NL1033613C2 - Onderbouw voor een kunstgrasveld. - Google Patents

Description

»

Korte aanduiding: Onderbouw voor een kunstgrasveld.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een dragerlaag van kunstgrasvezels en een of meer 5 onder de dragerlaag gelegen lagen.

Uit EP 0 326 050 is een tapijt bekend waarbij een latex van een rubberachtig polymeer, in het bijzonder een styreenbutadieen type polymeer, op een onderlaag wordt aangebracht waarna over de latexlaag een tweede laag wordt aangebracht, waarna het geheel wordt samengeperst, een gelvormingsreactie tot 10 stand wordt gebracht, gedroogd en gevulkaniseerd. Aldus wordt een tapijt verkregen dat tot een geheel is gevormd.

Uit WO 99/29963 is een onderbouw voor een kunstgrasveld bekend waarbij zich onder de dragerlaag een laag van dempingselementen bevindt, bestaande uit afzonderlijke, aparte dempingselementen van geschuimde 15 kunststoffen, in het bijzonder PVC, in de vorm van noppen.

Uit JP 61 002544 is een waterdoorlaatbaar kunstgrasveld bekend waarbij in een onderlaag discrete gebieden van harsen en perforaties zijn aangebracht.

Uit WO 01/96664 is een kunstgrasveld bekend waarbij in de onder-20 bouw een dempend materiaal is toegepast, in het bijzonder een open-kunststofschuimproduct.

Uit het Nederlands octrooi 1016193 ten name van de onderhavige aanvrager is een onderbouw bekend, waarbij het kunstgrasveld in hoofdzaak bestaat uit drie afzonderlijke lagen, te weten een onderste drainage- laag, 25 bestaande uit kiezels voor het bewerkstelligen van een goede afvoer van overtollig regenwater. Op de drainagelaag bevindt zich een onderlaag, bestaande uit bijvoorbeeld aarde, waarbij ten slotte op de onderlaag een laag van kunstgrasvezels is aangebracht, welke kunstgrasvezels door middel van tuften in een ruglaag zijn aangebracht. Tenslotte is het mogelijk dat zich tussen de kunstgrasvezels nog een 30 bovenlaag bevindt, in hoofdzaak bestaande uit zand en/of rubber, waarbij de rubber ervoor zorgt dat de ondergrond veerkrachtig aanvoelt, terwijl het zand zorgdraagt voor een dichte pakking en daarmee voor een goede fixatie van de kunstgrasvezels.

Kunstgrasvelden zijn reeds vele jaren bekend, waarbij hockey één van de meest veelvuldig beoefende sporten op kunstgras is. Ook kunnen hier 1033613 2 voetbal, rugby, tennis, ski en golf worden genoemd.

Sinds 2004 is het door de FIFA en UEFA toegestaan om officiële voetbalwedstrijden op kunstgras te spelen. Ondanks deze steun door de officiële voetbalinstanties, stelt men vast dat er nog steeds onvoldoende acceptatie voor 5 kunstgras is bij voetbalspelers, clubs en locale overheden. Technische problemen die bij kunstgras worden gesignaleerd zijn: i) risico’s op blessures gerelateerd met impact en vermoeiing (schokabsorptie, energie-restitutie, indrukking van het veld), ii) risico’s op blessures bij starten en stoppen, plotselinge veranderingen van richting (grip, slip, tractie), iii) risico op brand- en schaafwonden bij sliding door 10 huidcontact, en iv) de afstand van de balrol en kunstgrasvelden die een te grote krimp vertonen (materiaaleigenschappen).

Een aspect van de onderhavige uitvinding is derhalve het optimaliseren van de sporttechnische eigenschappen van kunstgrasvelden.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen 15 van een onderbouw voor kunstgrasvelden waarbij het aantal blessures van sportbeoefenaars wordt teruggebracht.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een onderbouw voor een kunstgrasveld waarbij de onderhoudskosten tot een minimum zijn beperkt.

