 3-3" een aparte 15 referentiewaarde ingesteld. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de programmeereenheid 5 welke aangesloten is op de verwerkingseenheid 2. Bij een eerste verbinding tussen de programmeereenheid 5 en de verwerkingseenheid 2 licht een eerste LED 6 op. Deze LED 6 correspondeert met een eerste 20 druksensor 3. Vervolgens wordt druk uitgeoefend op de inlegzool 1, en in het bijzonder op de eerste druksensor 3. Het indrukken van de drukknop 7 tijdens deze belasting veroorzaakt een signaal welke naar de verwerkingseenheid 2 gestuurd wordt over de elektrische draden 11. Vervolgens 25 geeft dit signaal de verwerkingseenheid 2 de opdracht de drukmeting van de eerste druksensor 3 als referentiewaarde op te slaan in de verwerkingseenheid 2. Nadat deze waarde is opgeslagen licht een tweede LED 6' op en herhaalt voorgenoemde procedure zich totdat de referentiewaarde voor 30 de derde druksensor 3" is opgeslagen. Hierna licht de eerste LED 6 weer op en kan wederom de referentiewaarde van de eerste druksensor 3 ingesteld worden. Dit is echter niet noodzakelijk. De programmeereenheid 5 kan nu losgekoppeld 10 worden aangezien de referentiewaarden zijn ingesteld. Bij overmatige belasting, dat wil zeggen dat de meting van de druksensor 3-3" de referentiewaarde overschrijdt, zal de verwerkingseenheid een signaal afgeven middels een 5 mechanische trilling welke wordt veroorzaakt door trilmiddelen (niet getoond). In deze specifieke uitvoering wordt gebruik gemaakt van een tweetal trillingsvormen. Bij een te geringe belasting (onderbelasting) wordt er geen mechanische trilling afgegeven. Bij een correcte belasting, 10 dat wil zeggen een belasting inclusief een bepaalde bandbreedte bijvoorbeeld +/- 1 kilo, wordt een pulserende trilling afgegeven. Een continue trilling wordt gebruikt om overbelasting aan te geven.

Figuur 2 geeft een detailweergave van de inlegzool 1 15 welke wordt gebruikt in de inrichting volgens figuur 1. De drie sensoren 3-3" zijn door middel van een klittenbandsysteem verbonden aan de inlegzool 1. In deze uitvoeringsvorm bestaat de inlegzool 1 uit twee delen 12, 12' waartussen de druksensoren 3-3" geplaatst worden. Dit biedt 20 voordelen wat betreft comfort en stabiliteit van de inrichting ten opzichte van een inlegzool 1 bestaande uit een enkele laag. Door het klittenbandsysteem over de gehele inlegzool uit te voeren kunnen de druksensoren, welke bij voorkeur tevens een onderdeel van het klittenbandsysteem 25 omvatten, over de gehele inlegzool geplaatst worden. Zodoende wordt een inrichting verkregen waarbij druksensoren losmaakbaar aangebracht kunnen worden en waarbij meerdere drukmetingen over het gehele voetoppervlak mogelijk zijn.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven 30 beschreven voorkeursuitvoeringsvormen en voorkeurswerkwijze ervan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

1034258

Claims (36)

1. Werkwijze voor het meten van tijdens belasting op een voet uitgeoefende druk, omvattende: 5. het belasten van de voet terwijl die is geplaatst in een schoen met daarin een inlegzool welke is voorzien van een losmaakbaar daarmee verbonden druksensor; - het tijdens de belasting met behulp van de druksensor meten van de druk op de voet; 10. het doorsturen van meetgegevens van de druksensor naar een verwerkingseenheid; - het verwerken van de meetgegevens door de verwerkingseenheid ter verkrijging van informatie over de druk op de voet. 15

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verwerken van de meetgegevens het vergelijken met een drempelwaarde omvat.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, verder omvattende het instellen van een drempelwaarde in de verwerkingseenheid.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het instellen van de drempelwaarde het uitoefenen van druk op 25 de druksensor omvat en het in de verwerkingseenheid vastleggen van de bij de druk behorende meetgegevens.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-4, verder omvattende het in het tijdsdomein bemonsteren van de 30 informatie in digitale waarden. 1034258

6. Werkwijze volgens conclusie 5, verder omvattende het opslaan van de digitale waarden in een geheugen van de verwerkingseenheid.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, verder omvattende het uitvoeren van de digitale waarden naar een programme e reenhe i d.

