NL1033304C2 - Holle ronde paal met afsluitbare opening. - Google Patents

Description

HOLLE RONDE PAAL MET AFSLUITBARE OPENING

5 De huidige uitvinding heeft betrekking op een holle, althans rondvormige paal met een afsluitbare opening daarin, zoals weergegeven in de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke palen zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld in de vorm van lantaarnpalen, en worden doorgaans gebruikt in combinatie met en interne doorvoer van leidingen of draden, welke althans plaatselijk toegankelijk zijn door middel van een 10 in of op het lijf van de paal aangebrachte deur. Doorgaans is deze deur afsluitbaar en zijn hiertoe tevens afsluitmiddelen aangebracht.

De onderhavige uitvinding richt zich met name op palen waarvan de deur is gevormd uit een uit het lijf gesneden deel van de paal. Dergelijke uitgesneden delen worden met behulp van verdere steun- en desgewenst sluitmiddelen, naderhand tot 15 een uitneembare deur gevormd, welke in aangebrachte toestand als het ware een geheel met de paal vormt, en welke doorgaans als esthetisch meest aantrekkelijk wordt ervaren. Dergelijke deuren hebben niettemin ook in technisch opzicht voordelen zoals het behoud van de rondheid van de paal, hetgeen gunstig kan zijn bij transport en behandeling, en een beperking van inloop van vocht.

20 De deuren van de bekende ronde,althans rondvormige paal worden “op het hart’’ uitgesneden, dat wil zeggen, met het snijvlak gericht op het hart, althans de denkbeeldige hartlijn van de paal. Ten einde te voorkomen dat de deur zoals bij zijwaartse beweging door duwen en/of trappen in de paal zou vallen zijn in de paal, langs de rand van de deuropening steunen opgenomen, doorgaans een viertal 25 gelijkmatig langs de rand verdeelde steunen, veelal aangebracht met behulp van laswerk.

De deur is aan zijn onderzijde aan de binnenkant voorzien van een lip waarmee achter het lijf van de paal wordt gehaakt, en welke nabij de bovenzijde is voorzien van een sluitorgaan dat aan de binnenzijde van de deur, achter een daartoe aangebrachte 30 opening is opgenomen. Dit sluitorgaan is uitgevoerd met een bout welke is doorgevoerd door een boutgat van een dop welke aan de binnenkant van de deur over een opening daarin is aangebracht en daartegen is bevestigd. Met de bout, veelal met een niet gangbare kop uitgevoerd, wordt een klembeugel aangetrokken welke met een uiteinde boven de deur, ofwel achter het lijf van de paal uitsteekt. De aantrekking 35 gebeurt bij voorkeur indirect.

1033304 2

De bestaande paal, althans deurconstructie daarvoor voldoet sinds jaar en dag reeds goed, maar is niet optimaal bestendig tegen hedendaags voorkomend vandalisme en vormt daarnaast, tegen de achtergrond van economische ontwikkelingen een onderdeel van de paal dat aanpassing onderhevig zou kunnen 5 zijn, ten einde tot een economisch voordeliger constructie te komen. Het doel van de onderhavige uitvinding is dan ook niet alleen te komen tot een beter tegen vandalisme bestendige deur, maar ook tot een verdergaande rationalisering van het ontwerp van de bekende paal, in het bijzonder van het deurontwerp daarvan.

Het hiervoor genoemde doel van de onderhavige uitvinding wordt bereikt door 10 het op de bekende paal toepassen van een constructie zoals is weergegeven in het kenmerkend deel van conclusie 1. Met een dergelijke constructie, waarbij voor althans een deel van de deuruitsnijding het snijvlak althans overwegend haaks op de plaatsingsrichting van de deur verloopt, is de aanwezigheid van de gebruikelijke deursteunen aan de binnenkant van de paal overbodig geworden, hetgeen bij de 15 fabricage van de paal een behandeling daarvan bespaard. Een dergelijke besparing is niet alleen gunstig vanwege de directe tijdsbesteding voor het aanbrengen van de steunen, maar vooral ook vanwege de ingrijpende logistieke voorzieningen en de benodigde tijd die met het hanteren van de veelal relatief omvangrijke palen gepaard gaan. De onderhavige uitvinding ziet er dan ook op dat met een relatief eenvoudige, 20 doch kennelijk niet direct voor de hand liggende maatregel bij het uitsnijden van een deur uit een paal, een aanmerkelijke besparing in de productiekosten daarvan kan worden bereikt.

