NL1030852C1 - Camerasysteem. - Google Patents

Camerasysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1030852C1
NL1030852C1 NL1030852A NL1030852A NL1030852C1 NL 1030852 C1 NL1030852 C1 NL 1030852C1 NL 1030852 A NL1030852 A NL 1030852A NL 1030852 A NL1030852 A NL 1030852A NL 1030852 C1 NL1030852 C1 NL 1030852C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
camera
camera system
light level
image sensor
housing
Prior art date
Application number
NL1030852A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Petrus Mari Schijndel
Original Assignee
Internova Holding Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Internova Holding Bvba filed Critical Internova Holding Bvba
Priority to NL1030852A priority Critical patent/NL1030852C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030852C1 publication Critical patent/NL1030852C1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/56Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof provided with illuminating means
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/20Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from infrared radiation only
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/50Constructional details
    • H04N23/54Mounting of pick-up tubes, electronic image sensors, deviation or focusing coils

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Studio Devices (AREA)

Description

Titel: Camerasysteem
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een camerasysteem, geschikt voor het bewaken en/of observeren van objecten. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een camerasysteem voor 5 , plaatsing buiten, voor het bewaken en/of observeren van gebouwen, in het bijzonder woningen en bedrijfspanden.
Het is bekend om voor het bewaken en/of observeren van gebouwen gebruik te maken van een camerasysteem dat beeld-signalen, in het bijzonder videobeelden, levert van het 10 bewaakte object, waarbij het camerasysteem buiten dat gebouw wordt opgesteld. Het camerasysteem kan gericht zijn op toegangen van dat gebouw, zoals deuren of ramen, maar de camera kan ook gericht zijn naar een deel van het terrein dat het betreffende gebouw omgeeft, zoals een tuin. De door het 15 camerasysteem verschafte videobeelden kunnen lokaal worden opgeslagen, of kunnen worden doorgegeven naar een centrale opslagplaats. Ook is het mogelijk dat het camerasysteem is voorzien van beeldverwerkende software voor het detecteren van beweging, zodat de camera gebruikt kan worden als een 20 bewegingsdetector in een bewakingssysteem.
Zowel ten behoeve van bewakingsdoeleinden als ten behoeve van observatiedoeleinden is het gewenst om beelden te verkrijgen van hoge kwaliteit, zowel overdag als gedurende de avond en de nacht. Een probleem is dan, dat de verlichtings-25 omstandigheden overdag sterk afwijken van de verlichtings-omstandigheden gedurende de avond of de nacht.
Overdag is het lichtniveau van de omgeving doorgaans voldoende hoog om met relatief eenvoudige camera's toch goede videobeelden te leveren. Voor gebruik gedurende de avond of de 30 nacht moet een camera echter een zeer hoge lichtgevoeligheid hebben. Voor dit doel zijn speciale camera's ontwikkeld, die in het hiernavolgende gemakshalve zullen worden aangeduid met de term "nachtzichtcamera", welke camera's steeds monochrome camera's zijn met een hoge lichtgevoeligheid, terwijl ook de 1030852- 2 signaal/ruisverhouding bijzonder goed moet zijn om kwalitatief goede videobeelden te kunnen leveren. Een goede nachtzicht-camera is vrij kostbaar. Anderzijds is een nachtzichtcamera overdag niet goed bruikbaar: het lichtniveau is veel te hoog 5 voor de beeldopnemer (CCD-chip). Voorts is het overdag juist gewenst om kleurenbeelden te verkrijgen.
Anderzijds zijn er camera's ontwikkeld speciaal voor daglichtomstandigheden. Het lichtniveau is dan hoog genoeg voor het leveren van kwalitatief goede kleurenbeelden met een 10 relatief eenvoudige camera, en de signaal/ruisverhouding van de CCD-chip is minder kritisch. Dergelijke camera's, die in het hiernavolgende gemakshalve zullen worden aangeduid met de term "dagzichtcamera", zijn echter niet geschikt voor gebruik in het donker, omdat het lichtniveau dan veel te laag is.
15 Er zijn ook camera's ontwikkeld die bedoeld zijn voor 24- uurs gebruik, dat wil zeggen gebruik zowel overdag als gedurende de avond en de nacht. Dergelijke camera's, die in het hiernavolgende zullen worden aangeduid met de term "combi-camera", zijn steeds een compromis tussen de goede en slechte 20 eigenschappen van dagzichtcamera's en nachtzichtcamera's. Combi-camera's leveren overdag betere beelden dan een nachtzichtcamera, maar de kwaliteit is minder dan die van een dagzichtcamera. In donkere omstandigheden leveren combi-camera ' s betere beelden dan een dagzichtcamera, maar de 25 kwaliteit is dan minder dan die van een nachtzichtcamera.
