NL1033233C2 - Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel. - Google Patents

Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel. Download PDF

Info

Publication number
NL1033233C2
NL1033233C2 NL1033233A NL1033233A NL1033233C2 NL 1033233 C2 NL1033233 C2 NL 1033233C2 NL 1033233 A NL1033233 A NL 1033233A NL 1033233 A NL1033233 A NL 1033233A NL 1033233 C2 NL1033233 C2 NL 1033233C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
label
data
prescription
medicine
adhesive
Prior art date
Application number
NL1033233A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1033233A1 (nl
Inventor
Franciscus Marie Van Der Vaart
Original Assignee
Holding F M Van Der Vaart B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holding F M Van Der Vaart B V filed Critical Holding F M Van Der Vaart B V
Priority to NL1033233A priority Critical patent/NL1033233C2/nl
Publication of NL1033233A1 publication Critical patent/NL1033233A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1033233C2 publication Critical patent/NL1033233C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C1/00Labelling flat essentially-rigid surfaces
    • B65C1/02Affixing labels to one flat surface of articles, e.g. of packages, of flat bands
    • B65C1/025Affixing labels to one flat surface of articles, e.g. of packages, of flat bands the label being picked up by the article to be labelled, i.e. the labelling head remaining stationary
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C1/00Labelling flat essentially-rigid surfaces
    • B65C1/04Affixing labels, e.g. wrap-around labels, to two or more flat surfaces of a polyhedral article
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F3/00Labels, tag tickets, or similar identification or indication means; Seals; Postage or like stamps
    • G09F3/02Forms or constructions
    • G09F3/0288Labels or tickets consisting of more than one part, e.g. with address of sender or other reference on separate section to main label; Multi-copy labels
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F3/00Labels, tag tickets, or similar identification or indication means; Seals; Postage or like stamps
    • G09F3/08Fastening or securing by means not forming part of the material of the label itself
    • G09F3/10Fastening or securing by means not forming part of the material of the label itself by an adhesive layer

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Medical Treatment And Welfare Office Work (AREA)

