NL1030406C2 - Inrichting voor het scheiden van papier en karton. - Google Patents

Description

Inrichting voor het scheiden van papier en karton

De uitvinding betreft een inrichting voor het scheiden van vellen papier en karton overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is bekend uit de Euro-5 pese octrooiaanvrage EP-A-1291092. In deze bekende inrichting zijn de sorteernaalden bevestigd aan een rubberen band, die over de transportband wordt geleid. Voor het verwijderen van de vellen wordt de rubberen band langs een af-strijkinrichting geleid. Hierbij bewegen de sorteernaalden 10 langs de afneemmiddelen waardoor niet altijd het karton op de juiste wijze van de naalden wordt afgestroopt. Ook worden de naalden op ongewenste wijze belast waardoor deze los kunnen raken van de rubberen band.

Teneinde dit nadeel te vermijden is de inrichting uitge-15 voerd in overeenstemming met het kenmerkend deel van conclusie 1. In de inrichting volgens de uitvinding zijn de sorteernaalden stevig bevestigd op een binnentrommel en wordt het karton van de sorteernaalden gestroopt door een eveneens stevige buitentrommel, waarbij de buitentrommel 20 min of meer in de lengterichting langs de sorteernaalden beweegt. Hierdoor zal een vel karton nauwkeurig en geleidelijk van de sorteernaalden worden verwijderd.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 2. Hierdoor ontstaat een eenvou-25 dige en robuuste inrichting waarbij de binnentrommel en de buitentrommel op stabiele wijze kunnen roteren.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 3. Door de buitentrommel op vier plaatsen door wielen te ondersteunen wordt een eenvoudige 30 constructie verkregen, die op stabiele wijze is uit te voeren.

1030406 2

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 4. Door het naar de transportband duwen van de binnentrommel worden de sorteernaalden extra in de te sorteren vellen materiaal geduwd, en zullen de j 5 kartonnen vellen beter aan de sorteernaalden blijven hangen.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 5. Door zowel de binnen-trommel als de buitentrommel tussen de steun en de aandruk-10 rollen te klemmen wordt bereikt dat deze zorgvuldig geleid worden en dat de transportband een hogere snelheid kan hebben, waardoor de inrichting een grote capaciteit kan hebben.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit-15 gevoerd volgens conclusie 6. Door de sorteernaalden uit te voeren met ten minste één groef blijft karton beter aan de sorteernaald hangen, waardoor ook het sorteren van zwaardere vellen karton uit de stroom vellen papier en karton op juiste wijze plaatsvindt.

20 In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 7. Door de transportband en/of de aandrukrollen verend uit te voeren is het mogelijk om dik-teverschillen in de vellen papier en/of karton die op de transportband liggen op eenvoudige wijze op te vangen zon-25 der dat overbelasting van de constructie optreedt.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit- ! gevoerd volgens conclusie 8. Hierdoor zijn de dragers eenvoudig uitgevoerd en omdat de sorteernaalden zich in de lengterichting ten opzichte van de transportband kunnen 30 verplaatsen is het niet nodig dat er een exacte synchronisatie in de rotatie van de roterende trommels met de sorteernaalden en de beweging van dé transportband is.

1030406 3 !

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit-j gevoerd volgens conclusie 9. Hierdoor houden de sorteer- naalden steeds dezelfde positie ten opzichte van de transportband en kunnen de dragers nauwkeurig gepositioneerd 5 worden ten opzichte van de sorteernaalden.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 10. Hierbij is de transportband eenvoudiger uitgevoerd, waarbij de naalden door openingen in de transportband steken, en de transportband de karton-10 nen en papieren vellen zorgvuldig kan ondersteunen.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 11. Hierdoor kan de buitentrommel nauwkeurig om de sorteernaalden aangebracht worden, waardoor de buitentrommel het op de sorteernaalden gestoken 15 karton op eenvoudige wijze verwijdert.