20 Een andere aspect volgens de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een onderbouw voor een kunstgrasveld waarbij problemen op het gebied van impact- en vermoeiingsgerelateerde eigenschappen tot een minimum zijn beperkt.

De onderbouw zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt 25 doordat ten minste een van de onder de dragerlaag gelegen lagen een uniforme gellaag is, welke gellaag zich nagenoeg over de volledige afmetingen van de dragerlaag uitstrekt.

Onder toepassing van een dergelijk uitgevoerde gellaag hebben de onderhavige uitvinders geconstateerd dat een onderbouw van een kunstgrasveld 30 wordt verkregen die goede resultaten vertoont op het gebied van impact- en vermoeiingsgerelateerde eigenschappen, waardoor chronische blessures ten gevolge van het lopen op kunstgrasvelden tot een minimum zijn beperkt. Bovendien is gevonden dat onder toepassing van een dergelijke onderbouw van een kunstgrasveld een minder snelle vermoeiing van de bespelers wordt geconstateerd.

3

De term “uniform” dient zodanig te worden opgevat dat de gellaag een homogene structuur bezit, waarbij de gellaag geen afzonderlijke, gel bevattende compartimenten omvat. In de onderbouw zullen wel banen of stroken van de onderhavige gellaag aanwezig zijn doch dergelijke stroken of banen zijn op te vatten 5 als uniforme gellagen die over het gehele oppervlak daarvan voor uniforme verende eigenschappen zorgen.

Hoewel uit het Amerikaans octrooi 7.081.283 een kunstgrasveld bekend is waarbij direct onder de ruglaag van de kunstgrasvezels een gelmateriaal wordt toegepast, is de in voornoemd Amerikaans octrooi toegepaste gellaag 10 wezenlijk anders dan in de onderhavige aanvrage omdat de gellaag aldaar in aparte flexibele houders aanwezig is, terwijl in de onderhavige onderbouw de gellaag zich als een uniforme gellaag over nagenoeg de volledige afmetingen van de dragerlaag uitstrekt. Doordat in voornoemd Amerikaans octrooi aparte flexibele containers als gel-eenheden worden toegepast, zullen er op de raakpunten tussen dergelijke 15 afzonderlijke containers verende eigenschappen ontstaan die wezenlijk verschillen van die van de gelcontainer zelf, waardoor aldus de kans op blessures ongewenst wordt vergroot.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding ligt de uniforme gellaag direct tegen de dragerlaag aan, waarbij aldus optimaal wordt 20 geprofiteerd van de verende eigenschappen van de uniforme gellaag.

In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het gewenst dat zich op de dragerlaag, afgekeerd van de onder de dragerlaag gelegen lagen, een uniforme gellaag bevindt, die zich nagenoeg over de gehele afmetingen van de dragerlaag uitstrekt, waarbij de kunstgrasvezels zich door de gellaag heen 25 uitstrekken in een richting afgekeerd van de dragerlaag.

In een dergelijke uitvoeringsvorm bevindt de uniforme gellaag zich in feite aan de bespeelzijde van de dragerlaag van kunstgrasvezels, waarbij het in het bijzonder noodzakelijk is dat de gellaag een uniforme gellaag vormt, hetgeen betekent dat de gellaag niet in aparte compartimenten mag zijn opgedeeld.

30 Onder toepassing van voornoemde gellaag is het mogelijk om de sporttechnische eigenschappen van de onderbouw in te stellen, waarbij het in het bijzonder gewenst is dat de energie-restitutie, bepaald over de volledige onderbouw, een waarde liggend in het gebied 20-40 bezit, gemeten volens EN 15330, 2007. Voor goede sporttechnische eigenschappen is het bovendien ook gewenst dat de 4 schok-absorptie, bepaald over de volledige onderbouw, een waarde van ten minste 20 % bezit, gemeten volgens EN 15330, 2007.

