NL1033928C1 - Rek en werkwijze voor het ondersteunen van ronde objecten. - Google Patents

Description

Titel: Rek en werkwijze voor het ondersteunen van ronde objecten

De uitvinding betreft een rek voor het ondersteunen van ronde objecten met een totaalgewicht van 1 tot 75 ton per rek.

Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het transporteren van ronde objecten.

5 Een dergelijk rek is bijvoorbeeld bekend onder de naam con tainer® (www.coil-tainer.com). Deze rekken zijn ingericht voor het ondersteunen van zware rollen, i.e. wikkelingen of "coils, staal in zeecontainers. De rekken zijn voorzien van een gootvorm die is bevestigd op zware voeten, waarbij één rol in de goot kan worden geplaatst. De rekken 10 hebben grote, aan een onderzijde platte steunvoeten die de belasting op de containervloer over een zo groot mogelijk vlak verdelen, waarmee wordt voorkomen dat een punt belasting van de rol de container beschadigt. Meerdere van dergelijke rekken met elk een rol kunnen in een container worden geplaatst.

15 De rekken worden bijvoorbeeld met een heftruck in de container geplaatst, waarbij de container kan beschadigen. Na dienst te hebben gedaan als ondersteuning van de stalen wikkelingen worden de rekken veelal terugvervoerd naar de plaats van herkomst, waarvoor bijvoorbeeld enkele lege rekken in een container worden geplaatst om te worden 20 terugvervoerd.

Een doel van de uitvinding is in een alternatief rek voor zware ronde objecten te voorzien, dat bij voorkeur efficiënt is in gebruik.

Dit doel en/of andere doelen kunnen worden bereikt met een rek voor het ondersteunen van ronde objecten met een totaalgewicht van 1 tot 25 75 ton per rek, waarbij het rek tenminste twee druklijnen of tenminste een drukvlak heeft voor het ondersteunen van tenminste een rond object, waarbij de tenminste twee druklijnen of het tenminste ene drukvlak zijn/is 1033928 2 verbonden met tenminste een steunvoet voor het overdragen van de belasting van het tenminste ene ronde object op een ondergrond, waarbij de tenminste ene steunvoet zich bij de zijranden van het rek uitstrekt zodat de belasting tenminste grotendeels bij de zijranden wordt overgebracht en het 5 rek nestbaar is ingericht om tenminste een ander ongeveer gelijkgevormd rek tenminste deels, bij voorkeur tenminste grotendeels te kunnen omgeven.

Genoemde tenminste twee druklijnen of tenminste ene drukvlak kunnen bijvoorbeeld twee stangen, een V-vorm en/of een gootvorm omvatten, zodat een rond object, bijvoorbeeld een cilindrisch object 10 tenminste door twee druklijnen of bijvoorbeeld één gekromd drukvlak wordt ondersteund. De druklijnen en het tenminste ene vlak zullen bij voorkeur twee in een V-vorm verbonden drukvlakken omvatten. Het ronde object omvat bij voorkeur een rotatielichaam of ovaalvormig object. In het bijzonder is het rek geschikt voor metalen wikkelingen, in deze beschrijving 15 ook wel 'rollen' genoemd, waarbij kan worden gedacht aan staal en walserijproducten, en waarbij per rek een of meerdere rollen een totaalgewicht hebben van ongeveer 1-75 ton.

Door de tenminste ene steunvoet bij de zijranden van het rek uit te voeren kan een zware belasting van genoemde ronde objecten, bijvoorbeeld 20 cilindrische objecten zoals stalen wikkelingen, bij de zijranden van het rek op de transportinrichting worden overgebracht. Daarmee kan, als het rek op het vloeroppervlak van een transportinrichting rust, de belasting worden overgebracht op of nabij de zijranden van de vloer van de betreffende transportinrichting. In het bijzonder bij containers is dit gunstig aangezien 25 de vloergebieden nabij de wanden de sterkste punten vormen om de zware belasting op over te brengen, bijvoorbeeld omdat zich daar de bevestigingspunten tussen de vloer en de wand uitstrekken en/of omdat daar zich het frame van een container bevindt. In principe wordt de belasting van het rek inclusief lading geheel op of nabij de zijranden 30 overgebracht, of althans tenminste voor 60%, bij voorkeur tenminste voor 3 75%, en in het bijzonder tenminste voor 90% van het totaalgewicht van het rek en de belasting.