Description

Korte aanduiding: Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel.
5 BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een etiket voor gebruik bij het op recept of voorschrift uitgeven van verpakte geneesmiddelen, in het bijzonder voor gebruik in apotheken, drogisterijen en dergelijke.
Geneesmiddelen worden nagenoeg altijd op basis van een 10 voorschrift of recept verstrekt. De meest voorkomende vorm is een papieren recept waarop naast de gegevens van de patiënt, de naam van het geneesmiddel, het toedieningsvoorschrift en voor zover van toepassing de dosis en het aantal pillen of poeders van het betreffende geneesmiddel zijn aangegeven en eventuele andere van belang zijnde informatie.
15 Naast het traditionele papieren recept worden in de praktijk ook meer en meer digitale informatieverwerkingssystemen toegepast, waarmee een receptverstrekker, zoals een arts, en een geneesmiddelenverstrekker, zoals een apotheker of drogist, direct in digitale vorm gegevens kunnen uitwisselen. Hierbij wordt dan niet meer 20 een papieren recept verstrekt maar verschijnt het recept bij de geneesmiddelenverstrekker op bijvoorbeeld een met het informatieverwerkingssysteem gekoppeld beeldscherm.
Geneesmiddelen worden heden ten dage nog vrijwel alleen geleverd in standaard-verpakkingen. Het is onder meer de taak van de 25 geneesmiddelenverstrekker om niet alleen het juiste geneesmiddel en in de juiste hoeveelheid te verstrekken, maar ook om de op het recept aanwezige gegevens over het toedieningsvoorschrift, dat wil zeggen het gebruik van het geneesmiddel, juist aan de gebruiker of patiënt kenbaar te maken. In de praktijk worden hiertoe vrijwel altijd één of meer etiketten op het 30 verpakte geneesmiddel aangebracht, waarop het toedieningsvoorschrift en verdere informatie welke voor de gebruiker van belang kan zijn, staan 1033233 2 afgedrukt. Daarnaast worden ook vaak losse bijsluiters toegevoegd, waarop verdere informatie omtrent het gebruik van het geneesmiddel en bijvoorbeeld bijwerkingen daarvan zijn vermeld.
Voor het uit een voorraad of magazijn ophalen van de 5 betreffende geneesmiddelen zijn weliswaar geautomatiseerde afgiftesystemen bekend, waarbij de betreffende geneesmiddelen dan in een houder worden gedeponeerd, maar het etiketteren van verpakte geneesmiddelen is in de praktijk een nog nagenoeg volledig handmatig proces.
10 Een probleem bij het handmatig en/of machinaal etiketteren van verpakte geneesmiddelen met gebruikelijke etiketten of labels die volledig op een verpakking van een geneesmiddel worden gekleefd, wordt onder andere daardoor gevormd, dat de afmetingen van een aan te brengen etiket moeten zijn afgestemd op de kleinste verpakking. Verder kan niet 15 worden voorkomen dat door het aanbrengen van het etiket informatie op de verpakking, zoals een identificatiecode of overige voor een patient of gebruiker van belang zijnde tekst, wordt afgedekt. In een dergelijk geval zal het nodig zijn om het etiket los te halen om de betreffende informatie te kunnen lezen, waarbij niet alleen de kans op beschadiging 20 van het etiket zelf groot is, maar ook beschadiging van de afgedekte tekst, waardoor deze in het geheel niet meer leesbaar kan worden.
Aan de onderhavige uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag een verbeterd etiket te verschaffen voor gebruik in de uitgifte van verpakte geneesmiddelen op recept, welk etiket zowel handmatig als 25 geautomatiseerd kan worden aangebracht.
De uitvinding voorziet daartoe in een etiket voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, omvattende tenminste één zijde voor het ten behoeve van de uitgifte van een geneesmiddel daarop afdrukken van receptgegevens voor het gebruik van het betreffende geneesmiddel, met een 30 aan een omtreksrand van het etiket aangebracht hechtmiddel voor het hechten van het etiket aan de verpakking van het uit te geven 3 geneesmiddel.
Een voordeel van een dergelijk etiket is dat dit op een zodanige plaats op de verpakking van een geneesmiddel kan worden bevestigd, dat belangrijke informatie daarop voor een patiënt of 5 gebruiker leesbaar blijft. Verder heeft een dergelijk etiket het voordeel dat dit aan twee kanten kan worden bedrukt c.q. van de informatie kan worden voorzien, waardoor meer informatie op een etiket kan worden geplaatst, hetgeen de patiënt of gebruiker ten goede kan komen. Ook kunnen de afmetingen van het etiket groter zijn dan van de verpakking 10 waaraan het moet worden gehecht. Doordat het etiket volgens de uitvinding als het ware als een soort vlag aan de verpakking hangt, is de attentiewaarde van het etiket volgens de uitvinding veel hoger dan van een gebruikelijk, volledig op de verpakking aangebracht etiket.
Uit de internationale octrooiaanvrage WO 01/78977 is een 15 etiket bekend dat zeifslui tend rondom een cilindrische houder kan worden aangebracht. In geassembleerde toestand is het etiket draaibaar rond de houder waarbij het hechtmiddel niet aan de houder hecht.
Uit het Duitse octrooi 195 38 669 is een etiket voor gebruik met verpakte geneesmiddelen bekend, met daarop voorgedrukte 20 geneesmiddel codes. Het betreft hier geen een etiket omvattende tenminste één zijde voor het ten behoeve van de uitgifte van een geneesmiddel daarop afdrukken van receptgegevens voor het gebruik van het betreffende geneesmiddel. Dit bekende etiket is juist bedoeld om voorafgaand aan de uitgifte van de verpakking te worden verwijderd voor opname in een 25 registratiesysteem.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het etiket volgens de uitvinding, zijn de van een hechtmiddel voorziene omtreksrand en het hechtmiddel zelf transparant uitgevoerd. Hiermee wordt dan geen enkele informatie op de verpakking van het geneesmiddel afgeschermd door het 30 plaatsen van het etiket, omdat de plaats van de verpakking waar het etiket daarvan wordt gehecht voor de patiënt of gebruiker leesbaar 4 blijft.
Als hechtmiddel kan elk voor het stevig hechten van het etiket, zoals een papieren etiket, aan bijvoorbeeld een kartonnen of kunststoffen behuizing waarin een geneesmiddel verpakt is, geschikte 5 kleefstof worden toegepast. Transparante kleefstof is op zichzelf in de praktijk bekend en hoeft voor deskundigen geen verdere toelichting.
Om de informatie op het etiket voor een patiënt of gebruiker verder te verduidelijken, kan het etiket velden in verschillende kleuren omvatten voor het daarop printen van de betreffende 10 receptgegevens en aanvullende gegevens, bijvoorbeeld afhankelijk van het type informatie, zoals waarschuwingen en dergelijke. Uiteraard kan ook in kleur op het etiket worden geprint.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een etiket volgens de uitvinding, is het etiket nabij het niet van een hechtmiddel voorziene 15 uiteinde voorzien van verdere hechtmiddelen met een zwakke hechtwerking, voor het herhaald aan een verpakking hechten van het betreffende einde.
Op deze wijze kan het etiket rond een verpakking worden gevouwen en met het vrije uitende daaraan worden gehecht. Door gebruik te maken van hechtmiddelen met een zwakke hechtwerking, zoals een zwak 20 kleefmiddel, kan het etiket met het betreffende uiteinde meerdere keren zonder beschadiging van de verpakking of het etiket zelf van de verpakking worden losgemaakt en weer daaraan gehecht.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een rol voorzien van een aantal etiketten, alsmede een verpakt geneesmiddel voorzien van 25 een etiket zoals boven beschreven.
De uitvinding zal nu meer in detail worden uiteengezet aan de hand van uitvoeringsvormen van een etiket, in het bijzonder voor het geautomatiseerd verwerken daarvan met een inrichting en een werkwijze voor gebruik met de betreffende inrichting. Opgemerkt wordt de uitvinding 30 uiteraard niet beperkt is tot de besproken en getoonde uitvoeringsvormen, maar dat daarin verschillende varianten kunnen worden aangebracht, zonder 5 af te wijken van de uitvindingsgedachte.