Een belangrijk probleem bij combi-camera's is, dat er overdag gebruik gemaakt moet worden van een IR-filter, maar 's nachts niet. Daglicht (zonlicht) bevat naast zichtbaar licht veel infraroodlicht, dat de camera zou overbelichten, 30 zodat het infrarode licht moet worden weggefilterd.
Nachtzichtcamera's maken hun beelden echter voornamelijk op basis van infraroodlicht, zodat dit licht 's nachts niet moet worden weggefilterd. Bij een combi-camera is een IR-filter derhalve voorzien van een verplaatsingsmechanisme dat wordt 35 bestuurd door een lichtsensor. Een probleem met een dergelijk mechanisme is, dat het onderhavig is aan slijtage en kapot zou kunnen gaan, zodat het IR-filter niet meer beweegt. Zou het IR-filter vast komen te staan in de dagstand, dan levert de nachtzichtcamera geen beelden. Zou het IR-filter vast komen te 1030852- * ' 3 staan in de nachtstand, dan zou overdag de CCD-chip van de dagzichtcamera verzadigen en waarschijnlijk zelfs kapot gaan.
Een bijkomend probleem van bekende combi-camera's is, dat zij zijn voorzien van een automatisch werkend diafragma. Bij 5 gebruik in donkere omstandigheden wordt het diafragma zo veel mogelijk geopend om te verzekeren dat de CCD-chip zo veel mogelijk licht ontvangt. Bij gebruik overdag wordt het diafragma verkleind om schade aan de CCD-chip te voorkomen, en om te voorkomen dat de CCD-chip verzadigd raakt. Indien een 10 dergelijk automatisch diafragma kapot gaat, is het mogelijk dat er teveel licht op de CCD-chip terecht komt, zodat deze wordt beschadigd.
Verder is het een probleem, dat de optische weg wordt beïnvloed door het positioneren of wegnemen van het IR-filter, 15 hetgeen leidt tot problemen met een autofocus-mechanisme. Dit leidt tot meer ruis in de verkregen beelden, hetgeen bij gebruik als een bewegingsdetector nadelig is omdat de ruis geïnterpreteerd wordt als beweging. Voorts heeft deze schijnbare beweging tot gevolg, dat een processor bij het 20 coderen/comprimeren van de videodata meer rekenkracht nodig heeft, en dat het video-uitgangssignaal meer data bevat.
Het is een algemeen doel van de onderhavige uitvinding een camerasysteem te verschaffen waarbij de bovengenoemde nadelen zijn geëlimineerd of ten minste gereduceerd.
25 Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een camerasysteem te verschaffen dat in staat is om zowel 's nachts als overdag beeldsignalen te verschaffen van bijzonder goede kwaliteit.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige 30 uitvinding omvat een camerasysteem twee camera's, waarbij de ene camera een dagzichtcamera is en de andere een nachtzichtcamera. Voorts omvat het camerasysteem ten minste één lichtsensor. Wanneer er voldoende licht is (overdag), wordt de dagzichtcamera gebruikt. Wanneer het donker is 35 (avond, nacht), wordt de nachtzichtcamera gebruikt. Aldus heeft dit systeem, bij alle lichtomstandigheden, steeds de goede eigenschappen van dagzichtcamera's en nachtzichtcamera1s en zijn de slechte eigenschappen van dagzichtcamera's en nachtzichtcamera's geëlimineerd.
1030852- 4 ί
Conventioneel omvat een camera de volgende onderdelen: een camerahuis, een in het camerahuis opgestelde lichtgevoelige beeldsensor (CCD-chip), een aan het camerahuis bevestigd lenzenstelsel voor het ontvangen van licht en het 5 projecteren van licht op de sensor, en electronica voor het verwerken van de uitgangssignalen van de sensor. In geval van een camerasysteem met twee camera's zijn de genoemde onderdelen dus in tweevoud aanwezig, aangevuld met een enkel IR-filter. Bij camera's voor het leveren van beelden met hoge 10 kwaliteit is het lenzenstelsel een bijzonder dure component.
