NL1031924C2 - Inrichting, systeem en werkwijze voor het actief afvoeren van verontreinigde lucht. - Google Patents

Description

INRICHTING, SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET ACTIEF AFVOEREN VAN

VERONTREINIGDE LUCHT

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 inrichting en werkwijze voor het actief afvoeren van met fijnstof en/of met stikstofoxide (N0X) verontreinigde lucht in de omgeving van een verkeersweg. De uitvinding heeft tevens betrekking op een met de inrichting geïntegreerd geluidsscherm.

10 Gemotoriseerd wegverkeer is een belangrijke bron van hinder voor mens en dier. Met name het door motorvoertuigen geproduceerde geluid wordt als hinderlijk ervaren. Langs verkeerswegen worden daarom vaak maatregelen getroffen om de geluidhinder voor de omgeving te beperken. Hierbij kan 15 gedacht worden aan geluidsschermen of geluidswanden waarmee de overdracht van wegverkeerslawaai naar de omgeving wordt verminderd. Er zijn echter ook andere vormen van hinder voor de omgeving te onderscheiden.

Gemotoriseerd wegverkeer, zoals personenauto's, 2 0 vrachtwagens en dergelijke en dan met name van dieselmotoren voorziene voertuigen, produceren gezamenlijk grote hoeveelheden stoffen, zoals fijnstof of NOx die voor de omgeving schadelijk zijn. Onder fijnstof wordt verstaan de in de lucht zwevende stofdeeltjes met een gemiddelde 25 deeltjesdiameter van 10 pm of minder (in de Europese kaderrichtlijn Luchtkwaliteit, meer in het bijzonder Richtlijn 96/62/EG inzake de beoordeling en het beheer van luchtkwaliteit, 27 september 1996, gedefinieerd als PM10) . Wanneer dergelijk door voertuigen op een verkeersweg 30 geproduceerd fijnstof door in de omgeving van de verkeersweg wonende mensen wordt ingeademd, kan dit op termijn tot schade aan de gezondheid leiden. Hetzelfde geldt voor door de voertuigen geproduceerde uitlaatgassen, zoals algemeen met 1031924 2 N0X (met x=l,2,3,..) aangeduide stikstofoxiden, waarvan in het bijzonder stikstofdioxide (N02) de belangrijkste is. Te hoge concentraties N0X in de lucht kunnen eveneens schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.

5 Enerzijds kan getracht worden dit probleem op te lossen door de motorvoertuigen te voorzien van speciale voorzieningen, zoals katalysatoren voor het schoner maken van de uitlaatgassen en stoffilters voor het tegenhouden van roetdeeltjes. Deze maatregelen kunnen op zich vrij effectief 10 zijn, maar mede als gevolg van het vertraagd invoeren van wetgeving om dergelijke voorzieningen voor alle motorvoertuigen verplicht te stellen, blijft toch de behoefte bestaan om een andere of aanvullende oplossing voor het bovengenoemde probleem te bieden. Bovendien is het de 15 verwachting dat zelfs indien de genoemde voorzieningen in alle voertuigen getroffen zijn, de concentraties fijnstof en/of NOx in de lucht plaatselijk nog steeds te hoog kunnen worden.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een 20 inrichting en werkwijze te verschaffen waarin de concentratie verontreinigingen in de lucht in de omgeving van een verkeersweg kan worden verminderd.

Het is tevens een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen waarin een 25 opeenhoping van verontreinigingen, in het bijzonder fijnstof, in de nabijheid van een verkeersweg kan worden tegengegaan.

Voorts is in de nabijheid van verkeerswegen vaak behoefte aan elektrische voedingsbron, bijvoorbeeld voor het voeden van de verkeerssignaleringssystemen, verkeerslichten, 30 verlichting etc. Hiertoe wordt in de praktijk langs de verkeersweg elektrische bekabeling aangebracht welke bekabeling op het openbare voedingsnet aangesloten is. Het aanleggen en onderhouden van de bekabeling is kostbaar en 3 vergt relatief veel inspanning zodat er altijd gezocht naar alternatieve voedingsbronnen. Een voorbeeld van een alternatieve voedingsbron is een foto-elektrische cel, waarmee zonlicht kan worden omgezet in elektrische energie.

