NL1032291C2 - Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie. - Google Patents

Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1032291C2
NL1032291C2 NL1032291A NL1032291A NL1032291C2 NL 1032291 C2 NL1032291 C2 NL 1032291C2 NL 1032291 A NL1032291 A NL 1032291A NL 1032291 A NL1032291 A NL 1032291A NL 1032291 C2 NL1032291 C2 NL 1032291C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
building construction
flushing
ground
building
arm
Prior art date
Application number
NL1032291A
Other languages
English (en)
Inventor
Marinus Teunis Van Leeuwen Sr
Original Assignee
Ries Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ries Holding B V filed Critical Ries Holding B V
Priority to NL1032291A priority Critical patent/NL1032291C2/nl
Priority to PCT/NL2007/000196 priority patent/WO2008018788A1/en
Priority to EP07793835A priority patent/EP2052115A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032291C2 publication Critical patent/NL1032291C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D23/00Caissons; Construction or placing of caissons
    • E02D23/08Lowering or sinking caissons
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H6/00Buildings for parking cars, rolling-stock, aircraft, vessels or like vehicles, e.g. garages
    • E04H6/08Garages for many vehicles
    • E04H6/10Garages for many vehicles without mechanical means for shifting or lifting vehicles, e.g. with helically-arranged fixed ramps, with movable ramps