Met de nieuwe constructie wordt de opening tussen de deur en de paal beperkt, ofwel wordt de spleet verkleind, zodat een paal en deurconstructie volgens de 25 uitvinding meer beperkt is gemaakt in zijn toegankelijkheid voor voorwerpen en daardoor beter dan voorheen bestand is tegen vandalisme. Met deze bestendigheid tegen vandalisme draagt de nieuwe paal en deurconstructie tevens bij aan verbetering van de publieke veiligheid.

Een verdere uitwerking van de vandaal-bestendigheid van de paal volgens de 30 uitvinding betreft een daarmee tevens veilige vergrendeling van de deur volgens de uitvinding, met behulp van een vergrendelbout met een specifieke profilering van de boutkop, zodanig dat algemeen gangbare sleutels zoals de op zich bekende driehoeksprofilering hierop niet meer passen, en zodanig dat het voor vandalen lastiger wordt bijvoorbeeld door middel van slijtage schade op het profiel van de bout 35 aan te brengen. Conform dit aspect van de vinding is de boutkop dan ook voorzien 3 van een althans overwegend ronde omtreksvom), en in het kopvlak is voorzien van een profilering, welke samenwerkt met een omgekeerde profilering in een daartoe opgenomen kops uiteinde van de sleutel. De huidige uitvinding omvat dan ook tevens, los van de eerst genoemde snijwijze van de deur en deuropening een paal voorzien 5 van een vergrendelbare deur voorzien van een vergrendelingsbout conform laatstgenoemd kenmerk, zoals in de figuurbeschrijving verder is omschreven.

De uitvinding zal thans bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een tekening: 10 Figuur 1 illustreert aan de hand van een vooraanzicht op een paaldeel met een deur, een overiangse doorsnede en een dwarsdoorsnede, een paal volgens de stand der techniek;

Figuur 2 illustreert aan de hand van een overeenkomstige weergave een paal volgens de uitvinding; en 15 Figuur 3 omvat van de deur volgens de uitvinding een achteraanzicht, een bovenaanzicht, een overiangse doorsnede en een detail daarvan;

Figuur 4 illustreert een uitvoering van een vergrendelbout met nieuwe kop en bijpassende sleutel voor volgens een verder aspect van de uitvinding;

In de figuren verwijzen overeenkomstige verwijzingscijfers naar identieke, 20 althans vergelijkbare technische kenmerken.

Figuur 1 toont een aanzicht met doorsneden van een paal P volgens de stand van de techniek. Het aanzicht is gegeven met weglating van een bij de paal P horende deur en toont derhalve een opening 2 in de paal. Door de opening heen is aan de 25 achterzijde van de paal, dat wil zeggen aan de binnenzijde daarvan een geleiderail zichtbaar met verplaatsbare moeren 8 voor het bevestigen van allerhande, doorgaans elektrische apparatuur waartoe de opening 2 toegang verschaft. De rail is aan de paal bevestigd met behulp van onderdelen 6, 7 en 9. Boven het aanzicht is een dwarsdoorsnede van de paal P weergegeven, en ter rechterzijde van het aanzicht een 30 doorsnede over de langsas van de paal, dwars op het aanzicht. Aan de binnenzijde van de paal is veelal een nummerplaat 5 opgenomen.

De in figuur 1 niet weergegeven deur is een uitsnede van de paal volgens een snede met bijbehorende rand 3 welke althans in hoofdzaak gericht is op de hartlijn H van de paal. Het uitgesneden deel van de paal wordt tot deur gevormd met behulp van 35 een op dit deel aangebrachte haak 14 en een vergrendelingsdeel 20 zoals 4 weergegeven aan de hand van figuur 3. Teneinde de aldus gevormde deur als zodanig voor de uitgesneden paal te kunnen inzetten is deze op een aantal plaatsen rond de opening 2 voorzien van deursteunen 4 die vanuit de paal deels voorbij de snede 3 ofwel rand van de opening 2 steken. In de weergegeven uitvoering zijn de 5 steunen gevormd door ringen die tegen de binnenwand van de paal zijn aangelast. Een nadeel van een aldus gevormde paal met vergrendelbare deur is de afstand ofwel spleet die tussen de rand van deur en opening aanwezig is ten gevolge van de uitsnijding.

Figuur 2 toont conform de onderhavige uitvinding een nieuwe wijze van 10 uitsnijden welke niet alleen de spleet tussen opening en deur wegneemt en daarmee beter bestenig is tegen vandalisme dan wel moedwillige ontzetting, doch welke tevens de maakkosten van de paal sterk beperkt door het overbodig maken van de deursteunen 4. Dit laatste scheelt niet alleen directe materiaal en bewerkingskosten, maar vooral ook logistieke kosten, welke door de omvang van de paal aanmerkelijk 15 kunnen zijn.