Door het rek te voorzien van de steunvoeten bij de zijranden kan het rek nestbaar worden ingericht, terwijl het rek geschikt blijft om 5 belastingen van vele tonnen te ondersteunen zonder de container te beschadigen. De rekken kunnen over elkaar worden genest zodat twee opeenvolgende rekken elkaar omgeven, althans grotendeels, bijvoorbeeld steekt ongeveer één of enkele decimeters van de onderzijde van een rek uit onder een daarboven gestapeld rek. Door de steunvoeten te voorzien bij de 10 zijranden kan het rek volgens de uitvinding relatief licht worden uitgevoerd en is relatief eenvoudig te verplaatsen en/of op te tillen en/of te nesten, zonder concessies te hoeven doen voor dragen van een zware belasting.

Door de rekken te nesten kan op efficiënte wijze ruimte worden bespaard. Bijvoorbeeld kan een transportinrichting na aflevering van 15 tenminste een rek met een of meerdere rollen terug worden getransporteerd met daarin een veelvoud van lege rekken. Bijvoorbeeld worden tijdens de heenreis tien transportinrichtingen voorzien van rekken met rollen, waarbij na aflevering van de rollen, de rekken op één transportinrichting worden geplaatst en terugvervoerd, waarbij negen overige transportinrichtingen vrij 20 zijn om te worden gebruikt voor andere goederen.

In een uitvoeringsvorm is het rek op zichzelf functionerend als rek en nestbaar, dit wil zeggen dat de steunvoeten en de druklijnen en/of het tenminste ene drukvlak zijn vast verbonden en hoeven tussen gestapelde en ondersteunende toestand niet te worden ge(de)monteerd. Dit maakt het rek 25 gemakkelijk in gebruik en hierdoor gaat geen of weinig tijd verloren aan assemblage van het rek en/of zullen geen losse onderdelen kwijt raken.

In nog een uitvoeringsvorm vult nagenoeg het gehele vloeroppervlak van een transportinrichting. Hierdoor kan het rek bij één kopse zijde worden aangegrepen en in zijn geheel in een transportinrichting, 30 worden geplaatst. Voorbeelden van transportinrichtingen waarin of waarop 4 het rek kan worden geplaatst, waarbij het rek bij voorkeur het vloeroppervlak nagenoeg vult, zijn laadwagons, trailers of containers, bijvoorbeeld 20 of 40 voetcontainers. Hiermee wordt de beschikbare ruimte efficiënt benut, zowel bij transport van de rekken met wikkelingen als bij 5 transport van de gestapelde rekken in of op één transportinrichting. Ook kan het rek zodanig worden gedimensioneerd dat twee of meer rekken samen nagenoeg het gehele vloeroppervlak van een transportinrichting vullen.

Genoemd doel en/of andere doelen kunnen ook worden bereikt met 10 een werkwijze voor het transporteren van ronde objecten,waarbij een rek in of op een transportinrichting wordt gebruikt om tenminste een rond object te ondersteunen, welk tenminste ene ronde object een totaalgewicht van ongeveer 1-75 ton heeft, waarbij vóór of na genoemd ondersteunen het rek wordt gestapeld op een tweede gelijkgevormd rek, en waarbij de 15 steunvoeten van het rek zich tenminste deels uitstrekken langs genoemd tweede rek.

Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding volgen uit de volgende beschrijving, waarin de uitvinding in meerdere uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bij gevoegde tekeningen nader 20 wordt beschreven. Daarin toont:

Figuur IA op schematische wijze een rek in perspectivisch aanzicht;

Figuur 1B op schematische wijze een vooraanzicht;

Figuur 1C op schematische wijze een rek in perspectivisch 25 aanzicht;

Figuur 2 een rek in, met de klok mee, boven-, zij- en vooraanzicht; Figuur 3A-C stappen in een werkwijze voor het transporteren van rollen.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 30 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als 5 voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. Ook andere onderdelen kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding. De in de figuren getoonde 5 verhoudingen van de uitvoeringsvormen zijn in enkele gevallen schematisch en/of overdreven weergegeven en dienen niet beperkend te worden uitgelegd.