8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-7, verder 10 omvattende het inlezen van een referentiewaarde vanuit een programmeereenheid in de verwerkingseenheid.

9. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de inlegzool voorzien is van meerdere 15 sensoren.

10. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de drukinformatie een mechanische trilling omvat. 20

11. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de drukinformatie een akoestische trilling omvat.

12. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de drukinformatie een optisch signaal omvat.

13. Werkwijze volgens één van de conclusies 10-12, met het kenmerk, dat de eigenschappen van de drukinformatie 30 afhankelijk zijn van het verschil tussen een meting van de druksensor en de corresponderende drempelwaarde.

14. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de meetgegevens van de druksensor opgenomen zijn in een elektrische signaal.

15. Inrichting voor het meten van tijdens belasting op een voet uitgeoefende druk, omvattende een inlegzool een hiermee losmaakbaar verbonden druksensor; en eventueel een verwerkingseenheid welke in verbinding 10 staat met de druksensor en welke de meetgegevens van de druksensor verwerkt tot informatie over de druk op de voet.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, 15 dat de druksensor losmaakbaar is verbonden met de inlegzool door middel van een klittenbandsysteem.

17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een geheugen omvat voor 20 een referentiewaarde.

18. Inrichting volgens één van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat de verbinding tussen de verwerkingseenheid en de druksensor elektrisch geleidende 25 draden omvat.

19. Inrichting volgens één van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat de verbinding tussen de verwerkingseenheid en de druksensor draadloos is. 30

20. Inrichting volgens één van de conclusies 15-19, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een vergelijkschakeling omvat welke een elektrisch signaal van de druksensor vergelijkt met een referentiewaarde.

21. Inrichting volgens één van de conclusies 15-20, 5 met het kenmerk, dat de meting van de druksensor een verandering in weerstands- of capaciteitswaarde van de druksensor omvat gemeten tussen aansluitpunten van de sensor.

22. Inrichting volgens één van de conclusies 15-21, 10 met het kenmerk, dat de meting van de druksensor een verandering omvat in elektrische spanning gemeten tussen aansluitpunten van de sensor.

23. Inrichting volgens één van de conclusies 15-22, 15 met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een geheugen omvat voor opslag van een elektrisch signaal.

24. Inrichting volgens één van de conclusies 15-23, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een analoog- 20 digitaal omzetter omvat welke een elektrisch signaal van de druksensor omzet in digitale data.

25. Inrichting volgens één van de conclusies 15-24, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een geheugen omvat 25 voor opslag van digitale data.

26. Inrichting volgens één van de conclusies 15-25, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een elektrische uitgang omvat voor uitwisseling van gegevens met een 30 programmeereenheid.

27. Inrichting volgens conclusies 26, met het kenmerk, dat de programmeereenheid een LED en een bedieningsmechanisme omvat.

28. Inrichting volgens één van de conclusies 26-27, met het kenmerk, dat de programmeereenheid een personal computer (PC) is.

29. Inrichting volgens één van de conclusies 15-28, 10 met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid middelen omvat voor het veroorzaken van een mechanische trilling.

30. Inrichting volgens één van de conclusies 15-29, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid middelen omvat 15 voor het veroorzaken van een akoestische trilling.

31. Inrichting volgens één van de conclusies 29-31, met het kenmerk, dat eigenschappen van de drukinformatie afhankelijk zijn van het verschil tussen een meting van de druksensor en de corresponderende drempelwaarde. 25

31. Inrichting volgens één van de conclusies 15-30, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid middelen omvat voor de optische weergave van drukinformatie. 20

32. Inrichting volgens één van de conclusies 15-31, met het kenmerk, dat de druksensor een piëzo-elektrisch element omvat.

33. Inrichting volgens één van de conclusies 15-32, met het kenmerk, dat de druksensor een piëzo-weerstand omvat.

34. Inlegzool voor het meten van druk op een voet omvattende een hiermee op losmaakbare wijze verbonden druksensor.

35. Inlegzool volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de druksensor middels een klittenbandsysteem is verbonden aan de inlegzool.

36. Inlegzool volgens conclusie 34, met het kenmerk, 10 dat de druksensor zelfklevend is. 1034258