Bij een paal volgens de uitvinding is de deur, althans het deurdeel zodanig uitgesneden dat de snijvlakken van de twee rechte delen 3 van de snede, doorgaans de althans in hoofzaak evenwijdig aan de hartlijn georiënteerde snijvlakken 3, gezien in dwarsdoorsnede, onderling een hoek vertonen welke substantieel groter is dan de 20 ingesloten hoek bij uitsnijding conform de stand van de techniek, dat wil zeggen gericht op de hartlijn H. In figuur 2 zijn de twee, de rechte snijvlakdelen 11 verbindende snijvlakken 10, dat wil zeggen aan de boven en onderzijde van de opening 2, uitgevoerd onder een hoek waarbij de snede is gericht op de hartlijn. Bij de relatief geringe deur- ofwel openingsbreedte zoals weergegeven in het voorbeeld van 25 figuur 2 levert dit, bij wijze van indicatie, ingesloten snijvlakhoeken op van 57,3 respectievelijk 140 graden op. Door de maatregel volgens de uitvinding is het mogelijk geworden dat een uitgesneden deurdeel bij het in de opening aanbrengen afgesteund wordt door de rechte snijvlakken 3 van de opening 2, ofwel dat er geen dan wel nagenoeg geen spleet aanwezig is tussen de randen van opening en aangebrachte 30 deur.

In de bevoorkeurde constructie is in de snede een overgangsgebied 10 opgenomen waarin de relatief vlakke snede van de rechte delen 3 geleidelijk overgaat in een relatief scherpe snede van de overstekende of wel de rechte sneden 3 verbindende sneden 11. Deze scherpe snede is in het bijzonder gericht op de hartlijn 35 H van de paal. Het overgangsgebied 10 vormt onderdeel van de recht ofwel overlangs 5 verlopende randen 3 van opening 2. De rechte randen 3 verbindende randen 11 kunnen in principe elke vorm hebben. In plaats van half cirkelvormig zoals hier getoond kan vorm bijvoorbeeld ook ovaal of, zoals veelal bij bredere deuren met een recht tussenstuk zijn uitgevoerd.

5 Figuur 3 toont een deur D welke is uitgesneden conform de onderhavige uitvinding, zowel in aanzicht van binnenuit als in overlangse dwarsdoorsnede haaks op het aanzicht. De deur is voorzien van een op zich bekende bevestigingshaak 14 en een vergrendelingsdeel 20 dat in een uitlichting van het bovendeel van de deur meer in detail wordt weergegeven.

10 Het vergrendelingsdeel 20 omvat een vergrendelingsbout 21 welke overigens door een daartoe aangebrachte opening in de deur 2 is gevoerd, en opgevangen wordt door een sluitingsbus 24. Verdraaiing van vergrendelingsdeel 20 wordt voorkomen door een tegen de deur aangelaste U-vormige beugel. Behalve door een in de bus 24 aangebrachte bout-opening strekt de bout 21 zich door een opening in 15 een los opgenomen, eveneens in hoofdzaak U vormige grendel 26, waarvan een been tegen de binnen zijde van de deur rust en het andere been voorbij de bovenrand van de deur reikt, bestemd voor aanleuning tegen de binnenzijde van de paal. De grendel 26 wordt met behulp van een veer-element 22 op de schroefdraad van bout 21 gedrukt met behulp van een borgdip 23 welke aan het einde van de door de grendel 20 stekende bout 21 is opgenomen. Door verdraaiing van de sluitingsbout 21 wordt het mogelijk gemaakt de deur D in opwaartse richting te verschuiven en vervolgens uit de paal te nemen. De vergrendelingsbout 21 is hiertoe voorzien van een geprofileerde boutkop, doorgaans een driehoeksprofiel waarover een sleutel met driehoeksopening wordt geschoven. Het nadeel van deze bekende vergrendeling is dat sleutels met 25 driehoeksprofiel wijdverbreid verkrijgbaar zijn en de paal derhalve eenvoudig vatbaar maken voor vandalisme, althans ongewenst openen

