NL1029974C2 - Security fence for placement on the lift car of an elevator. - Google Patents

Security fence for placement on the lift car of an elevator. Download PDF

Info

Publication number
NL1029974C2
NL1029974C2 NL1029974A NL1029974A NL1029974C2 NL 1029974 C2 NL1029974 C2 NL 1029974C2 NL 1029974 A NL1029974 A NL 1029974A NL 1029974 A NL1029974 A NL 1029974A NL 1029974 C2 NL1029974 C2 NL 1029974C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bore
elevator
gas pressure
elevator car
piston rod
Prior art date
Application number
NL1029974A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Maximiliaan Willibr Veenendaal
Brizio Maregrande
Original Assignee
Vulka C V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vulka C V filed Critical Vulka C V
Priority to NL1029974A priority Critical patent/NL1029974C2/en
Priority to AT06019321T priority patent/ATE473940T1/en
Priority to DE602006015400T priority patent/DE602006015400D1/en
Priority to EP06019321A priority patent/EP1764336B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1029974C2 publication Critical patent/NL1029974C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B5/00Applications of checking, fault-correcting, or safety devices in elevators
    • B66B5/0043Devices enhancing safety during maintenance
    • B66B5/005Safety of maintenance personnel
    • B66B5/0081Safety of maintenance personnel by preventing falling by means of safety fences or handrails, being operable or not, mounted on top of the elevator car

Abstract

The invention relates to a safety fence intended for placement on an elevator car, comprising at least one horizontal guide, which is mounted between vertical columns installed on the elevator car. The object of the invention is to provide an improved safety fence for an elevator, which on the one hand directly provides a safe working environment for elevator mechanics who need to carry out work on the elevator (in the elevator shaft), but which also prevents hazardous situations that may occur when the elevator is unexpectedly and undesirably set going. According to the invention, the safety fence is provided with means that enable movement of the fence towards the elevator car. These aspects on the one hand provide a working environment that is safe for elevator mechanics from the outset, whilst on the other hand the possibility of movement of the fence prevents unsafe situations, such as the elevator mechanics getting trapped between the guide and the ceiling of the elevator shaft.

Description

Korte aanduiding: Veiligheidshekwerk voor plaatsing op de liftkooi van een lift.Short indication: Safety fence for placement on the elevator car of an elevator.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidshekwerk voor 5 plaatsing op de liftkooi van een lift omvattende tenminste één horizontale geleider, welke tussen op de liftkooi geplaatste opstaande staanders is aangebracht.The invention relates to a safety fence for placing on the elevator car of an elevator comprising at least one horizontal guide, which is arranged between upright uprights placed on the elevator car.

Voor het veilig uit kunnen voeren van werkzaamheden bovenop de liftkooi in de schacht van een liftsysteem is in wettelijke voorschriften bepaald dat op de liftkooi langs de wanden van de liftschacht een veiligheidshekwerk is geplaatst 10 van een bepaalde hoogte. Binnen het veiligheidshekwerk kunnen één of twee liftmonteurs op de liftkooi werkzaamheden verrichten in de lift.In order to be able to carry out work safely on top of the elevator car in the shaft of an elevator system, it is provided in legal regulations that a security fence of a certain height is placed on the elevator car along the walls of the elevator shaft. Within the safety fence, one or two lift engineers on the lift car can perform work in the lift.

Voorheen werd bij aanvang van de te verrichten werkzaamheden in de liftschacht het veiligheidshekwerk door de liftmonteurs op de liftkooi opgebouwd en na de verrichte werkzaamheden weer gedemonteerd en uit de lift verwijderd. 15 Tijdens het opbouwen en weer demonteren van het veiligheidshekwerk bestond er derhalve een situatie, waarbij het betreffende onderhoudspersoneel tijdelijk onbeschermd en bij afwezigheid van een andersoortige beveiliging op de liftkooi aanwezig was.Previously, at the start of the work to be performed in the elevator shaft, the safety fencing was erected by the elevator engineers on the elevator car and dismantled and removed from the elevator after the work was performed. During the assembly and disassembly of the safety fence there was therefore a situation in which the maintenance personnel in question was temporarily unprotected and in the absence of any other type of protection on the elevator car.