Figuur 1 toont schematisch, een uitvoeringsvorm van een inrichting waarin een etiket volgens de uitvinding kan worden toegepast.
Figuur 2 toont schematisch een vooraanzicht van een 5 overeenkomstig figuur 1 uitgevoerde inrichting.
Figuur 3 toont schematisch een zijaanzicht van de inrichting zoals getoond in figuur 2.
Figuur 4 toont schematisch, op vergrote schaal, een verpakt geneesmiddel met een etiket volgens de uitvinding tijdens verwerking in 10 de inrichting volgens figuur 2.
Figuur 5 toont schematisch, op vergrote schaal, een uitvoeringsvorm van applicatormiddelen voor gebruik in de inrichting volgens figuur 2.
Figuren 6 en 7 tonen schematisch een uitvoeringsvorm van 15 een etiket volgens de uitvinding aangebracht op de verpakking van een geneesmiddel, in verschillende aanzichten.
Figuren 8 en 9 tonen schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een etiket volgens de uitvinding, aangebracht op de verpakking van een geneesmiddel, in zijaanzicht van het etiket.
20 Figuur 10 toont schematisch een stroomschema van de voornaamste stappen van een werkwijze voor gebruik met de inrichting volgens de figuren 1 tot en met 3 en het etiket volgens de uitvinding.
Figuur 11 toont schematisch een aanzicht van beeldscherminformatie voor een gebruiker, overeenkomstig de werkwijze 25 volgens figuur 10.
De in figuur 1 schematisch getoonde inrichting is als geheel met het verwijzingscijfer 1 aangeduid. De inrichting kan op fysiek gescheiden plaatsen worden toegepast, hetgeen schematisch met de verticale streeplijn 2 is aangeduid. In het vlak van de tekening gezien, 30 bevindt zich aan het linkerdeel van de streeplijn 2 een receptgegevens!nvoerdeel 3 en bevindt zich aan de rechterzijde van de 6 streeplijn 2 een geneesmiddelenverwerkingsdeel 4, voor het uiteindelijk uitgeven van geneesmiddelen overeenkomstig de in het receptgegevens-invoerdeel 3 ingevoerde receptgegevens. Begrepen zal worden dat de delen 3 en 4 ook tot een enkele geïntegreerde inrichting kunnen zijn 5 gecombineerd.
Het receptgegevensinvoerdeel 3 omvat één of meer invoer-middelen 5, 6 in de vorm van een bijvoorbeeld op zichzelf in de praktijk bekende personal computer of bureaucomputer 7, voorzien van geschikte software. Met het verwijzingscijfer 8 zijn invoermiddelen aangeduid voor 10 het invoeren van receptgegevens. De invoermiddelen 8 kunnen elke voor het invoeren van receptgegevens geschikte vorm hebben, waaronder begrepen een toetsenbord, middelen voor het door middel van spraak invoeren van receptgegevens of bijvoorbeeld middelen voor het machinaal lezen van gedrukte tekst en dergelijke.
15 Een voor het verwerken van de receptgegevens geschikt informatieverwerkingssysteem kan op één of verschillende personal computers 7 zijn geïnstalleerd of bijvoorbeeld op een centraal opgestelde server 9 met een desgewenst daaraan gekoppelde databank 10. De server 9 kan via geschikte communicatiemiddelen werkzaam in verbinding staan met 20 de personal computers 7, waardoor de server 9 en de databank 10 in wezen op elke willekeurige locatie kunnen zijn opgesteld.
Op de server 9 kan via een geschikte telecommunicatie-verbinding ook direct een Personal Computer 7 van een receptverstrekker, zoals een huisarts of dergelijke zijn aangesloten. In figuur 1 aangegeven 25 met onderbroken lijnen.
Voor het verwerken van de receptgegevens kan een op zichzelf bekend informatiesysteem voor geneesmiddelenregistratie en -uitgifte worden toegepast of een speciaal hiertoe ontwikkeld informatie-verwerki ngssysteem.
30 Verder omvat het receptgegevensinvoerdeel 3 middelen 11 voor het desgewenst vervaardigen van een papieren recept, voorzien van de 7 ingevoerde receptgegevens en een daaraan gekoppelde unieke machineleesbare identificatiecode, zoals bijvoorbeeld een streepjescode. De middelen 11 kunnen een opzichzelf bekende printer omvatten, bijvoorbeeld voor het printen van gegevens op een papieren drager in A6-formaat of een 5 ander gewenst formaat.
In plaats van het direct op een papieren recept printen van een identificatiecode, kan de betreffende identificatiecode ook door middel van bijvoorbeeld een etiket op het recept worden aangebracht, waarbij de middelen 11 dan een etiketprinter omvatten.
10 De invoermiddelen 8 kunnen zijn ingericht voor het op een datadrager, zoals een floppy disc, een geheugenkaart, een "memory stick" of andere registratiemiddelen opslaan van digitale gegevens, voor het elektronisch registreren van een recept met de daaraan gekoppelde unieke identi ficatiecode.
15 Verder kunnen de computers 7 en/of de middelen 8 zijn ingericht voor het via geschikte communicatiemiddelen 102 over een datacommunicatieverbinding 103, hetgeen een draadgebonden of een draadloze communicatieverbinding kan zijn, aan het geneesmiddelen-verwerkingsdeel 4 overdragen van het recept met de bijbehorende 20 identificatiecode.
Het geneesmiddelenverwerkingsdeel 4 omvat verwerkings-middelen 12 voor het ophalen van ingevoerde receptgegevens, welke verwerkingsmiddelen in een uitvoeringsvorm kunnen bestaan uit een geschikt geprogrammeerde, op zichzelf in de praktijk bekende personal 25 computer of bureaucomputer, die via een telecommunicatieverbinding 13 werkzaam is verbonden met het receptgegevens!nvoerdeel 3, in het bijzonder de personal computers 7 en/of de server 9. De verwerkingsmiddelen 12 kunnen desgewenst ook zijn ingericht voor het direct invoeren van receptgegevens, via invoermiddelen 8 zoals 30 bovenstaand uiteengezet.
Het geneesmiddelverwerkingsdeel 4 omvat verder met de 8 verwerkingsmiddelen 12 gekoppelde leesmiddelen 14 voor het machinaal lezen van de identificatiecode van een papieren recept en registratiemiddelen 15 voor het op het papieren recept registreren van een, met een verschaft geneesmiddel overeenkomende uitgiftecode. In het 5 geval van een identificatiecode in de vorm van een op zichzelf bekende streepjescode, omvatten de leesmiddelen 14 een op zichzelf bekende streepjescodelezer. Uiteraard kunnen ook andere geschikte, machinaal leesbare identificatiecodes worden toegepast, waarbij begrepen zal worden dat de leesmiddelen 14 dan geschikt zijn voor het machinaal lezen van de 10 betreffende code of codes.
De registratiemiddelen 15 omvatten een printer om direct op het papieren recept, bijvoorbeeld aan de niet-bedrukte achterzijde daarvan, de uitgiftecodes te printen. De registratiemiddelen 15 zijn zodanig ingericht, dat na het registreren van de uitgiftecode of 15 uitgiftecodes het papieren recept automatisch uit de registratiemiddelen 15 wordt weggevoerd, zoals in figuur 1 schematisch aangegeven met de pijl 16. De pijl 17 duidt een invoerzijde van de registratiemiddelen 15 aan voor het daarin invoeren van het papieren recept. Met voordeel zijn de leesmiddelen 14 en de registratiemiddelen 15 als een enkele, 20 geïntegreerde eenheid gevormd, zodat een papieren recept slechts éénmaal hoeft te worden ingevoerd voor het lezen van de identificatiecode en het vervolgens op het papieren recept registreren van de uitgiftecode of -codes.
In het geval van een elektronisch beschikbaar recept, zijn 25 de leesmiddelen 14 geschikt voor het lezen van het recept en de daarbij behorende identificatiecode vanaf een datadrager, van het soort zoals in het voorgaande genoemd, of direct elektronisch via de datacomunicatie-verbinding 103. Voor dit doel geschikte leesmiddelen zijn op zichzelf in de praktijk bekend en behoeven voor een deskundige geen verdere 30 toelichting.
Zoals in de inleiding reeds aangegeven, kan het nodig zijn 9 om aanvullende informatie af te drukken, voor toevoeging aan uit te geven geneesmiddelen, waartoe naar keuze, verdere middelen 18 zijn voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een A4-printer, met een invoerzijde 20 voor het invoeren van bijvoorbeeld voorbedrukt papier en een uitvoer-zijde 21 5 voor het automatisch afgeven van bedrukt papier, zoals bijvoorbeeld een kwitantie, een naleverbon wanneer geneesmiddelen moeten worden nageleverd en dergelijke. De verdere middelen 19 kunnen een op zichzelf bekende etiketprinter omvatten, met een uitvoerzijde 22 voor geprinte etiketten, bijvoorbeeld om deze op niet-standaard verpakte geneesmiddelen aan te 10 brengen.
