NL1033246C2 - Box voor het bevatten van een dier. - Google Patents

Description

t

BOX VOOR HET BEVATTEN VAN EEN DIER

De uitvinding heeft betrekking op een box voor het bevatten van een dier volgens de aanhef van conclusie 1.

5 Een dergelijke box is bekend uit de terinzagelegging NL7900426. De hierin beschreven box heeft het nadeel dat een dier dat gegeten heeft nog enige tijd in de geopende boxmimte verblijft en hiermee de toegang voor andere dieren verspert.

Het is een doel van de uitvinding een box van bovengenoemde soort 10 te verschaffen die toelaat dat een dier dat zich in de geopende boxruimte bevindt makkelijk verjaagd kan worden.

Dit doel wordt in overeenstemming met de onderhavige uitvinding bereikt door de maatregelen van conclusie 1. Doordat in de geopende stand van de box over tenminste een substantieel deel van een zijkant van de boxruimte de 15 zijdelingse begrenzing van het dier is opgeheven, laat het andere dieren toe om het zich in de boxruimte bevindende dier vanaf de zijkant jaagprikkels te geven door het met de kop aan te stoten. Het zich in de boxruimte bevindende dier zal hierop teruglopen en de box aan de achterzijde verlaten. Het dier hoeft hiermee niet in de richting van de jaagprikkel te lopen.

20 Een additioneel voordeel van de uitvinding is dat de boxruimte gemakkelijk te betreden is.

Bij voorkeur is het substantiële deel zodanig dat een kwart en in het bijzonder de helft van het dier zijdelings onbegrensd is.

In een uitvoeringsvorm omvat de box een in hoogte beweegbaar 25 poortdeel, welk poortdeel een deel omvat voor de begrenzing van het substantiële deel. Een box met een dergelijk poortdeel maakt gebruik van de aan de bovenzijde aanwezige vrije ruimte en heeft geen extra vloeroppervlak nodig om in de geopende stand geplaatst te worden.

In het bijzonder omvat het poortdeel beide zijkanten, zodat van beide 30 zijden een jaagprikkel gegeven kan worden.

In een verdere bijzondere uitvoering is het poortdeel draaibaar om een horizontale draaias. Dit geeft een robuuste en eenvoudige constructie. Er zijn hierbij geen ruimtes die verstopt kunnen raken en die hiermee een beweging van het poortdeel verhinderen.

1033246 2

Het is verder bijzonder dat het zwaartepunt van het poortdeel in de geopende stand en gezien in de richting vanaf de toegang en langs de lengteas van de boxruimte vóór de draaias ligt. Hiermee zal de box de neiging hebben de gesloten stand in te nemen.

5 Het is voordelig indien het bedienelement een motor, in het bijzonder een elektromotor omvat. Een dergelijk door elektriciteit te bedienen bedienelement is eenvoudig te besturen. Door de motor te voorzien van een wormwieloverbrenging wordt het bedienelement tevens geborgd.

In een bijzonder voordelige uitvoering omvat de box een aansturing 10 geschikt voor het meten van het vermogen van de motor, waarbij aan de hand van het gemeten vermogen een obstructie van het poortdeel vaststelbaar is. Een obstructie kan als aanslag zijn aangebracht aan de box of een dier zijn dat zich in de baan van het poortdeel bevindt.

In een verdere voordelige uitvoering van de uitvinding omvat de box 15 een door het bedienelement aandrijfbare rol die via een opwindelement verbonden is met het poortdeel. Een dergelijke constructie maakt het mogelijk dat slechts in één richting een kracht op het poortdeel wordt opgelegd. Dit vermindert de kans op verwondingen aan dieren door het poortdeel.

Het is verder voordelig indien de box een sensor omvat voor het detecteren 20 van mechanische spanning op het opwindelement. Het ontbreken van een mechanische spanning op het opwindelement duidt op een obstructie.

In een alternatieve uitvoering omvat het bedienelement een cilinder.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de 25 figuren, waarin:

Figuur 1 een zijaanzicht is van de box in de geopende stand en uitgevoerd is als een voerinrichting, en

Figuur 2 een bovenaanzicht is van de box in de gesloten stand.

