NL1032549C2 - Kinderstoel. - Google Patents

Description

Kinderstoel

BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kinderstoel 5 voorzien van een zitting, een rugleuning en door ten minste een in de rugleuning gelegen opening heen uitstrekkende schoudergordels, waarbij de opening ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is van ten minste een eerste positie naar een tweede positie en vice versa.

Bij een dergelijke, uit US-A1-2005/0110318 bekende kinderstoel, 10 strekken de schoudergordels zich uit door twee naast elkaar gelegen openingen in de rugleuning. De schoudergordels maken deel uit van een vijfpuntsgordelsysteem met behulp waarvan een kind in de kinderstoel kan worden vastgezet. De kinderstoel is onder meer geschikt om te worden toegepast als kindervoertuigstoel. Door het verplaatsen van de openingen ten opzichte van de zitting kan het verloop 15 van de schoudergordels worden aangepast aan de grootte van het kind. Bij een relatief klein kind zullen de openingen relatief dicht nabij de zitting zijn gelegen, terwijl bij een groter kind een grotere afstand tussen de zitting en de openingen is gewenst om een comfortabeler en veiliger verloop van de schoudergordels te realiseren.

20 Bij de kinderstoel volgens deze Amerikaanse octrooiaanvrage worden voor het verplaatsen van de openingen blokkeermiddelen tegen de veerkracht in ontkoppeld van blokkeerorganen, Deze ontkoppeling geschiedt vanaf een van de zitting afgekeerde zijde, de zogenaamde achterzijde van de kinderstoel.

Vervolgens worden door een gebruiker de openingen naar de zitting 25 toe of van de zitting af verplaatst. Indien een gebruiker de blokkeermiddelen loslaat voordat de blokkeermiddelen tegenover de blokkeerorganen zijn gelegen, zal dit resulteren in een ongewenste en mogelijk onveilige situatie. Bij een eventuele botsing kunnen de openingen en derhalve de schoudergordels dan op een ongedefinieerde wijze van of naar de zitting toe worden verplaatst, hetgeen kan 30 resulteren in een ongewenste verplaatsing van een in de kinderstoel zittend kind.

De uitvinding beoogt een kinderstoel te verschaffen waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bij de kinderstoel volgens de uitvinding bereikt doordat de kinderstoel verder is voorzien van ten minste een veer die bij 1032549 2 verplaatsing van de opening van een bij de eerste positie behorende gebogen vorm onder veerkracht vervormbaar is door een tussen uiteinden van de veer uitstrekkend vlak heen naar een bij de tweede positie behorende gebogen vorm en vice versa.

De veer heeft zowel in de eerste positie als in de tweede positie een 5 gebogen vorm, welke vormen bijvoorbeeld spiegelsymmetrisch zijn ten opzichte van een door de uiteinden van de veer heen uitstrekkend vlak.

Indien de opening van de eerste naar de tweede positie wordt verplaatst zal de veer tegen de veerkracht in worden vervormd. Zodra de veer door het vlak heen is verplaatst, zal de veer het verplaatsen van de opening van de 10 eerste positie naar de tweede positie ondersteunen en zal de opening onder veerkracht naar de tweede positie toe worden gedrukt. Hetzelfde geschiedt bij het verplaatsen van de opening van de tweede positie naar de eerste positie.

Indien tijdens het verplaatsen van de opening van de eerste positie naar de tweede positie toe de gebruiker de opening niet tot aan de tweede positie 15 verplaatst, zal de door de veer uitgeoefende veerkracht de opening ofwel terug worden verplaatst naar de eerste positie ofwel naar de tweede positie worden verplaatst. Op deze wijze is de opening altijd in ofwel de eerste positie ofwel de tweede positie gelegen.

Een uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt 20 gekenmerkt doordat de rugleuning ten minste een eerste en een tweede deel omvat, die elk zijn voorzien van een opening waar de schoudergordels zich doorheen uitstrekken, welke delen ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, waarbij uiteinden van de veer zijn verbonden met het eerste deel, terwijl het tweede deel tussen de uiteinden met de veer is gekoppeld.

25 Op deze wijze is een eenvoudige koppeling tussen de ten opzichte van elkaar verschuifbare delen en de veer gerealiseerd.