Het betreden of verlaten van het dak van de liftkooi zonder dat een 20 veiligheidshekwerk reeds aanwezig is, wordt thans in de aangescherpte wettelijke voorschriften verboden. Dit impliceert dat op elke liftkooi permanent een veiligheidshekwerk aanwezig dient te zijn, zodat ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden het onderhoudspersoneel direct een beveiligde werkplek op de liftkooi in de liftschacht kunnen betreden en niet, zoals voorheen bij het opbouwen van een 25 veiligheidshekwerk, tijdelijk aanwezig zijn op een onveilig en derhalve gevaarlijk dak of plafond van de liftkooi.Entering or leaving the roof of the elevator car without a safety fence already present is now prohibited in the tightened legal regulations. This implies that a safety fence must be permanently present on every lift car, so that for maintenance work the maintenance staff can directly enter a secure workplace on the lift car in the lift shaft and not, as before when building a safety fence, be temporarily present on an unsafe and therefore dangerous roof or ceiling of the elevator car.

Het opzetten van een permanent veiligheidshekwerk op de liftkooi in een liftschacht bezit als nadeel dat het onderhoudspersoneel tussen het hekwerk en het dak of plafond van de liftschacht bekneld kan raken, wanneer de liftkooi met het 30 onderhouds-personeel naar boven wordt verplaatst. Afgezien van een dergelijke gevaarlijke situatie voor het onderhoudspersoneel kan een dergelijke klemmende situatie ook schade opleveren aan de aandrijfeenheid van de lift.Setting up a permanent safety fence on the elevator car in an elevator shaft has the disadvantage that the maintenance personnel can get trapped between the fence and the roof or ceiling of the elevator shaft when the elevator car is moved upwards with the maintenance personnel. Apart from such a dangerous situation for maintenance personnel, such a clamping situation can also cause damage to the drive unit of the elevator.

De uitvinding beoogt een verbeterd veiligheidshekwerk voor een lift te verschaffen, die enerzijds direct een veilige werkomgeving biedt voor 1029974- 2 liftmonteurs, die op de lift (in de liftschacht) werkzaamheden dienen uit te voeren, maar welk hekwerk tevens gevaarlijke situaties bij een onverhoopt bedienen van de lift voorkomt. Overeenkomstig de uitvinding is het veiligheidshekwerk voorzien van middelen, welke een naar de liftkooi toe gerichte verplaatsing van het hekwerk 5 mogelijk maken.The invention has for its object to provide an improved safety fence for an elevator, which on the one hand directly provides a safe working environment for elevator technicians, who must perform work on the elevator (in the elevator shaft), but which fence also dangerous situations in the event of an unexpected operation of the lift. According to the invention, the safety fencing is provided with means which enable displacement of the fencing 5 directed towards the elevator car.

Met deze aspecten wordt enerzijds een direct veilige werkomgeving voor liftmonteurs gerealiseerd, terwijl voorts door de verplaatsingsmogelijkheid van het hekwerk onveilige situaties, zoals een vastklemming van de liftmonteurs tussen het de geleider en het plafond van de liftschacht wordt voorkomen.With these aspects, on the one hand, an immediately safe working environment for elevator fitters is realized, while furthermore, the possibility of displacing the fencing prevents unsafe situations, such as a clamping of the lift fitters between the guide and the ceiling of the elevator shaft.

10 Overeenkomstig een nader aspect van de uitvinding zijn de middelen brengbaar in een eerste bedrijfspositie, daarin de naar de liftkooi toe gerichte verplaatsing van het hekwerk belemmerend en in een tweede bedrijfspositie, daarin de naar de liftkooi toe gerichte verplaatsing van het hekwerk mogelijk makend. Hierdoor wordt voorkomen, dat in de eerste, gewone 15 bedrijfstoestand het hekwerk door de liftmonteurs zelfstandig naar beneden kan worden verplaatst, hetgeen tot onveilige situaties kan leiden.According to a further aspect of the invention, the means can be brought into a first operating position, therein obstructing the movement of the fencing directed towards the elevator car and in a second operating position, enabling the displacement of the fencing directed towards the elevator car therein. In this way it is prevented that, in the first, normal operating condition, the fencing can be moved downwards independently by the lift engineers, which can lead to unsafe situations.

Bij een functionele uitvoeringsvorm omvatten de middelen een in elke staander opgenomen bekrachtigbare gasdrukveer, waarbij voorts de middelen een deblokkeringselement omvatten voor het deblokkeren van het gasdrukventiel in 20 de zuigerstang van de gasdrukveer. Met het deblokkeren van het gasdrukventiel kan de gasdrukveer in de tweede bedrijfspositie worden gebracht en kan de staander (het hekwerk) in de richting van het dak van de liftkooi worden verplaatst.In a functional embodiment, the means comprise an actuatable gas pressure spring included in each post, the means further comprising a release element for unblocking the gas pressure valve in the piston rod of the gas pressure spring. By unblocking the gas pressure valve, the gas pressure spring can be brought into the second operating position and the upright (the fence) can be moved towards the roof of the elevator car.