Description

Korte aanduiding: Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke werkwijze is bekend. DE 199 45 822 Al beschrijft 5 een werkwijze voor het afzinken van bouwputten, sluizen of andere bouwwerken die onder het maaiveld moeten komen te liggen. Hiertoe worden de bouwwerken met de bodem op de grond of in een kuil gepositioneerd, waarna de grond onder de bodem van het bouwwerk met behulp van water wordt gespoeld. De gespoelde grond wordt door gaten 10 in de bodem van het bouwwerk afgevoerd. Door het verwijderen van de gespoelde grond onder de bodem van het bouwwerk zakt het bouwwerk in de grond.
Om te spoelen zijn buizen door de bodem van het bouwwerk gevoerd met op het distale einde een spuitmond. Onder hoge druk spuit 15 water uit de spuitmond, zodanig dat de omliggende grond mengt in het water en eenvoudig door openingen in de bodem kan worden afgezogen.
Om te voorkomen dat het bouwwerk door bijvoorbeeld opwaartse druk van grondwater omhoog wordt gedrukt, wordt de gespoelde grond gebruikt als ballast boven op het bouwwerk. Dit kan bijvoorbeeld door de 20 gespoelde grond op te slaan in een daartoe bestemde bak, die afsteunt op de bodem van het bouwwerk.
Het getoonde bouwwerk heeft zijwanden. Om te voorkomen dat de zijwanden als gevolg van de druk van de omliggende grond inklappen worden de zijwanden aan de binnenzijde van steunen voorzien. Wanneer 25 het bouwwerk voldoende diep in de grond is gebracht, worden de zijwanden met behulp van een anker zijdelings vastgezet in de grond. Hierna kunnen de tijdelijke steunen aan de binnenzijde in het bouwwerk verwijderd worden.
Nadelig aan deze bekende werkwijze is dat het in de grond 30 gebrachte bouwwerk met name na het verwijderen van de ballast op de bodem van het bouwwerk niet éénduidig vastligt. Door de druk van het grondwater kan het bouwwerk omhoog bewegen, of wanneer het zich boven het grondwaterniveau bevindt kan het bouwwerk door het eigen gewicht verzakken. De mate van verzakken, dan wel omhoog komen van het 1 03 2 2 91' --2- » 1 bouwwerk is vaak onvoorspelbaar en moeilijk te herstellen. Het kan er zelfs toe leiden dat er scheuren in de bouwwerk optreden.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel ten minste één van de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel 5 om een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om een efficiënte en snelle werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie te verschaffen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om de omvang van de werkzaamheden en de kosten te beperken.
10 Dit doel wordt bereikt met een werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie, zoals gedefinieerd in conclusie 1. Volgens de werkwijze volgens de uitvinding wordt eerst een spoelinrichting aangesloten op de bouwconstructie. Hierbij strekken ten minste één spoelkanaal en ten minste één afzuigkanaal zich uit 15 tot onder de bodem van de bouwconstructie. De bouwconstructie wordt op een aangewezen plek gepositioneerd op de grond, bijvoorbeeld ter hoogte van het maaiveld of in een kuil. Via het spoelkanaal wordt een spoelvloeistof, bijvoorbeeld water of bentoniet, naar de grond onder de bodem van de bouwconstructie geleid. De grond zal zich mengen met 20 de spoelvloeistof, waarna de gespoelde grond via het afzuigkanaal van onder de bodem van de bouwconstructie kan worden afgezogen. Rondom de bouwconstructie zijn meerdere fundatiemiddelen in de grond aangebracht. De bouwconstructie is voorzien van verschillende koppelpunten om de bouwconstructie aan de fundatiemiddelen te 25 koppelen.
Kenmerkend voor de werkwijze volgens de uitvinding is dat wanneer de bouwconstructie op een gewenste diepte in de grond is aangebracht de koppelpunten hoger liggen dan de distale uiteinden van de aangebrachte fundatiemiddelen. Hierdoor zullen de fundatiemiddelen 30 een verticale krachtcomponent op de bouwconstructie kunnen uitoefenen. Bij voorkeur zijn trekankers als fundatiemiddel onder een hoek van ten hoogste 45° ten opzichte van de verticaal aangebracht, zodat een in hoofdzaak verticale krachtscomponent op de bouwconstructie wordt overgebracht. Bij verdere voorkeur zijn de 35 trekankers in hoofdzaak verticaal a:angebracht. De trekankers zorgen voor een vaste positie van de bouwconstructie in de grond. Opwaartse krachten, die ontstaan door grondwaterdruk, worden met behulp van de trekankers weerstaan. De trekankers kunnen de bouwconstructie ook ondersteunen en als funderingspalen fungeren. Wanneer de bouw- I * - 3 - constructie slechts ondersteund hoeft te worden, kunnen als funderingsmiddelen funderingspalen worden gebruikt.
Opgemerkt wordt dat de ankers die worden genoemd in DE 19945822 slechts het inklappen van de zijwanden tegengaan en dat deze het 5 omhoog bewegen of verzakken van de bouwconstructie niet tegengaan.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de bouwconstructie gestuurd tijdens het in de grond brengen door het elk afzonderlijk gecontroleerd aanspannen van de trekankers. Tijdens het spoelen en afzuigen is de bouwconstructie met 10 de koppelpunten gekoppeld aan de trekankers. Bij voorkeur zijn ten minste vier trekankers aangebracht rondom de bouwconstructie. Door de koppeling aan de trekankers kan de bouwconstructie gelijkmatig in de grond worden geleid. De bouwconstructie wordt gestuurd door elk van de trekankers afzonderlijk aan te spannen. De scheefstand van de 15 bouwconstructie kan bijvoorbeeld met waterpassen worden waargenomen, waarna door het aanspannen van het juiste trekanker voor de scheefstand kan worden gecompenseerd.