Een andere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het eerste deel is voorzien van blokkeer-organen terwijl het tweede deel is voorzien van blokkeermiddelen of vice versa, 30 welke onder veerkracht in de eerste en/of tweede positie van de opening in aangrijping zijn met de blokkeerorganen, terwijl de blokkeermiddelen tegen de veerkracht in ontkoppelbaar zijn van de blokkeerorganen.

Door de met de blokkeerorganen samenwerkende blokkeermiddelen wordt de opening in de eerste of tweede positie geblokkeerd en kan niet 3 ongewenst van de eerste positie naar de tweede positie of vice versa worden verplaatst.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de blokkeermiddelen vanaf een aan eenzelfde 5 zijde als de zitting gelegen voorzijde van de kinderstoel bedienbaar zijn.

Bij een in een voertuig bevestigde kinderstoel is de voorzijde goed bereikbaar.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de blokkeerorganen ten minste twee paar 10 tegenover elkaar gelegen uitsparingen omvatten, terwijl de blokkeermiddelen pallen omvatten die onder veerkracht in een paar uitsparingen zijn gelegen.

Dergelijke in uitsparingen aangrijpende pallen zijn relatief eenvoudig van opbouw, relatief eenvoudig te vervaardigen en relatief eenvoudig bedienbaar.

15 Een nog verdere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elke pal is voorzien van een gat, waarin vanaf de voorzijde van de kinderstoel vingers van een gebruiker positioneerbaar zijn.

De gebruiker behoeft hierbij enkel vingers in de gaten van de twee in de uitsparingen gelegen pallen te steken en de pallen tegen de veerkracht in naar 20 elkaar toe te verplaatsen. Hierbij worden de pallen uit de uitsparingen verplaatst, waarna de opening van de eerste positie naar de tweede positie of vice versa kan worden verplaatst. Een dergelijk bedieningswijze is relatief eenvoudig.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het eerste deel is voorzien van een zich vanaf 25 de zitting af uitstrekkende gleuf, terwijl het tweede deel is voorzien van een verschuifbaar in de gleuf gelegen pen of vice versa, waarbij nabij uiteinden van de gleuf gelegen posities van de pen behoren bij de eerste en tweede posities van de schoudergordels.

Een dergelijke met een pen samenwerkende gleuf definieert 30 eenduidig de twee uiterste posities van de eerste en tweede delen ten opzichte van elkaar.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een kinderstoel volgens de 4 uitvinding toont, zonder gordels, fig. 2 een detail van de in fig. 1 weergegeven kinderstoel toont met openingen in een eerste positie, fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een deel van de in fig. 1 5 weergegeven kinderstoel toont, fig. 4 een opengeslagen perspectivisch aanzicht van het in fig. 3 weergegeven deel toont, fig. 5 een perspectivisch aanzicht toont van de kinderstoel volgens de uitvinding die is voorzien van schoudergordels, 10 fig. 6 een detail van de in fig. 5 weergeven kinderstoel toont, waarbij blokkeermiddelen worden ontkopeld, fig. 7 een met fig. 3 overeenkomend aanzicht toont tijdens het ontkoppelen van de blokkeermiddelen, fig. 8 een met fig. 4 overeenkomend aanzicht toont bij het 15 ontkoppelen van de blokkeermiddelen, fig. 9 een met fig. 5 overeenkomend aanzicht toont bij het verplaatsen van de openingen, fig. 10 een met fig. 6 overeenkomend aanzicht toont bij het verplaatsen van de openingen, 20 fig. 11 een met fig. 7 overeenkomend aanzicht toont bij het verplaatsen van de openingen, fig. 12 een met fig. 8 overeenkomend aanzicht toont bij het verplaatsen van de openingen, fig. 13 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht toont met de 25 openingen in een tweede positie in plaats van in de eerste positie, fig. 14 een met fig. 2 overeenkomend aanzicht toont met de openingen in de tweede positie, fig. 15 een met fig. 3 overeenkomend aanzicht toont met de openingen in de tweede positie, 30 fig. 16 een met fig. 4 overeenkomend aanzicht toont met de openingen in de tweede positie.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1 toont een kinderstoel 1 die is voorzien van een zitting 2, een 5 op de zitting 2 aansluitende rugleuning 3 en aan weerszijden van de zitting en rugleuning 3 gelegen zijsteunen 4. De kinderstoel 1 is verder voorzien van een draagbeugel 5. Tevens is de kinderstoel voorzien van een op zich bekend vijf-puntsgorde'lsysteem (niet weergegeven), waarvan in fig. 5, 6, 9 en 10 twee 5 schoudergordels 6 zichtbaar zijn. Een dergelijke kinderstoel is op zichzelf, bijvoorbeeld uit US-A1-2005/0110318 bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

