NL1032105C1 - Kniklengtebeperkingen middels tuien. - Google Patents

Description

Titel: Kniklengtebeperkingen middels tuien De uitvinding hee£t betrekking op kniklengte beperkende maatregelen voor hijs- en hefinrichtingen ten behoeve van zeer zware, omvangrijke en hoge lasten op locaties, 5 die al dan niet moeilijk bereikbaar zijn voor de tot nu toe bekende en gebruikelijke hijsinrichtingen en hijsmethoden.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op hijsinrichtingen, die modulair opgebouwd zijn, zoals 10 onder andere bekend onder de octrooinummers NL1007079, NL1020816,NL1031331,NL1007756, NL1007757, NL1008032 e.a. De onderhavige uitvinding gaat uit van een verplaatsbare en/of demontabele hijsinrichting, die bestaat uit tenminste één hijsmast en tenminste één 15 contragewicht, waarbij de mast(en)in concept en in afmetingen, zowel in doorsnede als in lengte, naar behoefte zijn uit te voeren.

Een of meerdere eventueel noodzakelijke contragewichten worden in verhouding tot de te hijsen last op locatie 20 samengesteld of de ballast kan ook een fundatie in de aarde zijn.

Op basis van de evenwichtssituatie tussen last en variabel contragewicht kunnen zeer zware en volumineuze lasten tot zelfs grote hijshoogten en reikwijdten, 25 gehesen worden.

De onderhavige hijsinrichtingen bestaan in grote lijnen uit een of meerdere masten, mastvoetkonstrukties, hijs-, hef- en verplaatsingseenheden, fundaties, jibconstructies e.d. al dan niet op locatie 30 samengesteld en gemonteerd, waarbij uitdrukkelijk vermeld is, dat verrijdbare en verplaatsbare 1032105 2 kraaninstallaties, portiekkonstrukties en hijsmasten uitgerust kunnen worden met tot de uitvinding behorende tui-configuraties.

De verplaatsingseenheden onder het draagframe kunnen 5 bestaan uit meervoudige wielstellen en/of sleeschoenkonstrukties ,zodanig, dat ze in het horizontale vlak draaibaar met het draagframe verbonden zijn en dat het draagframe al of niet met of om het contragewicht volgens een rechte, schuine of een 10 cirkelboogbaan of combinaties daarvan kan bewegen.

Bij de onderhavige hijsinrichting hoeft het contragewicht niet te behoren tot de hijs- of hefinrichting, maar kan daar terplaatse samengesteld worden met de daar verkrijgbare opvulbare en te 15 stapelen eenheden, zoals lokaal verkrijgbare gevulde of te vullen containers of "zandzakken" of zelfs een sterk vast punt in de aarde, zoals een anker, een gebouw of een fundatie.

Doorgaans is de hijsmast beduidend langer en hoger dan 20 de ballastmast, maar kunnen beide belast worden met verticale dan wel horizontale krachten, die van een dusdanige grote orde kunnen zijn, dat knikverschijnselen het gevolg kunnen zijn.

Door aftuien vanaf de onderkant van de hijsmast 25 naar de top van de doorgaans lange hijsmast en/of naar andere plaatsen van de hijsmast eventueel al dan niet in combinatie met tui-steunen om een gunstige aangrijpingshoek van tui op de top van de hijsmast te verkrijgen, worden zijwaartse dan wel verticale 30 krachten in respectievelijk zijwaartse dan wel verticale richtingen afdoende opgevangen.

3

Tot onderhavige uitvinding behoren eveneens het aftuien van een jibconstructie al dan niet in combinatie met onderhavige hijs- en hefinrichtingen.

Vanzelfsprekend kunnen onderhavige 5 kniklengtebeperkingen ook afzonderlijk toegepast worden op óf de hijsmast óf op de ballastmast óf op de jibconstructie(s).

Uitdrukkelijk zij vermeld, dat andere uitvoeringsvormen dan onder Fig.I tot en met IV weergegeven, gebaseerd op 10 het principe van de uitvinding tot de onderhavige uitvinding behoren.

Fig.I tot en met Fig.IV tonen aanzichten van verplaatsbare hijsinrichtingen met een vast dan wel een verplaatsbaar contragewicht al dan niet afneembaar 15 aangebracht aan de andere zijde, dan de te hijsen last. Fig.I toont een compleet zij- een bovenaanzicht van een hijsinrichting, dat als voorbeeld al dan niet modulair opgebouwd is.

Fig.II toont een zijaanzicht en een bovenaanzicht van 20 een hijsinrichting, waarbij de hijsmast in dwarsrichting kniklengtebeperkend afgetuid is.

Fig.III toont een zijaanzicht en een bovenaanzicht van een hijsinrichting, waarbij de ballastmast in dwarsrichting kniklengtebeperkend afgetuid is.

25 Fig.IV toont een zijaanzicht en een bovenaanzicht van een hijsinrichting, waarbij de hijsmast in verticale richting kniklengtebeperkend afgetuid is.

Fig.V toont een zijaanzicht en een bovenaanzicht van een hijsinrichting met jibuitvoering, waarbij de jib in 30 dwarsrichting kniklengtebeperkend afgetuid is.