Volgens de onderhavige uitvinding is een aanzienlijke kostenbesparing mogelijk, bij behoud van beeldkwaliteit, indien de twee camera's een enkel lenzenstelsel gemeenschappelijk hebben.
15 Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een camera systeem omvattende een systeembehuizing, een vast ten opzichte van de systeembehuizing gemonteerd lenzenstelsel, twee verschillende beeldsensoren die verplaatsbaar binnen de systeembehuizing zijn opgesteld, en middelen voor het verplaatsen van 20 de twee beeldsensoren. Het camerasysteem heeft een eerste bedrijfsstand waarbij de eerste beeldsensor is uitgelijnd met het lenzenstelsel, en een tweede bedrijfsstand waarbij de tweede beeldsensor is uitgelijnd met het lenzenstelsel.
Bij voorkeur omvatten de verplaatsingsmiddelen een servo-25 systeem, ingericht om de twee beeldsensoren met hoge nauwkeurigheid te positioneren op voorafbepaalde posities.
Hoewel niet essentieel, heeft het de voorkeur dat de twee beeldsensoren naast elkaar zijn opgesteld op een gemeenschappelijke drager, en dat deze drager heen en weer 30 verschuifbaar is in een richting loodrecht op de optische as van het lenzenstelsel.
In een vanwege de eenvoud de voorkeur genietende uitvoeringsvorm maakt elke beeldsensor deel uit van een commercieel verkrijgbare camera, met de meeste voorkeur een 35 digitale camera, en is dus opgesteld in een eigen corresponderend camerahuis en voorzien van eigen corresponderende signaalverwerkende electronica. Van de commercieel verkrijgbare camera's zijn dan de bijbehorende lenzen verwijderd, zodat een lichtinlaatopening in het camerahuis overblijft.
1030852- 5
De twee camera's kunnen continu aan staan, en afhankelijk van de lichtomstandigheden wordt er maar één gebruikt. Bij voorkeur wordt echter de niet-gebruikte camera uitgeschakeld. Daarmee wordt de nuttige levensduur van de individuele 5 camera's verlengd.
Wanneer een camera vanuit zijn UIT-toestand wordt aangeschakeld, duurt het enige tijd voordat hij bedrijfsklaar is. Met name is het voor een stabiel functioneren van belang dat de camera een bepaalde bedrijfstemperatuur heeft. Om de 10 hierdoor veroorzaakte vertraging te vermijden, verdient het de voorkeur dat een camera eerst STANDBY wordt geschakeld voordat hij aan wordt geschakeld.
's Ochtends, bij het aanbreken van de dag, onderscheidt het systeem daarom twee verschillende lichtsterktedrempels.
15 Wanneer de gedetecteerde lichtsterkte de eerste drempel bereikt, wordt de dagzichtcamera op STANDBY geschakeld. Bij het bereiken van de tweede, hogere drempel wordt het camerasysteem in zijn dag-stand gebracht, dat wil zeggen dat de verplaatsingsmiddelen de dagzichtcamera uitlijnen met het 20 lensstelsel, de dagzichtcamera wordt AAN geschakeld en de beeldsignalen van de dagzichtcamera worden gebruikt. De nachtzichtcamera kan nu worden uitgeschakeld.
's Avonds, bij het invallen van de avond, onderscheidt het systeem ook weer twee verschillende lichtsterktedrempels. 25 Wanneer de gedetecteerde lichtsterkte de eerste drempel bereikt, wordt de nachtzichtcamera op STANDBY geschakeld. Bij het bereiken van de tweede, lagere drempel wordt het camerasysteem in zijn nacht-stand gebracht, dat wil zeggen dat de verplaatsingsmiddelen de nachtzichtcamera uitlijnen met het 30 lensstelsel, de nachtzichtcamera wordt AAN geschakeld en de beeldsignalen van de nachtzichtcamera worden gebruikt. De dagzichtcamera kan nu worden uitgeschakeld.
In een verdere uitwerking kan ook nog een IR-lichtbron worden ingeschakeld bij donkere omstandigheden.
35
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of 1030852*! 6 vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: de figuren IA en 1B schematische bovenaanzichten tonen van een camerasysteem volgens de onderhavige uitvinding; de figuren IC en 1D schematische achteraanzichten tonen van 5 het camerasysteem; figuur 2 schematisch een blokschema toont van het camerasysteem; figuur 3 een grafische representatie is die de werking illustreert van een camerasysteem volgens de onderhavige 10 uitvinding.
