NL1034077C2 - Gebruik van een zelfregelende klep. - Google Patents

Gebruik van een zelfregelende klep. Download PDF

Info

Publication number
NL1034077C2
NL1034077C2 NL1034077A NL1034077A NL1034077C2 NL 1034077 C2 NL1034077 C2 NL 1034077C2 NL 1034077 A NL1034077 A NL 1034077A NL 1034077 A NL1034077 A NL 1034077A NL 1034077 C2 NL1034077 C2 NL 1034077C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
ventilation device
air flow
pressure difference
ventilation
Prior art date
Application number
NL1034077A
Other languages
English (en)
Inventor
Hilone Demuynck
Original Assignee
Renson Ventilation N V
Paul Renson
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Ventilation N V, Paul Renson filed Critical Renson Ventilation N V
Application granted granted Critical
Publication of NL1034077C2 publication Critical patent/NL1034077C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/70Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof
    • F24F11/72Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure
    • F24F11/74Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity
    • F24F11/75Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity for maintaining constant air flow rate or air velocity
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F2007/004Natural ventilation using convection

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)
  • Safety Valves (AREA)

Description

GEBRUIK VAN EEN ZELFREGELENDE KLEP
De uitvinding betreft het gebruik van een klep die scharnierend voorzien is in een luchtdoorstroomkanaal van een ventilatie-inrichting en die de 5 luchtdoorstroomopening automatisch aanpast in functie van het drukverschil tussen de ingang en de uitgang van het luchtdoorstroomkanaal (ook zelfregelende klep genoemd).
Een dergelijke zelfregelende klep die voorzien is in een luchtdoorstroomkanaal van 10 een ventilatie-inrichting en die de luchtdoorstroomopening automatisch aanpast in functie van het drukverschil tussen de ingang en de uitgang van het luchtdoorstroomkanaal wordt momenteel gebruikt om bij wisselende drukverschillen over de ventilatie-inrichting een zo constant mogelijk luchtdebiet te bekomen. Hierdoor kan een zo constant mogelijk debiet aan natuurlijke luchttoevoer voorzien 15 worden. Het nominale drukverschil (ook wel het ontwerp drukverschil genoemd) vanaf dewelke het luchtdebiet constant gehouden moet worden, om de ventilatie-inrichting voor natuurlijke luchttoevoer als zelfregelend te beschouwen, verschilt van land tot land wegens verschillende normering of wetgeving; bijv. in Nederland vanaf 1 Pa, in België vanaf 2 Pa en in Frankrijk vanaf 20 Pa.
20
Ventilatie-inrichtingen met dergelijke zelfregelende kleppen zijn bijvoorbeeld gekend uit NL 1 025600, NL 9 100 392 en EP 0 327 186.
Een gekend probleem bij ventilatie-inrichtingen in woningen is, dat wanneer het 25 regent en wanneer de luchtdruk binnen in het gebouw lager is dan buiten, bijvoorbeeld als gevolg van een windkracht op de ventilatie-inrichting, water langs de ventilatie-inrichting binnenkomt, ofwel in de ventilatie-inrichting zelf, ofwel in het gebouw. Deze waterindringing is ongewenst. Analoog is bijvoorbeeld ook waterindringing bij ventilatie-inrichtingen in voertuigen een probleem.
30
Daarom omvat een ventilatie-inrichting meestal een voorziening (een klep, schuif, etc.), zodat het luchtdoorstroomkanaal kan afgesloten worden om waterindringing te voorkomen. Dergelijke inrichting noemt men een regelbare ventilatie-inrichting.
I 0 3 4 0 7 7 2
In NL 1 025 600 is bijvoorbeeld een ventilatie-inrichting beschreven die voorzien is van een scharnierende klep die voorzien is voor het regelen van de maximale luchtvolumestroom bij een gegeven drukverschil over de ventilatie-eenheid of voor het volledig afsluiten van de luchtstroom. Om de waterdichtheid van de ventilatie-5 inrichting te verzekeren wordt hierbij een dichtingelement voorzien, dat ervoor zorgt dat in de gesloten stand van de scharnierende klep het luchtdoorstroomkanaal lucht- en waterdicht is.