5 Een bezwaar van deze oplossing is dat bij weinig of geen zonlicht te weinig voeding kan worden verschaft.

Het is derhalve tevens een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting te verschaffen waarin een verbeterde voeding tot stand kan worden gebracht.

10 Teneinde te minste één van deze doelen te bereiken wordt volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding een inrichting verschaft voor het actief afvoeren van met fijnstof en/of N0X verontreinigde lucht in de omgeving van een verkeersweg, omvattende een langs de verkeersweg op te 15 stellen opstaande wand, waarbij de wand voorzien is van luchtverplaatsingsmiddelen voor het opwekken van een luchtstroom waarmee de verontreinigde lucht met de daarin aanwezige verontreinigingen te verspreiden is. De luchtverplaatsingsmiddelen worden bijvoorbeeld gevormd door 20 een of meer ventilatoren en/of een of meer turbines, zoals later uiteengezet wordt. Ventilatoren worden gebruikt voor het aanzuigen van verse lucht of verontreinigde lucht, terwijl turbines niet voor het aanzuigen van lucht geschikt zijn, maar tevens geschikt zijn om door daarlangs stromende 25 lucht, bijvoorbeeld wind, in draaiing gebracht te worden.

De inrichting omvat een of meer op de luchtverplaatsingsmiddelen aangesloten generatoren voor het opwekken van elektrische energie. In periodes van veel wind zouden de lucht-verplaatsingsmiddelen stopgezet kunnen 30 worden, aangezien de verontreinigingen dan op natuurlijke wijze kunnen worden afgevoerd. In de onderhavige uitvoeringsvorm worden de luchtverplaatsingsmiddelen echter tevens gebruikt voor het opwekken van energie.

4

Deze energie kan elders worden gebruikt, maar in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting opslagmiddelen waarmee de energie tijdelijk is op te slaan. Wanneer bijvoorbeeld in situaties met veel windaanbod via de 5 luchtverplaatsingsmiddelen energie wordt opgewekt en opgeslagen, kan deze energie in situaties met weinig windaanbod gebruikt worden om de luchtverplaatsingsmiddelen aan te drijven.

De opstaande wand kan speciaal voor dit doel zijn 10 opgesteld, maar in een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt de opstaande wand geïntegreerd met een geluidswand, zodat de functie van geluidwering en verminderen van de opeenhoping van verontreinigingen in één wand gecombineerd kan worden.

15 Volgens een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm zijn de luchtverplaatsingsmiddelen uitgevoerd om verontreinigde lucht uit de omgeving van de verkeersweg weg te blazen. Voordeel van het wegblazen van de met hoge concentratie fijnstof verontreinigde lucht is dat het fijnstof over een groter 20 gebied wordt verspreid, zodat de concentratie nabij de bron afneemt.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de luchtverplaatsingsmiddelen uitgevoerd om verontreinigde lucht vanaf de omgeving van de verkeersweg op te zuigen. Voordeel 25 van het afzuigen van de met fijnstof verontreinigde lucht is dat de verontreiniging wordt afgevoerd en hiermee de concentratie in de omgeving van de afzuigpunten afneemt.

De luchtverplaatsingsmiddelen kunnen op een aantal plaatsen aan de bovenzijde of vlakke zijde van de opstaande 30 wand zijn voorzien, maar volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de luchtverplaatsingsmiddelen aangebracht in een of meer in de wand voorziene doorvoeren. Wanneer de verontreinigde lucht wordt opgezogen, worden de verontreinigingen via de 5 doorvoeren afgevoerd, terwijl wanneer de verontreinigde lucht wordt weggeblazen fungeren de doorvoeren als aanvoer van verse lucht.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is 5 sprake van lucht zuiveringsmiddelen voor het verwijderen van ten minste een deel van de verontreinigingen in de aangezogen lucht. Wanneer de verontreinigde lucht door de luchtverplaatsingsmiddelen wordt aangezogen, verwijderen de luchtzuiveringsmiddelen ten minste een deel van de 10 verontreinigingen uit de luchtstroom, zodat slechts gezuiverde lucht wordt afgevoerd en aldus in de omgeving terechtkomt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting op de luchtverplaatsingsmiddelen aangesloten 15 schakelmiddelen voor het schakelen tussen het opslaan van de luchtverplaatsingsmiddelen afgeleide elektrische energie en het aan de luchtverplaatsingsmiddelen afgeven van opgeslagen elektrische energie.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de 20 luchtverplaatsingsmiddelen in gebruik in hoofdzaak horizontaal opgesteld.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de luchtverplaatsingsmiddelen in gebruik in hoofdzaak verticaal opgesteld.