De figuren IA en 1B tonen schematische bovenaanzichten van een camerasysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding, en 15 de figuren IC en 1D tonen schematische achteraanzichten van het camerasysteem 1. Het systeem 1 omvat een systeembehuizing 100, met een voorwand 101, een achterwand 102, zijwanden 103 en 104, een bodem 105, en een (niet weergegeven) schermkap. Te zien is dat in het inwendige van de behuizing 100 twee 20 videocamera's zijn opgesteld, een eerste camera 10 en een tweede camera 20, alsmede een lensstelsel 6. De voorwand 101 is voorzien van een kijkopening 160. Het lensstelsel 6 is gefixeerd ten opzichte van de systeembehuizing 100 gemonteerd, uitgelijnd met de kijkopening 160. Elke camera 10, 20 omvat 25 een corresponderende beeldsensor 210, 220. De camera's 10, 20 zijn gemonteerd op een gemeenschappelijke drager 5 binnen de behuizing 100, zodanig dat hun respectieve zichtlijnen in hoofdzaak onderling evenwijdig zijn. De drager 5 is verplaatsbaar in een richting in hoofdzaak loodrecht op de 30 optische as van het lensstelsel 6. De figuren IA en 1B tonen schematische verplaatsingsgeleiders 51 en 52. Het systeem 1 omvat voorts verplaatsingsmiddelen 50 voor het verplaatsen van de drager 5; die verplaatsingsmiddelen 50 omvatten bij voorkeur een servo-stelsel. Aangezien servo-stelsels op zich 35 bekend zijn, is een nadere bespreking daarvan hier niet nodig.
De drager 5 heeft twee uiterste standen, en is heen en weer beweegbaar tussen deze twee uiterste standen. De figuren IA en IC tonen het systeem 1 met de drager 5 in zijn eerste uiterste stand, waarbij de eerste beeldsensor 210 van de «'030852- 7 eerste camera 10 is uitgelijnd met het lensstelsel 6. De figuren 1B en 1D tonen het systeem 1 met de drager 5 in zijn tweede uiterste stand, waarbij de tweede beeldsensor 220 van de tweede camera 10 is uitgelijnd met het lensstelsel 6. In de 5 kijkopening 160 is een transparante plaat opgenomen, bijvoorbeeld van glas of kunststof, die enerzijds de kijkopening afsluit en anderzijds transparant is voor het relevante deel van het lichtspectrum.
Het systeem 1 omvat voorts ten minste één lichtsensor, 10 die bij voorkeur is aangebracht in de voorwand 101, maar dat is ter wille van de eenvoud niet getoond in de figuren IA en 1B.
Figuur 2 toont schematisch een blokschema van een 15 voorkeursuitvoeringsvorm van het camerasysteem 1. De eerste camera 10 heeft drie bedrijfstoestanden, namelijk een eerste bedrijfstoestand (UIT) waarin de camera buiten bedrijf is, een tweede bedrijfstoestand (AAN) waarin de camera volledig operationeel is, en een derde bedrijfstoestand (STANDBY) 20 waarin de camera gereed is om volledig operationeel te worden maar minder energie verbruikt dan in de AAN-stand. De eerste camera 10 is een bestuurbare camera, en heeft een besturings-ingang 10a voor het ontvangen van een eerste besturingssignaal SCI. De eerste camera 10 is ingericht om in respons op het 25 besturingssignaal SCI te werken in het hetzij zijn AAN-toestand, hetzij zijn UIT-toestand, hetzij zijn STANDBY-toestand. Voorts heeft de eerste camera 10 een signaaluitgang 10b voor het leveren van een videouitgangssignaal SV1.
Het camerasysteem 1 heeft voorts een besturingsorgaan 2, 30 met een eerste stuuruitgang 11 voor het leveren van het eerste stuursignaal SCI. Het besturingsorgaan 2 kan bijvoorbeeld een geschikt geprogrammeerde microprocessor zijn, en zal in het hiernavolgende ook worden aangeduid met de term "controller".
Op vergelijkbare wijze heeft de tweede camera 20 drie 35 mogelijke bedrijfstoestanden UIT, AAN, en STANDBY, een besturingsingang 20a voor het ontvangen van een stuursignaal SC2, en een uitgangsaansluiting 20b voor het leveren van een videosignaal SV2, en heeft de controller 2 een tweede stuuruitgang 12 voor het leveren van het tweede stuursignaal SC2.