In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 12. Hierdoor wordt bereikt dat de sorteernaalden steeds door gaten in de buitentrommel steken, waardoor de binnentrommel een nauwkeurige positie 20 houdt ten opzichte van de buitentrommel.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van een tekening. In de tekening toont figuur 1 een schematisch zijaanzicht van de inrichting, 25 figuur 2 een detail van het zijaanzicht van figuur 1, figuur 3 een dwarsdoorsnede over de transportband ter plekke waar de sorteernaald in ingrijping komt met het vel papier of karton van de inrichting volgens figuur 1 en 2, en figuur 4 een alternatieve uitvoering van de inrichting 30 waarbij de beweging van de transportband met de rotatie van de binnentrommel en de buitentrommel door een vertanding gesynchroniseerd is.

1030406 4

De sorteerinrichting 1 bestaat uit een frame 25 met aan de bovenzijde twee zijwanden 14 waartussen een eindloze transportband 13 is aangebracht. De eindloze transportband 13 loopt over een aandrijftrommel 20 en een keertrommel 20A en 5 wordt door steunrollen 21 tussen de zijwanden 14 geleid en door de keertrommel 20A strak gehouden. De transportband 13 wordt motorisch aangedreven door een niet getoonde aandrijving 22 in een transportrichting 32. Het te sorteren mengsel van vellen papier en karton wordt met een toevoerband 2 10 naar de transportband 13 toegevoerd, waarbij om sorteren van de vellen mogelijk te maken de snelheden van de toevoerband 2 en de transportband 13 zodanig worden gekozen dat afzonderlijke vellen na elkaar in een enkele laag op de transportband 13 worden gedeponeerd.

15 Op de transportband 13 liggende vellen karton en papier worden door de transportband 13 onderlangs sorteernaalden 3 getransporteerd, waarbij de sorteernaalden 3 vellen karton van de band tillen en op een eerste afvoerband 9 deponeren. Vellen papier blijven op de transportband 13 liggen en wor-20 den naar een tweede afvoerband 12 getransporteerd. Daar waar de vellen papier van de transportband 13 op de tweede afvoerband 12 vallen zijn geleideplaten 11 aangebracht om te voorkomen dat de vellen papier op de grond vallen. De tweede afvoerband 12 transporteert de vellen papier naar 25 een opslag en/of een plaats waar het papier verder verwerkt wordt.

Hiervoor is steeds gesproken over de scheiding van papier en karton. Hierbij wordt opgemerkt dat het begrip karton mede die papiersoorten omvat die aan met karton vergelijk-30 bare weerstand tegen scheuren hebben en daarmee niet geschikt zijn voor de nabewerkingen die het papier na gesorteerd te zijn zal ondergaan.

1030406 5

De vellen karton die door de sorteernaalden 3 van de transportband 13 zijn getild bewegen met de sorteernaalden 3 mee omhoog. Door het diameterschil van de binnentrommel 6 waaraan de sorteernaalden 3 zijn bevestigd en de erom heen ro-5 terende buitentrommel 5 met openingen 26 (zie figuur 2-4) waar doorheen de sorteernaalden 3 steken, steken de sor- 1 teernaalden 3 bij rotatie van de binnentrommel 6 en de bui tentrommel 5 steeds minder ver buiten de buitentrommel 5 en schuift de buitentrommel 5 de vellen karton van de sorteer-10 naalden 3. Daardoor vallen de vellen karton van de sorteer-naalden 3 op de daartoe naast de buitentrommel 5 geplaatste eerste afvoerband 9. Ter geleiding van de vallende vellen karton is een geleideplaat 10 aangebracht.

Aan de buitenzijde van de zijwanden 14 zijn op het frame 25 15 steunrollen 16 aangebracht. Op deze steunrollen kan de buitentrommel 5 roteren om een bovenste rotatie as 7 die bij voorkeur min of meer loodrecht staat op een bewegingsrich- j ting 32 van de transportband 13. De buitentrommel 5 is aan de binnenzijde geheel open en heeft een geleiderand 4, 20 waardoor de buitentrommel 5 min of meer steeds op dezelfde positie boven de transportband 13 blijft. Op het onderste gedeelte van de buitentrommel 5 rust de binnentrommel 6, die met de buitentrommel 5 roteert om een onderste rotatie-as 8. In de binnentrommel 6 zijn de sorteernaalden 3 gemon-25 teerd, zodanig dat ze eenvoudig verwisseld kunnen worden in geval van slijtage en ook ten behoeve van montage van de binnentrommel 6 in de buitentrommel 5.