Om de bouwconstructie bij het inbrengen in de grond te sturen wordt dus met behulp van de trekankers een kracht op de 20 bouwconstructie uitgeoefend. Dit kan een trekkracht naar beneden zijn, maar de trekankers kunnen de bouwconstructie ook ondersteunen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de bouwconstructie plaatselijk te snel zakt. Om overbelasting van de trekankers te voorkomen wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding 25 een krachtmeting uitgevoerd op een trekanker. Wanneer een maximaal toegestane trekkracht of drukkracht, bijvoorbeeld 15 of 20 ton, op een trekanker wordt overschreden kan door het aanspannen van de overige trekankers voorkomen worden dat het betreffende trekanker faalt.
30 De in de grond te brengen bouwconstructies kunnen al naar gelang de toepassing allerlei afmetingen hebben. Bijvoorbeeld voor de bouw van ondergrondse vuilcontainers kunnen bouwconstructies met afmetingen van 2x2x2 meter worden afgezonken. Echter ook grotere bouwconstructies kunnen volgens de werkwijze volgens de uitvinding 35 worden afgezonken, bijvoorbeeld voor het bouwen van een kelder of een parkeergarage onder het maaiveld.
In een voorkeursuitvoeringvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de bouwconstructie een langs de buitenomtrek van de bodem zich neerwaarts uitstrekkende snij rand. Hierdoor is onder de 40 bodem een ruimte gevormd. Het spoelkanaal mondt uit in deze ruimte I 1 - 4 - onder de bodem. Tijdens het spoelen wordt de grond in de ruimte gespoeld. De snijrand op de bouwconstructie voorkomt dat grond tijdens het spoelen van buiten de ruimte onder de bodem van de bouwconstructie spoelt. Hierdoor wordt uiterst doelmatig slechts die 5 grond gespoeld die afgezogen moet worden om de bouwconstructie te laten zakken. Bovendien worden, omdat er nauwelijks grond rondom de bouwconstructie met de snij rand gespoeld en afgezogen wordt, ongewenste verzakkingen rondom de afgezonken bouwconstructie tegengegaan. Dit is met name belangrijk wanneer bijvoorbeeld een 10 bouwconstructie in de grond moet worden gebracht nabij een woning of in een tuin van een particulier. De schade die wordt aangericht in de buurt van de bouwplaats blijft zo tot een minimum beperkt.
Door het doelmatig spoelen en afzuigen van de grond in de ruimte onder de bodem wordt een aanzienlijke tijdsbesparing bereikt 15 in de werkwijze volgens de uitvinding.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het spoelkanaal van de spoelinrichting aangesloten op een spoellansarm in de ruimte onder de bodem van de bouwconstructie.
20 De uitvinding heeft voorts betrekking op een spoelinrichting voor het in de grond brengen van een bouwconstructie met een bodem en een langs de buitenomtrek van de bodem zich neerwaarts uitstrekkende snij rand, zodanig dat onder de bodem een ruimte is gevormd.
Kenmerkend voor de spoelinrichting volgens de uitvinding is dat de 25 spoelinrichting een spoelkanaal omvat dat uitmondt in een spoellansarm die roteerbaar is om een verticale as. De spoellansarm kan allerlei uitvoeringsvormen hebben. Bij voorkeur is een spuitmond aangebracht op het distale uiteinde van de spoellansarm. Verder is het voordelig als over de lengte van de spoellansarm ten minste één 30 spuitmond is aangebracht. Omdat de spoellansarm roteerbaar is kan de spoellansarm in de rotatie gericht worden met behulp van een aandrijving op de verticale as. Met voordeel kan door het richten van de spoellansarm die grond onder de bouwconstructie verwijderd worden die er voor zorgt dat de bouwconstructie belemmerd wordt in het 35 afzinken. Om verder effectief grond te kunnen verwijderen is het voordelig wanneer de spoellansarm op en neer wordt bewogen. Daarnaast is het voordelig wanneer het afzuigkanaal van de spoelinrichting op het distale uiteinde een zuigmond omvat die tijdens het spoelen op en neer wordt gewogen. Hiermee kan effectief gespoelde grond worden 40 afgezogen, waarbij minder lucht wordt afgezogen.
- 5 -
Verder heeft de uitvinding betrekking op een bouwconstructie voorzien van een bodem en een langs de buitenomtrek van de bodem zich neerwaarts uitstrekkende snij rand, zodanig dat onder de bodem een ruimte is gevormd. Kenmerkend voor de bouwconstructie volgens de 5 uitvinding is dat in de ruimte onder de bodem ten minste één spoellansarm is bevestigd. De bouwconstructie is hierdoor voorbereid voor een werkwijze, waarbij met behulp van de spoellansarm effectief grond in de ruimte onder de bodem gespoeld wordt.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een ondergrondse 10 parkeerplaats voor een voertuig voorzien van een bouwconstructie die volgens de hierboven beschreven werkwijze in de grond is gebracht. De bouwconstructie heeft een bodem en opstaande zijwanden, zodanig dat de bouwconstructie bakvormig is en een open bovenzijde heeft.