Fig. 2, 3 en 4 tonen details van de in fig. 1 weergegeven kinderstoel 1, waaruit duidelijk zichtbaar is dat de rugleuning 3 is voorzien van een 10 afdekplaat 7 waarin twee zich evenwijdig aan elkaar sleuven 8 zijn gelegen. Onder de afdekplaat 7 zijn een eerste deel 9 en een tussen het eerste deel 9 en de afdekplaat 7 gelegen tweede deel 10 gepositioneerd. Het eerste deel 9 is star met de rugleuning 3 verbonden. Het eerste deel 9 is voorzien van twee paar openingen 11 en een daartussen gelegen, zich dwars op de zitting 2 uitstrekkende 15 gleuf 12. Het eerste deel 9 is verder voorzien van twee paar blokkeerorganen vormende uitsparingen 13 alsmede van twee v-vormige houders 14 waarin uiteinden van een bladveer 15 zijn gelegen.

Het tweede deel 10 is voorzien van een paar, met de openingen 11 corresponderende openingen 16, een in de sleuf 12 uitstrekkende pen 17 alsmede 20 van twee blokkeermiddelen vormende pallen 18 die tegen de veerkracht van een veer 19 in naar elkaar toe verplaatsbaar zijn. Elke pal is voorzien van een met een uitsparing 13 samenwerkend uiteinde 20 en een tussen de veer 19 en het uiteinde 20 gelegen gat 21. De gaten 21 in de pallen 18 zijn tegenover doorvoer-openingen 22 in het tweede deel 10 gelegen.

25 Bij de in fig. 1-4 weergegeven eerste positie van de openingen 16 zijn de door de rugleuning 3 uitstrekkend schoudergordels 6 relatief dicht bij de zitting 2 gelegen. Een dergelijke ligging van de schoudergordels 6 is met name geschikt bij relatief kleine kinderen. Elke schoudergordel 6 strekt zich uit door een opening 11 en een opening 16. Door de in de uitsparingen 13 gelegen uiteinden 20 30 van de pallen 18 is een goede blokkering van het tweede deel 10 ten opzichte van het eerste deel 9 gerealiseerd, waardoor het tweede deel 10 niet ongewenst ten opzichte van het eerste deel 9 kan worden verplaatst.

De werking van kinderstoel 1 zal nu aan de hand van fig. 5-13 nader worden toegelicht. Indien een gebruiker 30 de openingen 16 vanaf een relatief laag 6 gelegen eerste positie naar een relatief hoog gelegen tweede positie wenst te verplaatsen, brengt de gebruiker 30 zijn vingers 31 door doorvoeropeningen 22 in gaten 21 van de pallen 18. Vervolgens verplaatst de gebruiker 30 zijn vingers 31 en derhalve de pallen 18 in de door pijlen P1, P2 aangegeven richtingen naar elkaar 5 toe. Hierdoor worden de pallen 18 tegen de veerkracht van de veer 19 in naar elkaar toe verplaatst, waarbij de uiteinden 20 uit de uitsparingen 13 in het eerste deel 9 worden verplaatst.

De bladveer 15 bevindt zich in de eerste positie in een gebogen vorm ten opzichte van een zich door uiteinden van de bladveer 15 heen uitstrekkend 10 vlak 32. De pen 17 bevindt zich in deze positie tegen een uiteinde van de gleuf 12. Indien de gebruiker zijn vingers 31 uit de gaten 21 zou verwijderen, dan zou onder invloed van de bladveer 15 de pen 17 stevig tegen het onderste uiteinde van de gleuf 12 worden gedrukt. De pallen 18 zouden dan onder invloed van de veer 19 van elkaar af worden geplaatst en in de uitsparingen 13 worden gepositioneerd, 15 waardoor het verplaatsen van het tweede deel 10 ten opzichte van het eerste deel 9 wederom is geblokkeerd.