Figuur IA toont op schematische wijze een illustratieve uitvoeringsvorm van een rek 1 in de vorm van een frame dat ronde, in het 10 bijzonder cilindrische objecten ondersteunt, in de vorm van metalen rollen 2. In deze uitvoeringsvorm bevat het rek 1 in hoofdzaak buizen en/of kokerprofielen, waarbij de vlakken tussen de buizen en/of kokerprofielen niet zijn opgevuld.

Het rek 1 is ingericht voor het ondersteunen van relatief zware 15 ronde objecten met een totaalgewicht van bijvoorbeeld 1-75 ton. In het bijzonder is het rek 1 geschikt voor metalen rollen 2, bijvoorbeeld stalen wikkelingen, met een gewicht van bijvoorbeeld tenminste 250 kg, bijvoorkeur tenminste 500 kg en veelal enkele tonnen, bijvoorbeeld 25 ton, per stuk. Bijvoorbeeld ondersteunt het rek 1 de rollen 2 in een container 3, 20 welke in figuur IA met stippellijnen is aangegeven. Het rek 1 voorkomt dat de rollen 2 gaan rollen en/of schuiven, waarbij de container 3 zou kunnen beschadigen. Voor het ondersteunen van de rollen 2 zijn drukvlakken of druklijnen 4A voorzien. Tevens kunnen tussenstukken 13 en/of sjormiddelen, bij voorkeur spanbanden, zijn voorzien, voor het tegengaan 25 van het schuiven van de rollen 2 in het rek 1.

In de uitvoeringsvorm van figuur 1 ondersteunt het rek 1 de rol 2 middels twee druklijnen 4A. Deze druklijnen 4A zijn middels framedelen 5 aan de steunvoeten 6 verbonden. De belasting van de rollen 2 en het rek 1 wordt via de framedelen 5 naar de steunvoet 6 en via de steunvoet 6 naar de 30 ondergrond, bijvoorbeeld een vloer 7 van een container 3, overgebracht. De 6 steunvoet 6 strekt zich bij de zijranden, rondom de buitenomtrek, van het rek 1 uit. In de container 3 strekt de steunvoet 6 zich uit langs de wanden 8 van de container 3, langs de zijranden van de vloer 7. De lengte 1 en breedte b van het rek 1 zijn daarbij nagenoeg gelijk aan de lengte en breedte van het 5 vloeroppervlak van de container 3.

In een uitvoeringsvorm is het rek 1 relatief langwerpig gevormd, evenals een transportinrichting van standaard afmetingen, zodat het op efficiënte wijze de vloerruimte van de transportinrichting nagenoegd vult.

De transportinrichting is bijvoorbeeld een container 3, bijvoorbeeld een 20 of 10 40 voets container 3, of een standaard wagon of trailer. Bijvoorbeeld is de lengte 1 van het rek 1 tenminste twee maal zo groot als de breedte b van het rek 1. Het is tevens voordelig als de steunvoet 6, of de steunvoeten 6, zich tenminste langs de lengterichting van het rek 1 uitstrekt zodat het meeste gewicht langs de zijranden van de vloer 7 van de betreffende 15 transportinrichting kan worden verdeeld.

Mede doordat de steunvoeten 6 zich bij de zijranden van het rek, in het bijzonder langs de omtrek van het rek 1, uitstrekken is het rek 1 nestbaar. Figuur 1B toont op schematische wijze een stapel gelijkgevormde rekken 1 in geneste toestand waarbij de rekken 1 elkaar grotendeels 20 omgeven, althans waarbij de steunvoeten 6 zich langs het rek 1 eronder uitstrekken. In werkelijkheid kunnen de rekken 1 nog verder over elkaar zijn geschoven, zodat relatief veel rekken 1 boven elkaar kunnen worden gestapeld binnen een container 3. Bijvoorbeeld kunnen tenminste acht, bij voorkeur tenminste tien rekken 1 binnen een container 3 op elkaar worden 25 gestapeld.