Het geneesmiddelenuitgiftedeel 4 is geconcentreerd rond een transportband 23, aangedreven door een elektromotor 24 welke wordt gestuurd door elektronische stuurmiddelen 25. De stuurmiddelen 25 zijn, evenals de leesmiddelen 14, de verwerkingsmiddelen 15 en de verdere 15 middelen 18, 19 werkzaam met de verwerkingsmiddelen 12 gekoppeld, voor het onderling uitwisselen van stuurinformatie en receptgegevens of andere voor de werking van de inrichting noodzakelijke stuur- en informatie-signalen.
Langs de transportband 23 zijn achtereenvolgens sensor-20 middelen 26, identificatiemiddelen 27, etiketvervaardigingsmiddelen 28 en applicatormiddelen 29 opgesteld. De invoerzijde 30 van de transportband 23 bevindt zich nabij de sensormiddelen 26 en de uitvoerzijde 31 bevindt zich nabij de applicatormiddelen 29, waarbij verzamel middelen 32 in de vorm van een houder aan de uitvoerzijde 31 van de transportband zijn 25 opgesteld.
Geneesmiddelen die overeenkomen met opgehaalde recept gegevens worden vanaf de invoerzijde 30 in de pijlrichting naar de uitvoerzijde 31 van de transportband 23 getransporteerd. Met het verwijzingscijfer 33 is aangeduid dat niet met de opgehaalde 30 receptgegevens corresponderende geneesmiddelen ook niet naar de uitvoerzijde 31 worden getransporteerd en niet verder voor uitgifte 10 daarvan worden verwerkt.
De in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting 1 is geschikt voor het handmatig aan de invoerzijde 30 op de transportband 23 plaatsen van uit te geven geneesmiddelen. Daarnaast kan de inrichting 5 worden gekoppeld met of geplaatst bij een op zichzelf in de praktijk bekende geautomatiseerde geneesmiddelen-afgifteautomaat, waarmee de betreffende geneesmiddelen automatisch op de transportband 23 worden geplaatst. In figuur 1 is een dergelijke geneesmiddelenafgifteautomaat schematisch, met onderbroken lijnen en het verwijzingscijfer 34 10 aangeduid. Een voor dit doel geschikte automatische geneesmiddelenafgifteautomaat 34 is bijvoorbeeld bekend onder de handelsnaam RoboPharma®. Desgewenst kunnen een dergelijke geneesmiddelenafgifteautomaat 34 en de betreffende inrichting 1 tot één geheel zijn gecombineerd.
15 De sensormiddelen 26 zijn ingericht voor het detecteren van een, op de transportband 23 geplaatst verpakt geneesmiddel en kunnen bijvoorbeeld een op zichzelf bekende fotocel detector omvatten.
De identificatiemiddelen 27 zijn ingericht voor het machinaal lezen van een artikel code of artikel codes op de verpakking van 20 een, op de transportband 23 geplaatst geneesmiddel en kunnen bijvoorbeeld een op zichzelf bekende streepjescodelezer omvatten. Uiteraard kunnen de identificatiemiddelen 27 ook worden ingericht voor het machinaal lezen van andere soorten artikei codes.
Met name zijn in een uitvoeringsvorm van de inrichting, de 25 identificatiemiddelen 27 ingericht voor het via de stuurmiddelen 25 en/of de verwerkingsmiddelen 12, door middel van een datacommunicatienetwerk 100, zoals het Internet, raadplegen van een databank 101 die is voorzien van gegevens omtrent de herkomst c.q. de authenticiteit van een betreffend geneesmiddel en zonodig de samenstelling daarvan. De databank 30 101 kan uit verschillende databanken van verschillende fabrikanten van geneesmiddelen bestaan. Door een dergelijke controle, kan gemakkelijk 11 worden ontdekt of een betreffend geneesmiddel van origine afkomstig is van een betreffende geneesmiddelen-fabrikant of dat het gaat om een namaakproduct. De authenticiteitscode is een unieke, aan een verpakt geneesmiddel gekoppelde machineleesbare code, waarmee elk geneesmiddel 5 afzonderlijk kan worden geïdentificeerd.
De etiketvervaardigingsmiddelen 28 zijn ingericht voor het vervaardigen van een, op de verpakking van het op de transportband 23 geplaatste geneesmiddel, met daarop de voor het gebruik van het geneesmiddel relevante gegevens, waaronder het toedieningsvoorschrift en 10 verdere gegevens, zoals bijvoorbeeld de naam van de patiënt of gebruiker, de naam van de receptverstrekker, in het algemeen een arts en zonodig de naam van de geneesmiddelenverstrekker, bijvoorbeeld de naam van een apotheker, drogist of dergelijke. In een uitvoeringsvorm van de inrichting bestaan de etiketvervaardigingsmiddelen uit een etiketprinter. 15 De applicatormiddelen 29 zijn ingericht voor het op de verpakking van het geneesmiddel aanbrengen van een door de etiketvervaardigingsmiddelen 28 vervaardigd etiket.
De sensormiddelen 26, de identificatiemiddelen 27, de etiketvervaardigingsmiddelen 28 en de applicatormiddelen 29 zijn werkzaam 20 verbonden met de stuurmiddelen 25 voor het uitwisselen van geschikte stuursignalen, receptgegevens en andere voor de werking van de inrichting noodzakelijke stuursignalen.
Met het verwi jzingsci jfer 35 zijn op de houder 32 aangrijpende vergrendel/vrijgeefmiddelen aangeduid, die eveneens 25 elektrisch werkzaam met de stuurmiddelen 25 zijn verbonden, voor het vergrendelen c.q. vrijgeven van de houder 32.
Figuur 2 toont een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van het geneesmiddelenverwerkingsdeel 4.
Met het verwi jzingsci jfer 36 is een frame of tafel 30 aangeduid, aan de linkerzijde waarvan, gezien in het vlak van de tekening, van boven naar beneden de leesmiddelen 14, de registratie- 12 middelen 15, de verdere middelen 18, 19 en de verzamel middel en of houder 32 zijn opgesteld. De leesmiddelen 14 en de registratie-middelen 15 zijn weer tot een enkel apparaat gecombineerd, zoals in het voorgaande beschreven. In deze uitvoeringsvorm zijn ook de verdere middelen 18, 19 5 voor het afdrukken op bijvoorbeeld A4-papier en voor het aanmaken van verdere etiketten tot een enkel apparaat gecombineerd.
Aan de rechterzijde van de tafel 36 zijn achtereenvolgens de sensormiddelen 26, de identificatiemiddelen 27, de etiket-vervaardigingsmiddelen 28 en de appl icatormiddelen 29 langs de 10 transportband 23 gerangschikt, vanaf de invoerzijde 30 naar de uitvoerzijde 31 daarvan. De houder 32 sluit aan op de uitvoerzijde 31 van de transportband 23.
De verwerkingsmiddelen 12 zijn bijvoorbeeld voorzien van een aanraakbeeldscherm 37, voor het door aanraken daarvan besturen van de 15 betreffende inrichting. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de stuurmiddelen 25 in de verwerkingsmiddelen 12 geïntegreerd.
De elektrische aandrijfmiddelen 24 voor de transportband 23 zijn in figuur 2 niet expliciet getoond.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van het geneesmiddelen-20 verwerkingsdeel 4 volgens de uitvoeringsvorm van figuur 2, in het vlak van de tekening gezien vanaf de rechterzijde daarvan.
Met het verwijzingscijfer 40 is een op de transportband 23 geplaatst verpakt geneesmiddel aangeduid, dat in de getoonde uitvoeringsvorm van het geneesmiddelenverwerkingsdeel 4 van de inrichting 25 handmatig door een persoon 41 op de transportband 23 kan zijn geplaatst. Met het verwijzingscijfer 42 is een verder verpakt geneesmiddel aangeduid, dat na verwerking van het verpakte geneesmiddel 40 op de transportband 23 kan worden geplaatst, enzovoorts.
Zoals in het voorgaande reeds uiteengezet, kan in plaats 30 van het handmatig op de transportband 23 plaatsen van de verpakte geneesmiddelen 40, 42 dit ook plaatsvinden door middel van een 13 geautomatiseerde geneesmiddelenafgifteautomaat, welke rechtstreeks aan de hand van de receptgegevens kan worden gestuurd voor het achtereenvolgens op de transportband 23 plaatsen van de betreffende verpakte geneesmiddelen. Omdat de identificatie van de betreffende geneesmiddelen 5 door de geneesmiddelenafgifteautomaat kan gebeuren, kunnen de identificatiemiddelen 27 dan desgewenst komen te vervallen. Om de betrouwbaarheid van het uitgifteproces echter zo hoog mogelijk te houden, geniet het de voorkeur om de identificatiemiddelen 27 te behouden, voor een extra controle daarop of de, door de geneesmiddelenafgifteautomaat op 10 de transportband 23 verpakte producten ook daadwerkelijk met de betreffende receptgegevens overeenkomen en voor de eerder genoemde authenti ci tei tscontrole.