Bij voorkeur is de open bovenzijde gesloten door een afneembare 15 afdekking. Op de bodem van de bakvormige bouwconstructie is een plateau aangebracht dat omhoog en omlaag tot boven de bouwconstructie beweegbaar is. Het plateau is geschikt voor het dragen van een voertuig. Wanneer het plateau omhoog beweegt zal de afdekking wijken van de bouwconstructie. Dit kan bijvoorbeeld door de afdekking vast 20 te verbinden met het beweegbaar plateau. Maar de afdekking kan bijvoorbeeld ook zijn uitgevoerd als openschanierende luiken.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgevoegde tekeningen die een praktische uitvoering van de uitvinding geven, maar niet mogen worden beschouwd in beperkende zin, 25 waarin: figuur 1 een zijaanzicht in doorsnede is van een bouwconstructie die is gepositioneerd boven het maaiveld; figuur 2 een zijaanzicht in doorsnede is van een bouwconstructie die gedeeltelijk in de grond is gebracht; 30 figuur 3 een zijaanzicht in doorsnede toont van een bouwconstructie die op de gewenste diepte in de grond is gebracht; figuur 4 een onderaanzicht toont van een bouwconstructie voorzien van twee paarsgewijs opgestelde spoellansarmen; figuur 5 een vergroot aanzicht toont van detail Z uit figuur 1; 35 figuur 6 een zijaanzicht toont van een bouwconstructie volgens de uitvinding, die is ingericht als ondergrondse parkeerplaats; figuur 7 een zijaanzicht is van een ondergrondse parkeerplaats volgens de uitvinding.
De figuren 1 t/m 3 tonen achtereenvolgens verschillende 40 posities van een bouwconstructie 10 die volgens een werkwijze volgens , i - 6 - de uitvinding in de grond wordt gebracht. De bouwconstructie kan kleinere afmetingen hebben, bijvoorbeeld lxlxl meter voor het ondergronds opbergen van een huisafvalcontainer, maar kan ook groter zijn, bijvoorbeeld 3x6x3 meter, waardoor de bouwconstructie geschikt 5 is om te worden gebruikt bij het aanleggen van een ondergrondse parkeergarage.
De bouwconstructie 10 in figuur 1 heeft een bodem 11, opstaande zijwanden 12 en een open bovenzijde. In de bodem 11 zijn diverse openingen 13, 14 voorzien, die onder andere gebruikt worden voor de 10 aansluiting van een spoelinrichting 20. De spoelinrichting 20 heeft een spoelkanaal dat uitmondt in een spoellansarm 21. Verder heeft de spoelinrichting 20 een afzuigkanaal dat is aangesloten op een deel van de openingen in de bodem 11.
Rondom de bouwconstructie 10 zijn meerdere trekankers 30 in 15 hoofdzaak verticaal in de grond gebracht. Nabij het proximale uiteinde van een trekanker 30 is de bouwconstructie 10 voorzien van een koppelpunt 32. De bouwconstructie 10 is ter plaatse van dit koppelpunt 32 aan de trekankers verbonden. In een eenvoudige uitvoering is het koppelpunt een stalen plaat met een horizontaal 20 georiënteerde sleuf, waarbij de stalen plaat in de betonnen bouwconstructie is meegegoten of bevestigd met steunen. Het trekanker 30 wordt aan dit koppelpunt 32 bevestigd door een uitstekende pen met een verbrede kop, die in de sleuf van de plaat steekt.
Op het distale uiteinde van het trekanker is hier een 25 schroefwinding 31 aangebracht. Hiermee heeft het trekanker 30 grip in de grond. Omdat het distale einde 31 van het trekanker 30 lager ligt dan het koppelpunt 32 zal er een verticale krachtscomponent werken op de bouwconstructie 10. Het trekanker 30 zal een ondersteunende of trekkende kracht in verticale richting op de bouwconstructie 30 uitoefenen. Hierdoor wordt het verzakken of omhoog komen van de bouwconstructie 10 tegengegaan.
Afhankelijk van de afmetingen van de bouwconstructie kunnen de toegepaste trekankers een diameter hebben van 10 tot 30 cm. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van trekankers van het type 35 schroefanker, zoals deze beschreven zijn in het octrooi NL 8403178 van de gebr. van Leeuwen te Harmelen. Deze schroefankers kunnen trillingsvrij in de grond worden gebracht, zodat weinig overlast onstaat tijdens de bouwwerkzaamheden. Bovendien zijn deze zogenaamde Leeuwankers met hoge precisie te richten. De Leeuwankers zijn met een 40 precisie van 0.5%-1.0% te richten, hetgeen met name belangrijk is 1 ' - 7 - wanneer de bouwconstructie met behulp van de trekankers wordt gestuurd. De trekankers worden dan in hoofdzaak verticaal rondom de bouwconstructie in de grond gebracht.
Om de bouwconstructie eenvoudig te kunnen sturen wordt bij 5 voorkeur in de werkwijze volgens de uitvinding gebruik gemaakt van trekankers die bestaan uit een hol en een massief deel. Het holle deel kan schuiven over het massieve deel tot een slag van ongeveer 50cm, bij voorkeur tot een slag van 25 cm. De verschuiving van het holle deel over het massieve deel kan bijvoorbeeld worden 10 gecontroleerd door het verdraaien van een moer over schroefdraad, die is aangebracht op het massieve deel van het trekanker.