Figuur 4 toont een doorsnede en aanzicht van een nieuwe vergrendelingsbout 21 met bijhorende sleutel 34 volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding, welke verder bijdraagt aan het vandalisme bestending maken van een paal 30 volgens de uitvinding. De boutkop is hiertoe relatief groot in doorsnede uitgevoerd, althans aanmerkelijk groter dan de diameter van bout. De kop en sleutel zijn hiertoe voorzien van complementaire, dat wil zeggen in elkaar passende profileringen. Conform voorkeur en zoals weergegeven is deze in de sleutel uitwendig en in de boutkop inwendig aangebracht, teneinde deze laatste minder vatbaar te doen zijn voor 35 bijvoorbeeld moedwillige beschadiging. De profilering omvat een centrale boring 31 6 met bijhorende pen 31’ aan de sleutel 34, welke in diepte ofwel overlangse afmeting groter is dan een concentrische om de centrale boring 31 c.q. pen 31’ aangebrachte, eindige, doch de pen en opening bij voorkeur vrijwel geheel omsluitende profilering 32 c.q. 32'. In plaats van een geheel complementaire vorm kan de sleutel ook zijn 5 voorzien van twee in de concentrische profilering van de bout passende nokken. Gezien in dwarsdoorsnede hebben de profileringen althans voor een deel een afgeknot conische vorm. De sleutel 34 is bij voorkeur althans deels gevormd uit staf-materiaal en is daarbij bij voorkeur voorzien van een boring 36 zodat een schroevendraaier of ander stuk gereedschap kan worden gebruikt als hefboom, en 10 aldus een relatief voordelig sleutel wordt verkregen.

De uitvinding heeft behalve op de aspecten in het navolgend stel conclusies betrekking op het hiervoor beschrevene, alsmede op alle aspecten en details van de figuren voor zover deze direct en ondubbelzinnig voor een vakman herleidbaar zijn.

1 033304

Claims (10)

1. Paal (P), zoals een lantaarnpaal, welke althans gedeeltelijk hol en in een overwegend ronde vorm is uitgevoerd, welk hol deel is voorzien van een althans als 5 het ware uit de paal gesneden deur (D), en waarvan de deuropening (2) althans deels een snijvlak (3,11) vertoond dat zich van de buitenkant van de paal tot de binnenkant van de lokale paalwand uitstrekt, welk snijvlak wordt gevormd door een op het hart van de paal gerichte snede welke tezamen met de parallel verlopende snede en het hart (H) van de paal een ingesloten eerste snedehoek (a) vormt, met het kenmerk, dat 10 althans een in de lengterichting van de paal verlopend deel (3) van het snijvlak van de opening (2) en van de deur (R) is aangebracht onder een tweede hoek (β) welke groter, in het bijzonder wezenlijk groter is dan de genoemde eerste hoek (a).

2. Paal (P) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de overlangs verlopende snijvlakken (3) in elkanders projectie zijn gelegen, ofwel dat de 15 tweede ingesloten hoek (β) 180 graden is.

3. Paal volgens een der beide voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het snijvlak (10) in het bovenste en het onderste deel van opening (2) en deur (D), althans op een plaats met uiterste onderlinge afstand, onder een onderling kleinere hoek, in het bijzonder de genoemde eerste hoek (a), staan dan de snijvlakken (3) in het 20 overlangse deel van opening en deur.

4. Paal (P) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een snijvlak (3) in het overlangse deel en een snijvlak (10) in een onderste of bovenste deel van deur en opening vloeiend in elkaar overgaan.

5. Paal (P) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 25 overgangsgebied voor vloeiende overgang tussen de snijvlakken (10) in de bovenste en onderste delen van opening en deur, en de snijvlakken (3) in de overlangse delen van opening en deur is gerealiseerd in een deel (11) dat althans overwegend in de langsrichting van de paal (P) is georiënteerd.

6. Paal volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de deur (D) is voorzien 30 van een slot met vergrendelbout (21) en boutkop, van welke boutkop de bediening in combinatie met een passende sleutel (34) het vastzetten respectievelijk loshalen van de deur bewerkstelligd, met het kenmerk, dat de boutkop is voorzien van een althans overwegend ronde omtreksvorm, en in het kopvlak is voorzien van een profilering, 1033304 welke samenwerkt met een omgekeerde profilering in een daartoe opgenomen kops uiteinde van de sleutel.

7. Paal volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de profilering in de boutkop verzonken is, en de profilering op het kopse eind van de sleutel uitsteekt.

8. Paal volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de profilering van de boutkop zowel een centrale (31) als een excentrische uitsparing (32) omvat.

9. Paal volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat waarbij de excentrische uitsparing (32) eindig, concentrisch sleufvormig is uitgevoerd.

10. Paal volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het kopse 10 uiteinde van de bijhorende sleutel (34) passend is voorzien van een centrale pen en twee excentrisch opgenomen nokken, dan wei een complementair passende profilering die voor openende dan wel sluitende .samenwerking in de excentrische uitsparing in de boutkop passen. 1033304