In plaats van het direct door een geneesmiddelenafgifteautomaat op de transportband 23 plaatsen van geneesmiddelen kunnen deze 15 ook eerst in een aparte bak of houder worden verzameld waarna de persoon 41 de betreffende verpakte geneesmiddelen 40, 42 weer handmatig op de transportband 23 plaatst.
In het geval van het gebruik van een geneesmiddelenafgifteautomaat voor het direct aan de transportband 23 af leveren van de 20 betreffende verpakte geneesmiddelen, kan het geneesmiddelverwerkingsdeel 4 van de inrichting 1 met een dergelijke geneesmiddelenafgifteautomaat tot één geheel zijn gecombineerd (niet getoond).
Figuur 4 toont, op vergrote schaal ten opzichte van figuur 2, een doorsnede-aanzicht door de transportband 23, ten tijde dat een 25 verpakt, van een etiket 45 volgens de uitvinding voorzien, geneesmiddel 40 aan de uitvoerzijde 31 van de transportband 23 in de verzamelbak 32 wordt gedeponeerd. Het verwijzingscijfer 39 geeft een aan een zijde van de transportband geplaatste productaanslag aan, voor het daartegen op de transportband 23 positioneren van een verpakt geneesmiddel 40.
30 Alvorens een etiket 45 volgens de uitvinding op het verpakte geneesmiddel 40 wordt aangebracht, is dit in de 14 etiketvervaardigingsmiddelen 28 voorzien van de relevante gegevens voor het betreffende geneesmiddel, zoals de naam van het geneesmiddel, een toedieningsvoorschrift, informatie omtrent bijwerkingen of risico's en dergelijke, de naam van de patiënt of gebruiker, de naam van de 5 receptverstrekker, de naam van de geneesmiddelenverstrekker, etc.
In afwijking van de gebruikelijke etiketten of labels die volledig op een verpakking van een geneesmiddel worden gekleefd, is het etiket 45 volgens de uitvinding slechts met een rand 51 daarvan aan de verpakking 40 van het geneesmiddel gehecht.
10 Zoals schematisch, op vergrote schaal ten opzichte van figuur 2, in figuur 5 is getoond, bevinden de op een verpakt geneesmiddel 40 aan te brengen etiketten 45 zich op een drager 43 op een toevoerrol 46 die in de richting van de pijl 47 roteert. De lege drager 43 wordt verzameld op een verzamel rol 48 welke in de richting van de pijl 49 15 roteert. Voor het aanbrengen van een etiket 45 is een applicatorlichaam 44 verschaft dat zodanig is geplaatst, dat wanneer de drager 43 met daarop de etiketten voorbij het applicatorlichaam 24 beweegt, het betreffende etiket 45 automatisch vrijkomt van de drager 43 voor bevestiging daarvan op het zich in de richting van de pijl 50 20 voortbewegende verpakte geneesmiddel 40. Begrepen zal worden dat in deze uitvoeringsvorm van de applicatormiddelen de transportsnelheid van de drager 43 afgestemd dient te zijn op de transportsnel heid van de transportband 23.
Een alternatief voor het aanbrengen van een etiket 45 op de 25 verpakking 40 van het geneesmiddel is het toepassen van een zogeheten mechanische tamp waarbij het betreffende etiket 45 bijvoorbeeld onder vacuüm van de drager 43 wordt afgenomen en op de verpakking 40 wordt geplaatst.
De plaatsing van het etiket of label 45 volgens de 30 uitvinding op een verpakt geneesmiddel 40 is meer in detail in figuur 6 en figuur 7 getoond.
15
Figuur 6 toont een vooraanzicht van een verpakt geneesmiddel 40 met een daaraan gehecht etiket of label 45 volgens de uitvinding. Het etiket 45 is daartoe aan een omtreksrand 51 daarvan voorzien van een hechtmiddel of kleefmiddel 52, zoals getoond in figuur 5 7. Voor het doel van de uitvinding geschikte hechtmiddel en of kleefmiddelen voor het hechten of kleven van het etiket 45 op een verpakt geneesmiddel 40, zoals een in karton of kunststof verpakt geneesmiddel, zijn op zichzelf in de praktijk bekend.
In tegenstelling tot een etiket dat volledig over de 10 verpakking wordt geplakt, biedt het etiket 45 volgens de uitvinding het voordeel dat slechts een klein gedeelte van de verpakking 40 van het geneesmiddel wordt afgeschermd c.q. niet meer leesbaar is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet deze in een etiket 45 waarbij de kleefrand of hechtrand 51 transparant is 15 uitgevoerd, evenals het kleef- of hechtmiddel zelf. Hierdoor blijft de tekst op de verpakking 40 leesbaar, zonder verlies van informatie die voor een gebruiker of patiënt of voor verdere machinale verwerking van belang kan zijn. Verder heeft het etiket 45 volgens de uitvinding het voordeel dat dit zonodig aan twee zijden kan worden bedrukt, omdat het 20 etiket aan twee zijden leesbaar blijft. Hierdoor kan op een etiket van gebruikelijke afmetingen meer informatie worden afgedrukt, die voor een gebruiker of patiënt van belang kan zijn.
Figuur 8 toont schematisch, in zijaanzicht, een etiket 54 volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij in 25 aanvulling op het etiket 45 nabij het van de omtreksrand 51 afgekeerde einde 56 van het etiket 54 een kleef laag 55 is aangebracht, met een zwakke kleefwerking. Dat wil zeggen, een zodanige kleefwerking dat een met deze kleef!aag gekleefd etiket 54 herhaald kan worden losgemaakt en weer aan een verpakking 40 kan worden gehecht zonder beschadiging van de 30 verpakking dan wel het etiket 54 zelf. Voor dit doel geschikte kleefmiddelen zijn op zichzelf in de praktijk bekend.
16
Figuur 9 toont, in zijaanzicht, het etiket 54 dat om de verpakking 40 heen is gevouwen en door middel van de kleeflaag 55 aan de verpakking 40 hecht. Het kleefmiddel van de kleeflaag 55 bezit een zodanige sterkte, dat het op deze wijze rond de verpakking 40 gevouwen 5 etiket 54 op zijn plaats wordt gehouden.
Het etiket 45, 54 kan van één of meer kleurvelden 53 zijn voorzien, bijvoorbeeld aan de langsrand(en) daarvan, voor het daarop printen van extra informatie of informatie die extra aandacht verdient.
Uiteraard kunnen meer dan één etiketten of labels 45, 54 10 volgens de uitvinding op een verpakking 40 worden aangebracht, met behoud van het voordeel dat informatie op de verpakking leesbaar blijft .
De werking van de inrichting zal nu meer in detail worden geïllustreerd aan de hand van het stroomschema volgens figuur 8 in combinatie met de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals schematisch 15 getoond in figuur 1, waarbij wordt uitgegaan van het gebruik van een papieren recept.
Het blok 60 in figuur 8 heeft betrekking op het receptgegevensinvoerdeel van de inrichting.
Een recept kan direct op papier 61, dat wil zeggen 20 schriftelijk, door een receptverstrekker worden verstrekt. Dat wil zeggen de receptverstrekker zoals een arts schrijft een papieren recept 61 uit met daarop de relevante gegevens van het betreffende geneesmiddel en het toedieningsvoorschrift, de naam van de patiënt of gebruiker, de naam van de receptverstrekker en andere eventueel relevante receptgegevens. Met 25 dit papieren recept 61 gaat de gebruiker vervolgens naar de geneesmiddelenverstrekker, zoals een apotheker of drogist, welke de receptgegevens in een informatieverwerkingssysteem invoert, blok 62.
Nadat de betreffende receptgegevens zijn ingevoerd, wordt het papieren recept 61 voorzien van een unieke identificatiecode, 30 bijvoorbeeld in de vorm van een streepjescode die op het betreffende recept wordt afgedrukt, hetgeen resulteert in een papieren recept 63.
17
Voor het afdrukken van de streepjescode op het papieren recept 61 kunnen de afdrukmiddelen 11 zoals getoond in figuur 1 worden gebruikt. Voor het invoeren van de receptgegevens zijn de invoermiddelen 8 voorzien, zoals in het voorgaande besproken aan de hand van figuur 1. Het 5 informatieverwerkingssysteem kan op de computers 7, 12 en/of de server 9 geïnstalleerd zijn.
Wanneer een recept door een receptverstrekker volledig digitaal 64 aan een geneesmiddelenverstrekker wordt toegezonden, hoeven de receptgegevens uiteraard niet meer te worden ingevoerd en kan direct 10 een papieren recept 63 met een unieke identificatiecode zoals een streepjescode worden afgedrukt.