In NL 9 100 392 wordt geen oplossing meegegeven om waterindringing te 10 vermijden.
Het sluiten van de ventilatie-inrichting verhindert evenwel de initiële bedoeling van de ventilatie-inrichting, namelijk de permanente toevoer van verse lucht. Bijgevolg is een oplossing nodig om waterindringing in elke open stand van de ventilatie-15 inrichting te vermijden.
Volgens de Vlaamse EnergiePrestatieRegelgeving (EPR), moet een regelbare ventilatie-inrichting voor natuurlijke luchttoevoer waterdicht zijn in de volledig open stand tot een drukverschil van 20 Pa en tot 150 Pa in gesloten stand. Met een 20 regelbare ventilatie-inrichting, wordt een ventilatie-inrichting bedoeld waarbij het debiet aan verse lucht dat met de ventilatie-inrichting wordt aangevoerd bij een gegeven drukverschil, kan ingesteld worden. De bepaling van de waterdichtheid van een ventilatie-inrichting gebeurt volgens de Europese norm EN 13141-1, die op zijn beurt verwijst naar één van de methodes beschreven in de Europese norm EN 25 1027. In een dergelijke proefmethode, wordt het drukverschil over de ventilatie- inrichting trapsgewijs opgedreven tot het drukverschil waarbij water doorheen het rooster komt. Dit finale drukverschil bepaalt het drukverschil tot waar de ventilatie-inrichting waterdicht is.
30 Er zijn reeds verschillende manieren gekend om de waterdichtheid van ventilatie-inrichtingen te verhogen in elke open stand.
Een gekende manier om de waterdichtheid van ventilatie-inrichtingen te verhogen bestaat erin de inlaatopening van de ventilatie-inrichting voldoende af te schermen.
3
Een dergelijke afscherming kan bestaan uit een buitenkap. Uitvoeringsvormen hiervan zijn bijvoorbeeld terug te vinden in NL 1 018 166, WO 03/060387 A1, EP 0 730 126 A2, EP 0 327 186 en EP 1 050 659. Hier wordt telkens een afscherming 5 voorzien aan de buitenzijde van de ventilatie-inrichting, waarbij zowel in WO 03/060387 A1 als in EP 0 730 126 A2 bij de beschrijving van de figuren is aangegeven dat deze dient als weersafscherming. In EP 0 327 186 wordt aangegeven dat waterindringing in de ventilatie-inrichting wordt beperkt doordat de inlaat-opening neerwaarts is gericht. In EP 1 050 659 wordt meegegeven hoe bij 10 een ventilatie-inrichting met regelbare, maar niet zelfregelende klep, waterindringing in de ventilatie-inrichting wordt beperkt doordat de regelbare klep aan de buitenzijde van het glaspaneel, waarboven de ventilatie-inrichting wordt gemonteerd, is voorzien. Waterindringing wordt goed beperkt vanaf een half open positie van de regelbare klep tot een gesloten positie van de regelbare klep.
15
Het nadeel van een dergelijke buitenkap is echter dat dit systeem niet altijd kan toegepast worden, zoals bijvoorbeeld bij schuiframen, omdat het raam hierbij tegen de ventilatie-buitenkap aanstoot. De buitenkap maakt de ventilatie-inrichting ook meer zichtbaar van buitenaf wat door velen als minder esthetisch wordt ervaren.
20
Een andere afscherming is uitgevoerd als een uitwendig rooster, bestaande uit een set naar buiten toe neerwaarts gehelde horizontale lamellen. Een dergelijk rooster is bijvoorbeeld omschreven in GB 2 276 235 A en in GB 2 285 860. In GB 2 275 235 A is dit rooster bovendien onderaan voorzien van neerwaarts gerichte tanden om het 25 regenwater vlot af te voeren. Het rooster uit GB 2 285 860 is hiertoe voorzien van goten per lamel met openingen verbonden met respectievelijke drainagekanalen en een gemeenschappelijke verticale drainagebuis. Dergelijk uitwendige roosters zijn echter een dure oplossing om de waterdichtheid van ventilatie-inrichtingen te verhogen.
30
Een verdere toegepaste afscherming van de inlaatopening van de ventilatie-inrichting bestaat erin de ventilatie-inrichting geheel of gedeeltelijk achter het buitenspouwblad te plaatsen, zoals in NL 1 022 787 is omschreven. Deze oplossing heeft als nadeel dat een dergelijke plaatsing niet steeds mogelijk is, bijvoorbeeld 4 wanneer bij een renovatie enkel het glas wordt vervangen en niet het volledige raam. Bovendien is een buitenspouwblad niet altijd aanwezig.