In figuur 1C is tevens een illustratieve uitvoeringsvorm van een rek 1 getoond waarbij de ondersteuning van de rollen 2 wordt uitgevoerd door één gootvormig drukvlak 4B. Deze uitvoeringsvorm is voorzien van aangrijpelementen in de vorm van openingen 9A, 9B. Door de openingen 30 aan de kopse kant 9A en aan de langszij den 9B kan bijvoorbeeld een vork 7 van een heftruck op het rek 1 aangrijpen en het rek 1 aan alle zijden deels of geheel optillen. De openingen 9A, 9B zijn bijvoorbeeld nabij de onderzijde van het rek 1 ingericht zodat ondermeer een heftruck of palletwagen, of een ander hefmiddel, het rek 1 op gunstige wijze bij de onderzijde kan 5 aangrijpen, bij de kopse kant en/of de langszijde van het rek 1.

In figuur 2 is in vooraanzicht (met rol 2), zijaanzicht en bovenaanzicht een voordelige uitvoeringsvorm getoond van een rek 1, waarbij twee drukvlakken 4C zijn voorzien, die samen een goot 4 vormen.

Dit rek 1 omvat in hoofdzaak een draagframe, bijvoorbeeld ondermeer 10 kokerprofielen van relatief sterke klassen, met platen, bijvoorbeeld staalplaten en/of houten planken. Aan de langszijden van het rek 1 zijn eerste framedelen 5A voorzien, en aan de kopse kanten tweede framedelen 5B. De framedelen 5A, 5B omvatten bijvoorbeeld genoemde kokerprofielen met platen. De drukvlakken 4C zijn middels de framedelen 5A, 5B met de 15 steunvoeten in langrichting 6A en in dwarsrichting 6B verbonden, althans tenminste middels de eerste framedelen 5A met de steunvoeten 6A in langsrichting.

Zoals te zien in vooraanzicht in figuur 2, 3, bevinden de framedelen 5A, 5B zich bij voorkeur onder een schuine hoek α, β, respectievelijk, ten 20 opzichte van het, althans denkbeeldige, ondervlak 10 van het rek 1.

Bijvoorbeeld bevinden tenminste de eerste framedelen 5A zich onder een schuine hoek α ten opzichte van het ondervlak 10. Hierdoor kan op voordelige wijze relatief veel last worden gedragen en/of is het rek 1 nestbaar en/of relatief makkelijk te lossen vanuit geneste toestand.

25 Het is voordelig indien de assen A van de rollen 2, althans de tenminste ene as A het tenminste ene ronde object, zich ongeveer parallel aan de steunvoeten 6 uitstrekken, althans tenminste aan de steunvoeten 6A die zich in lengterichting van het rek 1 uitstrekken. De last kan zo op voordelige wijze en relatief uniform worden verdeeld. Tevens kunnen de 30 rollen 2 in asrichting worden doorgeschoven en op elkaar aansluiten over de 8 lengte van het rek 1, zodat de rollen 1 efficiënt over de lengte van het rek 1 kunnen worden ingericht.

Zoals te zien in figuur 2 zijn bij de kopse kant aangrijpelementen voorzien, in het bijzonder openingen 9A, of andere aangrijpmogelijkheden, 5 waarin of waaraan bijvoorbeeld een vork van een heftruck, palletwagen of ander hefmiddel kan aangrijpen. Aan de overzijde zijn rol- of glijelementen 10A voorzien zodat het rek 1 bij een kopse kant kan worden aangrepen en getild door een heftruck of ander lastvervoerend middel en vervolgens over de rol- of glijelementen 10A kan worden gereden of gesleept, bijvoorbeeld in 10 een container 3. Ook kunnen beide kopse kanten zijn voorzien van aangrijpmogelijkheden en/of rol en/of glijelementen 10A. Om tegen te gaan dat de vork van de heftruck, of een andere insteekmiddel, afschuift kan een (tijdelijke) nok worden voorzien aan de vork en/of kunnen bijvoorbeeld spanmiddelen worden toegepast.