Als een geschikte gellaag heeft zich een gel op basis van polyurethaan bewezen, in het bijzonder een MDI-polyether polyol gebaseerd 5 systeem, welke gel bij voorkeur een hardheid gemeten volgens Shore 00, liggend in het gebied van 0-50 bezit.

De dikte van de toegepaste gellaag ligt bij voorkeur in het gebied 2-10 mm, met name 2-6 mm, welke dikte wordt bepaald door de bijzondere locatie van de gellaag, te weten aan de bespeelzijde of onder de dragerlaag van 10 kunstgrasvezels. De dichtheid van de gellaag ligt in het bijzonder in het gebied van 250-550 kg/m3.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het mogelijk dat zich aan de bespeelzijde van de onderbouw tussen de kunstgrasvezels een zogenaamde infill bevindt, waarbij een combinatie van zand en/of rubber zich reeds heeft bewezen. In 15 een bijzondere uitvoeringsvorm is het echter ook mogelijk dat het los ingestrooide vulmiddel is opgebouwd uit gelkorrels. Aan voornoemd korrelmateriaal kunnen een of meer eigenschappen worden toegevoegd, bijvoorbeeld kan het water-absorberend vermogen gunstig worden beïnvloed door gebruik te maken van natuurlijk absorberende materialen. Een dergelijke aspect is met name gunstig 20 wanneer de onderhavige onderbouw voor het bespelen van hockey wordt toegepast, omdat bij de huidige velden volgens de stand van de techniek het veld praktisch helemaal onder water wordt gezet, hetgeen tot een groot waterverbruik leidt. De International Hockey Federation (FIH) heeft reeds aangegeven in de toekomst velden met een hoog waterverbruik te willen verbieden.

25 In een bijzondere uitvoeringsvorm is ten minste één van de onder de dragerlaag gelegen lagen samengesteld uit een materiaal gekozen uit de groep van asfalt, lava, vliegas, zand, puin, kleikorrels, schuimbeton en steenslag of een combinatie hiervan. Een andere mogelijkheid is een laag die een matrix van kunststoffolie met daarin opgenomen kamers, in welke kamers zich een fluïdum 30 bevindt, omvat, in het bijzonder lucht. Ook kan een schuimlaag worden toegepast. Verder is het in een bijzondere uitvoeringsvorm gewenst dat een honinggraat-structuur is gelegen onder de dragerlaag, welke honingraatstructuur een harmonica-configuratie bezit, en is samengesteld uit een reeks genoeg identieke cellen in rijen, welke cellen laterale celwanden bezitten die volgens een annulaire configuratie aan % 5 elkaar grenzen en celopeningen vormen nadat de harmonica-configuratie uit elkaar is getrokken. Dergelijke celopeningen grenzen aan de bovenzijde hiervan aan de dragerlaag en/of gellaag.

Hoewel in de onderhavige aanvrage steeds is genoemd dat de 5 dragerlaag is opgebouwd uit kunstgrasvezels, is het in een bijzondere uitvoeringsvorm ook mogelijk dat de dragerlaag naast kunstgrasvezels ook natuurlijke vezels zoals gras, maar ook katoen, vlas, sisal, hennep, jute, zijde, wol en bamboe omvat.

De onderhavige aanvrage zal hierna aan de hand van een aantal voorbeelden worden toegelicht, waarbij moet worden opgemerkt dat onderhavige 10 uitvinding in geen geval tot dergelijke bijzondere voorbeelden is beperkt.

In Figuur 1 is schematisch een onderbouw 5 weergegeven, omvattende een dragerlaag 1 waarin zich kunstgrasvezels 2 bevinden, welke dragerlaag 1 is gelegen op een uniforme gellaag 3 die zich over nagenoeg de volledige afmetingen van dragerlaag 1 uitstrekt. Onder gellaag 3 kunnen zich een of 15 meer andere lagen (niet weergegeven) bevinden. De dikte van gellaag 3 ligt bij voorkeur in het gebied van 6-10 cm.