25 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is sprake van een of meer turbines voor het opwekken van elektrische energie en een of meer ventilatoren voor het verplaatsen van verontreinigde lucht. Voor de beide verschillende functies zijn derhalve verschillende middelen 30 voorzien. Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is echter sprake van een turbine voor zowel het opwekken van elektrische energie als het verplaatsen van de verontreinigde lucht, zodat de beide functies gecombineerd zijn.

6

Om ten minste één van de eerder genoemde doelen te bereiken wordt volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding een geluidsscherm verschaft voor het afschermen van door verkeer op een verkeersweg geprojecteerd 5 verkeersgeluid, het scherm omvattende: - een langs de verkeersweg op te stellen opstaande wand die is uitgevoerd om verkeersgeluid af te schermen; - een of meer op of in de wand aangebrachte turbines, waarbij de turbines zijn uitgevoerd om in gebruik aangedreven 10 te worden door de luchtverplaatsing die wordt gegenereerd door verkeer op de verkeersweg, - een of meer op de turbines aangesloten generatoren voor het opwekken van elektrische energie, en - opslagmiddelen voor het tijdelijk opslaan van de 15 via de turbine en generator opgewekte energie.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het geluidsscherm op de opslagmiddelen en op de turbine aangesloten schakelmiddelen voor het schakelen tussen het opslaan van de elektrische energie en het aan het turbine 20 afgeven van elektrische energie ter aandrijving daarvan.

Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het actief afvoeren van met fijnstof en/of NOx verontreinigde lucht in de omgeving van een verkeersweg, omvattende: 25 - het langs de verkeersweg opstellen van een inrichting zoals hierin gedefinieerd is; - het met luchtverplaatsingsmiddelen opwekken van een luchtstroom voor het verspreiden van de verontreinigde lucht en de daarin aanwezige verontreinigingen.

30 Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het opwekken van elektrische energie, omvattende: - het langs de verkeersweg opstellen van een 7 inrichting of geluidsscherm zoals hierin gedefinieerd is; - het aandrijven van een of meer in of op de opstaande wand voorziene turbines met de door het verkeer op de verkeersweg genereerde luchtverplaatsing en het opwekken 5 van elektrische energie.

Bij voorkeur omvat de werkwijze het in wezen evenwijdig met de verkeersweg plaatsen van de opstaande wand. Afhankelijk van de richting van de door verkeer op de verkeersweg veroorzaakte luchtverplaatsing, kan de plaatsing 10 van de inrichting aangepast worden. Wanneer de luchtverplaatsing evenwijdig met de verkeersweg is, heeft een plaatsing schuin of dwars op de langsrichting van de verkeersweg in de meeste gevallen de voorkeur, omdat een dergelijke plaatsing het meeste rendement voor de 15 luchtverplaatsingsmiddelen levert.

Bij voorkeur omvat de werkwijze het met luchtverplaatsing die wordt gegenereerd door verkeer op de verkeersweg aandrijven van een of meer generatoren en het daarmee opwekken van elektrische energie.

20 Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan.

In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde 25 figuren, waarin tonen:

Figuur 1: een aanzicht in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een geluidsscherm volgens de uitvinding;

Figuur 2: een schematisch bovenaanzicht van een naast 30 een verkeersweg opgestelde eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een geluidsscherm volgens de uitvinding;

Figuur 3: een schematisch bovenaanzicht van een naast een verkeersweg opgestelde tweede voorkeursuitvoeringsvorm δ van een geluidsscherm volgens de uitvinding; en

Figuren 4A-4C: schematische voorstellingen van verschillende typen turbines.