Teneinde zeker te stellen dat de binnentrommel 6 met de buitentrommel 5 roteert en door het belasten van de sor-30 teernaalden 3 niet omhoog wipt, zijn bij voorkeur ter plaatse van de steunrollen 16 aandrukrollen 17 aangebracht, die elk met behulp van veren 18 bevestigd zijn op een steun 19. De veren 18 maken enige beweging van de binnentrommel 6 10 3 0 4 0 6 6 ten opzichte van de buitentrommel 5 mogelijk. In het gebied waar de binnentrommel 6 en de buitentrommel 5 boven de transportband 13 roteren, is de transportband 13 ondersteund door een steunplaat 15 die via veren 23 rust op een 5 steun 24 die aan het frame 25 is bevestigd. Door de verende steunplaat 15 en ook door de mogelijke beweging van de binnentrommel 6 kunnen de op de transportband liggende vellen papier en karton zonder enig probleem wisselende diktes hebben.

10 In figuur 2 is de werking van de inrichting meer in detail getoond. Om de buitenomtrek van de transportband 13 zijn snaren 29 aangèbracht, waarbij de snaren 29 in de richting loodrecht op de transportrichting 32 op enige afstand van elkaar liggen. Eventueel hebben de snaren 29 een zich over 15 de breedte van de transportband 13 uitstrekkende breedte-groef 30. Bij voorkeur zijn de snaren 29 elastisch op de transportband 13 bevestigd zodat de transportband 13 met de snaren 29 eenvoudig om de aandrijftrommel 20 en de keer-trommel 20A kan draaien. In de lengte van de transportband 20 13 is tussen de snaren 29 een lengtegroef 36, waartussen de sorteernaalden 3 kunnen steken.

Op de snaren 29 is een vlak liggend vel 28 getoond, welk vel 28 met de transportband 13 in de bewegingsrichting 32 beweegt. Min of meer synchroon met de beweging van de 25 transportband 13 in de richting 32 roteren de binnentrommel 6 en de buitentrommel 5 in een richting 27 met de transportband 13 mee. Zoals hiervoor vermeld zijn aan de binnentrommel 6 de sorteernaalden 3 aangebracht bijvoorbeeld doordat ze geschroefd zijn. in een in de binnentrommel 6 30 aangebrachte schroefdraad. Vanzelfsprekend zijn andere constructies mogelijk met bijvoorbeeld ingeschroefde bussen waarin de sorteernaalden 3 geklemd worden.

1030406 7

De sorteernaalden 3 steken door de sleufgaten 26, die in de omtreksrichting een zodanige lengte hebben dat de door het diameterverschil van de binnentrommel 6 en de buitentrommel 5 ontstane relatieve beweging van de sorteernaalden 3 ten 5 opzichte van de buitentrommel 5 mogelijk is in de sleufgaten 26. De sleufgaten hebben een breedte die nauwkeurig sluit om de buitendiameter van de sorteernaalden 3. De binnentrommel 6 wordt tegen de buitentrommel 5 aangedrukt door de aandrukrollen 17. Hierdoor worden bij het kleiner worden 10 van de ruimte tussen de transportband 13 en de sorteernaalden 3 de sorteernaalden 3 in het vel 28 gedrukt, waarbij bij verdere rotatie van de binnentrommel 6 en de buitentrommel 5 de vellen 28 worden meegenomen zoals getoond bij het aan de sorteernaalden 3 hangende vel 31.

15 Bij het sorteren wordt gebruik gemaakt van de situatie dat als een sorteernaald 3 op een vel papier drukt dat dan het papier wijkt en in de lengtegroef 36 tussen de afstandblokken 29 zal vouwen, en weer beperkt terugveert op het moment dat de sorteernaald 3 weer omhoog beweegt ten opzichte van 20 het vel. Eventueel zal het papier scheuren waarbij het los om de sorteernaald 3 komt te hangen en er niet door opgetild zal worden. Door de dikte van een vel karton echter kan dit niet in de lengtegroef 36 vouwen, waardoor het karton een kleine scheur zal krijgen en zich zal klemmen om de J 25 sorteernaald 3. Door het verschil in klemming om de sor teernaald 3 wordt een vel karton door de sorteernaalden 3 opgetild en blijft een vel papier op de transportband 13 liggen.