Vaak is het voldoende om de bouwconstructie 10 vanaf het begin van het afzinken over een slag van circa 50cm te geleiden met behulp van de trekankers. In figuur 1 is de bouwconstructie 10 bakvormig en 15 heeft het recht opstaande zijwanden 12. Wanneer de bakvormige bouwconstructie 10 ver genoeg in de grond is gebracht is de bouwconstructie 10 door de rechtopstaande zijwanden 12 en de omliggende grond niet meer geneigd scheef te zakken. De koppelpunten 32 kunnen dan los gemaakt worden. Wanneer de bouwconstructie op de 20 gewenste diepte is gebracht, kunnen de koppelpunten 32 weer vast gezet worden om verzakken of omhoogkomen van de bouwconstructie tegen te gaan.
Figuur 2 toont een zijaanzicht in doorsnede van de bouwconstructie 10, waarbij de bouwconstructie 10 rechtstandig 25 volgens de werkwijze volgens de uitvinding in de grond is gezakt. Via het spoelkanaal van de spoelinrichting 20 wordt spoelvloeistof, zoals water of bentoniet, aangevoerd dat de spoellansarm 21 via een spuitmond verlaat. De spoelvloeistof mengt met de grond onder de bodem 11 van de bouwconstructie 10. De spoellansarm 21 is roteerbaar 30 om een verticale as. Hier staat de spoellansarm 21 onder een in hoofdzaak haakse hoek met het de aansluiting van het spoelkanaal. Om doelmatig grond te verwijderen kan de spoellansarm schuin naar beneden richting de snij rand gericht staan. Bij voorkeur staat de spoellansarm 21 onder een hoek van 15°-90° ten opzichte van de 35 verticale as. Bij verdere voorkeur staat de spoellansarm 21 onder een hoek van 0° tot 30° ten opzichte van de bodem van de bouwconstructie.
Door het roteren van de spoellansarm 21 wordt de grond onder de bodem 11 van de bouwconstructie 10 beter gemengd met de spoelvloeistof. Door de roterende beweging van de spoellansarm worden 40 grotere stukken grond vermalen en zal de grond beter mengen met de - 8 - spoelvloeistof, zodat de gespoelde grond eenvoudiger kan worden afgezogen. Het afzuigen van de gespoelde grond gaat via meerdere openingen in de bodem 11 van de bouwconstructie 10. De openingen in de bodem 11 zijn voorzien van afsluiters. Door op verschillende 5 plaatsen in de bodem af te zuigen en bepaalde openingen af te sluiten kan gecontroleerd gespoelde grond worden afgezogen onder de bodem 11, hetgeen de stabiliteit van de bouwconstructie 10 tijdens het afzinken bevordert.
Figuur 3 toont de bouwconstructie 10, waarbij de bouw-10 constructie 10 volledig onder het maaiveld is weggezakt. De bouwconstructie 10 is met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding rechtstandig in de grond gebracht en wordt zoals figuur 3 toont vervolgens gestabiliseerd door het injecteren van een uithardende substantie. Deze uithardende substantie is bijvoorbeeld waterglas of 15 grout. Door het injecteren worden bovendien de openingen, die gebruikt zijn voor het spoelen en afzuigen afgedicht. De spoelinrichting is inmiddels verwijderd, waarbij de spoellansarm 21 is achtergebleven onder de bodem van de bouwconstructie 10.
Figuur 4 toont een onderaanzicht van de bouwconstructie 10 met 20 bodem 11 en zijwanden 12. Rondom de bouwconstructie 10 zijn vier trekankers 30 aangebracht. In de bodem 11 zijn meerdere openingen voorzien. Kleinere openingen 13 zijn voorzien voor het injecteren van uithardende substantie, nadat de bouwconstructie 10 op de gewenste diepte in de grond is gebracht. In de bodem 11 zijn twee 25 spoellansarmen 21 roteerbaar bevestigd. De pijlen in figuur 4 geven een rotatierichting weer van de paarsgewijs opgestelde spoellansarmen 21. Bij voorkeur draaien de spoellansarmen 21 in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar. Hierdoor wordt een stroming van de gespoelde grond verkregen die ervoor zorgt dat gespoelde grond naar 30 het midden van de bodemhelft wordt gedwongen. Voor een effectieve afvoer van de gespoelde grond is een afvoeropening 14 voorzien in in hoofdzaak het midden van de bodem 11. Hier is een bouwconstructie 10 getoond met een rechthoekige vorm en twee spoellansarmen. Echter het is bij een bouwconstructie met een cirkelvormige of vierkante 35 doorsnede over de bodem ook goed mogelijk om drie, respectievelijk vier spoellansarmen te gebruiken. Ook is het mogelijk om op meerdere willekeurige posities spuitmonden te voorzien.
Figuur 5 toont een vergroot aanzicht van een detail Z uit figuur 1. Het vergrootte aanzicht toont de bouwconstructie 10 met de 40 bodem 11 en de opstaande zijwanden 12. Onder de bodem 11 is een I ' - 9 - spoellansarm 21 aangebracht. Tegen de zijwand 12 is een snij rand 15 aangebracht. De snijrand 15 is aangebracht langs de volledige buitenomtrek van de bodem 11. Onder de bodem 11 en binnen de snijrand 15 is zo een ruimte gevormd, waar tijdens het in de grond brengen van 5 de bouwconstructie de grond gespoeld en afgezogen wordt.
Bij voorkeur heeft de snijrand 15 een hoogte die ligt tussen een 0.2 en 1.2 meter. Bij verdere voorkeur heeft de snijrand 15 een hoogte tussen de 0.5 en 1 meter. Bij voorkeur wordt de snijrand aan zijn binnenzijde voorzien van schragen en steunen om een hogere 10 stijfheid te verkrijgen. Bij voorkeur omvat de snijrand een stalen plaat met een dikte van ten minste 1 cm., bij verdere voorkeur ten minste 2 cm.
De snijrand 15 langs de buitenomtrek van de bodem vormt de buitenste contour van de bouwconstructie. Bij voorkeur steekt de 15 snijrand 15 uit buiten de buitenomtrek van de bodem van de bouwconstructie. Hierdoor vermindert de wrijving van de grond langs de zijwanden van de bouwconstructie. Dit uitsteken van de snijrand wordt ook wel oversnijding genoemd.