Figuur 1 toont een geluidsscherm 1 dat is opgebouwd 5 uit een enigszins gekromd voorpaneel 2, dat ondersteund wordt door een steun 3. In het voorpaneel 2 is een eerste doorgang 6 voorzien, waarin een ventilator 7 is aangebracht. De ventilator kan gevoed worden via een extern elektriciteits-netwerk (niet weergegeven) en/of via een elektrische 10 energieopslagsysteem, bijvoorbeeld van het type zoals hierna zal worden besproken.

Het geluidsscherm 1 omvat twee delen 4,4' die zich evenwijdig met de verkeersweg V uitstrekken en één deel 5 dat zich dwars op de verkeersweg uitstrekt, zoals in figuur 2 is 15 weergegeven. De ventilator 7 is hierbij in hoofdzaak parallel aan de lengteas van de verkeersweg V. Ventilator 7 kan zodanig worden aangestuurd, dat lucht vanaf de achterzijde van het geluidsscherm (P3) naar de verkeersweg (richting P2) wordt geblazen, zodat de verontreinigingen in de lucht in de 20 nabijheid van de verkeersweg V weggeblazen worden. In een andere wijze van gebruik wordt de verontreinigde lucht niet weggeblazen maar opgezogen. In Figuur 2 is bijvoorbeeld weergegeven dat een tweede ventilator 7' verontreinigde lucht opzuigt (P3) en via de achterzijde van het geluidsscherm 1 25 afvoert (P4) . In de meeste gevallen zullen de verschillende ventilatoren 1,1' in de wand consequent echter de lucht aanzuigen of afzuigen.

In de Figuren 1 en 2 weergegeven uitvoering zijn de ventilatoren 7 voor het verplaatsen van de lucht aangebracht 30 in een geluidsscherm. Het gebruik maken van een in veel gevallen toch al benodigd geluidsscherm zorgt ervoor dat de kosten voor het realiseren van mechanisme voor het verwijderen van verontreinigde lucht relatief laag kunnen 9 zijn. Het is echter duidelijk dat de luchtverplaatsings-middelen, in het bijzonder de ventilatoren, niet noodzakelijkerwijze in een geluidsscherm behoeven te worden aangebracht, maar dat hiervoor ook een aparte, speciaal voor 5 dit doel opgestelde opstaande wand kan worden gebruikt.

Tevens wordt opgemerkt dat in de Figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm het voorpaneel 2 van de geluidswand 1 enigszins gekromd is uitgevoerd, teneinde de werking van de ventilator 7 te bevorderen en/of de geluidsafschermfunctie 10 van de wand te bevorderen.

In de Figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de ventilatoren 7 aangebracht in een deel 4 van de geluidswand 1, dat zich evenwijdig met de verkeersweg V uitstrekt. Andere luchtverplaatsingsmiddelen kunnen zich 15 schuin (niet weergegeven) of loodrecht (turbine 9 in de doorgang 8 in het deel 5 van de wand 1, zoals is getoond in Figuur 2) ten opzichte van de verkeersweg V uitstrekken.