In figuur 3 is de constructie van figuur 1 en 2 in dwars-30 doorsnede getoond. Hierbij is zichtbaar dat de sorteernaald 3 met behulp van een schroefdraad en een veerring 37 is bevestigd in de binnentrommel 6. Ook is in deze figuur de lengtegroef 36 zichtbaar en is zichtbaar dat de sorteer- 1030406 δ naald 3 in de lengterichting van de lengtegroef 36 kan bewegen.

De sorteernaald 3 is uitgevoerd met twee groeven 33, en een stompe punt 34, waarmee de sorteernaald 3 op de snaren 29 5 liggende vellen 28 zal drukken. De vakman zal begrijpen dat door de stompe punt het vel papier dat op de snaren 29 ligt weggedrukt wordt in de lengtegroef 36. De stompe punt heeft een zodanige afmeting (bij voorbeeld als kleinste oppervlak een diameter van 1 mm) dat de punt 34 karton openscheurt 10 waardoor dit zich zal klemmen om de sorteernaald 3. De sorteernaald 3 kan ook uitgevoerd zijn met één groef 33 of met meer dan twee groeven 33.

In de hiervoor beschreven uitvoering drijft de aandrijving 22 zowel de transportband 13 aan, bijvoorbeeld door het 15 aandrijven van de aandrijftrommel 20 en eventueel ook de keertrommel 20A, en ook roteert de aandrijving 22 de binnentrommel 6 en buitentrommel 5 door de steunrollen 16 aan te drijven. Doordat het mogelijk is dat er enige slip optreedt tussen de transportband 13 en de aandrijftrommel 20 20 en/of tussen de buitentrommel 5 en de steunrol 16, kan het voorkomen dat de rotatie van de buitenomtrek van de buitentrommel 5 en de beweging van de transportband 13 niet geheel synchroon zijn. Hierdoor is het noodzakelijk dat de steunnaalden 3 zich in de lengterichting kunnen verplaatsen 25 ten opzichte van de transportband 13 en de snaren 29. De hier getoonde constructie waarbij de buitentrommel 5 op steunrollen 16 rolt, kan met vergelijkbaar resultaat vervangen worden door een constructie waarbij de buitentrommel 5 is voorzien van een centrale as met lagers. Ook andere 30 constructies van de gezamenlijke rotatie van de binnentrommel 6 en de buitentrommel 5 zijn mogelijk.

In figuur 4 is een alternatieve uitvoering getoond, waarbij de synchronisatie tussen de beweging van de transportband 1030406 ; 9 ! 13 en de buitentronunel 5 mogelijk wordt gemaakt door middel van een vertanding. Op de transportband 13 is een vertand profiel 40 aangebracht, bijvoorbeeld door lijmen, en op de buitentrommel 5 is een steuntrommel 38 aangebracht waarop 5 een overeenkomstig vertand profiel 39 is bevestigd. De buitentrommel 5 is zodanig boven de transportband 13 geplaatst, dat het vertande profiel 39 in ingrijping is met het vertande profiel 40, waardoor bij aandrijving van de transportband 13 deze ook zorgt voor de rotatie van de bui-10 tentrommel 5 en daarmee ook van de binnentrommel 6.

Om zorgvuldige ondersteuning van de vellen 28 mogelijk te maken zijn bij deze uitvoering in de transportband 13 gaten 41 aangebracht welke zodanig gepositioneerd zijn dat steeds een sorteernaald 3 in het gat 41 steekt. Hierbij zijn de 15 gaten 41 zodanig gedimensioneerd dat de sorteernaald 3 een vel papier 28 in het gat drukt waarbij het vel niet aan de sorteernaald blijft hangen, terwijl als het vel 28 van karton is dat dan de sorteernaald 3 door het karton zal steken en het karton in een groef 33 van de sorteernaald blijft 20 hangen.

