NL1033996C2 - Skimat, rolbaan en skihelling voorzien van een dergelijke skimat, en werkwijze voor vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

Skimat, rolbaan en skihelling voorzien van een dergelijke skimat, en werkwijze voor vervaardiging daarvan

De onderhavige uitvinding betreft een skimat als 5 ondergrond voor onder meer skiën en snowboarden. Echter, ook andere wintersporten, zoals bijvoorbeeld langlaufen en biatlon, kunnen op een dergelijke skimat worden beoefend.

Bekende banen om te skiën betreffen een indoor-skibaan, welke bestaat uit een mechanische rolbaan waarop een 10 ondergrond is aangebracht. Hierbij glijdt de ondergrond onder de ski's door. De ondergrond wordt gevormd door een tapijt. Ook bekend zijn buitenbanen, welke worden gevormd door een helling bedekt met een kunststof laag, of zelfs een soort borstels. Door het grote verschil tussen dergelijke soorten 15 ondergrond en natuurlijk gevormde sneeuw is er op dergelijke banen een ander andersoortige beleving bij de gebruiker. Tevens zijn de uitgevoerde bewegingen op een dergelijke ondergrond enigszins afwijkend ten opzichte van die welke worden gebruikt op een natuurlijke sneeuwondergrond. Tevens 20 bekend zijn zogeheten sneeuwbanen, welke worden gevormd door een overdekte skihelling waarin het klimaat wordt beheerst. Door gebruik van een klimaatinstallatie kan kunstmatig sneeuw worden aangebracht op de helling. Dit vereist echter het voorzien van grote overkappingen over de complete skihelling 25 en het gebruik van klimaatinstallaties met een relatief grote capaciteit. Hierbij zijn relatief grote investeringen vereist. Voorts gaat het gebruik van dergelijke klimaatinstallaties gepaard met relatief hoge gebruikskosten door de vereiste energie.

30 De onderhavige uitvinding heeft als doel te voorzien in een ondergrond voor het skiën die een grotere gelijkenis vertoont met een natuurlijke sneeuwondergrond. Voorts dient een dergelijke skimat efficiënt gebruikt te kunnen worden.

Λ Ύ 7 0 0 ft 2

Dit doel wordt bereikt met de onderhavige uitvinding welke voorziet in een skimat als ondergrond voor skiën en snowboarden, omvattende een dragermateriaal en een op het dragermateriaal aangebracht elastisch, thermoplastisch 5 vezelmateriaal.

Het dragermateriaal is bij voorkeur uitgevoerd als een soort doek waarin de afzonderlijke vezels worden aangebracht. Dit aanbrengen kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het tuften van de vezels op het doek. Door 10 de vezels te voorzien uit een elastisch, thermoplastisch materiaal, wordt bewerkstelligd dat de vezels voldoende flexibel zijn om een belasting door een gebruiker op onder meer ski's op te vangen. Hierbij wordt een enigszins verende of dempende werking bereikt die overeenkomt met die van 15 natuurlijke sneeuw. Door de juiste materiaalkeuze wordt hierbij tevens vermeden dat de vezels af kunnen breken bij temperaturen rond het vriespunt of lager. Hiertoe omvat het vezelmateriaal bij voorkeur polyethyleen (PE). Polyethyleen wordt ook wel aangeduid met polyetheen. Polyethyleen kan 20 worden gecategoriseerd op basis van de dichtheid en onder meer de aanwezige vertakkingen. Ten behoeve van het vezelmateriaal gebruikt voor de skimat volgens de onderhavige uitvinding wordt bij voorkeur een lage dichtheid polyethyleen (LDPE) gebruikt. Echter ook andere soorten polyethyleen zijn 25 mogelijk, zoals bijvoorbeeld medium dichtheid polyethyleen (MDPE), lineaire lage dichtheid polyethyleen (LLDPE) en erg lage dichtheid polyethyleen (VLDPE). Hoewel relatief kostbaar, is het ook mogelijk om bijvoorbeeld polyamide te gebruiken als vezelmateriaal. De gebruikte vezel kan bestaan 30 uit ten minste één getwijnd of gedraaid monofilament. Ook is het mogelijk dat de vezel is gevormd uit een strook of band vezelmateriaal in de vorm van een getwijnde gefibrilleerde bandvezel. Desgewenst kan na het weven van de vezel in een 3 dragermat bijvoorbeeld een soort bitumenlaag worden aangebracht, onder meer om de consistentie van de mat te vergroten. De skimat volgens de uitvinding kan worden aangebracht op een zogeheten rollenbaan, waarbij een 5 transportband roteert en de skimat, bijvoorbeeld door verlijming, wordt aangebracht op de transportband. De skimat is echter tevens bruikbaar onder buitencondities en kan op buitenbanen worden aangebracht. In het bijzonder is de skimat volgens de uitvinding uitermate geschikt voor gebruik in 10 traditionele skigebieden ter ondervanging van een tekort aan sneeuwval. Dit voorkomt het gebruik van bijvoorbeeld sneeuwkanonnen. Tevens vergroot de skimat, ook in het geval van een kleine laag natuurlijke sneeuw, het skigevoel. Zo is bijvoorbeeld een combinatie van een skimat volgens de 15 uitvinding met een laag natuurlijke sneeuw van 5 cm. in staat een skigevoel te bewerkstelligen overeenkomstig een natuurlijke sneeuwlaag van 50 cm..

