NL1030495C1 - Diefstalpreventieinrichting en werkwijze. - Google Patents

Description

DIEFSTALPREVENT IE INRICHT ING EN WERKWIJZE

De onderhavige uitvinding betreft een diefstalpre-ventieinrichting en werkwijze.

5 Er zijn vele inrichtingen voor het voorkomen van diefstal van voertuigen bekend. Hierbij is over het algemeen ten doel gesteld een poging tot diefstal in zodanige mate te vertragen dat deze hierdoor wordt voorkomen. Hoe langer de vertraging hoe groter de kans dat een poging tot 10 diefstal kan worden voorkomen of dat een poging zal falen.

Het is bekend dat een voertuig zoals een rijwiel bij voorkeur wordt bevestigd aan een element van de vaste wal. Fietsers gebruiken hiertoe veelal beugelsloten of kettingen. Het is bekend dat dergelijke sloten relatief 15 veel gewicht toevoegen aan het voertuig en apart dienen te worden meegenomen, hetgeen overlast veroorzaakt. Het is tevens bekend een ringslot te verschaffen met een voorziening voor een insteekkabel waarin een koppelstuk van een insteekkabel kan worden gestoken. Een dergelijke insteek-20 kabel biedt echter maar een bepaalde vertraging.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een dief-stalpreventieinrichting verschaft voor het op diefstalver-tragende wijze koppelen van een vaste walelement, zoals een oog, paal of stang, met een slot van een vervoertuig, 25 zoals een rijwiel, motor, aanhangwagen, of boot, omvattende : - een vervormbaar verbindingsorgaan, zoals een kabel of ketting, j - een eerste koppelorgaan dat is bevestigd aan het 30 verbindingsorgaan voor het verschaffen van een eerste koppeling met het slot van het voertuig, en - een tweede koppelorgaan dat is bevestigd aan het verbindingsorgaan voor het verschaffen van een tweede koppeling met het slot van het voertuig.

35 Een dergelijke inrichting volgens de onderhavige uitvinding biedt vanwege de dubbele koppeling een langere tijdsvertraging dan bestaande oplossingen waarbij deze 1 030*4 9 5 2 grotere tijdsvertraging geen noemenswaardige extra afslui-tinspanningen veroorzaakt voor de gebruiker.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eerste en/of het tweede koppelorgaan een oog voor het 5 daardoorheen verbindbaar steken van een afsluitbaar deel van het slot. Een dergelijk oog maakt bijvoorbeeld een eenvoudige koppeling mogelijk met een ring van een ring-slot of een beugel van een beugel- of hangslot. Twee van dergelijke ogen bieden derhalve de mogelijkheid twee ver-10 bindingen te maken met het slot.

In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eerste en of het tweede koppelorgaan een pen met aangrijp-element omvat voor het in een aangrijporgaan van het slot op aangrijpende wijze verschaffen van de koppeling. Mid-15 dels een dergelijke pen met aangrijpelement kan een soortgelijke werking worden verkregen als met een insteekket-ting in een ringslot. In combinatie met een oog als uit de vorige uitvoeringsvorm wordt een tweevoudige blokkering ! verkregen die voor meer tijdsvertraging zorgdraagt.

20 Bij voorkeur is het eerste en/of het tweede kop pelorgaan middels een eenvoudige of meervoudige vrij roteerbare verbinding zijn gekoppeld met het verbindingsor-gaan. Hierdoor wordt voorkomen dat door middel van een hefboomwerking van de onderdelen kracht kan worden uitge-25 oefend voor een poging tot het breken of losbreken van onderdelen. Veelgebruikte braakwerktuigen als tangen en hefbomen worden hierdoor vrijwel onbruikbaar.

Een verdere uitvoeringsvorm omvat een rigide vaste walelement, zoals een fietsensteun, paal of een fietsaan-30 leunhek, dat is verbonden met het verbindingsorgaan. Hierdoor wordt het mogelijk dat de gebruiker van het systeem zelfs het verbindingsorgaan met de koppelorganen niet behoeft mee te nemen omdat deze ter plaatse van het rigide vaste walelement voorhanden is. De gebruiker kan volstaan 35 een fiets met slot bij zich te hebben en deze te koppelen met het verbindingsorgaan dat zeer stevig is verbonden met de vaste wal.

1 0304 9 5 3

Bij voorkeur is het verbindingsorgaan op inschuifbare wijze is verbonden met het vaste walelement. Hierdoor kan het verbindingsorgaan worden bewaard buiten de elementen van weer en wind. Voorts zullen het vaste walelement, 5 het verbindingsorgaan en de koppelorganen na inschuiven een meer ordelijke aanblik verschaffen.

Bij voorkeur omvat een in hoofdzaak verticaal deel van het vaste walelement een contragewicht dat is verbonden met het verbindingsorgaan voor het inschuiven van het 10 verbindingsorgaan. Een dergelijke constructie is robuust en op eenvoudige wijze te vervaardigen. Op alternatieve wijze omvat het vaste walelement bij voorkeur een voor-spanningsorgaan voor het onder voorspanning inschuiven van het verbindingsorgaan.