Een andere maatregel om de wrijvingskrachten langs de zijwanden 20 van de bouwconstructie te verminderen wordt bereikt door de zijwanden tijdens het in de grond brengen te smeren. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van bentoniet.
Figuur 6 en figuur 7 tonen een ondergrondse parkeerplaats voor een voertuig. De bouwconstructie 10 is hier in de grond gebracht aan 25 de hand van de stappen van de werkwijze volgens de uitvinding. De bouwconstructie 10 steunt af op trekankers 30 en is langs de buitenomtrek van de bodem 11 voorzien van een snijrand 15. De bouwconstructie is gestabiliseerd in de grond door het injecteren van grout 16.
30 De bouwconstructie 10 is bakvormig en heeft een open bovenzijde. Binnen in de bakvormige bouwconstructie 10 zijn halfsteense muren 44, die voorzien zijn van ventilatierooster 45 opgetrokken tegen de zijwanden 12 van de bouwconstructie 10. In de bouwconstructie 10 bevindt zich een plateau 41 voor het dragen van 35 een voertuig. Het plateau 41 is beweegbaar omhoog en omlaag. Hier is de beweging gerealiseerd door een schaarlift 43. Echter, ook andere oplossingen voor het heffen van het plateau 41 zijn denkbaar, zoals het heffen met behulp van hydraulische cilinders of een schroefspilaandrijving. Het plateau 41 in het hefmechanisme kan 40 uitgevoerd zijn als een hefbrug, zodat de ondergrondse parkeerplaats - 10 - ook dienst kan doen als werkplaats. De open bovenzijde van de bouwconstructie 10 is afgedekt met een afdekking 42. Door de vaste verbinding met het plateau 41 beweegt de afdekking 42 hier mee met het plateau 41.
5 Figuur 7 toont het plateau 41, dat omhoog is bewogen. De afdekking 42 is star verbonden met het plateau 41 en fungeert op deze wijze als carport. In een alternatieve uitvoering is het mogelijk om op de afdekking 42 een tweede auto te parkeren, zodat een optimale ruimtewinst wordt bereikt.
10 In de figuren 6 en 7 is te zien dat de afdekking niet volledig de open bovenzijde van de bouwconstructie afdekt. De bovenzijde wordt verder afgedekt door een luik dat dient als een toegang 46 voor een persoon naar de ondergrondse parkeerplaats. Onder de toegang 46 bevindt zich een trap om de ondergrondse parkeerplaats te bereiken.
15 In de ondergrondse parkeerplaats is verder een pomp aanwezig voor het wegpompen van regenwater.
Naast de in de figuren getoonde uitvoeringen zijn vele varianten mogelijk.
In een variant op de getoonde uitvoering van de werkwijze 20 kunnen allerlei soorten trekankers of funderingspalen worden gebruikt voor het vastzetten van de bouwconstructie, nadat deze in de grond is afgezonken. Ook kunnen de trekankers onder een hoek tot ten hoogste 45° met de verticaal aangebracht zijn, zodat zij naast een verticale krachtscomponent tevens in zijdelingse richting sterkte verschaffen 25 door de horizontale krachtscomponent aan de bouwconstructie.
Allerlei alternatieve uitvoeringsvormen van de koppelpunten tussen de bouwconstructie en de trekankers zijn mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld klemmen aan de bouwconstructie zijn bevestigd die kunnen aangrijpen op de trekstangen.
30 In een variant op de getoonde spoellansarm, waarbij de spoellansarm zich in een andere richting dan het toevoerkanaal uitstrekt kan een gebogen uiteinde van het toevoerkanaal ook dienst doen als spoellansarm.
Overigens is het spoelen met behulp van de spoellansarm niet 35 alleen geschikt voor toepassing in de werkwijze volgens de uitvinding, maar kan de spoellansarm ook toegepast worden bij werkwijzen, waarbij zonder trekankers een bouwconstructie in de grond wordt gebracht.
In een variant op de getoonde bouwconstructie kunnen 40 bijvoorbeeld spuitmonden voor het spoelen zijn voorzien onder de I · - 11 - bodem nabij de snijrand. Het is gunstig wanneer deze spuitmonden in horizontale richting naar de snijrand spuiten, omdat zo effectief grond dat zich eventueel ophoopt nabij de snijrand weggespoeld kan worden.
5 In een variant op de getoonde ondergrondse parkeerplaats kan nadat de bakvormige bouwconstructie in de grond is gebracht een van de zijwanden verwijderd worden voor de aansluiting op een oprit. Via de oprit kan de ondergrondse parkeerplaats bereikt worden en is een beweegbaar plateau overbodig. Verder is het mogelijk om een 10 bouwconstructie voor een ondergrondse parkeerplaats af te laten zinken, waarbij een schuin omhooglopende oprit is geïntegreerd in de bouwconstructie.
Aldus is een snelle, efficiënte en kosten besparende werkwijze verschaft voor het in de grond brengen van een bouwconstructie. De 15 werkwijze zorgt voor een stabiel in de grond gebrachte bouwconstructie, die met funderingsmiddelen op positie wordt gehouden. Hiermee wordt voorkomen dat de bouwconstructie omhoog beweegt door opwaartse krachten van grondwater of omlaag beweegt door het gewicht van de bouwconstructie.
20 In het bijzonder biedt de werkwijze volgens de uitvinding de mogelijkheid om bouwwerken, zoals een individuele parkeergarage of een vuilniscontainer dicht bij de bestaande bebouwing aan te brengen zonder dat de grond rondom het bouwwerk verzakt.
25 1032291