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het dragermateriaal van de skimat 20 aan de onderzijde voorzien van een polyurethaanlaag.

Door het voorzien van een polyurethaanlaag aan de onderzijde van het dragermateriaal wordt bewerkstelligd dat de hechting met de ondergrond wordt versterkt. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de skimat beter te verlijmen op de 25 transportband van de indoor-rollenbaan. Tevens is een dergelijke laag bestand tegen de rotaties in de rollenbaan. Daarnaast heeft de polyurethaanlaag het voordeel dat het bestand is tegen veelvuldig oprollen dan wel afrollen van de mat, zoals bijvoorbeeld op kan treden bij gebruik op 30 buitenbanen en in meer traditionele skigebieden. Bekende alternatieven, zoals bijvoorbeeld een latexonderlaag, hebben de neiging af te brokkelen tijdens gebruik waardoor 4 dergelijke resten in het milieu terecht kunnen komen. Dit is milieubelastend en/of verhoogt reinigingskosten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn in lengterichting van het 5 dragermateriaal de afzonderlijke vezels voorzien in een dichtheid van ten minste 29 vezels per 10 cm strekkende lengte.

Door het creëren van een voldoende grote dichtheid kan een compacte skimat worden gerealiseerd welke bijdraagt 10 aan een goede skibeleving van de gebruiker. Uit uitvoerige testen is gebleken dat een dichtheid van ten minste 29 vezels per 10 cm. strekkende lengte een goede overeenkomst tussen de skimat volgens de onderhavige uitvinding en een natuurlijke sneeuwlaag bewerkstelligt. Meer in het bijzonder is gebleken 15 dat een dichtheid van 30 vezels per 10. cm strekkende lengte een goede balans geeft tussen het skigevoel van de gebruiker van de skimat en de mogelijkheden, en productiekosten, van het productieproces van een dergelijke skimat. Uiteraard is het mogelijk ook grotere dichtheden te voorzien, bijvoorbeeld 20 40 vezels per 10 cm. lengte. Vanzelfsprekend wordt de vermelde dichtheid gezien in een strekkende lengte van het aanbrengen van de vezels, zodanig dat bijvoorbeeld een zogeheten zigzag-steek van een zelfde dichtheid kan worden voorzien. Deze steek valt derhalve ook binnen de vermelde 25 definitie. Bij voorkeur wordt in een dwarsrichting van het dragermateriaal, haaks op de lengterichting daarvan, een dichtheid van vezels voorzien van ten minste 14 vezels per 10 cm. strekkende lengte. Eveneens is uit uitvoerige testen gebleken dat een aantal van 14 vezels per 10 cm. een goed 30 evenwicht is tussen het skigevoel en het productieproces. Uiteraard zijn andere dichtheden mogelijk, bijvoorbeeld in het bereik van 10 tot 20 vezels per 10 cm.. Ook hierbij geldt dat de lengte niet per definitie een rechte lijn hoeft te 5 zijn, echter ook als zigzag of gekromde baan voorzien kan zijn.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn vezels van een hoogte van 15-35 5 mm. voorzien.

Door het voorzien van vezels van een lengte van 15-35 mm., en bij voorkeur van 30 mm. wordt een soort hoogpolige skimat verkregen. Hiermee worden de elastische eigenschappen van het vezelmateriaal zo optimaal mogelijk benut om een zo 10 goed mogelijke overeenkomst tussen de skimat en een natuurlijke sneeuwondergrond te bewerkstelligen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een rolbaan en skihelling voorzien van een hierboven genoemde skimat. Een dergelijke rolbaan of skihelling heeft gelijke effecten en 15 voordelen als die genoemd zijn bij de skimat. De uitvinding heeft verder tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een hierboven genoemde skimat, waarmee de genoemde effecten en voordelen als hierboven genoemd geboden worden.

20 Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij verwezen wordt naar de bij gevoegde tekeningen, waarin tonen: - Fig. 1 een aanzicht van een helling voorzien van een 25 skimat volgens de uitvinding; - Fig. 2 een aanzicht van een rollenbaar voorzien van een skimat volgens de uitvinding; - Fig. 3 een aanzicht van een skimat volgens de uitvinding; 30 - Fig. 4 een detail-aanzicht van een bandvezel voor het gebruik in een skimat uit figuur 3; en - Fig. 5 een aanzicht van de bandvezel uit figuur 4 in uitgestrekte toestand.

6

Een natuurlijke skihelling 2 (fig. 1) is voorzien van een skimat 4. Een skiër 6 maakt tijdens de afdaling gebruik van skimat 4. Hoewel de skimat 4 gedurende het gehele jaar kan blijven liggen kan deze eventueel buiten het seizoen 5 geheel of gedeeltelijk worden verwijderd.

