NL1032270C2

NL1032270C2 - Truss.

Info

Publication number: NL1032270C2
Application number: NL1032270A
Authority: NL
Inventors: Marc Hendriks; Johann Otto Rudolf Stuut
Original assignee: Prolyte Beheer B V
Priority date: 2006-08-03
Filing date: 2006-08-03
Publication date: 2008-02-05
Also published as: EP1884605A1; ES2324559T3; EP1884605B1; ATE426071T1; DE602007000712D1

Description

Truss

De uitvinding heeft betrekking op een truss omvattende ten minste twee althans in hoofdzaak buisvormige lichamen, welke buisvormige lichamen paarsgewijs middels 5 spijlen aan elkaar zijn gehecht, en waarbij de spijlen aan weerszijden ter plaatse van een bevestigingsgebied aan de respectieve buisvormige lichamen zijn gehecht.

Een dergelijke truss is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP 1.291.470 Al. De bekende truss wordt toegepast als onderdeel van een trussconstructie waarin een aantal 10 modulair uitgevoerde trassen op demonteerbare wijze met elkaar zijn verbonden. Aldus kunnen stellages, overkappingsconstracties, draagffames, portalen en andere constructies worden verwezenlijkt die vooral voor standbouw en theaterbouw worden toegepast, bijvoorbeeld als verlichtingsplafonds, draagconstructies en decorconstructies voor concerten, modeshows, presentaties, beursstands en dergelijke, bijvoorbeeld om 15 daaraan decorstukken, doeken, geluidsweergavekasten, belichtingsspots, podia en dergelijke te bevestigen. De modulaire uitvoering van trassen tezamen met hun relatief snelle en eenvoudige montage en demontage maken dergelijke trussconstructies bijzonder geschikt om bij evenementen tijdelijk te worden ingezet. Echter kunnen met trassen ook trussconstructies van een meer permanente aard worden verschaft.

20

De bekende trass heeft als nadeel dat het aan de buisvormige lichamen lassen van de spijlen een tijdrovend, omslachtig en daardoor duur karwei is. Dit hangt daarmee samen dat de uiteinden van de spijlen niet over hun gehele doorsnede direct aansluiten op de buisvormige lichamen. Typisch is er een spleet tussen een spijl en een buisvormig 25 lichaam van ongeveer 1,5 mm waardoor het aan het buisvormig lichaam lassen van de spijl moeilijk of zelfs onmogelijk is. Men kan zelfs genoodzaakt zijn om de uiteinden van de spijlen door een bewerking, bijvoorbeeld door slijpen, eenzelfde kromming te geven als die van de buisvormige lichamen, zodat dan de uiteinden van de spijlen over hun gehele doorsnede direct aansluiten op de buisvormige lichamen. Ook dit laatste is 30 echter een omslachtig en tijdrovend karwei. Het genoemde nadeel wordt nog vergroot doordat voor het vervaardigen van een truss een relatief groot aantal lasverbindingen tussen buisvormige lichamen en spijlen moet worden gerealiseerd.

1 032270 j -2-

Met de uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een truss van de in de aanhef beschreven soort waarin aan dit bezwaar althans in belangrijke mate is tegemoet gekomen.