Meer specifiek omvatten de middelen verder een huis, dat aan een eerste einde is voorzien van een eerste boring met een eerste grote diameter, welke 25 eerste boring in het huis overgaat in een tweede boring met een tweede kleine diameter, waarbij het huis met de eerste boring om de zuigerstang is aangebracht en het deblokkeringselement verplaatsbaar in de eerste en tweede boring is opgenomen.More specifically, the means further comprise a housing which is provided at a first end with a first bore with a first large diameter, which first bore in the housing merges with a second bore with a second small diameter, the housing with the first bore is provided around the piston rod and the deblocking element is accommodated for displacement in the first and second bore.

Omdat bij een verbijzondering het deblokkeringselement is voorzien 30 van een in de tweede boring reikende stift en een in de eerste boring opgenomen verbreed einde, welke verbreed einde in de eerste boring enerzijds aanligt tegen het gasdrukventiel in de zuigerstang en anderzijds aanligt tegen de overgang van de eerste naar de tweede boring kan effectief een bekrachtiging van het deblokkeringselement (de stift) worden overgedragen aan het gasdrukventiel, welke 1029974-_ 3 de zuigerstang vrijgeeft voor verplaatsing in de cilinder van de gasdrukveer.Because in a special case the deblocking element is provided with a pin extending into the second bore and a widened end received in the first bore, which widened end in the first bore abuts on the gas pressure valve in the piston rod and on the other hand against the transition of the first to the second bore, an energization of the deblocking element (the pin) can be effectively transmitted to the gas pressure valve, which releases the piston rod for displacement in the cylinder of the gas pressure spring.

Bij een andere uitvoeringsvorm gaat de tweede boring in het huis over in een open, derde boring met een derde grote diameter en waarbij de middelen verder een in de derde boring opgenomen en op enige afstand van de 5 overgang tussen de tweede en derde boring met het deblokkeringselement verbonden contactelement omvatten. Ook hiermee kan effectief een bekrachtiging van het deblokkeringselement (de stift) worden overgedragen aan het gasdrukventiel.In another embodiment, the second bore in the housing changes into an open, third bore with a third large diameter and the means further include a bore included in the third bore and at some distance from the transition between the second and third bore with the the contact element connected to the blocking element. With this, too, an energization of the deblocking element (the pin) can be effectively transferred to the gas pressure valve.

Meer specifiek is de afstand tussen het contactelement en de 10 overgang tussen de tweede en derde boring kleiner dan de afstand tussen het verbrede einde en de zuigerstang. Hierdoor wordt bij het indrukken c.q. bekrachtigen van het gasdrukventiel in de tweede bedrijfstoestand voorkomen, dat de krachten uitgeoefend bij het indrukken van de zuigerstang (en naar beneden verplaatsen van het hekwerk) niet worden weggeleid naar de inwendige onderdelen 15 (gasdrukventiel) in de zuigerstang, maar via de overgang tussen de tweede en derde boring van het huis worden weggeleid naar de zuigerstang zelf.More specifically, the distance between the contact element and the transition between the second and third bore is smaller than the distance between the widened end and the piston rod. As a result, when depressing or energizing the gas pressure valve in the second operating condition, it is prevented that the forces exerted upon pressing the piston rod (and moving the fencing downwards) are not led away to the internal parts 15 (gas pressure valve) in the piston rod, but via the transition between the second and third bore of the housing are led away to the piston rod itself.

Verder kan de lengte van het contactelement instelbaar zijn, zodat ! het veiligheidshekwerk ook afgesteld kan worden voor niet vlakke plafonds van de liftschacht.Furthermore, the length of the contact element can be adjustable, so that! the safety fence can also be adjusted for non-flat ceilings of the elevator shaft.

20 Ten behoeve van de veiligheid en een volledige afscherming van de bewegende onderdelen omvatten de middelen voorts een met het deblokkeringselement verbonden en om de zuigerstang en de cilinder van de gasdrukveer reikende mof.For the sake of safety and complete shielding of the moving parts, the means furthermore comprise a sleeve connected to the deblocking element and extending around the piston rod and the cylinder of the gas pressure spring.