15 In een verdere uitvoeringsvorm omvat het verbin dingsorgaan een oog voor het middels doorhalen van een deel van het verbindingsorgaan verschaffen van een lusver-binding met een paal en/of het voertuig. Met een dergelijke uitvoeringsvorm kan het verbindingsorgaan als zelfstan-20 dig orgaan worden gekoppeld aan een vaste walelement. De-lusverbinding kan evenzeer worden geslagen om een stang of buis van het voertuig. Een verbindingsorgaan volgens deze uitvoeringsvorm is eveneens in koppeling met een vaste walelement te gebruiken waarbij de lus met name om een 25 buis van het voertuig kan worden aangebracht hetgeen een extra vertraging oplevert.

Een verder aspekt van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het verschaffen van een diefstalpreventie, omvattende stappen voor: 30 - het verschaffen van een voor voertuigen bereik bare diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, - het toestaan van het gebruik daarvan door personen met voertuigen met een geschikt slot.

35 Verdere voordelen, kenmerken en details van de on derhavige uitvinding zullen in het navolgende worden be- 1 030495 4 schreven onder verwijzing naar de aangehechte figuren, waarin: - Fig. 1 een weergave is in aanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uit- 5 vinding; - Fig. 2 een weergave is in aanzicht met een door-zichtdetail van de uitvoering van Fig. 1 in een gebruiks-positie met een ringslot; - Fig. 3 een weergave is in aanzicht van een ver-10 dere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; - Fig. 4 een aanzicht is in aanzicht van een ge-bruikspositie van de uitvoering van Fig. 3; - Fig. 5 een aanzicht is van een verdere voor- j keursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; ; 15 - Fig. 6 een detail is van de uitvoering van Fig.

5.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding betreft een diefstalvertragingsin-richting 1 voor bevestiging aan een slot van een voertuig, 20 zoals een fiets of een motor. Andere denkbare voertuigen zijn aanhangers waaronder caravans of trailers voor boten.

Middels een dergelijke inrichting zijn evenzeer boten zelf te beveiligen.

De inrichting omvat een ketting met schakels 4, 25 een insteekbevestigingselement 3 zoals dat bijvoorbeeld kan worden gebruikt in sloten voor een zogenoemde insteek-ketting. Voorts omvat de inrichting een doorsteekoogpen 2 voor het door het oog steken van een beugel, lus of hangslot. Bij voorkeur wordt in deze uitvoering een ringslot 30 toegepast voor het verkrijgen van een tijdsvertraging middels het oog en de insteekpen 3 (zie ook Fig. 2).

De insteekpen is bevestigd aan de ketting doordat deze door een schakel is gestoken terwijl aan weerzijden van de schakel een verdikking is aangebracht middels bij-35 voorbeeld lassen, welke verdikkingen niet door de schakel passen. Dergelijke schakels zijn zeer stevig, met name 1 0304 9 5 5 wanneer deze rondom gesloten zijn. Hierdoor is deze constructie als geheel zeer robuust en tijdsvertragend.

De insteekpen 3 is vrij roteerbaar ten opzichte van de schakel waardoorheen deze is aangebracht. Hierdoor 5 is deze nauwelijks te vatten door wringkrachten middels de ketting. Bijvoorkeur is de pen tevens in een verdere richting loodrecht op het deel van de pen tussen de verdikkingen 10,11 roteerbaar (niet getoond) waardoor het eveneens niet mogelijk is langs of om deze as krachten uit te oefe-10 nen op de pen. Hierdoor is het praktisch onmogelijk middels wringen aan de ketting de pen uit een slot te wringen.

De doorsteekoogpen 2 is eveneens bevestigd aan een schakel van de ketting, bij voorkeur de laatste schakel in 15 een dergelijke rangschikking. De pen is eveneens middels twee verdikkingen 7,8 aan weerszijden van de schakel geblokkeerd. De pen is voorzien van een handvat 9 dat kan zijn uitgevoerd als een oog. Voor de bevestiging van de pen aan een slot is de pen voorzien van het doorsteekoog 5 20 waar bijvoorbeeld de ring van een ringslot doorheen kan worden gestoken.

In Fig. 2 is getoond hoe de inrichting aan een ringslot van een fiets kan worden bevestigd. Het ringslot 13 omvat op op zichzelf bekende wijze een huis 15, een 25 ring 14, een sleutel 16 en een insteekopening 17. De pen 2 is met de verdikking 12 bevestigd in de ontvangopening 17 voor insteekkettingen van het slot. Middels en hiertoe geschikt mechanisme wordt voorkomen dat zonder sleutel de pen uit de ontvangopening kan worden genomen. Voorts is de 30 ring van het ringslot gestoken door het oog 5 van de doorsteekoogpen 2.

In Fig. 3 is een losse ketting 20 omvattende schakels 4 met aan een zijde een oog 21 en aan de andere zijde een diefstalvertragingsinrichting 1 volgens Fig. 1 ge-35 toond. Middels een dergelijke ketting kan op bijvoorbeeld de in Fig. 4 getoonde wijze een bevestiging aan een buis (vaste wal) worden verkregen. De bevestiging aan een slot 1 0304 9 5 6 kan op de in Fig. 2 weergegevens wijze worden gerealiseerd.