4030852- 8
Het camerasysteem 1 heeft een systeemuitgang 3 voor het uitleveren van een beeldsignaal SV, geleverd door hetzij de eerste camera 10, hetzij de tweede camera 20. Voor het selecteren van het eerste video-uitgangssignaal SV1 van de 5 eerste camera 10 dan wel het tweede video-uitgangssignaal SV2 van de tweede camera 20 omvat het camerasysteem 1 een bestuurbare schakelaar 30, waarvan een eerste ingang 31 is gekoppeld met de signaaluitgang 10b van de eerste camera 10, waarvan een tweede ingang 32 is gekoppeld met de signaal-10 uitgang 20b van de tweede camera 20, en waarvan een uitgang 33 is gekoppeld met de systeemuitgang 3. De schakelaar 30 is van een type dat omschakelbaar is tussen een eerste bedrijfs-toestand waarin zijn uitgang 33 is verbonden met de eerste ingang 31, en een tweede bedrijfstoestand waarin zijn uitgang 15 33 is verbonden met zijn tweede ingang 32. De bestuurbare schakelaar 30 heeft een stuuringang 34, en is ingericht om hetzij zijn eerste bedrijfstoestand, hetzij zijn tweede bedrijfstoestand in te stellen in respons op het bij zijn stuuringang 34 ontvangen van een derde stuursignaal SC3. De 20 controller 2 heeft een derde stuuruitgang 13 voor het leveren van het derde stuursignaal SC3.
Opgemerkt wordt, dat bestuurbare schakelaars op zich bekend zijn, en dat een nadere uitleg van de constructie en werking van de bestuurbare schakelaar 30 hier niet nodig is.
25 In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft het camerasysteem 1 voorts een schakelbare infrarood-lichtbron 40, die inschakelbaar of uitschakelbaar is in respons op een vierde stuursignaal SC4, dat door de controller 2 wordt geleverd bij een vierde stuuruitgang 14.
30 Opgemerkt wordt, dat geschikte bestuurbare infrarood- lichtbronnen op zich bekend zijn, en dat een nadere uitleg van de constructie en werking van de infrarood-lichtbron 40 hier niet nodig is.
De controller 2 heeft voorts een vijfde stuuruitgang 15, 35 voor het leveren van een vijfde stuursignaal SC5 voor de servo 50.
De twee camera's 10 en 20 zijn onderling niet identiek, maar speciaal ontworpen voor onderling verschillende lichtomstandigheden. In het hiernavolgende zal worden aangenomen iπonac o_ 9 dat de eerste camera 10 speciaal is ontworpen voor omstandigheden met voldoende omgevingslicht, en daarom zal worden aangeduid met de term "dagzichtcamera", terwijl de tweede camera 20 speciaal is ontworpen voor donkere omstandigheden, 5 dat wil zeggen omstandigheden met slechts bijzonder weinig of geen omgevingslicht, en daarom zal worden aangeduid met de term "nachtzichtcamera". Opgemerkt wordt, dat dergelijke speciaal ontwikkelde camera's op zich bekend zijn, zodat een meer gedetailleerde uitleg van de constructie en werking van 10 die camera's hier overbodig is. Volstaan wordt met op te merken, dat de dagzichtcamera 10 typisch een kleurencamera is die voorzien is van een infraroodfilter 13, en dat de nacht-zichtcamera 20 typisch een monochroomcamera is zonder een infraroodfilter. Voorts wordt opgemerkt, dat de camera's 10, 15 20 als lichtgevoelig element 210, 220 typisch een CCD-chip kunnen hebben, maar camera's met andere lichtgevoelige elementen zijn ook bruikbaar.
De controller 2 is ingericht om zijn besturingssignalen SCI, SC2, SC3, SC4, SC5 voor de camera's 10, 20, de schakelaar 20 30, de infrarood-lichtbron 40 en de servo 50 te genereren op basis van de hoeveelheid omgevingslicht. Daartoe omvat het camerasysteem 1 ten minste één lichtsensor 70, die een lichtsignaal SL verschaft, en de controller 2 heeft een sensoringang 17 voor het ontvangen van het meetsignaal SL van 25 de sensor 70.