5 Daartoe heeft een truss van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de respectieve buisvormige lichamen ter plaatse van het bevestigingsgebied een vlak bevestigingsoppervlak hebben. De uiteinden van de spijlen kunnen daardoor over hun gehele doorsnede direct, zonder spleten, op het vlakke bevestigingsoppervlak aansluiten. Daardoor kunnen de spijlen snel en eenvoudig aan het bevestigingsoppervlak 10 worden gelast, zodat een aanzienlijke vergroting van de efficiency wordt bereikt. Het is niet meer nodig om de uiteinden van de spijlen door slijpen een gekromd verloop te geven. Bovendien kunnen de spijlen nu automatisch worden gelast, aangezien het daarvoor in het algemeen benodigd is dat te lassen oppervlakken dicht op elkaar aansluiten. Een maximaal toelaatbare spleet tussen een spijl en een buisvormig lichaam 15 bij het automatisch lassen daarvan bedraagt typisch minder dan 0,2 mm. Door het automatisch aan de buisvormige lichamen lassen van de spijlen wordt een verdere verhoging van de efficiency bereikt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de truss volgens de uitvinding is gekenmerkt 20 doordat het vlakke bevestigingsoppervlak een afgevlakte zijde van een buisvormig lichaam is. Een dergelijk buisvormig lichaam laat zich door extrusie relatief eenvoudig en goedkoop vervaardigen. Bovendien verschaft de afgevlakte zijde grote vrijheid ten aanzien van de mogelijke plaatsen waar de spijlen aan het buisvormige lichaam gelast kunnen worden. Deze vrijheid wordt nog verder vergroot door een verdere 25 voorkeursuitvoeringsvorm van de truss die volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de afgevlakte zijde zich over in hoofdzaak een gehele lengte van het buisvormige lichaam uitstrekt.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de truss volgens de uitvinding is gekenmerkt 30 doordat het buisvormige lichaam is voorzien van twee afgevlakte zijden. Aan de ene afgevlakte zijde worden dan spijlen gelast om het buisvormige lichaam met een eerste -3- ander buisvormig lichaam te verbinden, aan de andere afgevlakte zijde worden spijlen gelast om het buisvormige lichaam met een tweede ander buisvormig lichaam te verbinden. Vanzelfsprekend kan het buisvormige lichaam ook voorzien zijn van slechts één afgevlakte zijde, of van meer dan twee afgevlakte zijden.

5

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de truss volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de spijl hol is, en dat het vlakke bevestigingsoppervlak een uitsparing heeft, waarbij de uitsparing een doorgang vormt van een binnenzijde van de spijl naar een buitenzijde van de spijl. Bij het lassen wordt in de holle spijl aanwezige lucht 10 opgewarmd waardoor die lucht de neiging krijgt om te expanderen. Via de uitsparing kan de opgewarmde lucht ontsnappen vanuit de binnenzijde van de spijl naar de buitenzijde van de spijl. Hierdoor wordt voorkomen dat de las uit elkaar klapt als gevolg van een verhoogde luchtdruk binnen de spijl.

15 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de truss volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de uitsparing groefvormig is. Een groefvormige uitsparing kan door het extruderen van het buisvormige lichaam worden aangebracht zodat het aanbrengen daarvan geen verdere kosten veroorzaakt of extra bewerkingen aan het buisvormige lichaam nodig maakt. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de truss volgens de 20 uitvinding is gekenmerkt doordat de groefvormige uitsparing zich over in hoofdzaak de gehele lengte van een buisvormig lichaam uitstrekt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de truss volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat een in hoofdzaak buisvormig lichaam een uitwendige straal heeft die een 25 omschreven cirkel bepaalt, en dat het vlakke bevestigingsoppervlak zich binnen de omschreven cirkel uitstrekt. Het om het buisvormige lichaam aanbrengen van bijvoorbeeld klemmen of dergelijke wordt aldus niet of slechts in geringe mate door het vlakke bevestigingsoppervlak gehinderd. Het buisvormige lichaam behoudt op deze manier in grote mate zijn functionaliteit.

30 -4-

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:

Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvoorbeeld van de truss volgens de uitvinding.

5 Figuur 2 een dwarsdoorsnede van een buisvormig lichaam van de truss uit figuur 1.

De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk 10 met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

De in figuur 1 getoonde truss 1 met een driehoekige doorsnede heeft drie evenwijdige buisvormige lichamen 2 die middels spijlen 3 paarsgewijs aan elkaar zijn gehecht. Elk buisvormig lichaam 2 heeft twee afgevlakte zijden 5 die zich in een lengterichting 15 uitstrekken, zoals ook getoond in figuur 2. De afgevlakte zijden 5 strekken zich daarbij over in hoofdzaak een gehele lengte van de buisvormige lichamen 2 uit. Elke afgevlakte zijde 5 is voorzien van een, zich in lengterichting uitstrekkende, groefvormige uitsparing 6 die zich over in hoofdzaak de gehele lengte van een buisvormig lichaam 2 uitstrekt. Elk buisvormige lichaam 2 heeft een uitwendige straal r die een omschreven 20 cirkel bepaalt. De afgevlakte zijden 5 strekken zich binnen de omschreven cirkel uit.