In de Figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm kan naast de ventilator 7 tevens gebruik worden gemaakt van een 20 turbine, zoals bijvoorbeeld de in doorvoer 8 aangebrachte weerstandsturbine 9 of een horizontale turbine 10. In de in Figuur 1 weergegeven uitvoering zijn de turbines 9 en 10 van het weerstandstype, zoals nader in figuur 4A is weergegeven. Andere type turbines zijn echter evenzeer denkbaar, zoals een 25 "normale" turbine (vergelijk figuur 4B) of de zgn. "Darrieus" turbine (vergelijk figuur 4C). Deze turbines kunnen op soortgelijke wijze als de eerder genoemde ventilator 7 de verontreinigde lucht V opzuigen en aan de achterzijde van de geluidswand afvoeren of schone lucht aanvoeren en daarmee de 30 verontreinigde lucht wegblazen. De toepassing van turbines maakt het echter tevens mogelijk, bijvoorbeeld op dagen waarop veel windaanbod is en derhalve het probleem van de verontreiniging in de omgevingslucht een kleinere rol speelt, 10 energie op te wekken. In de in Figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm wordt hiertoe gebruik gemaakt van gecombineerde turbine/generatorelementen 17 die zijn opgebouwd uit een op zich bekende turbine 15 in combinatie 5 met een generator 16. De turbine 15 wordt door de luchtverplaatsingen als gevolg van langsrijdend verkeer en/of door wind aangedreven, terwijl de generator 16 op zijn beurt door de turbine 15 wordt aangedreven. De generator 16 zet mechanische energie om in elektrische energie en voert de 10 elektrische energie af via elektrische leidingen 11 en schakelelektronica 13 naar een opslagmiddel, zoals een accu 14. Bij een relatief groot windaanbod, schakelt de schakelelektronica 13 de gecombineerde turbine/generator elementen in een modus waarin elektrische energie wordt 15 opgewekt en op de accu's 14 wordt opgeslagen. Bij relatief weinig windaanbod, schakelt de schakelelektronica 13 de gecombineerde turbine/generator elementen 17 in een andere modus, waarin de turbine 17 via de accu 14 wordt aangedreven om op de eerder beschreven wijze lucht te gaan verplaatsen 20 teneinde de verontreinigingen in de omgevingslucht van de verkeersweg V te verwijderen. De gecombineerde turbine/generator elementen hebben derhalve een dubbele functie.

In een andere (niet weergegeven) uitvoeringsvorm 25 worden voor het verplaatsen van de lucht speciaal daartoe geschikt gemaakte ventilatoren gebruikt, terwijl voor het opwekken van de energie aparte, speciaal voor dit doel geschikte, turbines toegepast. De turbines zijn aangesloten op de schakelmiddelen 13 teneinde energie aan de 30 opslagmiddelen 14 te kunnen verschaffen, terwijl de ventilatoren eveneens zijn aangesloten op de schakelmiddelen om via de schakelmiddelen energie vanaf de opslagmiddelen 14 te kunnen krijgen.

11

Het is voor de vakman volstrekt duidelijk dat de luchtverplaatsingsfunctie van de ventilatoren en/of turbines in andere uitvoeringen achterwege kunnen blijven. De turbines en/of ventilatoren worden in deze uitvoeringsvormen slechts 5 gebruikt voor het opwekken van energie. Deze energie wordt al dan niet na opgeslagen te zijn, gebruikt door langs de verkeersweg V opgestelde elektrische apparatuur of kan terugvloeien in het voedingsnet (indien aanwezig).

Teneinde wrijving van de luchtstroom langs het 10 geluidsscherm 1 klein te houden en/of turbulentie bij het geluidsscherm te bevorderen voor het verspreiden van de verontreinigingen in de omgevingslucht, is het geluidsscherm 1 of althans de voorzijde van het voorpaneel 2 daarvan, vervaardigd van relatief glad materiaal. Tevens heeft het de 15 voorkeur de vorm van het geluidsscherm en/of de plaatsing van de luchtverplaatsingsmiddelen zodanig uit te voeren, dat deze de juiste aan- en afvoer van lucht alsmede de patronen van de luchtstromingen bevorderen.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de 20 hierin beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

25 1031924

Claims (21)

1. Inrichting voor het actief afvoeren van met fijnstof en/of N0X verontreinigde lucht in de omgeving van 5 een verkeersweg, omvattende een langs de verkeersweg op te stellen opstaande wand, waarbij de wand voorzien is van luchtverplaatsingsmiddelen voor het opwekken van een luchtstroom waarmee de verontreinigde lucht met de daarin aanwezige verontreinigingen te verspreiden is, met het 10 kenmerk, dat de inrichting een of meer op de luchtverplaatsingsmiddelen aangesloten generatoren voor het opwekken van elektrische energie omvat, en opslagmiddelen omvat voor het tijdelijk opslaan van de via de luchtverplaatsingsmiddelen opgewekte elektrische energie. 15