4

Fig.I toont een compleet zijaanzicht Fig.Ia, een voocaanzicht Fig.Ib van een hijsinrichting, bestaande uit een al dan niet dubbeluitgevoerde hijsmast 1, een al dan niet dubbeluitgevoerde backmast 2, een 5 meervoudig uitgevoerde verplaatsingseenheden 3 en 4.

De hijsmast 1 en de backmast 2 zijn in 5 scharnierend met elkaar en met de verplaatsingseenheden 3 en 4 verbonden. De last 6 hangt in dit voorbeeld recht boven de begane grond 7.

10 De ballast 8 respectievelijk staat als voorbeeld op een verschuifbaar platform 9, dat middels een voldoend zware pivoteerbuisconstructie of ballastmastconstructie 10 in verticale richting scharnierbaar en in horizontale richting draaibaar verbonden is met de 15 backmast 2. De ballast 8 staat centraal opgesteld rond de pivoteerbuisconstructie of ballastmastconstructie 10, welke volledig scharnierbaar(bolvormig scharnier)opgesteld staat op het platform 9 en volledig scharnierbaar (bolvormig scharnier) is ter hoogte van 20 de backmasttop 11 van de backmasten 2.

De top 11 is in verticale richting verschuifbaar in hoogte verschuifbaar over de pivoteerbuisconstructie 10 om een andere afstand (straal) te verkrijgen ten opzichte van de verplaatsingseenheden 3-4.

25 Tussen de hijsmasttop 12 en backmasttop 11 van de ballastmast 2 bevindt zich de topstang 13, welke in lengte te variëren is en afgesteund wordt in de topstanggeleiding 14.

Als voorbeeld is de ballastmast 2 ter plaatse van 30 ballastmaststeun 14 extra afgesteund op de verplaatsingseenheden 4 middels de eventueel in lengte instelbare maststeunen 15 en 16.

Als voorbeeld is de hijsmast 1 ter plaatse van hijsmaststeun 17 extra afgesteund op de 5 verplaatsingseenheden 3 middels de eventueel in lengte instelbare maststeunen 18 en 19.

Het sterk op knik belaste hijsmastgedeelte van de hijsmast 1 strekt zich uit tussen de hijsmaststeun 17 5 en de hijsmasttop 12. Overeenkomstig strekt het sterk op knik belaste ballastmastgedeelte van de ballastmast 2 zich uit tussen de ballastmaststeun 14 en de ballastmasttop 11.

Deze op knikbelaste mastgedeelten kunnen bij voorkeur 10 in het midden ervan getuid worden ter beperking van het werktuigbouwkundig fenomeen:knikken.

Verder geven in Fig.Ib de gestippeld getrokken lijnen 20 tot en met 24 voorbeelden van banen weer, waarover de betrokken eenheden zich eventueel kunnen bewegen.

15 Andere banen en eventueel gecombineerde banen zijn denkbaar en toepasbaar, doch fallen buiten het bestek van onderhavige uitvinding.

Fig.II toont een zijaanzicht Fig.IIa en een 20 bovenaanzicht Fig.IIb van een hijsinrichting, waarbij de hijsmast 1 in dwarsrichting op diverse kniklengtebeperkende wijzen afgetuid is.

Het sterk in dwarsrichting op knik belaste hijsmastgedeelte van de hijsmast 1 strekt zich uit 25 tussen de hijsmaststeun 17 en de hijsmasttop 12.

De tuien 26 en 27, bij voorkeur uitstrekkende vanaf het midden tussen de hijsmaststeun 17 en de hijsmasttop 12 tot aan het tuipunt 28 respectievelijk 29 voorkomen de bij hoge belasting optredende dwarsknik van de 30 hijsmast 1.

Eventueel kan de hijsmasttop 12 óók afgetuid worden rechtstreeks richting de tuipunten 28 en 29 óp de hijsmast 1 middels de tuien 30 en 31.

6

Eventueel kan de hijsmasttop 12 óók afgetuid worden richting de tuipunten 28 en 29 óp de hijsmast 1 middels de tuien 32 en 33, die via de afsteuneenheden 34a en 34b indirekt richting de tuipunten 28 en 29 lopen ten 5 einde een betere aangrijpingshoek op de hijsmasttop 12 te verkrijgen.

Fig.III toont een zijaanzicht Fig.IIIa en een bovenaanzicht Fig.IIIb van een hijsinrichting, waarbij de ballastmast in dwarsrichting kniklengtebeperkend 10 afgetuid is. Het sterk in dwarsrichting op knik belaste ballastmastgedeelte van de ballastmast 2 strekt zich uit tussen de ballastmaststeun 14 en de ballastmasttop 11.

De tuien 35 en 36, bij voorkeur uitstrekkende vanaf het 15 midden tussen de ballastmaststeun 14 en de ballastmasttop 11 tot aan het tuipunt 37 respectievelijk 38 voorkomen de bij hoge belasting optredende dwarsknik van de ballastmastmast 2.

Eventueel kan de ballastmasttop 11 óók afgetuid worden 20 rechtstreeks richting de tuipunten 37 en 38 óp de ballastmast 2 middels de tuien 39 en 40.