Naast de hier getoonde synchronisatie van de bewegingen van de transportband 13 en de buitentrommel 5 met behulp van vertanding kan deze op andere wijze ook gerealiseerd worden. Daarbij valt te denken aan directe koppeling van de 25 beweging van de transportband 13 met aandrijftrommel 20, bijvoorbeeld door de transportband 13 aan de binnenzijde te voorzien van een vertanding en de keerrol 20 eveneens uit te voeren met een daarmee samenwerkende verbinding, de rotatie van de aandrijftrommel 20 door middel van kettingen 30 te koppelen met de rotatie van de steunrol 16 en vervolgens de rotatie van deze steunrol 16 door middel van vertanding te koppelen met de rotatie van de buitentrommel 5.

1030406 10

Door de getoonde maatregelen is het mogelijk dat de inrichting een grote capaciteit heeft. De toevoer van de vellen papier en karton in een enkele laag kan met snelheden van 50-60 m/minuut plaats vinden, waarbij de binnentrommel 6 en 5 de buitentrommel 5 een daarmee overeenkomende snelheid hebben.

1030406

Claims (12)

1. Inrichting voor het scheiden van vellen papier en karton omvattende een horizontale transportband 5 (13) met dragers (13;29) voor het transporteren van vellen papier en/of karton, sorteernaalden (3) die zodanig bevestigd zijn dat de sorteernaalden naar de transportband bewegen zodat op de dragers rustende vellen papier en/of karton op de sorteernaal-10 den gestoken kunnen worden en afneemmiddelen (5) voor het van de sorteernaalden nemen van de vellen papier en/of karton met het kenmerk dat de sorteernaalden (3) bevestigd zijn aan een binnentrommel (6) met een horizontale onderste rotatieas (8) en 15 de afneemmiddelen een om de binnentrommel geplaats te buitentrommel (5) omvatten, waarbij de buitentrommel roteerbaar is om een bovenste rotatieas (8) welke excentrisch is ten opzichte van de binnentrommel en waarbij de binnentrommel voorzien is van 20 sleufgaten (26) waardoor de sorteernaalden tijdens roteren van de trommels met wisselende lengte naar buiten steken.

2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de buitentrommel (5) ondersteund wordt door boven de trans- 25 portband (13) geplaatste steunrollen (16).

3. Inrichting volgens conclusie 2 waarbij de steunrollen (16) wielen omvatten die de buitentrommel (5) op ten minste vier plaatsen ondersteunen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3 waarbij de bin- 30 nenomtrek van de binnentrommel (6) door een of meer aandrukrollen (17) naar de transportband (13) geduwd wordt. ii ü 3 0 4 0 6

5. Inrichting volgens conclusie 4 waarbij de binnen- trommel (6) en de buitentrommel (5) geklemd zijn j tussen de steunrollen (16) en de aandrukrollen (17).

6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5 waarbij i de sorteernaalden (3) voorzien zijn van ten minste j één groef (33).

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de transportband (13) is voorzien van een j 10 eerste verende ondersteuning (23,24) en/of de aan- j drukrollen (17) zijn voorzien van een tweede verende ondersteuning (18,19).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies i waarbij de dragers zijn uitgevoerd als snaren (29) 15 die rondom op de transportband (13) zijn aange- i bracht.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de rotatie van de buitentrommel (5) en de beweging van de transportband (13) gekoppeld zijn 20 door koppelmiddelen (39,40) zoals een vertanding.

10. Inrichting volgens conclusie 9 waarbij de dragers (29) gevormd worden door de transportband (13) en in de transportband openingen (41) zijn aangebracht voor de sorteernaalden (3).

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de lengte in rotatierichting van een sleuf-gat (26) ten minste gelijk is aan het verschil in diameter van de binnentrommel (6) en de buitentrommel (5) en de breedte van het sleufgat min of meer 30 overeenkomt met de diameter van de sorteernaald (3) . 1039406

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij maximale uitsteeklengte van een sorteer-naald (3) buiten de buitentrommel (5) ten minste gelijk is aan het verschil in diameter van de bin-5 nentrommel (6) en de buitentrommel (5). 1030406