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de luchtverplaatsingsmiddelen zijn aangebracht in een of meer in de wand voorziene doorvoeren.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de luchtverplaatsingsmiddelen zijn uitgevoerd om verontreinigde lucht uit de omgeving van de verkeersweg weg te blazen.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 25 luchtverplaatsingsmiddelen zijn uitgevoerd om verontreinigde lucht vanaf de omgeving van de verkeersweg op te zuigen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, omvattende luchtzuiveringsmiddelen voor het verwijderen van ten minste 30 een deel van de verontreinigingen in de aangezogen lucht.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende op de opslagmiddelen en de *031924 luchtverplaatsingsmiddelen aangesloten schakelmiddelen voor het schakelen tussen het opslaan van de luchtverplaatsingsmiddelen afgeleide elektrische energie en het aan de luchtverplaatsingsmiddelen afgeven van opgeslagen 5 elektrische energie.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtverplaatsingsmiddelen een of meer ventilatoren omvatten. 10

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtverplaatsingsmiddelen een of meer turbines omvatten.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in gebruik de luchtverplaatsingsmiddelen in hoofdzaak horizontaal zijn opgesteld.

10. Inrichting volgens een van de voorgaande 20 conclusies, waarbij in gebruik de luchtverplaatsingsmiddelen in hoofdzaak verticaal zijn opgesteld.

11. Inrichting volgens conclusie 8, omvattende een turbine van het weerstands-type. 25

12. Inrichting volgens conclusie 8, omvattende een turbine van het "Darrieus" type.

14. Inrichting volgens conclusie 7 en 8, omvattende 30 een of meer turbines voor het opwekken van elektrische energie en een of meer ventilatoren voor het verplaatsen van verontreinigde lucht.

16. Inrichting volgens conclusie 7 en 8, omvattende een turbine voor zowel het opwekken van elektrische energie als het verplaatsen van de verontreinigde lucht.

15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opstaande wand is geïntegreerd met een geluidsscherm voor het afschermen van verkeersgeluid.

16. Geluidsscherm voor het afschermen van door 10 verkeer op een verkeersweg geproduceerd verkeersgeluid, het scherm omvattende: - een langs de verkeersweg op te stellen opstaande wand die is uitgevoerd om verkeersgeluid af te schermen; - een of meer op of in de wand aangebrachte turbines, 15 waarbij de turbines zijn uitgevoerd om in gebruik aangedreven te worden door de luchtverplaatsing die wordt gegenereerd door verkeer op de verkeersweg, gekenmerkt door: - een of meer op de turbines aangesloten generatoren voor het opwekken van elektrische energie; en 20. opslagmiddelen voor het tijdelijk opslaan van de via de turbine en generator opgewekte elektrische energie.

17. Geluidsscherm volgens conclusie 16, omvattende op de opslagmiddelen en op de turbine aangesloten 25 schakelmiddelen voor het schakelen tussen het opslaan van de elektrische energie en het aan de turbine afgeven van elektrische energie ter aandrijving daarvan.

18. Geluidsscherm volgens een van de conclusies 16 of 30 17, voorzien van luchtverplaatsingsmiddelen zoals gedefinieerd in een van de conclusies 1-15.

19. Werkwijze voor opwekken van elektrische energie, omvattende: - het langs de verkeersweg opstellen van een inrichting of geluidsscherm volgens een van de conclusies 1-15; 5. het aandrijven van een of meer in of op de opstaande wand voorziene turbines met de door het verkeer op de verkeersweg genereerde luchtverplaatsing en het opwekken van elektrische energie met een of meer op de turbines aangesloten generatoren; en 10. het tijdelijk opslaan van de opgewekte elektrische energie.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, omvattende het in wezen evenwijdig met de verkeersweg plaatsen van de opstaande 15 wand.

21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, omvattende het aandrijven van de luchtverplaatsingsmiddelen met tijdelijk opgeslagen elektrische energie. t 0 3 1 9 2 4