15 Het rek 1 kan bijvoorbeeld zijn uitgerust met ogen voor het vastsjorren van de rollen 2. Bijvoorbeeld aan de framedelen 5A, 5B. Tevens kunnen op voordelige wijzen tussenstukken 13 tussen de rollen 2 worden geplaatst zodat deze niet langs elkaar schuiven of tegen elkaar botsen (zie figuur 3). De tussenstukken 13 kunnen bijvoorbeeld houten blokken 20 omvatten die op voordelige wijze in de V-vorm van de goot 4 passen. De tussenstukken 13 kunnen worden vastgesjord of bijvoorbeeld zelfstandig zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor het rek 1, bijvoorbeeld zodat de rollen 2 kunnen worden ingeklemd.

Zoals in figuur 3 is getoond is het rek 1 in een uitvoeringsvorm 25 voorzien van gaten 12, bij voorkeur in de goot 4. Door deze gaten 12 kunnen palen of balken of iets dergelijks worden gestoken, die verrollen en/of verschuiven van de rollen 2 tegengaan. Ook kunnen sjormiddelen, bij voorkeur spanbanden, worden verbonden met de rol 2 en de palen of balken, ter zekering van de rol 2. De gaten 12 zijn op voordelige wijze zodanig 30 ingericht dat op een willekeurige laadlocatie palen en/of balken zullen 9 worden gevonden om in de gaten te worden gestoken. Deze palen en/of balken hoeven derhalve niet als los onderdeel met de beladen of onbeladen rekken 1 mee te worden getransporteerd. Met behulp van de palen of balken en/of met behulp van ogen kan elke rol 2 individueel worden gezekerd.

5 Als de rekken 1 nagenoeg tegen elkaar zijn gestapeld kan een vork van een heftruck wellicht niet door openingen bij de onderzijde van het rek 1 steken. Daartoe zijn in een uitvoeringsvorm bij de bovenzijde van het rek 1 bovenaangrijpelementen 14 voorzien, voor het optillen van het rek 1 van een stapel. De bovenaangrijpelementen 14 omvatten bijvoorbeeld ogen of 10 beugels die bij voorkeur inschuif of inklapbaar zijn. Bijvoorbeeld kan de vork van de heftruck aan in breedterichting tegenoverliggende bovenaangrijpelementen 14 aangrijpen, zodat het rek 1 niet om zijn lengterichting kantelt. Evenzo kunnen de bovenaangrijpelementen 14 door andere hefmiddelen, zoals bijvoorbeeld een kraan met kabels, worden 15 aangegrepen voor het stapelen en/of ontstapelen van de rekken 1.

Het gebruik van een rek 1 laat zich bijvoorbeeld als volgt beschrijven. Vooreerst wordt het rek 1 bijvoorbeeld van een stapel rekken 1 getild door een heftruck 15 of een kraan van een kraanwagen. Het rek 1 wordt dan op de grond geplaatst, of bijvoorbeeld op een vrachtwagen c.q.

20 trailer, in een open top container, wagon, 'flat' container, of iets dergelijks. Ook kan het rek 1 bijvoorbeeld op een laadperron worden geplaatst, worden beladen met een of meerdere rollen 2 en op een transportmiddel worden geplaatst, bijvoorbeeld gesleept of gereden. De rollen 2 worden bijvoorbeeld met behulp van een kraan op het rek 1 geplaatst, of bijvoorbeeld met een 25 vork heftruck waarbij een doorn is voorzien aan de vork van de heftruck welke doorn door de open kern van de wikkeling wordt gestoken, en een of meerdere rollen 2 worden erop geplaatst.

Vervolgens wordt het rek 1 door de heftruck 15, of een ander rijdbaar hijs- of hefwerktuig bij de kopse zijde aangegrepen (fig. 3A) en/of 30 getild en/of geleid en rollend of glijdend over de rol- of glijelementen 10A

10 aan de tegenoverliggende kopse zijde vervoerd. Het rek 1 met de rollen 2 wordt daarbij in een container 3 gereden (fig. 3B). Dit kan door de vloeroppervlak vullende lengte van het rek 1 worden bewerkstelligd zonder dat de heftruck 15 in de container 3 hoeft te rijden.