Claims (27)

1. Werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie met een bodem, omvattende de volgende stappen: - het aansluiten van een spoelinrichting op de bouwconstructie, waarbij ten minste één spoelkanaal en ten minste één afzuigkanaal 5 zich uitstrekken tot onder de bodem van de bouwconstructie; - het positioneren van de bouwconstructie op de grond; - het spoelen van de grond onder de bodem van de bouwconstructie via het spoelkanaal; - het afzuigen van de gespoelde grond via het afzuigkanaal van onder 10 de bodem van de bouwconstructie; het in de grond aanbrengen van meerdere funderingsmiddelen rondom de bouwconstructie; - het koppelen van de bouwconstructie op een koppelpunt aan de funderingsmiddelen; 15 met het kenmerk, dat de distale uiteinden van de in de grond aangebrachte funderingsmiddelen lager liggen dan de koppelpunten op de bouwconstructie, zodanig dat zij een verticale krachtcomponent op de bouwconstructie uitoefenen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de funderingsmiddelen trekankers zijn;
3. Werkwijze volgens conclusie 2, verder omvattende een stap waarbij de bouwconstructie gestuurd wordt tijdens het in de grond 25 brengen door het elk afzonderlijk gecontroleerd aanspannen van de trekankers.
4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de bouwconstructie een langs de buitenomtrek van de bodem zich 30 neerwaarts uitstrekkende snij rand omvat, zodanig dat onder de bodem een ruimte is gevormd.
5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-4 verder omvattende een stap, waarbij een trekkrachtmeting wordt uitgevoerd op de 35 trekankers. 1032291 1 * - 13 -
6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-5, waarbij ten minste vier trekankers zijn aangebracht rondom de bouwconstructie.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het 5 spoelkanaal van de spoelinrichting wordt aangesloten op een spoellansarm, die roteerbaar is om een verticale as in een ruimte onder de bodem van de bouwconstructie.
8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 spoellansarm in rotatie gericht wordt door een aandrijving op de verticale as.
9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee spoellansarmen paarsgewijs zijn aangebracht in de ruimte 15 onder de bodem van de bouwconstructie en tegengesteld draaien tijdens het spoelen.
10. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de spoellansarm tijden het spoelen op en neer wordt bewogen. 20
11. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de snij rand van de bouwconstructie tijdens het in de grond brengen van de bouwconstructie gesmeerd wordt.
12. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij na het in de grond brengen van de bouwconstructie een uithardende substantie in de ruimte onder de bodem wordt aangebracht.
13. Spoelinrichting voor het in de grond brengen van een 30 bouwconstructie met een bodem en een langs de buitenomtrek van de bodem zich neerwaarts uitstrekkende snijrand, zodanig dat onder de bodem een ruimte is gevormd, met het kenmerk, dat de spoelinrichting een spoelkanaal omvat dat uitmondt in een spoellansarm (21) die roteerbaar is om een verticale as, waarbij de spoellansarm (21) onder 35 een hoek staat met de verticale as en waarbij de spoellansarm ten minste één spuitmond omvat.
14. Spoelinrichting volgens conclusie 13, waarbij de spoellansarm onder een hoek van 15°-90° staat met de verticale as. 40 - 14 - 1 *
15. Spoelinrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij de positionering van de spoellansarm in rotatie stuurbaar is met behulp van een aandrijving op de verticale as.
16. Spoelinrichting volgens één van de conclusies 12-15, waarbij een spuitmond is aangebracht op het distale uiteinde van de spoellansarm.
17. Spoelinrichting volgens één van de conclusies 12-16, waarbij over de lengte van de spoellansarm ten minste één spuitmond is 10 aangebracht.
18. Bouwconstructie die zich ten minste gedeeltelijk ondergronds uitstrekt en die gekoppeld is aan trekankers, die rondom de bouwconstructie in de grond zijn aangebracht, zodanig dat opdrijven 15 of verzakken van de bouwconstructie wordt tegengegaan.
19. Bouwconstructie volgens conclusie 18, waarbij de trekankers in hoofdzaak verticaal rondom de bouwconstructie zijn aangebracht.
20. Bouwconstructie volgens conclusie 18 of 19, hetwelk is voorzien van een bodem en een langs de buitenomtrek van de bodem zich neerwaarts uitstrekkende snij rand, zodanig dat onder de bodem een ruimte is gevormd, met het kenmerk, dat in de ruimte onder de bodem ten minste één spoellansarm (21) is bevestigd. 25
21. Bouwconstructie volgens conclusie 20, waarbij in de ruimte onder de bodem ten minste twee spoellansarmen paarsgewijs zijn aangebracht.
22. Bouwconstructie volgens conclusie 20 of 21, waarbij een 30 afzuigmond is aangebracht tussen de ten minste twee spoellansarmen.
23. Bouwconstructie volgens één van de conclusies 20-22, waarbij de snij rand een snijplaat omvat, die ten opzichte van de buitenomtrek van de bouwconstructie uitsteekt. 35
24. Ondergrondse parkeerplaats voor een voertuig voorzien van een bouwconstructie volgens één van de conclusies 18-23.
25. Ondergrondse parkeerplaats volgens conclusie 24, waarbij de - 15 - bouwconstructie een bodem en opstaande zijwanden heeft, zodanig dat de bouwconstructie bakvormig is met een open bovenzijde, waarbij een afneembare afdekking is voorzien over de open bovenzijde van de bouwconstructie en op de bodem van de bouwconstructie een plateau is 5 aangebracht, dat omhoog en omlaag tot boven de bouwconstructie beweegbaar is, waarbij de afdekking wijkt tijdens de beweging van het plateau.
26. Ondergrondse parkeerplaats volgens conclusie 25, waarbij een 10 toegang (46) voor een persoon tot de parkeerplaats is aangebracht.
27. Ondergrondse parkeerplaats volgens conclusie 25 of 26, waarbij de afdekking (42) verbonden is met het beweegbaar plateau (41) . 103 2 291
NL1032291A 2006-08-10 2006-08-10 Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie. NL1032291C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032291A NL1032291C2 (nl) 2006-08-10 2006-08-10 Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie.
PCT/NL2007/000196 WO2008018788A1 (en) 2006-08-10 2007-08-08 Building structure, flushing device and method for introducing a building structure into the ground
EP07793835A EP2052115A1 (en) 2006-08-10 2007-08-08 Building structure, flushing device and method for introducing a building structure into the ground