De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden 25 toegelicht, welke tekening achtereenvolgend toont in: figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een veiligheidshek overeenkomstig de uitvinding;The invention will now be explained in more detail with reference to a drawing, which drawing successively shows in: figure 1 a first embodiment of a safety fence according to the invention;

Figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm van de verplaatsingsmiddelen overeenkomstig de uitvinding; 30 Figuur 3 een detailaanzicht van Figuur 2.Figure 2 shows a first embodiment of the displacement means according to the invention; Figure 3 shows a detailed view of Figure 2.

Voor een beter begrip van de uitvinding worden in de navolgende figuurbeschrijving de overeenkomende onderdelen met identieke referentiecijfers weergegeven.For a better understanding of the invention, the corresponding parts description with identical reference numerals is shown in the following figure description.

In Figuur 1 wordt schematisch een uitvoeringsvorm getoond van 1029974- 4 een veiligheidshekwerk dat geschikt is voor plaatsing op de liftkooi in een lift.Figure 1 schematically shows an embodiment of 1029974-4 a safety fence that is suitable for placement on the elevator car in an elevator.

Het veiligheidshekwerk wordt in Figuur 1 met het referentiecijfer 1 aangeduid, terwijl met het referentiecijfer 2 het dak of plafond van de liftkooi wordt bedoeld.The safety fencing is indicated by the reference number 1 in Figure 1, while the reference number 2 refers to the roof or ceiling of the elevator car.

5 Het veiligheidshekwerk 1 is opgebouwd uit een aantal, hier vier, opstaande staanders 10a-10d waartussen ten minste één, en bij deze uitvoeringsvorm twee boven elkaar geplaatste, horizontale geleiders 11-12 zijn opgenomen. De horizontale geleiders 11-12 zijn daarbij uitgevoerd als buisvormige elementen 11a-11b-11c respectievelijk 12a-12b-12c. Elke staander 11 a-11 d is met 10 geschikte steunpunten 14a-14d op het dak of plafond 2 van de liftkooi (niet weergegeven) gemonteerd. De horizontale liggers 11a-11c respectievelijk 12a-12c zijn met geschikte en op zich bekende koppelelementen 15 aan de opstaande staanders 10a-10d bevestigd.The safety fence 1 is made up of a number, here four, of upright uprights 10a-10d, between which at least one, and in this embodiment two, horizontal conductors 11-12 placed above each other are accommodated. The horizontal conductors 11-12 are in this case designed as tubular elements 11a-11b-11c and 12a-12b-12c, respectively. Each upright 11a-11d is mounted on the roof or ceiling 2 of the elevator car (not shown) with 10 suitable support points 14a-14d. The horizontal beams 11a-11c and 12a-12c, respectively, are attached to the upright uprights 10a-10d with suitable coupling elements 15 known per se.

Het veiligheidsnet 17 dat tussen de liggers en staanders is 15 opgespannen, is optioneel en maakt geen deel uit van de uitvinding.The safety net 17 which is tensioned between the beams and uprights 15 is optional and does not form part of the invention.

Zoals hierboven geschetst, gevaarlijke situaties bij een onverhoopt bedienen c.q. verplaatsen van de liftkooi in de liftschacht te voorkomen, zoals een beknelling tussen het hekwerk en het plafond of dak van de liftschacht is overeenkomstig de uitvinding het veiligheidshekwerk voorzien van middelen 16a-20 16d, welke een naar de liftkooi 2 toe gerichte verplaatsing van het gehele hekwerk 1 mogelijk maken.As outlined above, in order to prevent dangerous situations in the event of unexpected operation or displacement of the elevator car in the elevator shaft, such as a pinch between the fence and the ceiling or roof of the elevator shaft, the safety fence is provided with means 16a-16d according to the invention, allow a displacement of the entire fence 1 directed towards the elevator car 2.

In Figuur 2 en in Figuur 3 (detailaanzicht) wordt een eerste uitvoeringsvorm van dergelijke middelen 16 weergegeven.In Figure 2 and in Figure 3 (detailed view) a first embodiment of such means 16 is shown.

De verplaatsingsmiddelen 16 zijn aangebracht in de staander 10 en 25 bij voorkeur in of op het van de liftkooi afgerichte einden van elke staander 10a-10d.The displacement means 16 are arranged in the upright 10 and 25, preferably in or on the ends of each upright 10a-10d facing away from the elevator car.