5 In een uitvoeringsvorm is het rek 1 bij de glij- of rolelementen 10A

ingericht met inhaakelementen die kunnen ingrijpen op de aangrijpelementen aan de kopse kant. Bijvoorbeeld grijpen de glij- of rolelementen 10A in op de openingen 9A van een tweede rek 1. Zo kan ruimte worden bespaard in een container 3. Ook zouden beide rekken 2 door 10 inhaakelementen kunnen worden gekoppeld en/of van wielen kunnen worden voorzien zodat deze rekken 1 als een soort trein kunnen worden vervoerd.

Twee rekken 1 kunnen bijvoorbeeld achter elkaar, tegelijk, in een container 3 worden gereden zonder dat de heftruck 15, of ander 15 lastvervoerend middel, in de container 3 hoeft te rijden. Dit kan bijvoorbeeld door een rek 1 met behulp van een tussenstuk en/of tweede rek 1 in de container 3 te duwen. Bijvoorbeeld kan één rek 1 het vloeroppervlak van een 20 voets container 3 vullen terwijl twee dergelijke rekken 1 het vloeroppervlak van een 40 voets container 3 zullen vullen.

20 Wanneer de container 3, of andere transportinrichting, op de betreffende locatie is gearriveerd, wordt het rek 1 uit de container 3 gereden en worden de rollen 2 overgeplaatst. Het kan ook zijn dat het rek 1 met rollen 2 op een andere transportinrichting wordt overgeplaatst.

Als het rek 1 is geleegd, wordt deze bijvoorbeeld met meerdere 25 gelijkgevormde rekken 1 in een container 3 geplaatst. Hierbij wordt het rek 1 volgens de uitvinding bij voorkeur gestapeld op een tweede gelijkgevormd rek, bijvoorbeeld zodat meer dan 5, bij voorkeur meer dan 8 rekken 1 op elkaar gestapeld in of op een transportinrichting passen. Daarbij zijn de rekken 1 bij voorkeur zodanig genest dat de steunvoeten 6 van de rekken 1 30 zich langs de rekken 1 daaronder, althans tenminste deels uitstrekken.

11

Wanneer het rek 1 weer in gebruik wordt genomen wordt het rek 1, bij voorkeur middels bovenaangrijpelementen 14 nabij de bovenzijde van het rek 1 aangegrepen en van de stapel gehaald, om vervolgens weer in gebruik te worden genomen (fig. 3C).

5 Het rek 1 kan op gunstige wijze worden toegepast op of in meerdere types transportinrichtingen als containers 3, trailers, laadwagons, aanhangwagens, vliegtuigen en/of schepen, voor transport in de scheepvaart, luchtvaart, of over (spoor)wegen, doch is niet beperkt hiertoe. Hoewel het rek met name geschikt is voor ronde, in het bijzonder 10 cilindrische objecten, meer in het bijzonder rollen of wikkelingen, kan het ook als geschikte ondersteuning worden gebruikt voor ondermeer ovaalvormige, en/of gehoekte objecten, en/of deels V-vormige objecten zoals bijvoorbeeld boten, buizen, balken, etc.

Bij voorkeur is het rek 1 zodanig gedimensioneerd dat het aan 15 eisen en voorschriften voldoet die gelden op het gebied van het vervoer van stalen wikkelingen en/of staal en walserijproducten in het algemeen.

Bijvoorbeeld maken de drukvlakken 4C van de goot 4 een hoek met het ondervlak 10 van ongeveer 35° en/of is in gebruik tenminste 20 mm vrij tussen de goot 4 en de onderkant van de rol 2 en/of bedraagt in gebruik de 20 afstand tussen steunpunten 16 van de rol 2 tenminste 60% van de diameter van de rol 2 en/of liggen de steunpunten 16 duidelijk lager dan de bovenkant van de goot 4 en/of zijn de steunvoeten 6 voorzien van anti-slip maatregelen.

De beschreven en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van 25 de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties daarvan met elkaar worden gecombineerd en uitgewisseld. Er dient aldus niet tot slechts de genoemde uitvoeringsvormen te worden beperkt.