Een andere manier om de waterdichtheid van ventilatie-inrichtingen te verhogen 5 bestaat erin de inwendige stromingsweerstand van de ventilatie-inrichting te verhogen. Wanneer de weerstand voor de luchtstroming verhoogd wordt, wordt immers ook de weerstand tegen waterindringing verhoogd.
Enerzijds wordt de inwendige stromingsweerstand van ventilatie-inrichtingen bij 10 gekende oplossingen verhoogd door de lengte van het luchtdoorstroomkanaal te vergroten. Anderzijds kan de inwendige stromingsweerstand van ventilatie-inrichtingen bij gekende oplossingen verhoogd worden door het luchtdoorstroomkanaal minder gestroomlijnd te maken door het voorzien van bijvoorbeeld uitstekende randen of lippen of door het voorzien van stijgende delen. 15
De Z-vormige doorsnede van de lamellen uit GB 1 045 132 zorgen bijvoorbeeld niet enkel voor een verlenging van het luchtdoorstroomkanaal, maar bovendien ook voor een minder gestroomlijnd doorstroomkanaal, gezien met de Z-vorm de stroomlijningenkele keren abrupt verstoord wordt. Analoog wordt met het zigzag-pad 20 van de ventilatie-inrichting uit GB 1 557 534 het luchtdoorstroomkanaal zowel verlengd als minder gestroomlijnd. Verder combineert ook het zigzag-pad gevormd door lamellen in DE 103 52 113 deze beide oplossingen.
In GB 1 202 450, BE 1012000 en JP 11336442 worden ventilatie-inrichtingen 25 beschreven waarbij de inwendige stromingsweerstand verhoogd wordt enkel door het luchtdoorstroomkanaal minder gestroomlijnd te maken. In GB 1 202 450 en BE 1012000 worden hiertoe uitstekende randen aangebracht aan de lamellen die samen een luchtdoorstroomkanaal vormen. In JP 11336442 wordt een minder gestroomlijnd luchtdoorstroomkanaal bekomen door deze te voorzien van stijgende 30 delen.
Het nadeel van deze gekende systemen om de waterdichtheid van ventilatie-inrichtingen te verhogen door de inwendige stromingsweerstand van de ventilatie-inrichting te verhogen, is dat bij een groter drukverschil over de ventilatie-inrichting, 5 de weerstand tegen waterindringing niet toeneemt. De waterdichtheid van een dergelijke ventilatie-inrichting is namelijk sterk gerelateerd aan de maximale luchtvolumestroom doorheen de inrichting. Deze luchtvolumestroom neemt toe met stijgend drukverschil over de in- en uitlaat. Hoe groter het drukverschil, hoe kleiner 5 dus de waterdichtheid bij deze systemen. Bovendien vergen deze systemen hoge productiekosten.
Het doel van de uitvinding is om waterindringing in een ventilatie-inrichting te reduceren (en bijgevolg de waterdichtheid van de ventilatie-inrichting te verhogen), 10 bij stijgend drukverschil over de ventilatie-inrichting tot een drukverschil van 20 Pa.
Verrassender wijze kan dit doel bereikt worden door te voorzien in een klep die voorzien is in een luchtdoorstroomkanaal van de ventilatie-inrichting en die de luchtdoorstroomopening automatisch aanpast in functie van het drukverschil tussen 15 de ingang en de uitgang van het luchtdoorstroomkanaal om indringing van water in de ventilatie-inrichting te reduceren.
Hoe groter het drukverschil wordt over de klep, hoe kleiner de luchtdoorstroomopening wordt ter hoogte van de klep. Als gevolg van deze kleinere 20 luchtdoorstroomopening neemt de waterdichtheid van de ventilatie-inrichting toe. De luchtvolumestroom hoeft daarbij niet af te nemen t.o.v. de nominale luchtvolumestroom, aangezien de luchtvolumestroom evenredig is met het product van het drukverschil en de oppervlakte van de doorlaatopening.