Zoals in het hiernavolgende uitgebreider zal worden uitgelegd, is de controller 2 ingericht om zijn uitgangssignalen te leveren in afhankelijkheid daarvan, of het omgevingslichtniveau zich bevindt boven of onder vooraf 30 bepaalde drempelniveaus. In het weergegeven uitvoerings- voorbeeld heeft het camerasysteem 1 een enkele lichtsensor 70, waarvan het uitgangssignaal representatief is voor de gedetecteerde lichtsterkte, en is de controller 2 ingericht om het ontvangen meetsignaal te vergelijken met vooraf bepaalde 35 referentiewaarden. Als alternatief is het ook mogelijk, dat een lichtsensor een sensor is met een ingebouwd drempelniveau, waarbij de sensor een uitgangssignaal levert met een eerste waarde indien het gedetecteerde lichtniveau minder is dan de betreffende drempelwaarde, en een tweede waarde heeft indien 1030852- 10 het gedetecteerde lichtniveau hoger is dan de betreffende drempelwaarde. De vergelijking van het omgevingslichtniveau met de vooraf bepaalde drempelwaarde wordt dan dus niet uitgevoerd door de controller maar door de lichtsensor. Voor 5 elke drempelwaarde is dan een afzonderlijke lichtsensor nodig, en voor elke lichtsensor moet de controller een signaalingang hebben.
Figuur 3 is een grafische representatie die de werking 10 illustreert van een voorbeeld van het camerasysteem 1. De horizontale as representeert de tijd. Langs de verticale as staat de omgevingslichtsterkte LN uitgezet in willekeurige eenheden. Daarboven staan de bedrijfstoestanden van de twee camera's 10 en 20 en van de bestuurbare schakelaar 30.
15 Eerst zal de werking worden uitgelegd voor een scenario 's morgens, waarbij de omgeving verandert van donker naar licht. Het stijgende omgevingslichtniveau is aangeduid met een curve 71 links in de figuur. Wanneer het donker is, is het omgevingslichtniveau LN lager dan een eerste drempelniveau LI. 20 In dat geval is de nachtzichtcamera 20 AAN, is de dagzicht-camera 10 UIT, en staat de schakelaar 30 in zijn tweede schakeltoestand, zodat bij de systeemuitgang 3 het uitgangssignaal SV2 van de tweede camera 20 wordt geleverd als uitgangssignaal SV. De drager 5 staat dan in zijn tweede 25 stand, zodat de nachtzichtcamera 20 is uitgelijnd met het lensstelsel 6 (zie figuur 1B).
Op tijdstip tl passeert het stijgende omgevingslichtniveau LN het eerste drempelniveau. Op dat moment wordt de dagzichtcamera 10 STANDBY geschakeld.
30 Op tijdstip t2 passeert het stijgende omgevingslicht niveau LN een tweede drempelwaarde L2 die hoger ligt dan de eerste drempelwaarde LI. De controller 2 schakelt nu de dagzichtcamera 10 AAN, en schakelt de schakelaar 30 om naar zijn eerste schakeltoestand, zodat de systeemuitgang 3 het 35 beeldsignaal SV1 van de eerste camera 10 uitlevert. Voorts stuurt de controller 2 de servo 50 aan om de drager 5 te verplaatsen naar zijn eerste stand, zodat de dagzichtcamera 10 wordt uitgelijnd met het lensstelsel 6 (zie figuur IA). Het omschakelen van de schakelaar 30 en het aansturen van de servo I03Q852t 11 50 kan in hoofdzaak tegelijkertijd gebeuren, maar het is niet schadelijk als het aansturen van de servo 50 eerder of later gebeurt dan het omschakelen van de schakelaar 30.
De nachtzichtcamera 20 kan nu worden uitgeschakeld. De 5 controller kan de nachtzichtcamera 20 uitschakelen tegelijkertijd met het aanschakelen van de dagzichtcamera 10, maar het is ook mogelijk dat de nachtzichtcamera 20 kort tijd later wordt uitgeschakeld. Daarbij kan de controller 2 een voorafbepaalde tijdvertraging hanteren, maar het is ook mogelijk dat 10 de nachtzichtcamera wordt uitgeschakeld wanneer het omgevings-lichtniveau LN een derde drempelwaarde L3 hoger dan de tweede drempelwaarde L2 passeert, zoals in figuur 4 geïllustreerd bij tijdstip t3.
Opgemerkt wordt, dat het mogelijk is dat de controller 2 15 het omschakelen van de schakelaar 30 iets later uitvoert dan het aanschakelen van de dagzichtcamera 10, bijvoorbeeld door het hanteren van een voorafbepaalde tijdvertraging.