Indien de gebruiker 30 echter de openingen 16 naar de tweede positie wenst te verplaatsen, dan verplaatst de gebruiker 30 het tweede deel 10 vanuit de in fig. 6-8 weergegeven situatie in een van de zitting 2 af uitstrekkende, 20 door pijl P3 aangegeven richting (zie fig. 9-12). Tijdens deze verplaatsing zal de bladveer 15 eerst tegen de veerkracht in worden vervormd totdat de bladveer 15 het vlak 32 passeert, waarna de bladveer 15 onder veerkracht naar de in fig. 12 weergegeven gebogen vorm verplaatst. Door de gebruiker wordt het passeren van het vlak 32 duidelijk waargenomen. De gebruiker verplaatst het tweede deel 10 25 zover in de door pijl P3 aangegeven richting totdat de pen 17 aanligt tegen een van de zitting 2 afgekeerd uiteinde van de gleuf 12, in welke positie de uiteinden 20 van de pallen 18 tegenover een ander paar uitsparingen 13 zijn gelegen. Indien de gebruiker zijn vingers nu verwijdert, worden de uiteinden 20 onder invloed van de veerkracht van de veer 19 in de door pijlen P4, P5 aangegeven richtingen in de 30 uitsparingen 13 gepositioneerd. Het tweede deel 10 is nu wederom tegen verplaatsing ten opzichte van het eerste deel 9 geblokkeerd. De openingen 16 bevinden zich hierbij in de tweede positie.

Het is ook mogelijk om de delen 9, 10 zodanig uit te voeren dat de pallen 18 vanaf een achterzijde van de kinderstoel 1 bedienbaar zijn.

7

Het is ook mogelijk om de kinderstoel 1 niet te voorzien van met blokkeerorganen samenwerkende blokkeermiddelen, in welk geval het tweede deel 10 enkel door de bladveer 15 in de eerste positie of tweede positie wordt gehouden.

5 In plaats van een vijfpuntsgordel kan de kinderstoel ook zijn voorzien van een driepuntsgordel.

Het is ook mogelijk om in plaats van een bladveer een spiraalveer toe te passen die in beide posities een gebogen vorm inneemt.

Het tweede paar openingen 11 kan bij gebruik van de uitvinding 10 achterweg worden gelaten.

1032549

Claims (7)

1. Kinderstoel voorzien van een zitting, een rugleuning en door ten minste een in de rugleuning gelegen opening heen uitstrekkende schoudergordels, 5 waarbij de opening ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is van ten minste een eerste positie naar een tweede positie en vice versa, met het kenmerk, dat de kinderstoel verder is voorzien van ten minste een veer die bij verplaatsing van de opening van een bij de eerste positie behorende gebogen vorm onder veerkracht vervormbaar is door een tussen uiteinden van de veer uitstrekkend vlak heen naar 10 een bij de tweede positie behorende gebogen vorm en vice versa.

2. Kinderstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rugleuning ten minste een eerste en een tweede deel omvat, die elk zijn voorzien van een opening waar de schoudergordels zich doorheen uitstrekken, welke delen ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, waarbij uiteinden van de veer zijn 15 verbonden met het eerste deel, terwijl het tweede deel tussen de uiteinden met de veer is gekoppeld.

3. Kinderstoel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste deel is voorzien van blokkeerorganen terwijl het tweede deel is voorzien van blokkeermiddelen of vice versa, welke onder veerkracht in de eerste en/of tweede 20 positie van de opening in aangrijping zijn met de blokkeerorganen, terwijl de blokkeermiddelen tegen de veerkracht in ontkoppelbaar zijn van de blokkeerorganen.

4. Kinderstoel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen vanaf een aan eenzelfde zijde als de zitting gelegen voorzijde van 25 de kinderstoel bedienbaar zijn.

5. Kinderstoel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de blokkeerorganen ten minste twee paar tegenover elkaar gelegen uitsparingen omvatten, terwijl de blokkeermiddelen pallen omvatten die onder veerkracht in een paar uitsparingen zijn gelegen.

6. Kinderstoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elke pal is voorzien van een gat, waarin vanaf de voorzijde van de kinderstoel vingers van een gebruiker positioneerbaar zijn.

7. Kinderstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste deel is voorzien van een zich vanaf de zitting af 1032549 * uitstrekkende gleuf, terwijl het tweede deel is voorzien van een verschuifbaar in de gleuf gelegen pen of vice versa, waarbij nabij uiteinden van de sleuf gelegen posities van de pen behoren bij de eerste en tweede posities van de schoudergordels. 5 1032549