In plaats van het werken met een streepjescode als unieke identificatiecode, kan hiervoor ook elke op een papieren recept 61 aanwezige identificatiecode worden gebruikt, zoals een volgnummer 15 bijvoorbeeld aangevuld met informatie omtrent de receptverstrekker of patiënt. Voorwaarde is wel dat deze identificatiecode machineleesbaar dient te zijn. De stap van het afdrukken van een identificatiecode op het papieren recept vervalt dan. Echter omwille van een eenduidige en betrouwbare verwerking, kan worden gekozen voor het afdrukken van een 20 geheel nieuw papieren recept 63 voor verdere verwerking in de inrichting.
Van belang is dat het papieren recept dat in blok 60 wordt vervaardigd, voorzien is van de relevante receptgegevens en een unieke identificatiecode voor verdere verwerking van het recept in het geneesmiddelenverwerkingsdeel 4 van de inrichting.
25 Overeenkomstig de werkwijze wordt gestart, blok 70, met het in de gecombineerde lees- en registratiemiddelen 14, 15 invoeren 17 van een in blok 60 vervaardigd papieren recept 63.
Na het lezen, blok 71, van de identificatiecode van het recept, hierna aangeduid als ID-code, wordt door de verwerkingsmiddelen 30 12 getoetst, blok 72, of de ID-code in het informatieverwerkingssysteem 12 van de inrichting bekend is.
18
Wanneer de ID-code hierin niet bekend is, antwoord nee van beslissingsblok 72, wordt een verdere poging, blok 73, ondernomen om de receptgegevens via de communicatieverbinding 13 op te halen bij de personal computers 7 dan wel de server 9, zoals getoond in figuur 1.
5 Wanneer geen ID-code van het betreffende recept kan worden gevonden, beslissingsblok 74 antwoord nee, zal hiervan een melding, blok 75, op het beeldscherm 37 van het geneesmiddelenverwerkingsdeel 4 worden afgegeven, zodat een bedieningspersoon desgewenst handmatig kan ingrijpen. Bijvoorbeeld kan worden gedacht aan het met de hand invoeren 10 van een betreffende identificatiecode of het volledig opnieuw invoeren van de receptgegevens.
Wanneer in beslissingsblok 72 blijkt dat de ID-code van het papieren recept in de verwerkingsmiddelen 12 beschikbaar is, antwoord ja van beslissingsblok 72, kunnen de betreffende receptgegevens worden 15 opgehaald, blok 76. Wanneer in beslissingsblok 74 blijkt dat de ID-code van het papieren recept in de computers 7 of de server 9 beschikbaar is, antwoord ja van beslissingsblok 74, kunnen de betreffende receptgegevens daaruit worden opgehaald, blok 77, en in de verwerkingsmiddelen 12 worden geplaatst.
20 De opgehaalde receptgegevens 76, 77 worden op het beeldscherm 37 afgebeeld, waarmee de bedieningspersoon van de inrichting een keuze kan maken, blok 78, tussen het handmatig of automatisch verwerken van de geneesmiddelen. In het algemeen zal worden gekozen voor het automatisch verwerken van de geneesmiddelen en start de verwerking 25 door het op de transportband 23 plaatsen van het verpakte geneesmiddel 40. De sensormiddelen 26 detecteren een op de transportband geplaatst product en starten een identificatiecyclus, blok 79.
De identificatiemiddelen 27 identificeren een betreffend verpakt geneesmiddel op de transportband 23 en via de verwerkingsmiddelen 30 12 wordt gecontroleerd of het betreffende geneesmiddel in de opgehaalde receptgegevens bekend is. Indien bevestigend, wordt de transportband 23 19 verder gestuurd voor het naar de etiketvervaardigingsmiddelen 28 verplaatsen van het betreffende verpakte geneesmiddel 40, waar een etiket 45 wordt vervaardigd dat vervolgens door de applicatormiddelen 29 op het verpakte geneesmiddel 40 wordt aangebracht, blok 80.
5 Wanneer de identificatiemiddelen 27 een geneesmiddel op de transportband 23 identificeren dat niet met de receptgegevens overeenkomt, wordt dit niet verder verwerkt en wordt de transportband door de stuurmiddelen 25 bijvoorbeeld van richting omgekeerd, of worden stoppermiddelen (niet getoond) voor het tegenhouden van een verpakking 10 geactiveerd.
Nadat alle geneesmiddelen van een betreffend recept zijn verwerkt, blok 81, wordt dit geregistreerd en voor bijvoorbeeld voorraadbeheer geadministreerd, blok 82, in de verwerkingsmiddelen 12 en worden door middel van de verdere middelen 18, 19 zo nodig verdere 15 afdrukken vervaardigd, zoals kwitanties, bijsluiters of etiketten met verdere informatie. Ook kan een naleverbon worden gemaakt, wanneer in blok 81 is vastgesteld dat niet alle geneesmiddelen die in de receptgegevens voorkomen kunnen worden uitgegeven.
Nadat de betreffende verdere afdrukken zijn vervaardigd, 20 blok 83, worden de uitgegeven geneesmiddelen op het papieren recept 63 voorzien van een uitgiftecode, blok 84. In een uitvoeringsvorm bestaat deze uitgiftecode uit een voor de mens leesbare tekst die overeenkomt met de op het papieren recept vermelde gegevens van de geneesmiddelen. Bij voorkeur worden de uitgiftecodes aan de niet-bedrukte achterzijde van het 25 papieren recept 63 afgedrukt.
De geneesmiddelenuitgiftecyclus is hiermee beëindigd en het aldus van een uitgiftecode voorziene recept 63, de verdere afdrukken en de van een etiket voorziene geneesmiddelen worden verzameld in de verzamelbak 32.
30 Door de opstelling van de registratiemiddelen 15 en de verdere afdrukmiddelen 18, 19 boven de houder 32 in de uitvoeringsvorm 20 zoals getoond in de figuren 2 en 3, kunnen de betreffende documenten direct in de houder 32 worden verzameld nadat deze door de registratiemiddelen 15 en de verder middelen 18, 19 zijn vrijgegeven. Hierdoor wordt verwisseling van een recept en de bijbehorende 5 geneesmiddelen effectief voorkomen.
Nadat het recept, de betreffende geneesmiddelen en de verdere informatie, voorzover van toepassing, in de houder 32 zijn verzameld, worden de vrijgeefmiddelen 35 aangestuurd voor het vrijgeven van de houder 32 voor het verwijderen daarvan en het uitgeven van de 10 medicijnen en informatie.
In het beslissingsblok 85 wordt gecontroleerd of de verzamelbak 32 weer in de inrichting is teruggeplaatst, waarna een nieuwe geneesmiddelenuitgiftecyclus kan worden gestart, beslissingsblok 85 antwoord ja. Zolang de verzamelbak 32 of een andere verzamelbak niet is 15 teruggeplaatst, wordt hiervan een melding op het beeldscherm 37 gegeven, blok 86, en kan geen verdere verwerkingscyclus worden gestart, beslissingsblok 85 antwoord nee.
Blok 87 is voorzien voor het eventueel invoeren van een receptgegevens wanneer deze niet in het informatieverwerkingssysteem van 20 de verwerkingsmiddelen 12 of de personal computers 7 dan wel de server 9 beschikbaar zijn. Het al dan niet aanmaken van verdere informatie, zoals verdere etiketten, kwitanties en dergelijke kan naar keuze in blok 88 door de bedieningspersoon worden geselecteerd.
Figuur 9 toont een aanzicht van het beeldscherm 37. Op het 25 beeldscherm wordt bijvoorbeeld de ID-code 90 van het recept vermeld, worden de receptgegevens 91 weergegeven en wordt de informatie 92 op een betreffend etiket vermeld. Meldingen omtrent fouten of andere met de geneesmiddelenverwerking verband houdende informatie worden vermeld in blok 93 en door middel van aanraaktoetsen 94, 95 kan de bedieningspersoon 30 respectievelijk een nieuwe geneesmiddelen uitgiftecyclus starten dan wel de momentane cyclus beëindigen. Wanneer het systeem geen 21 communicatieverbinding heeft of voor het handmatig verwerken of opstarten van acties is een aanraaktoets 96 voorzien.
Bijvoorbeeld afhankelijk van het stadium van de verwerking kunnen uiteraard verdere en andere gegevens op het beeldscherm 37 worden 5 weergegeven.
Voor het volledig elektronisch verwerken van een recept dient te worden begrepen dat de in het voorgaande beschreven stappen in relatie tot een papieren recept in hoofdzaak worden vervangen door overeenkomstige of soortgelijke stappen in relatie tot het elektronische 10 recept.
Hoewel de uitvinding in het voorgaande aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen is uiteengezet, zal het voor een deskundige duidelijk zijn dat verschillende wijzigingen en/of aanvullingen mogelijk zijn, zonder af te wijken van de uitvindingsgedachte.
1033233