Rechts in figuur 3 zijn de acties van de controller 2 tijdens een scenario aan het begin van de avond geïllustreerd, 20 waarbij curve 72 het dalende omgevingslichtniveau LN
illustreert. Overdag is het omgevingslichtniveau LN relatief hoog, staat de dagzichtcamera 10 AAN, staat de nachtzichtcamera 20 UIT, en staat de schakelaar 30 in zijn eerste schakelstand. Wanneer het dalende omgevingslichtniveau LN op 25 een tijdstip T6 een zesde drempelniveau L6 passeert, schakelt de controller 2 de nachtzichtcamera 20 STANDBY.
Op een later tijdstip t7, wanneer het dalende omgevingslichtniveau 72 een zevende drempelniveau L7 lager dan het zesde niveau L6 passeert, schakelt de controller 2 de nacht-30 zichtcamera 20 AAN en schakelt de controller 2 de schakelaar 30 naar zijn tweede schakelstand. Voorts stuurt de controller 2 de servo 50 aan om de drager 5 te verplaatsen naar zijn tweede stand, zodat de nachtzichtcamera 20 wordt uitgelijnd met het lensstelsel 6 (zie figuur 1B). Het omschakelen van de 35 schakelaar 30 en het aansturen van de servo 50 kan in hoofdzaak tegelijkertijd gebeuren, maar het is niet schadelijk als het aansturen van de servo 50 eerder of later gebeurt dan het omschakelen van de schakelaar 30.
1030852- 12
Dan kan de dagzichtcamera 10 worden uitgeschakeld, hetzij tegelijkertijd met het omschakelen van de schakelaar 30, hetzij op een iets later tijdstip t8. Daarbij kan weer een constante tijdvertraging worden toegepast, of de dagzicht-5 camera 10 wordt pas uitgeschakeld wanneer het omgevingslicht-niveau LN daalt tot onder een achtste drempelniveau L8 lager dan het zevende drempelniveau L7.
Ook hier geldt, dat de schakelaar 30 kan worden omgeschakeld naar zijn tweede schakelstand tegelijkertijd met 10 het aanschakelen van de nachtzichtcamera 20 of na een geringe tijdvertraging.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 15 uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
In het voorgaande is de onderhavige uitvinding uitgelegd 20 onder verwijzing naar blokdiagrammen, die functionele blokken van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding illustreren. Het moge duidelijk zijn dat één of meer van deze functionele blokken geïmplementeerd kunnen worden in hardware, waarbij de functie van dergelijke functionele blokken wordt 25 uitgevoerd door individuele hardware componenten, maar het is ook mogelijk één of meer van deze functionele blokken geïmplementeerd worden in software, zo dat de functie van een dergelijk functioneel blok wordt uitgevoerd door één of meerdere programmaregels van een computerprogramma of door een 30 programmeerbare inrichting zoals een microprocessor, microcontroller, digitaal-signaalprocessor, etc.
f030852'

Claims (10)

1. Camerasysteem (1), omvattende: - een systeembehuizing (100); - een vast ten opzichte van de systeembehuizing gemonteerd lensstelsel (6); 5. twee verschillende beeldsensoren (210; 220) die verplaatsbaar binnen de systeembehuizing zijn opgesteld; - middelen (50) voor het verplaatsen van de twee beeldsensoren; waarbij het camerasysteem een eerste bedrijfsstand heeft 10 waarbij de eerste beeldsensor (210) is uitgelijnd met het lensstelsel en een tweede bedrijfsstand waarbij de tweede beeldsensor (220) is uitgelijnd met het lensstelsel.
2. Camerasysteem volgens conclusie 1, voorts omvattende ten 15 minste één lichtniveausensor (70), voor het leveren van een lichtniveausignaal (SL) dat representatief is voor een omgevingslichtniveau (SN); waarbij het camerasysteem is ingericht om, in afhankelijkheid van het lichtniveausignaal van de lichtniveausensor, de 20 beeldsensoren (210; 220) te verplaatsen naar hetzij de eerste bedrijfsstand hetzij de tweede bedrijfsstand.
3. Camerasysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste beeldsensor (210) een voor hoge lichtintensiteiten geschikte 25 beeldsensor is, en waarbij de tweede beeldsensor (220) een voor lage lichtintensiteiten geschikte beeldsensor is.