25 Bij een meer voorkeurdragend gebruik volgens de uitvinding voldoet de ventilatie-inrichting aan de normeringen naar nominaal drukverschil toe vanaf dewelke het luchtdebiet constant gehouden moet worden om de ventilatie-inrichting voor natuurlijke luchttoevoer als zelfregelend te beschouwen. Hiertoe wordt het luchtdebiet door de ventilatie-inrichting bij voorkeur constant gehouden vanaf een 30 drukverschil van 20 Pa om zo te voldoen aan de Franse grens voor nominaal drukverschil. Nog meer voorkeurdragend zal het luchtdebiet constant gehouden worden vanaf een drukverschil van 2 Pa om in België aan de normering te voldoen. Bij een verder voorkeurdragend gebruik zal de inrichting zorgen voor een constant 6 luchtdebiet vanaf een drukverschil van 1 Pa om aan de Nederlandse wetgeving te voldoen.
Een klep wordt bij een voordelig gebruik volgens deze uitvinding in een regelbare 5 ventilatie-inrichting voorzien.
Bij een verder voordelig gebruik volgens deze uitvinding is de klep geponst. De ponsingen in de klep kunnen daarbij aangepast worden om voldoende ventilatiedebiet te verzekeren doorheen een regelbare ventilatie-inrichting in 10 gesloten toestand van de klep.
Bij voorkeur is de klep homogeen uitgevoerd qua samenstelling. Deze zou echter ook niet-homogeen uitgevoerd kunnen worden om de waterkerende werking van de klep te verhogen.
15
Nog meer voorkeurdragend wordt de klep vervaardigd uit kunststof zoals PVC, maar kan ook uit eender welk ander materiaal vervaardigd zijn.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende 20 gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende klep volgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze klep volgens de uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies 25 opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een doorsnede is weergegeven van een regelbaar ventilatierooster 30 voor plaatsing op beglazing, met een waterwerende klep in open stand; figuur 2 een doorsnede is weergegeven van een regelbaar ventilatierooster voor plaatsing op beglazing, met een waterwerende klep in gesloten stand; figuur 3 een doorsnede is afgebeeld van een niet-regelbaar muurrooster met waterwerende kleppen in open stand; 7
Een ventilatie-inrichting (1) zoals wordt voorgesteld op de figuren 1 tot en met 3, omvat één of meerdere luchtdoorstroomkanalen (2) waarin een klep (3) is voorzien, die hier een zelfregelende klep is. Een zelfregelende klep (3) is een klep die 5 automatisch de luchtdoorstroomopening aanpast in het luchtdoorstroomkanaal (2) in functie van het luchtdrukverschil tussen de ingang (4) en de uitgang (5) van het luchtdoorstroomkanaal (2).
De klep (3) is hier voorzien van een haakvormig uiteinde (8), waarmee deze in een 10 railvormige holte (7) in het luchtdoorstroomkanaal (2) van de ventilatie-inrichting (1) is opgehangen, zodat deze scharnierend in het luchtdoorstroomkanaal (2) kan bewegen. Een andere ophanging is echter ook denkbaar. De klep (3) uit de figuren 1 en 2 is hier verder aan het andere uiteinde voorzien van een lip (9) waarmee de klep (3) tot tegen een lip (10) in het luchtdoorstroomkanaal kan bewegen, om tot de 15 gesloten stand te komen.
Dergelijke ventilatie-inrichtingen (1) volgens de uitvinding kunnen toegepast worden op of onder het glas van een raam of een deur, op het raamprofiel zelf, of in de muur. In figuur 1 en 2 is een ventilatie-inrichting (1) weergegeven, die ontworpen is 20 voor plaatsing op beglazing. In figuur 3 is een niet-regelbaar muurrooster weergegeven.
Zoals wordt voorgesteld op de figuren 1 en 2, kan de zelfregelende klep (3) geponst zijn om in gesloten stand nog voldoende ventilatie-debiet in de ventilatie-inrichting 25 (1) mogelijk te maken.
Bij voorkeur is de klep (3) homogeen uitgevoerd qua samenstelling. Dit wil zeggen dat de dikte van de klep (3) overal hetzelfde is. Echter, een klep (3) kan ook niet-homogeen uitgevoerd kunnen worden om de waterwerendheid te verhogen, 30 bijvoorbeeld door de klep (3) met plaatselijk minstens één dunne deel te voorzien.
De klep (3) is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, zoals bijvoorbeeld PVC. Echter, deze klep (3) kan ook uit eender welk geschikt ander materiaal vervaardigd zijn zoals bijvoorbeeld aluminium.
3 4 0 77