Claims (10)

1. Etiket voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, omvattende tenminste één zijde voor het ten behoeve van de uitgifte van een 5 geneesmiddel daarop afdrukken van receptgegevens voor het gebruik van het betreffende geneesmiddel, met een aan een omtreksrand van het etiket aangebracht hechtmiddel voor het hechten van het etiket aan de verpakking van het uit te geven geneesmiddel.
2. Etiket volgens conclusie 2, waarin de van het hechtmiddel 10 voorziene omtreksrand van het etiket en het hechtmiddel transparant zijn ui tgevoerd.
3. Etiket volgens conclusie 1 of 2, waarin het hechtmiddel een transparant kleefmiddel is.
4. Etiket volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin het hechtmiddel 15 is ingericht voor het stevig hechten van het etiket aan de verpakking van het uit te geven geneesmiddel.
5. Etiket volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarbij het etiket nabij het niet van het hechtmiddel voorziene uiteinde is voorzien van een verder hechtmiddel met een zwakke hechtwerking, voor het herhaald aan de 20 verpakking hechten van het betreffende uiteinde.
6. Etiket volgens conclusie 5, waarin het verdere hechtmiddel een zwak kleefmiddel is, voor het meerdere keren zonder beschadiging losmaken en weer hechten van het etiket aan de verpakking.
7. Etiket volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6, waarin het 25 etiket velden in verschillende kleuren omvat, voor het daarop afdrukken van betreffende receptgegevens.
8. Etiket volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7, waarin het etiket aan twee zijden bedrukbaar is.
9. Rol voorzien van een aantal etiketten volgens conclusie 1, 30 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8.
10. Verpakt geneesmiddel voorzien van een etiket volgens 1033233 conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8. 5 1033233
NL1033233A 2007-01-15 2007-01-15 Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel. NL1033233C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033233A NL1033233C2 (nl) 2007-01-15 2007-01-15 Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033233 2007-01-15
NL1033233A NL1033233C2 (nl) 2007-01-15 2007-01-15 Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1033233A1 NL1033233A1 (nl) 2007-06-07
NL1033233C2 true NL1033233C2 (nl) 2007-11-23