Bij een andere uitvoeringsvorm is het mogelijk om de verplaatsingsmiddelen 16 op te nemen ter plaatse van de steunelementen 14a-14d, zoals getoond in Figuur 1.In another embodiment, it is possible to accommodate the displacement means 16 at the location of the support elements 14a-14d, as shown in Figure 1.

Zoals getoond in Figuur 2, is elke staander 10 uitgevoerd als een 30 gasdrukveer, samengesteld uit een cilinder 101 en een in de cilinder 101 verschuifbaar opgenomen zuiger 102. Zoals bekend bij gasdrukcilinders is in de cilinder 102 een gasdrukventiel (niet weergegeven) opgenomen dat ten behoeve van het inschuiven van de zuiger 102 in de cilinder 101 geopend dient te worden. Het openen van het drukventiel in de gasdrukveer vindt plaats door het indrukken van 1029974- i 5 een deblokkeerpal 103 die bi] indrukken de in de zuiger 102 opgenomen gasdruk-ventiel opent. Zo kan de zuiger 102 in de cilinder 101 worden geschoven.As shown in Figure 2, each upright 10 is designed as a gas pressure spring, composed of a cylinder 101 and a piston 102 slidably accommodated in the cylinder 101. As is known with gas pressure cylinders, a gas pressure valve (not shown) is included in the cylinder 102 opening of the piston 102 into the cylinder 101 must be opened. Opening of the pressure valve in the gas pressure spring takes place by pressing 1029974 a release lever 103 which when pressed depresses the gas pressure valve accommodated in the piston 102. The piston 102 can thus be pushed into the cylinder 101.

Overeenkomstig de uitvinding is een deblokkeringselement 22 aanwezig dat door middel van verplaatsing de deblokkeerpal 103 kan indrukken voor 5 het deblokkeren van het gasdrukventiel in de zuigerstang 102 van de gasdrukveer.According to the invention, there is provided a deblocking element 22 which, by means of displacement, can depress the release block 103 for unblocking the gas pressure valve in the piston rod 102 of the gas pressure spring.

Meer specifiek omvatten de verplaatsingsmiddelen 16 een huis 21 dat nabij een eerste einde voorzien is van een eerste boring 21a met een eerste grote diameter, welke eerste boring 21a in het huis 21 overgaat in een tweede boring 21b met een tweede kleine diameter. Daarbij is het huis 21 met de eerste 10 boring 21a aangebracht om het vrij einde 102a van de zuigerstang 102. Hiertoe bezit de zuigerstang 102 een diameter die gelijk is aan de inwendige diameter van de eerste boring 21a.More specifically, the displacement means 16 comprise a housing 21 which is provided near a first end with a first bore 21a with a first large diameter, which first bore 21a in the housing 21 merges with a second bore 21b with a second small diameter. The housing 21 with the first bore 21a is thereby arranged around the free end 102a of the piston rod 102. For this purpose, the piston rod 102 has a diameter that is equal to the internal diameter of the first bore 21a.

Zoals duidelijk getoond in de Figuur 2 en meer in detail in Figuur 3 is het deblokkeringselement 22 verplaatsbaar in de eerste en tweede boring 21a 15 respectievelijk 21b opgenomen. Daarbij is het deblokkeringselement 22 voorzien van een stift 22b die door de tweede boring 21b reikt en een verbreed einde 22a dat in de eerste boring 21a is opgenomen, zodanig dat het verbrede einde 22a enerzijds aanligt tegen de deblokkeerstift 103 van het gasdrukventiel in de zuigerstang 102 en anderzijds aanligt tegen de overgang van de eerste boring 21a naar de tweede 20 boring 21b. In deze situatie bevinden de zuigers 102 zich in de maximale uitgeschoven toestand waarbij de deblokkeerstift 103 van het gasdrukventiel niet is ingedrukt.As clearly shown in Figure 2 and more in detail in Figure 3, the release element 22 is movably included in the first and second bore 21a 15 and 21b respectively. The unblocking element 22 is herein provided with a pin 22b which extends through the second bore 21b and a widened end 22a which is received in the first bore 21a, such that the widened end 22a abuts on the one hand against the unblocking pin 103 of the gas pressure valve in the piston rod 102 and on the other hand abuts the transition from the first bore 21a to the second bore 21b. In this situation, the pistons 102 are in the maximum extended state, with the release valve 103 of the gas pressure valve not being depressed.

Verder is het deblokkeringselement 22 voorzien van een contactelement 25 voorzien van een verend aanligelement 26. Het contactelement 25 kan daarbij met een boor 24 zijn bevestigd op het overbrengingselement 23.The unblocking element 22 is furthermore provided with a contact element 25 provided with a resilient abutment element 26. The contact element 25 can be attached to the transfer element 23 with a drill 24.