4. Camerasysteem volgens conclusie 3, voorts voorzien van een voor de eerste beeldsensor (210) opgesteld infraroodfilter 30 (13), dat samen met de eerste beeldsensor (210) verplaatsbaar is.
5. Camerasysteem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de verplaatsingsmiddelen (50) een servo- 35 systeem omvatten. 1030852»
6. Camerasysteem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de twee beeldsensoren (210; 220) zijn gemonteerd op een gemeenschappelijke drager (5).
7. Camerasysteem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de twee beeldsensoren (210; 220) gemeenschappelijk verplaatsbaar zijn in een richting loodrecht öp de optische as van het lensstelsel.
8. Camerasysteem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de eerste beeldsensor (210) deel uitmaakt van een eerste camera (10), waarbij de tweede beeldsensor (220) deel uitmaakt van een tweede camera (20); waarbij elke camera (10; 20) een eerste bedrijfstoestand (UIT) 15 en een tweede bedrijfstoestand (AAN) heeft; en waarbij het camerasysteem is ingericht om, in afhankelijkheid van het lichtniveausignaal van een lichtniveausensor, een camera te schakelen naar zijn eerste bedrijfstoestand (UIT) of naar zijn tweede bedrijfstoestand (AAN), en om de camera die 20 zich in zijn tweede bedrijfstoestand (AAN) bevindt, uit te lijnen met het lensstelsel (6).
9. Camerasysteem volgens conclusie 8, waarbij het camerasysteem voorts een besturingsorgaan (2) omvat, waarvan een 25 ingang (17) is gekoppeld met een uitgang van de lichtniveausensor (70), waarvan een eerste stuursignaaluitgang (11) is gekoppeld met een stuuringang (10a) van de eerste camera (10), waarvan een tweede stuursignaaluitgang (12) is gekoppeld met een stuuringang (20a) van de tweede camera (20) , en waarvan 30 een stuursignaaluitgang (15) is gekoppeld met een stuuringang van de verplaatsingsmiddelen (50).
10. Camerasysteem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, voorts omvattende een schakelbare IR-lichtbron 35 (40), waarbij het systeem is ingericht om de IR-lichtbron aan of uit te schakelen in afhankelijkheid van het lichtniveausignaal van de lichtniveausensor. 10308 52-
NL1030852A 2006-01-06 2006-01-06 Camerasysteem. NL1030852C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030852A NL1030852C1 (nl) 2006-01-06 2006-01-06 Camerasysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030852 2006-01-06
NL1030852A NL1030852C1 (nl) 2006-01-06 2006-01-06 Camerasysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030852C1 true NL1030852C1 (nl) 2006-02-24

Family

ID=36219315

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030852A NL1030852C1 (nl) 2006-01-06 2006-01-06 Camerasysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030852C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101831486B1 (ko) 스마트 감시 카메라 시스템 및 방법
NL1030678C1 (nl) Camerasysteem.
US7911528B2 (en) Image pickup apparatus
US20050179807A1 (en) Multiple-sensor camera
US20090268048A1 (en) Image pickup apparatus
KR101625538B1 (ko) 도시방범이 가능한 다차선 자동차 번호판 인식시스템
WO2017028652A1 (zh) 一种镜头、摄像机、包裹检测系统和图像处理方法
EP0176307A1 (en) Television cameras
US9609193B2 (en) Compact interchangeable lens type camera
CN105407269A (zh) 摄像设备及其控制方法
JP2558174B2 (ja) カメラの手振れ検知装置
KR100878491B1 (ko) 방범 카메라 시스템 및 그 제어방법
NL1030852C1 (nl) Camerasysteem.
BE1016483A6 (nl) Detectie-camera.
JP6780543B2 (ja) 画像撮像システム及び画像撮像装置
US9451136B2 (en) Array camera shutter
JP4574075B2 (ja) 異物付着判定装置及び異物付着判定方法
JP4918375B2 (ja) 撮像装置
JP4046387B2 (ja) 監視カメラ
JP2004186721A (ja) カメラ
JP2005141005A (ja) 望遠鏡本体および望遠鏡
EP2471256B1 (en) Digital camera system and method
US20020057358A1 (en) Image sensing apparatus
KR100296293B1 (ko) 감시카메라와이를이용한물체감시방법및그장치
KR20170129043A (ko) 촬상 장치 및 화상 관리 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100801