Omdat de ballastmast 2 doorgaans korter is dan de hijsmast 1 zal een verticale betuiing hier niet toegepast gaan worden, maar de mogelijkheid hiertoe 25 wordt bij deze niet uitgesloten.

Vanzelfsprekend kunnen de tuiconfiguraties uit Fig.il gecombineerd worden met de tuiconfiguraties uit Fig.III.

Fig.IV toont een zijaanzicht Fig.IVa en een 30 bovenaanzicht Fig.IVb van een hijsinrichting, waarbij 7 de hijsmast in verticale richting kniklengtebeperkend afgetuid is.

De tuipunten 41 en/of 42, overeenkomstig 28 en 29 uit Fig.II ,zijn wederom op de hijsmast 1 aangebracht 5 evenals de verticale tuisteunen 43 en/of 44.

De tuien 45 en 46 lopen respectievelijk van tuipunt 41 via de verticale tuisteun 44 naar de hijsmasttop 12.

Aan de onderkant van de hijsmast 1 verloopt de tui 46 van tuipunt 42 via de verticale tuisteun 43 naar de 10 hijsmasttop 12.

Het zal duidelijk zijn, dat de betuiing aan de bovenkant en aan de onderkant van de hijsmast 1 niet beide aangebracht hoeven te zijn, indien niet strikt noodzakelijk vanwege de knikgevoeligheid van de 15 hijsmast 1.

Bovendien kan de loop van tui 46 beperkend zijn voor de last 6.

Fig.V toont een zijaanzicht Fig.Va en een bovenaanzicht Fig.Vb van een hijsinrichting met 20 jibuitvoering, waarbij de jibconstructie 47 bestaat uit een jibmast 48, een jibsteun 49 en jibtuikabels 50, 51 en 52. Bij een vast jib hebben de kabels 50,51 en 52 een vaste lengte, terwijl bij een beweegbare jib, de kabels 50,51 en/of 52 in lengte instelbaar zijn.

25 De hijskabel 53 loopt middels het jibkatrol 54 naar de last 6 en wordt verder niet nader weergegeven.

De knikverstevigde jibconstructie 47 verkrijgt zijn in dwarsrichting vergrote knikversteviging middels de tuikabels 54 en 55, die elk over de corresponderende 30 jibsteunen 56 en 57 aangebracht zijn en vervolgens 8 onder voorspanning de verbinding vormen tussen het ene en het andere uiteinde van de jibmast 48. Vanzelfsprekend zou in vertikale zin, de jibmast 46 uitgerust kunnen worden met een overeenkomstige 5 tuiuitvoering, zodat ook in vertical richting geen knik mogelijk is.

Kortom: met onderhavige uitvinding wordt op relatief eenvoudig wijze een kniklengte-beperkende maatregel verkregen voor hijs- en hefinrichtingen ten behoeve van 10 zeer zware, omvangrijke en hoge lasten in zowel verticale richting dan wel in dwarsrichting.

In verticale richting wordt grotendeels de knikkrachten bepaald door de verticale lastkrachten, terwijl in dwarsrichting de knikkrachten grotendeels bepaald 15 worden door wind- en/of lastkrachten in dwarsrichting.

20 25 30 1032105

Claims (7)

1. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties met het kenmerk, dat op relatief 5 eenvoudige wijzen kniklengte-beperkende maatregelen verkregen worden voor hijs- en hefinrichtingen ten behoeve van zeer zware, omvangrijke en hoge lasten in verticale richting.

2. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en 10 verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat op relatief eenvoudige wijzen kniklengte-beperkende maatregelen verkregen worden voor hijs- en hefinrichtingen ten behoeve van zeer zware, 15 omvangrijke en hoge lasten in dwarsrichting.

3. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties volgens de conclusies 1 en 2 met het kenmerk, dat de onderhavige kniklengte-beperkende 20 maatregelen aditioneel en modulair toegepast kunnen worden op ballastmasten en/of hijsmasten.

4. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties volgens de conclusies 1 tot en met 3 met 25 het kenmerk, dat de onderhavige kniklengte- beperkende maatregelen aditioneel en modulair toegepast kunnen worden op vaste dan wel beweegbare jibconstructies.

5. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en 30 verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties volgens de conclusies 1 tot en met 4 met het kenmerk, dat de onderhavige tuiconfiguraties relatief licht in gewicht zijn. 35 1032105

6. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties volgens de conclusies 1 tot en met 5 met het kenmerk, dat de onderhavige tuiconfiguraties 5 naar behoefte samengesteld kunnen worden tot uiterst sterke knikondersteuningen.

7. Hijs-en hefinrichtingen voor het hijsen, heffen en verplaatsen van zeer zware en omvangrijke lasten op locaties volgens de conclusies 1 tot en met 6 met 10 het kenmerk, dat middels onderhavige tuiconfiguraties, hijsmasten, ballastmasten en jibconstructies lichter uitgevoerd kunnen worden, zodat het nuttig hefvermogen aanmerkelijk vergroot wordt. 15 20 25 30 35 40 1032105