Bij deze uitvoeringsvorm is het huis 21 voorts voorzien van een derde boring 21c met een grotere diameter dan de diameter van de tweede boring 21b. Het vast met de stift 22b van het deblokkeringselement 22 bevestigde overbrengingselement 23 is bij het uitoefenen van een kracht op het contactelement 30 25 verplaatst het overbrengingselement 23 zich in de boring 21c waarbij het deblokkeringselement 22 verplaatst door de tweede boring 21b en het verbrede einde 22a aandrukt op de deblokkeerpal van het gasdrukventiel van de gasdrukveer.In this embodiment, the housing 21 is furthermore provided with a third bore 21c with a larger diameter than the diameter of the second bore 21b. The transmission element 23 fixedly secured with the pin 22b of the unblocking element 22 is exerted on the contact element 30 when the force is exerted on the contact element 30, the transmission element 23 moves in the bore 21c, the unblocking element 22 being displaced by the second bore 21b and pressing the widened end 22a on the release lever of the gas pressure valve of the gas pressure spring.

Het huis 21 en met name de boringen 21a en 21c is zodanig geconfigureerd c.q. bemeten dat bij het volledig ingedrukt zijn van de deblokkeerpal 1029374-_ 6 103 van het gasdrukventiel van de gasdrukveer door het deblokkeringselement 22 het overbrengingselement 23 met zijn contactvlak 23a afsteunt op het wanddeel A van de overgang van de tweede boring 21b naar de derde boring 21c. Met andere woorden zodoende kunnen krachten uitgeoefend op het contactelement 25 via het 5 overbrengingselement 23 rechtstreeks overgebracht worden op het huis 21 dat met behulp van een moer 27 bevestigd is aan de zuigerstang 102. Het overbrengen van de krachten uitgeoefend op het contactelement 25 via het huis 21 op de zuigerstang 102 zorgt ervoor dat de blokkeerpal 103 niet onnodig wordt belast en wordt beschadigd.The housing 21 and in particular the bores 21a and 21c are configured or sized in such a way that when the release valve 1029374-103 of the gas pressure valve of the gas pressure spring is fully depressed by the release element 22, the transfer element 23 with its contact surface 23a is supported on the wall part A of the transition from the second bore 21b to the third bore 21c. In other words, forces exerted on the contact element 25 can be transmitted directly via the transfer element 23 to the housing 21 which is attached to the piston rod 102 with the aid of a nut 27. Transferring the forces exerted on the contact element 25 via the housing 21 on the piston rod 102 ensures that the blocking catch 103 is not unnecessarily loaded and damaged.

10 Hiertoe is de afstand tussen het aanligvlak 23a van het overbrengingselement 23 en de wandovergang A kleiner dan de afstand tussen de onderkant van het verbrede einde 22a (dat op de deblokkeerpal 103 rust) en de bovenzijde van de zuigerstang 102.For this purpose, the distance between the abutment surface 23a of the transfer element 23 and the wall transition A is smaller than the distance between the bottom of the widened end 22a (which rests on the release lever 103) and the top of the piston rod 102.

Meer in het bijzonder is de lengte van het contactelement 25 15 instelbaar om zo de lengte van de verschillende staanders 10a-10d af te stemmen op de vorm van het dak van de liftschacht.More in particular, the length of the contact element 25 is adjustable so as to match the length of the different uprights 10a-10d to the shape of the roof of the elevator shaft.

Daarnaast wordt in Figuur 2 en Figuur 3 nog de mof 20 getoond dat bevestigd is aan het huis 21 en dat de zuigerstang 102 afschermt en over de cilinder 101 valt.In addition, Figure 2 and Figure 3 also show the sleeve 20 which is attached to the housing 21 and which shields the piston rod 102 and falls over the cylinder 101.