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032291 2006-08-10
NL1032291A NL1032291C2 (nl) 2006-08-10 2006-08-10 Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032291C2 true NL1032291C2 (nl) 2008-02-12

Family

ID=37831419

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032291A NL1032291C2 (nl) 2006-08-10 2006-08-10 Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2052115A1 (nl)
NL (1) NL1032291C2 (nl)
WO (1) WO2008018788A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2012352B1 (nl) * 2014-03-03 2015-11-26 Ries Holding B V Afzinkbare betonconstructie
CN104988940B (zh) * 2015-05-19 2016-12-07 中铁大桥局集团有限公司 用于钢沉井定位的导向方法及装置
CN106223364B (zh) * 2016-09-09 2018-06-29 陈静 预应力拼装压沉式室内地库施工方法及地库结构
CN109098200B (zh) * 2018-09-07 2024-01-26 中交二航局第二工程有限公司 水下吸泥取土装置

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4068445A (en) * 1975-02-18 1978-01-17 A. B. Chance Company Lightweight, screw anchor supported foundation and method of installing same
JPS60184127A (ja) * 1984-03-02 1985-09-19 Nippon Zenisupaipu Kk プレキヤストコンクリ−ト多層ケ−ソン
NL8902143A (nl) * 1988-09-02 1990-04-02 Darya Paye Jetty Co Ltd Werkwijze voor het plaatsen van een holle kolom op een harde in het bijzonder rotsachtige waterbodem.
GB2276185A (en) * 1994-03-25 1994-09-21 Hydro Soil Servicessa Method of and apparatus for soil stabilization
NL1009671C2 (nl) * 1997-07-17 1999-01-19 Voorbij Groep Bv Werkwijze en inrichting voor het in de grond aanbrengen van een bak.
WO2006013366A1 (en) * 2004-08-04 2006-02-09 David Walker Outdoor structures

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2213169A (en) * 1938-02-19 1940-08-27 Kabushikigaisha Takenaka Komte Construction method for underground structures
DE2335378A1 (de) * 1973-07-12 1975-01-30 Stelag Konstruktion Verfahren und vorrichtung zum abteufen von schachtbauwerken
JP3102548B2 (ja) * 1995-10-17 2000-10-23 株式会社大林組 杭の免震構造
EP1348812A1 (en) * 2002-03-27 2003-10-01 Etienne Heirwegh Building methods and apparatus

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4068445A (en) * 1975-02-18 1978-01-17 A. B. Chance Company Lightweight, screw anchor supported foundation and method of installing same
JPS60184127A (ja) * 1984-03-02 1985-09-19 Nippon Zenisupaipu Kk プレキヤストコンクリ−ト多層ケ−ソン
NL8902143A (nl) * 1988-09-02 1990-04-02 Darya Paye Jetty Co Ltd Werkwijze voor het plaatsen van een holle kolom op een harde in het bijzonder rotsachtige waterbodem.
GB2276185A (en) * 1994-03-25 1994-09-21 Hydro Soil Servicessa Method of and apparatus for soil stabilization
NL1009671C2 (nl) * 1997-07-17 1999-01-19 Voorbij Groep Bv Werkwijze en inrichting voor het in de grond aanbrengen van een bak.
WO2006013366A1 (en) * 2004-08-04 2006-02-09 David Walker Outdoor structures

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008018788A1 (en) 2008-02-14
EP2052115A1 (en) 2009-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101240032B1 (ko) 높이 조절식 콘크리트 분배 마스트로 콘크리트를 이송하기 위한 장치
US4507069A (en) Apparatus for positioning and stabilizing a concrete slab
US4591466A (en) Method for positioning and stabilizing a concrete slab
NL1032291C2 (nl) Bouwconstructie, spoelinrichting en werkwijze voor het in de grond brengen van een bouwconstructie.
CN102112684B (zh) 脚手架元件、装置及使用方法
US9644337B1 (en) Systems and methods for positioning and anchoring columns
US7627995B1 (en) Post frame building bracket and method of use
KR20100001123U (ko) 자립 오토 클라이밍장치 및 이를 이용한 자립 오토클라이밍 시스템
US11098490B2 (en) Self-lifting concrete form with platform adapted to accommodate horizontal reinforcing steel
US5979879A (en) Sidewalk leveling device
US6368022B1 (en) Lifting system for massive constructions
KR102001526B1 (ko) 하향식 공법용 수직구 압입장치 및 이를 이용한 수직구 시공방법
WO2007102773A1 (en) Placing device building system and method of constructing a multi-storey building
US5893241A (en) Precast concrete target house
US20150021530A1 (en) Modular Guide Sleeve Apparatus and Method
CN211621216U (zh) 斜塔柱内模支架自动爬升装置
CN202577952U (zh) 竖井液压自升模板
US10450715B2 (en) Powered lifting station for and method for lifting a slab foundation
KR100917225B1 (ko) 조립 pit형 구조의 자동 이송로봇을 갖는 주차시스템
KR100828087B1 (ko) 전천후 시공용 가설시스템
GB2217296A (en) Lift building construction
GB2314860A (en) Post support
US20160177523A1 (en) Uneven support surface repair system and method
KR102102593B1 (ko) 수직구 구조물의 수평터널 연결부 성형장치
KR101039829B1 (ko) 핸드 건 거치대

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: VOLKER STAAL EN FUNDERINGEN B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: RIES HOLDING B.V.

Effective date: 20180206

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200901