30 In Figuren 1 en 2 wordt een box 1 beschreven voor het bevatten van een dier met een langwerpige boxruimte 3 voor het opnemen van het dier, welke boxruimte 3 aan de voorkant, de achterkant en de zijkanten is voorzien van begrenzingselementen voor het begrenzen van het dier en verder omvattende een activeerbaar bedienelement 2 voor het in een gesloten en in een geopende stand 3 plaatsen van de box 1, waarbij in de geopende stand de achterzijde en/of de voorzijde van de boxruimte 3 is geopend en waarbij in de geopende stand van de box 1 bovendien over tenminste een substantieel deel van een zijkant van de boxruimte 3 de zijdelingse begrenzing van het dier is opgeheven. De box 1 is 5 uitgevoerd als een voerinrichting met aan de voorzijde van de box 1 een trog 6. De box 1 omvat een poortdeel 7, welk poortdeel 7 een deel omvat voor de begrenzing van het substantiële deel en omvat beide zijkanten. Door draaiing om een draaias 8 is het poortdeel 7 in hoogte beweegbaar. De grootte van het substantiële deel is ongeveer een kwart van de lengte van het dier. Het zwaartepunt van het poortdeel 7 10 in de geopende stand en gezien in de richting vanaf de toegang en langs de lengteas van de boxruimte 3 ligt vóór de draaias 8. Door toepassing van extra gewichten is de ligging van het zwaartepunt zo gekozen dat het poortdeel 7 met weinig kracht te bewegen is. Aan de bovenzijde is een bedienelement 2 aangebracht voor het bedienen van het poortdeel 7. Het bedienelement 2 omvat een motor 9 en 15 een rol 10 aandrijfbaar door de motor 9, welke rol 10 via een opwindelement 11 verbonden is met het poortdeel 7. Het opwindelement 11 is uitgevoerd als een vlakke flexibele band, zodat het makkelijk oprolbaar is, maar kan ook uitgevoerd zijn als een touw, ketting of kabel.

Een sensor 12 is aangebracht voor het detecteren van mechanische 20 spanning op het opwindelement 11. Deze wordt gevormd door een om een as draaibare beugel met een oog, welk oog het opwindelement 11 omgeeft.

De box 1 is aan de achterzijde aan de onderkant geheel vrij. Dit laat een behandeling toe aan de uier van het zich in de dierbox bevindende dier, zoals het aansluiten van melkbekers. Dit is bijzonder handig als het aansluiten gebeurt 25 door een kleine mobiele robot.

Een aanslag 13 is aangebracht aan het poortdeel 7, die in de gesloten positie van de box 1 tegen het vaste frame van de box 1 rust.

Aan de voorzijde, boven de trog 6, is de box 1 open, zodat het zich in de box 1 bevindende dier vrij uitzicht heeft en zich niet opgesloten voelt. De zijden 30 tussen het poortdeel 7 en de open voorzijde worden afgeschermd door een ondoorzichtig deel, uitgevoerd als een dicht zeil 15. Dit zeil 15 beschermt het dier tegen jaagprikkels aan de voorzijde.

De box 1 omvat verder een aansturing 14 geschikt voor het meten van het vermogen van de elektromotor, waarbij aan de hand van het gemeten vermogen 4 een obstructie van het poortdeel 7 vaststelbaar is.

Alternatief voor bediening door een elektromotor kan het bedienelement 2 een hydraulische of pneumatische cilinder omvatten. In dat geval kan de cilinder direct aan het poortdeel 7 bevestigd zijn, of via een flexibel deel.

5 De box 1 uitgevoerd als een voerinrichting zoals hierboven beschreven werkt als volgt. Standaard staat de box 1 in de geopende stand. Een dier loopt de boxruimte 3 binnen. Het dier heeft een transponder 5 in zijn oor, welke transponder 5 herkenbaar is door een op zich bekende dierherkenningsinrichting 4. Deze geeft een signaal af aan de besturingsinrichting 10 14 karakteristiek voor de identiteit van het dier. Aan de hand van data betreffende het individuele dier in het geheugen van de besturingsinrichting 14 wordt bepaald of het dier een voertegoed heeft. Is dit het geval, dan wordt de motor 9 van het bedienelement 2 aangestuurd, waardoor de rol 10 het opwindelement 11 afrolt. Door de zwaartekracht zal het poortdeel 7 zich neerlaten. Het afrollen gaat door 15 totdat het poortdeel 7 de gesloten positie inneemt en met de aanslag 13 tegen het frame van de box 1 aangrijpt. Het opwindelement 11 wordt nu spanningsloos en dit wordt gedetecteerd door de sensor 12. Het signaal van de sensor 12 laat de besturingsinrichting 14 de motor 9 stoppen. Vervolgens wordt een niet afgebeelde doseerinrichting gestart om het voertegoed voor het dier in de trog 6 te doseren. 20 De trog 6 is uitgevoerd met een (niet afgebeelde) weegsensor welke detecteert of het verstrekte voer opgevreten is. Indien gedetecteerd is dat al het voer opgegeten is wordt de motor 9 aangestuurd welke het opwindelement 11 doet oprollen en de box 1 doet openen. Het dier is nu aan de achter- en zijkant niet meer begrensd en kan door andere dieren in de kudde eenvoudig verjaagd worden. Dit geschiedt 25 vaak door aanstoten met de kop in de flank van het dier.