20 ! 1029974-20! 1029974-

Claims (10)

1. Veiligheidshekwerk voor plaatsing op de liftkooi van een lift omvattende tenminste één horizontale geleider, welke tussen op de liftkooi 5 geplaatste opstaande staanders is aangebracht, met het kenmerk, dat het veiligheidshekwerk is voorzien van middelen, welke een naarde liftkooi toe gerichte verplaatsing van het hekwerk mogelijk maken.CLAIMS 1. A safety fence for placing on the elevator car of an elevator comprising at least one horizontal guide, which is arranged between upright uprights placed on the elevator car, characterized in that the safety fence is provided with means for displacing the car facing the elevator car. make fencing possible. 2. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen brengbaar zijn in een eerste bedrijfspositie, daarin de naar de liftkooi toe 10 gerichte verplaatsing van het hekwerk belemmerend en in een tweede bedrijfspositie, daarin de naar de liftkooi toe gerichte verplaatsing van het hekwerk mogelijk makend.2. Safety fencing according to claim 1, characterized in that the means can be brought into a first operating position, therein obstructing the movement of the fencing directed towards the elevator car and, in a second operating position, the movement of the fence directed towards the elevator car therein. enabling fencing. 3. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen een in elke staander opgenomen bekrachtigbare gasdrukveer 15 omvatten.A security fence according to claim 1 or 2, characterized in that the means comprise an energizable gas pressure spring 15 accommodated in each post. 4. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen een deblokkeringselement omvatten voor het deblokkeren van het gasdrukventiel in de zuigerstang van de gasdrukveer.A security fence according to claim 3, characterized in that the means comprise a release element for unblocking the gas pressure valve in the piston rod of the gas pressure spring. 5. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 20 middelen verder een huis omvatten, dat aan een eerste einde is voorzien van een eerste boring met een eerste grote diameter, welke eerste boring in het huis overgaat in een tweede boring met een tweede kleine diameter, waarbij het huis met de eerste boring om de zuigerstang is aangebracht en het deblokkeringselement verplaatsbaar in de eerste en tweede boring is opgenomen.5. Security fence as claimed in claim 4, characterized in that the means further comprise a housing which is provided at a first end with a first bore with a first large diameter, which first bore in the housing changes into a second bore with a second small diameter, wherein the housing with the first bore is arranged around the piston rod and the release element is accommodated for displacement in the first and second bore. 6. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het deblokkeringselement is voorzien van een in de tweede boring reikende stift en een in de eerste boring opgenomen verbreed einde, welke verbreed einde in de eerste boring enerzijds aanligt tegen het gasdrukventiel in de zuigerstang en anderzijds aanligt tegen de overgang van de eerste naar de tweede boring.A safety fence according to claim 5, characterized in that the unblocking element is provided with a pin extending into the second bore and a widened end received in the first bore, which widened end in the first bore abuts against the gas pressure valve in the piston rod and on the other, abuts the transition from the first to the second bore. 7. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de tweede boring in het huis overgaat in een open, derde boring met een derde grote diameter en waarbij de middelen verder een in de derde boring opgenomen en op enige afstand van de overgang tussen de tweede en derde boring met het deblokkeringselement verbonden contactelement omvatten. 1029974-Security fence as claimed in claim 5 or 6, characterized in that the second bore in the housing changes into an open, third bore with a third large diameter and wherein the means further comprise a bore which is received in the third bore and at some distance from the transition comprise contact element connected to the deblocking element between the second and third bore. 1029974- 8. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de afstand tussen het contactelement en de overgang tussen de tweede en derde boring kleiner is dan de afstand tussen het verbrede einde en de zuigerstang.A safety fence according to claim 7, characterized in that the distance between the contact element and the transition between the second and third bore is smaller than the distance between the widened end and the piston rod. 9. Veiligheidshekwerk volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat 5 de lengte van het contactelement instelbaar is.9. Safety fence according to claim 7 or 8, characterized in that the length of the contact element is adjustable. 10. Veiligheidshekwerk volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voorts een met het deblokkeringselement verbonden en om de zuigerstang en de cilinder van de gasdrukveer reikende mof. 10 1029974-A safety fence according to one or more of the preceding claims, characterized in that the means further comprise a sleeve connected to the release element and extending around the piston rod and the cylinder of the gas pressure spring. 10 1029974-
NL1029974A 2005-09-16 2005-09-16 Security fence for placement on the lift car of an elevator. NL1029974C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029974A NL1029974C2 (en) 2005-09-16 2005-09-16 Security fence for placement on the lift car of an elevator.
AT06019321T ATE473940T1 (en) 2005-09-16 2006-09-15 SAFETY ROOM ON AN ELEVATOR CABIN.
DE602006015400T DE602006015400D1 (en) 2005-09-16 2006-09-15 Security room on an elevator car.
EP06019321A EP1764336B1 (en) 2005-09-16 2006-09-15 Safety fence for placement on an elevator car