Claims (8)

1. Gebruik van een zelfregelende klep (3) die scharnierend voorzien is in een luchtdoorstroomkanaal (2) van een ventilatie-inrichting (1) en die de luchtdoorstroomopening automatisch aanpast in functie van het drukverschil tussen de ingang (4) en de uitgang (5) van het luchtdoorstroomkanaal (2), om indringing van water in de ventilatie-inrichting (1) te verhinderen bij stijgend drukverschil tot een drukverschil van 20 Pa over de ventilatie-inrichting.
2. Gebruik van een klep volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de klep (3) voorzien is om het luchtdebiet door de ventilatie-inrichting (1) nagenoeg constant te houden vanaf een drukverschil van 20 Pa.
3. Gebruik van een klep volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de klep (3) voorzien is om het luchtdebiet door de ventilatie-inrichting (1) nagenoeg constant te houden vanaf een drukverschil van 2 Pa.
4. Gebruik van een klep volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de klep (3) voorzien is om het luchtdebiet door de ventilatie-inrichting (1) nagenoeg constant te houden vanaf een drukverschil van 1 Pa.
5. Gebruik van een klep volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk dat de klep (3) in een regelbare ventilatie-inrichting met meerdere open standen is voorzien.
6. Gebruik van een klep volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de klep (3) geponst is uitgevoerd.
7. Gebruik van een klep volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de klep (3) homogeen is uitgevoerd qua samenstelling.
8. Gebruik van een klep volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de klep (3) vervaardigd is uit kunststof. 1034077
NL1034077A 2006-07-07 2007-07-03 Gebruik van een zelfregelende klep. NL1034077C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2006/0368A BE1017211A5 (nl) 2006-07-07 2006-07-07 Gebruik van een zelfregelende klep.
BE200600368 2006-07-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034077C2 true NL1034077C2 (nl) 2008-01-10

Family

ID=37596305

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034077A NL1034077C2 (nl) 2006-07-07 2007-07-03 Gebruik van een zelfregelende klep.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1017211A5 (nl)
FR (1) FR2903474B1 (nl)
NL (1) NL1034077C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109383548A (zh) * 2018-09-26 2019-02-26 长春中车轨道车辆有限公司 Erc弓网轨道检测车风道设计方法

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0327186B1 (en) * 1988-02-04 1992-07-01 Buva Rationele Bouwprodukten Bv A ventilator
NL9100392A (nl) * 1991-03-05 1992-10-01 Tno Zelfregelend ventilatierooster.
DE69901096T2 (de) * 1999-05-03 2002-11-07 Kestral Organisation Ltd Lüftungsvorrichtung mit Regelklappe, zum Einbau in einem Glaspaneel oder Querträger
NL1025600C2 (nl) * 2004-02-27 2005-08-30 Renson Ventilation N V Inrichting voor het regelen van het luchtdebiet in een ventilatie-inrichting.

Also Published As

Publication number Publication date
FR2903474B1 (fr) 2013-10-25
FR2903474A1 (fr) 2008-01-11
BE1017211A5 (nl) 2008-05-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2150658B1 (en) Roof window with air supply channel
NL2006400C2 (nl) Gebouw met verbeterd ventilatiesysteem alsmede ventilatie-inrichting daarvoor.
US20140311063A1 (en) Rain deflecting window covering
KR20160040757A (ko) 물 유입 차단을 위한 창틀프레임
NL1034077C2 (nl) Gebruik van een zelfregelende klep.
US9334685B1 (en) Environmental barrier
EP2317026B1 (en) Ventilation device and roof window system
BE1017809A5 (nl) Ventilatie-inrichting.
JP4460887B2 (ja) 自然換気装置
EP2762653B1 (en) Roof window set with an air outlet
CN208473641U (zh) 一种防雨百叶窗
KR101185694B1 (ko) 빗물 유입 방지 장치
KR20150003345U (ko) 선박 및 해양플랜트용 흡배기관의 루버 구조물
EP3628809A1 (en) Façade slat for deflecting an air flow
GB2441179A (en) A ventilation system for windows and doors
EP3411554B1 (en) Frame for a window or door
NL1027908C2 (nl) Ventilatie-inrichting met zelfregelende hulpklep.
BE1015475A5 (nl) Inrichting voor zonnewering en ventilatie.
EP2264376A1 (en) Air ventilator with non-return valve and filter for leading replacement air into a room
GB2529553A (en) Drained louvres and method of making drained louvres
KR200417841Y1 (ko) 창문용 빗물 차단장치
JPH0113747Y2 (nl)
AU2018101567A4 (en) Sliding panel track system
FI12468U1 (fi) Tuloilmajärjestely
KR20140019441A (ko) 파사드 요소

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150801