Een rollenbaan 8 (fig. 2) wordt gevormd door een transportband 10 die draait om twee rotatie-assen 12, 14. Op de transportband 10 is skimat 4 verlijmd. Een rollenbaan 8, zoals weergegeven, maakt tijdens een seizoen in de 10 ordegrootte van zo'n één miljoen omwentelingen. Aangezien de rollenbaan alleen hoeft te draaien tijdens gebruik, wordt deze zeer intensief gebruikt. Tijdens rotatie is er immers bijna altijd een gebruiker met zijn belasting aangewezig. Derhalve dient momenteel een skimat 4 bevestigd op een 15 rollenbaan 8 na een tweetal seizoenen vervangen te worden.

De skimat 2 (fig. 3) is voorzien van een drager 12 in de vorm van een geweven doek waarop de vezels 14 zijn aangebracht. Op de onderzijde van het doek 4 is een polyurethaanlaag 16 aangebracht ter verkrijging van een 20 betere consistentie en hechting van de skimat 2. Het geweven doek 12 (fig. 4) heeft een dikte van 1-2 millimeter. De vezels 14 hebben een lengte van ongeveer 30 millimeter. In lengterichting van skimat 4 zijn de vezels 14 aangebracht in een dichtheid van dertig vezels per 10 centimeter strekkende 25 lengte. In de breedterichting van skimat 4 zijn de vezels aangebracht in een dichtheid van veertien vezels per 10 centimeter strekkende lengte. De vezels 14 zijn voorzien uit een polyethyleen materiaal, in het bijzonder lage dichtheid polyethyleen (LDPE).

30 De vezels 6 van skimat 4 zijn voorzien uit een bandvezel 18 (fig. 5). In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de bandvezel 18 een breedte van zo'n 3,5 millimeter en een hoogte van 30 millimeter. In de bandvezel 18 zijn in de 7 lengterichting een aantal insnijdingen 20 aangebracht. Door de vezel 14 vervolgens getwijnd of gedraaid aan de mat 12 te tuften wordt de gewenste skibeleving verkregen.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de 5 bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvorm. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties mogelijk zijn. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de vezels 14 in een specifieke kleur of zelfs fluorescerend uit te voeren. Tevens is het 10 mogelijk om hiermee maatschappelijke of commerciële boodschappen aan te brengen op een skimat 4. Uiteraard behoort het bijvoorbeeld ook tot de mogelijkheden om, bijvoorbeeld ten gevolge van een verbeterd of nieuw productieproces, de dichtheid van de vezels 14 op een skimat 15 4 verder te vergroten tot bijvoorbeeld veertig vezels per 10 centimeter lengte. Hoewel de getoonde uitvoeringsvorm gebruik maakt van vezels 14 vervaardigd uit polyethyleen, zijn andere materialen, zoals polyamide, ook mogelijk. Ook behoort tot de mogelijkheden om een combinatie van diverse materialen te 20 gebruiken in bijvoorbeeld de bandvezel 18 om daarmee de prestaties van skimat 4 verder te verbeteren. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk een hydrofiele component toe te voegen aan het vezelmateriaal voor het binden van water. Hiermee kunnen de ski-eigenschappen verder worden vergroot. Als 25 additief kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van ethyleen-vinyl-alcohol-co-polymeer.

033996

Claims (10)

1. Skimat als ondergrond voor het skiën en snowboarden, omvattende: 5. een dragermateriaal; - een op het dragermateriaal aangebracht elastisch, thermoplastisch vezelmateriaal.

2. Skimat volgens conclusie 1, waarin het vezelmateriaal 10 polyethyleen omvat.

3. Skimat volgens conclusie 1 of 2, waarin het dragermateriaal aan de onderzijde is voorzien van een polyurethaan laag. 15

4. Skimat volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin in lengterichting van het dragermateriaal afzonderlijke vezels, of een samengestelde groep daarvan zijn voorzien in een dichtheid van ten minste 29 vezels per 10 cm strekkende 20 lengte.

5. Skimat volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-4, waarin in dwarsrichting van het dragermateriaal afzonderlijke vezels, of een samengestelde 25 groep daarvan, is voorzien in een dichtheid van ten minste 14 vezels per 10 cm strekkende lengte.

6. Skimat volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-5, waarin de vezels gefibrilleerde en gedraaide 30 stroken vezelmateriaal omvatten. 033996

7. Skimat volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-6, waarin vezels van een hoogte van 15-35 cm zijn voorzien.

8. Rolbaan voorzien van een skimat volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-7.

9. Skihelling voorzien van een skimat volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-7. 10

10. Werkwijze voor het vervaardigen van een skimat volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-7, omvattende de stappen: - het vervaardigen van een strook ondergrond door het 15 vastzetten van vezels op een mat van een dragermateriaal; en - het plaatsen van een skimat op een ondergrond. 1033996