Family

ID=38293019

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033233A NL1033233C2 (nl) 2007-01-15 2007-01-15 Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1033233C2 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1033233A1 (nl) 2007-06-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029537C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het geautomatiseerd op recept uitgeven van verpakte geneesmiddelen, alsmede een hierbij te gebruiken etiket.
USRE43549E1 (en) Writing device for display members on drug carrier
US11396418B2 (en) High efficiency automated pharmaceutical dispenser
ES2327634T3 (es) Sistema y procedimiento de etiquetado y embalaje de medicamentos con receta.
DK2150464T3 (en) Method for fixing an information card for an element packaged in blister, information card and system for use of information card
US5468110A (en) Automated system for selecting packages from a storage area
US20100051187A1 (en) Method and Apparatus for Labelling
JP5413374B2 (ja) 薬剤取り揃え支援システム、薬剤取り揃え支援方法、薬剤払出機及びダミー体
WO2012000097A1 (en) Vending machine for storage, labeling and dispensing of a container
US20140237873A1 (en) Multi-Label Form for Prescription Delivery Process
NL1033233C2 (nl) Etiket en rol voor gebruik met verpakte geneesmiddelen, alsmede een van een dergelijk etiket voorzien verpakt geneesmiddel.
WO1999017218A1 (en) A container for preventing errors in the dispensing of pharmaceuticals to patients in a health care environment
JP4791063B2 (ja) 薬剤払出装置
EP2866210B1 (en) High efficiency automated pharmaceutical dispenser
JP4430012B2 (ja) ラベル情報の自動読取装置
CA2829547A1 (en) High efficiency automated pharmaceutical dispenser
AU2011226829A1 (en) System for labelling bags

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20070716

PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: ROBOPHARMA HOLDING B.V.

Effective date: 20090609

SD Assignments of patents

Effective date: 20120504

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140201