1033928

Claims (22)

1. Rek voor het ondersteunen van ronde objecten met een totaalgewicht van 1 tot 75 ton per rek, waarbij het rek tenminste twee druklijnen of tenminste een drukvlak heeft voor het ondersteunen van tenminste een rond object, 5 waarbij de tenminste twee druklijnen of het tenminste ene drukvlak zijn/is verbonden met tenminste een steunvoet voor het overdragen van de belasting van het tenminste ene ronde object op een ondergrond, waarbij de tenminste ene steunvoet zich bij de zijranden van het 10 rek uitstrekt zodat de belasting tenminste grotendeels bij de zijranden wordt overgebracht en het rek nestbaar is ingericht om tenminste een ander ongeveer gelijkgevormd rek tenminste deels, bij voorkeur tenminste grotendeels te kunnen omgeven.

2. Rek volgens conclusie 1, waarbij het rek op zichzelf nestbaar is 15 ingericht.

3. Rek volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tenminste ene steunvoet zich in een lengterichting langs de zijranden van het rek uitstrekt.

3. Rek volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tenminste twee druklijnen of het tenminste ene drukvlak middels een framedeel zijn/is verbonden met de tenminste ene steunvoet, waarbij het framedeel zich onder een schuine hoek bevindt ten opzichte van het ondervlak van het rek.

4. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lengte van het rek tenminste twee keer zo groot is als de breedte.

5. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tenminste 25 twee druklijnen of het tenminste ene drukvlak zich parallel aan de tenminste ene steunvoet uitstrekken/uitstrekt. 1033928

6. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rek tenminste bij een kopse kant bij de onderzijde van rolelementen of glijelementen of iets dergelijks is voorzien.

7. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rek bij 5 tenminste een kopse kant nabij de onderzijde is voorzien van tenminste een aangrijpelement, bij voorkeur tenminste een opening, voor een vork van een heftruck.

8. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rek bij tenminste een langszijde nabij de onderzijde is voorzien van tenminste een 10 aangrijpelement voor een vork van een heftruck.

9. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rek bij de bovenzijde is voorzien van tweede aangrijpelementen, bij voorkeur beugels.

10. Rek volgens een der voorgaande conclusies en tenminste een rond object van 0.5-75 ton, waarbij het rek het tenminste ene ronde object 15 ondersteunt.

11. Rek volgens conclusie 10, waarbij genoemde objecten metalen wikkelingen zijn.

12. Rek volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunvoeten van het rek een tweede dergelijk rek tenminste deels omgeven

13. Transportinrichting, bij voorkeur een container, trailer of laadwagon met daarin of daarop tenminste een rek volgens een der voorgaande conclusies.

14. Transportinrichting volgens conclusie 13, waarbij de lengte en breedte van het rek nagenoeg gelijk is aan de lengte en breedte van het 25 vloeroppervlak van de transportinrichting.

15. Transportinrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij het tenminste ene rek tenminste een rond object ondersteunt en de as van het tenminste ene ronde object zich ongeveer parallel aan de lengte richting van de transportinrichting uitstrekt.

16. Werkwijze voor het transporteren van ronde objecten, waarbij een rek in of op een transportinrichting wordt gebruikt om tenminste een rond object te ondersteunen, welk tenminste ene ronde object een totaalgewicht van ongeveer 1-75 ton heeft, 5 waarbij vóór of na genoemd ondersteunen het rek wordt gestapeld op een tweede gelijkgevormd rek, en waarbij de steunvoeten van het rek zich tenminste deels uitstrekken langs genoemd tweede rek.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij het rek met het tenminste ene ronde object in of op een transportinrichting wordt geplaatst.

18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij het ronde object een bij voorkeur metalen wikkeling is.

19. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 18, waarbij na plaatsing een de transportinrichting het rek steunt nabij zijranden van een vloer van de transportinrichting.

20. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 19, waarbij het rek aan de ene kopse zijde rollend en/of glijdend over rol- en/of glijelementen wordt vervoerd en daarbij aan de overliggende kopse zijde door een heftruck of ander rijdbaar hijs- of hefwerktuig wordt getild en/of geleid.

21. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 20, waarbij het rek nabij 20 de bovenzijde wordt aangegrepen en van een stapel wordt gehaald door middel van een hefwerktuig.

22. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 21, waarbij de transportinrichting een container, wagon of trailer is. 1033928