Een verdere uitvoeringsvorm is getoond in de figuren 5 en 6. Een fietsaanleunhek 30 omvat een horizontale 5 buis 33 en twee verticale buizen 31,32. Een dergelijk hek is op zichzelf bekend. Volgens de onderhavige uitvinding zijn twee openingen 34,35 aangebracht aan de onderzijde van de horizontale buis 33. Uit deze openingen steken twee kettingen met schakels 4. Deze kettingen zijn middels con-10 tragewichten of bijvoorbeeld veren zodanig in de buizen van het fietsaanleunhek bevestigd dat deze zonder dat hieraan wordt getrokken onder voorspanning automatisch terugschuiven in de buis.

In het geval van gewichten zullen deze aan weers-15 zijden zijn gerangschikt in de verticale buizen 31,32. in geval van veren is het ook mogelijk deze te rangschikken in de horizontale buis 33. In de buizenconstructie bevindt zich voorts een aanslag voor het maximeren van de uit te schuiven lengte van de ketting, hierdoor wordt onder meer 20 voorkomen dat de veer of het gewicht vastloopt wegens te ver schuiven.

Wanneer een gebruiker de diefstalvertragingsin-richting 1 wil gebruiken trekt de gebruiker deze op eenvoudige wijze in de richting van zijn slot. Vervolgens kan 25 hij deze bevestigen op een wijze zoals deze in het voorgaande is beschreven. Na gebruik zal de ketting vanzelf terugschuiven door de resp. opening 34 of 35 totdat de diefstalvertragingsinrichting 1 zich nabij de opening bevindt .

30 In deze tekst zijn voor soortgelijke onderdelen in verschillende uitvoeringsvormen dezelfde verwijzingscij-fers toegepast.

De onderhavige uitvinding is in het voorgaande beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvor-35 men. Deze zijn niet beperkend voor de rechten die voortvloeien uit de onderhavige octrooiaanvrage. De verschillende onderdelen van de uitvoeringsvorm kunnen door de 1 0304 95 7 vakman op basis van het begrip van deze tekst vrijelijk worden gecombineerd teneinde te komen tot varianten en andere uitvoeringen. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.

5 1 0304 9 5

Claims (11)

1. Diefstalpreventieinrichting voor het op dief-stalvertragende wijze koppelen van een vaste walelement, 5 zoals een oog, paal of stang, met een slot van een ver-voertuig, zoals een rijwiel, motor, aanhangwagen, of boot, omvattende: - een vervormbaar verbindingsorgaan, zoals een kabel of- ketting, 10. een eerste koppelorgaan dat is bevestigd aan het verbindingsorgaan voor het verschaffen van een eerste koppeling met het slot van het voertuig, en - een tweede koppelorgaan dat is bevestigd aan het verbindingsorgaan voor het verschaffen van een tweede kop- 15 peling met het slot van het voertuig.

2. Diefstalpreventieinrichting volgens conclusie 1 waarbij het eerste en/of het tweede koppelorgaan een oog omvat voor het daardoorheen verbindbaar steken van een af- 20 sluitbaar deel van het slot.

3. Diefstalpreventieinrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij het eerste en of het tweede koppelorgaan een pen met aangrijpelement omvat voor het in een aangrijpor- 25 gaan van het slot op aangrijpende wijze verschaffen van de koppeling.

4. Diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het eerste en/of het 30 tweede koppelorgaan middels een eenvoudige of meervoudige vrij roteerbare verbinding zijn gekoppeld met het verbindingsorgaan .

5. Diefstalpreventieinrichting volgens een of meer 35 van de voorgaande conclusies waarbij het slot van het voertuig een ringslot omvat. 1 0304 9 5

6. Diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een rigide vaste walelement, zoals een fietsensteun, paal of een fietsaan-leunhek, dat is verbonden met het verbindingsorgaan. 5

7. Diefstalpreventieinrichting volgens conclusie 6 waarbij het verbindingsorgaan op inschuifbare wijze is verbonden met het vaste walelement.

8. Diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 6-7 waarbij een in hoofdzaak verticaal deel van het vaste walelement een contragewicht omvat dat is verbonden met het verbindingsorgaan voor het inschuiven van het verbindingsorgaan. 15

9. Diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 6-8 waarbij het vaste walelement een voorspanningsorgaan omvat voor het onder voor-spanning inschuiven van het verbindingsorgaan. 20

10. Diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het verbindingsorgaan een oog omvat voor het middels doorhalen van een deel van het verbindingsorgaan verschaffen van een lusver- 25 binding met een paal en/of het voertuig.

11. Werkwijze voor het verschaffen van een diefstalpreventie, omvattende stappen voor: - het verschaffen van een voor voertuigen bereik- 30 bare diefstalpreventieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, - het toestaan van het gebruik daarvan door personen met voertuigen met een geschikt slot. 1 0304 9 5