In Figuur 2 is een onderbouw 6 volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding weergegeven, omvattende een dragerlaag 1 waarin zich kunstgrasvezels 2 bevinden, waarbij de kunstgrasvezels 2 20 door een op de dragerlaag 1 bevindende gellaag 3 zijn getuft. De dikte van de gellaag 3 ligt bij voorkeur in het gebied van 2-6 cm. Dragerlaag 1 vindt zich op een laag 4, bijvoorbeeld een laag van aarde, puin, steenslag enz. Hoewel laag 4 als een enkelvoudige laag in Figuur 2 is weergegeven, moet het duidelijk zijn dat laag 4 een of meer andere lagen kan omvatten, zoals een laag met de hiervoor beschreven 25 honinggraatstructuur of een laag die een matrix van kunststoffolie omvat, in welke folie zich met lucht gevulde kamers bevinden. Indien gewenst, kan de gellaag 3 aan de bovenzijde daarvan zijn voorzien van een afschermingslaag (niet weergegeven).

In Figuur 3 is een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding weergegeven, waarbij in feite dezelfde onderbouw als weergegeven in 30 Figuur 1 is toegepast, behalve dat in onderbouw 7 de kunstgrasvezels 2 nu min of meer zijn ingebed door middel van een infill 15, samengesteld uit zand en/of rubberkorrels, welke infill 15 is aangebracht op dragerlaag 1.

'033613

Claims (13)

1. Onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een dragerlaag van kunstgrasvezels en een of meer onder de dragerlaag gelegen lagen, met het 5 kenmerk, dat ten minste een van de onder de dragerlaag gelegen lagen een uniforme gellaag is, welke gellaag zich nagenoeg over de volledige afmetingen van de dragerlaag uitstrekt.

2. Onderbouw volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gellaag direct tegen de dragerlaag aanligt.

3. Onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een dragerlaag van kunstgrasvezels en een of meer onder de dragerlaag gelegen lagen, met het kenmerk, dat zich op de dragerlaag, afgekeerd van de onder de dragerlaag gelegen lagen, een uniforme gellaag bevindt, die zich nagenoeg over de gehele afmetingen van de dragerlaag uitstrekt, waarbij de kunstgrasvezels zich door de gellaag 15 uitstrekken in een richting afgekeerd van de dragerlaag.

4. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de energie-restitutie, bepaald over de volledige onderbouw, een waarde liggend in het gebied 20-40 bezit, gemeten volgens EN 15330, 2007.

5. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de schok-absorptie, bepaald over de volledige onderbouw, een waarde van ten minste 20 % bezit, gemeten volgens EN 15330, 2007.

6. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dikte van de gellaag ligt in het gebied van 2-10 mm.

7. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de dichtheid van de gellaag ligt in het gebied van 250-550 kg/m3.

8. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gellaag een polyurethaangel met een Shore 00 hardheid liggend in het gebied van 0-50 omvat.

9. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich tussen de kunstgrasvezels in de dragerlaag een los gestrooid vulmiddel bevindt.

10. Onderbouw volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het vul middel is samengesteld uit de groep van zand, rubber en gel, of een combinatie 1033613 •te hiervan.

11. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een van de onder de dragerlaag gelegen lagen is samengesteld uit een materiaal gekozen uit de groep van asfalt, lava, vliegas, zand, 5 puin, kleikorrels, schuimbeton en steenslag of een combinatie hiervan.

12. Onderbouw volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dragerlaag naast kunstgrasvezels ook natuurlijke vezels omvat.

13. Kunstgrasveld waarvan de onderbouw een laag omvat die een 10 uniforme gellaag is, welke gellaag zich nagenoeg over de volledige afmetingen van de dragerlaag, waarin zich kunstgrasvezels bevinden, uitstrekt. 15 1033613