Het in de geopende stand zetten kan ook geschieden na een bepaalde tijd na de laatste verstrekking van het voer. Deze bepaalde tijd kan afhankelijk zijn van de identiteit van het dier, afhankelijk of het dier snel of langzaam voer tot zich neemt.

30 In een niet afgebeelde uitvoering van de box 1 is de aansturing 14 geschikt voor het meten van het vermogen van de motor 9, waarbij aan de hand van het gemeten vermogen een obstructie van het poortdeel 7 vaststelbaar is. Dit is het geval als bij het oprollen het gemeten vermogen een bepaalde waarde overschrijdt. Ook kan een obstructie, bijvoorbeeld als het poortdeel 7 tegen een 5 dier aankomt, gedetecteerd worden als bij het afrollen van het opwindelement 11 een ander vermogen gedetecteerd wordt dan gebruikelijk.

De box is niet beperkt tot de beschreven uitvoering als een voerinrichting en kan onderdeel uitmaken van een inrichting voor het ondergaan van 5 elke diergerelateerde handeling, zoals een melkrobot of een selectiebox. Met voeren wordt het verstrekken van voer bedoeld, als ook het verstrekken van water of andere vloeistoffen. Hoewel in de figuren een rund is afgebeeld, is het gebruik van de box niet beperkt hiertoe en is deze ook geschikt voor andere landbouwhuisdieren zoals varkens, geiten en schapen.

10 1033246

Claims (12)

1. Box (1) voor het bevatten van een dier met een langwerpige boxruimte (3) voor het opnemen van het dier, welke boxruimte (3) aan de voorkant, de 5 achterkant en de zijkanten is voorzien van begrenzingselementen voor het begrenzen van het dier en verder omvattende een activeerbaar bedienelement (2) voor het in een gesloten en in een geopende stand plaatsen van de box (1), waarbij in de geopende stand de achterzijde en/of de voorzijde van de boxruimte (3) is geopend, met het kenmerk, dat in de geopende stand van de box (1) bovendien 10 over tenminste een substantieel deel van een zijkant van de boxruimte (3) de zijdelingse begrenzing van het dier is opgeheven.

2. Box (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het substantiële deel een zodanige vorm heeft dat tenminste een kwart van het dier zijdelings onbegrensd is.

3. Box (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het substantiële deel een zodanige vorm heeft dat tenminste de helft van het dier zijdelings onbegrensd is.

4. Box (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de box (1) een in hoogte beweegbaar poortdeel (7) omvat, welk poortdeel (7) 20 een deel omvat voor de begrenzing van het substantiële deel.

5. Box (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het poortdeel (7) beide zijkanten omvat.

6. Box (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het poortdeel (7) draaibaar is om een horizontale draaias (8).

7. Box (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het zwaartepunt van het poortdeel (7) in de geopende stand en gezien in de richting vanaf de toegang en langs de lengteas van de boxruimte (3) vóór de draaias (8) ligt.

8. Box (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedienelement (2) een motor (9) omvat.

9. Box (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de box (1) een aansturing (14) omvat geschikt voor het meten van het vermogen van de motor (9), waarbij aan de hand van het gemeten vermogen een obstructie van het poortdeel (7) vaststelbaar is. 1033246 ·»

10. Box (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de box (1) een door het bedienelement (2) aandrijfbare rol (10) omvat die via een opwindelement (11) verbonden is met het poortdeel (7).

11. Box (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de box (1) een 5 sensor (12) omvat voor het detecteren van mechanische spanning op het opwindelement (11).

12. Box (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedienelement (2) een cilinder omvat. 10 1033246