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029974A NL1029974C2 (en) 2005-09-16 2005-09-16 Security fence for placement on the lift car of an elevator.
NL1029974 2005-09-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029974C2 true NL1029974C2 (en) 2007-03-19

Family

ID=36282667

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029974A NL1029974C2 (en) 2005-09-16 2005-09-16 Security fence for placement on the lift car of an elevator.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1764336B1 (en)
AT (1) ATE473940T1 (en)
DE (1) DE602006015400D1 (en)
NL (1) NL1029974C2 (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2341070B1 (en) * 2008-05-28 2011-06-10 Orona, S.Coop. LIFTING DEVICE.
NL2002850C2 (en) * 2009-05-07 2010-11-09 Michel Regt SPRING LIFTHEK.
BR112021006480A2 (en) * 2018-11-19 2021-07-06 Inventio Ag elevator cabin

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH08310771A (en) * 1995-05-19 1996-11-26 Mitsubishi Denki Bill Techno Service Kk Safety handrail on car for hydraulic elevator
WO2003095350A1 (en) * 2002-05-09 2003-11-20 Otis Elevator Company Safety fence at upper part of cab
WO2005077804A1 (en) * 2004-02-13 2005-08-25 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Elevator
FR2866665A1 (en) * 2004-02-24 2005-08-26 Juan Perea Guardrail type safety device, has control unit controlling jack type linear actuator to move and maintain retaining unit in deployed position and to restore unit in retracted position, and net stretching across device in deployed position

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH08295468A (en) * 1995-04-26 1996-11-12 Mitsubishi Denki Bill Techno Service Kk Emergency stop operation device for hydraulic elevator
EP1602615B1 (en) * 2004-05-10 2018-03-21 Inventio AG Safety device to block the elevator car in it's movement

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH08310771A (en) * 1995-05-19 1996-11-26 Mitsubishi Denki Bill Techno Service Kk Safety handrail on car for hydraulic elevator
WO2003095350A1 (en) * 2002-05-09 2003-11-20 Otis Elevator Company Safety fence at upper part of cab
WO2005077804A1 (en) * 2004-02-13 2005-08-25 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Elevator
FR2866665A1 (en) * 2004-02-24 2005-08-26 Juan Perea Guardrail type safety device, has control unit controlling jack type linear actuator to move and maintain retaining unit in deployed position and to restore unit in retracted position, and net stretching across device in deployed position

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1997, no. 03 31 March 1997 (1997-03-31) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE602006015400D1 (en) 2010-08-26
EP1764336B1 (en) 2010-07-14
EP1764336A3 (en) 2007-10-24
ATE473940T1 (en) 2010-07-15
EP1764336A2 (en) 2007-03-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029974C2 (en) Security fence for placement on the lift car of an elevator.
US10066365B2 (en) Public works vehicle provided with counterweight lifting system
CA2918269C (en) Pallet dispenser and method thereof
EP1689935B1 (en) Vehicle barrier system
US20060042883A1 (en) Elevator pit safety device
US20180072548A1 (en) Electromechanical smart apparatus, method and system for securing attachments to forklift forks
US20150028564A1 (en) Tow hitch with movable coupling
KR100986360B1 (en) Safety device for elevator
MX2008011794A (en) Apparatus for escaping area of accident.
CN113086822B (en) Device and method for testing double-hand over
NL2017560B1 (en) Pile guide comprising a base frame and a guide member
CN105225711B (en) Fuel rod gripper experimental rig
CN104198171B (en) A kind of rolling stock top operation coupler composition assay device and using method thereof
EP2361854B1 (en) Racking facility with sliding safety doors
GB2417233A (en) Automatically coupled and uncoupled lifting device
KR20190119273A (en) Tower crane mast up-and-down automatic bolting system
RU77632U1 (en) MAST TELESCOPIC DRILLING RIG
EP2808464A1 (en) Scaffolding tower assembly and method for erecting scaffolding tower
CN109562916B (en) Handrail device on car of elevator
US20170100680A1 (en) Arbor trap apparatus for counterweight rigging system
US11826815B1 (en) Highway divider cable tensioning apparatus
CN109562917B (en) Handrail device on car of elevator
BE1017760A6 (en) Guide profiles lifting and fixing device for elevator car, has lifting element sliding over passage, such that lifting element lifts portable rand against buffer of passage and guide profile is raised
NL2007349C2 (en) TRANSPORT DEVICE AND SYSTEM, AND METHOD FOR USE THEREOF.
KR200438874Y1 (en) Shield for Tower crane

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161001