De spijlen 3 zijn aan weerszijden ter plaatse van bevestigingsgebieden 4 aan de buisvormige lichamen 2 gelast. De bevestigingsgebieden 4 zijn daarbij voorzien op de afgevlakte zijden 5 van de buisvormige lichamen 2, zodat de bevestigingsgebieden 4 een 25 vlak bevestigingsoppervlak voor de spijlen 3 vormen.

Doordat de bevestigingsgebieden 4 vlakke bevestigingsoppervlakken voor de spijlen 3 hebben, kunnen de spijlen over hun gehele doorsnede direct, zonder spleten, op de bevestigingsoppervlakken aansluiten. De spijlen 3 kunnen daardoor snel en eenvoudig 30 aan de bevestigingsoppervlakken worden gelast. Bovendien wordt het automatisch aan de buisvormige lichamen 2 lassen van de spijlen 3 aanzienlijk vergemakkelijkt, -5- aangezien het daarvoor benodigd is dat de te lassen oppervlakken dicht op elkaar aansluiten. Het is niet nodig om de uiteinden van de spijlen 3 door slijpen een gekromd verloop te geven om de uiteinden van de spijlen 3 zonder spleten te laten aansluiten op de buisvormige lichamen 2. Aldus wordt een belangrijke verhoging van de efficiency 5 bereikt bij het vervaardigen van trussen 1.

Wanneer de spijlen 3 hol zijn uitgevoerd, zal bij het lassen daarvan binnen de spijlen 3 aanwezige lucht opwarmen waardoor die lucht de neiging krijgt om te expanderen. Een mogelijkheid tot expanderen wordt geboden door de groef 6, aangezien lucht via de 10 groef 6 van een binnenzijde van een spijl 3 naar een buitenzijde van de spijl 3 kan stromen. Aldus wordt bij het lassen van de spijl 3 voorkomen dat de las uit elkaar klapt als gevolg van een verhoogde luchtdruk binnen de spijl 3.

De buisvormige lichamen 2 met de afgevlakte zijden 5 en de groeven 6 laten zich door 15 extrusie eenvoudig en relatief goedkoop vervaardigen.

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter één of enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde 20 vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo is het mogelijk om in plaats van lassen andere bevestigingstechnieken te gebruiken om de spijlen met de buisvormige lichamen te verbinden. Men kan bijvoorbeeld denken aan lijmen of solderen. Voorts kunnen de trussen een andere doorsnede dan een driehoekige doorsnede hebben, bijvoorbeeld vierkant, rechthoekig enz.

1032270.

Claims

1. Truss omvattende ten minste twee althans in hoofdzaak buisvormige lichamen, welke buisvormige lichamen paarsgewijs middels spijlen aan elkaar zijn gehecht, en 5 waarbij de spijlen aan weerszijden ter plaatse van een bevestigingsgebied aan de respectieve buisvormige lichamen zijn gehecht, met het kenmerk, dat de respectieve buisvormige lichamen ter plaatse van het bevestigingsgebied een vlak bevestigingsoppervlak hebben.

2. Truss volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vlakke bevestigingsoppervlak een afgevlakte zijde van een buisvormig lichaam is.

3. Truss volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afgevlakte zijde zich over in hoofdzaak een gehele lengte van het buisvormige lichaam uitstrekt. 15

4. Truss volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het buisvormige lichaam is voorzien van twee afgevlakte zijden.

5. Truss volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 20 spijl hol is, en dat het vlakke bevestigingsoppervlak een uitsparing heeft, waarbij de uitsparing een doorgang vormt van een binnenzijde van de spijl naar een buitenzijde van de spijl.

6. Truss volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de uitsparing groefvormig is. 25

7. Truss volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de groefVormige uitsparing zich over in hoofdzaak de gehele lengte van een buisvormig lichaam uitstrekt.

8. Truss volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 30 in hoofdzaak buisvormig lichaam een uitwendige straal heeft die een omschreven cirkel 1032270^ -7- bepaalt, en dat het vlakke bevestigingsoppervlak zich binnen de omschreven cirkel uitstrekt. 1032270.