NL1029693C2 - Afvalwaterbehandeling. - Google Patents

Description

τ ,

AFVALWATERBEHANDELING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de behandeling van afvalwater omvattende een drijvende 5 houder, waarbij in de houder een reinigingsinrichting voor afvalwater met een invoer en een uitvoer is opgenomen.

Het is bekend een reinigingsinrichting te gebruiken voor de verwerking van afvalwater van bijvoorbeeld huishoudens. Er bestaan verschillende type Individuele 10 Behandel eenheden voor Afvalwater (IBA's). De invoer van de IBA is verbonden met de afvoer van een afvalvloeistof producerende eenheid, zoals een huishouden. In de IBA wordt de afvalvloeistof gereinigd en via de uitvoer wordt water dat voldoet aan wettelijke (milieu-)eisen afgevoerd bijvoorbeeld 15 in een sloot, de bodem overige oppervlakte wateren, riool of dergelijke. Verschillende reinigingswerkwijze bestaan, bijvoorbeeld bacteriologisch, op basis van scheiding of bezinking, chemisch of een andere wijze. Voor de uitvinding is de wijze van reiniging van minder belang.

20 De reinigingsinrichting kan een pompmiddel omvatten voor de toevoer en/of afvoer.

De reinigingswerkwijze vereist dat de ! . reinigingsinrichting stabiel geplaatst is.

De reinigingsinrichting wordt ook toegepast voor de 25 verwerking van afvalwater van woonboten en -arken of andere lozingseenheden waar op het vasteland geen zuivering of transportmiddel voor het zuiveren van afvalwater geplaatst kan worden. Het is dan gunstig de reinigingsinrichting in het water te plaatsen. Er wordt gebruik gemaakt van een houder of 30 bak waarin de reinigingsinrichting wordt opgenomen, welke houder in het water wordt geplaatst. De stabiele plaatsing is dan een probleem, bijvoorbeeld als gevolg van golfslag door 1029693- ’ « 2 passerende boten of door wind, pijlverschillen, ijsschotsen, en dergelijke.

De uitvinding beoogt dit probleem op te lossen. Volgens de uitvinding wordt een houder verschaft, die ten 5 minste vier ton, bij voorkeur vijf ton en in een bijzondere uitvoering ten minste acht, negen ton weegt. Een dergelijke houder is plaatsbaar in het water. Volgens de uitvinding is sprake van een drijvende houder. De waterverplaatsing (in kg) van de houder is meer dan het gewicht van de houder inclusief 10 reinigingsinrichting en afvalwater. Bij een gewicht van bijvoorbeeld 7 ton heeft de houder of bak een buitenvolume van ten minste 8 m3, bij voorkeur 10 m3. Een deel van de houder zal dan boven het oppervlak van het water uitsteken. Door het hoge gewicht ligt de houder/drijver stabiel in het 15 water. De in de houder/bak geplaatste reinigingsinrichting zal dan ook stabiel geplaatst zijn, waardoor de reiniging niet wordt verstoord.

Volgens de stand van de techniek worden houders toegepast met een laag gewicht gebruikmakend van lichtgewicht 20 materialen zoals plastic, kunststoffen. Volgens de uitvinding wordt echter een houder met een groot gewicht toegepast, dit ondanks de nadelen met betrekking tot transport. De aanvraagster heeft verrassenderwijs ontdekt dat de verhoogde transportkosten veel lager zijn dan de voordelen van het 25 toepassen van een hoog-gewicht houder voor een stabiele ligging.

De uitvinding wordt toegepast voor een enkele en of dubbele woonboot-ark en dus voor één, twee of meerdere gezinnen met bijbehorende normale afvalwater stromen.

30 De reinigingsinrichting weegt bij voorkeur meer dan 150 kg, in een voorkeursuitvoeringsvorm meer dan 220 kg. De reinigingsinrichting is in werking gevuld met vloeistof en weegt dan ten minste 1,0 ton, bij voorkeur 2,0 ton. Het 1029693- • t 3 totale gewicht van de afwalwaterbehandelingsinrichting is dan meer dan 5 ton, bij voorkeur meer dan 9 ton, in een voorkeursuitvoeringsvorm meer dan 10 ton. Een dergelijke combinatie ligt stabiel in het water.

5 Verder is het gunstig de houder te vormen uit beton.

Een betonnen houder kan tegen lage kosten worden vervaardigd. Beton is pas bij grotere diktes waterdicht. Het ligt niet voor de hand een dergelijk materiaal toe te passen voor een drijvende houder. Echter volgens de uitvinding is een groot 10 gewicht nodig. Beton heeft een hoge dichtheid. Het gewenste gewicht, alsmede de waterdichtheid worden bereikt door beton toe te passen. Verder is een dergelijke houder bestand tegen krachten vanwege bevriezing.

De uitvinder heeft verder, na experimenten, 15 vastgesteld dat de verhouding (gewicht van de houder)/(waterverplaatsing van de houder met reinigingsinrichting in werking) ten minste 400 [kg/m3] is. Bij een dergelijke verhouding, dat wil zeggen het gewicht van de houder maakt ten minste 40% uit van het totale gewicht van 20 het samenstel in werking, wordt stabiliteit verkregen. Bij voorkeur is de verhouding ongeveer 7:10 bij een totaal gewicht van ongeveer 10 ton.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm steekt de drijvende houder met de daarin opgenomen reinigingsinrichting 25 in werking ten minste 25 cm, bij voorkeur ongeveer 40 cm, boven de waterlijn uit. Hierdoor is de inrichting zichtbaar voor passerend verkeer. Daarnaast is de houder hierdoor toegankelijk.

De houder is bij voorkeur voorzien van een deksel. De 30 in een binnenruimte van de houder opgenomen reinigingsinrichting is zodoende toegankelijk en afsluitbaar. Bij voorkeur omvat de inrichting verder een besturing die vastgemaakt is aan het deksel, bijvoorbeeld door popnagels.

1029693- 4

Bij het openen van het deksel is de besturing direct toegankelijk. Een monteur kan direct de instellingen van de besturing controleren en/of aanpassen.

Volgens een verdere uitvoering is het deksel 5 ingericht als dek, bijvoorbeeld als terras of opslag of passantenruimte. De drijvende houder krijgt zodoende een tweede functie, namelijk als uitbreiding van de woonboot, als aanvullend terras. Door de grote stabiliteit van de houder, in het bijzonder door het grote gewicht, heeft een extra 10 belasting van een mens die op het deksel loopt geen invloed op de ligging/stabiliteit.

Voor een verbetering van de ligging is de houder voorzien van een verankeringsmiddel. Hiermee kan een plaatsing op de bodem van het water worden zeker gesteld. In 15 een andere uitvoering of aanvullend kan de houder voorzien zijn van koppelmiddelen en/of spudpalen voor koppeling aan een woonboot. Hierdoor is stabiele ligging verder verzekerd.

De opbouw van de houder in een voorkeursuitvoeringsvorm omvat ten minste een bodemplaat met 20 een aantal opstaande wanden voorzien van een afsluitbare deksel. Een dergelijke houder is gemakkelijk samen te stellen, bijvoorbeeld uit een aantal betonnen platen die los kunnen worden samengesteld.

In de houder kan verder een pomp zijn opgenomen voor 25 de afvoer van water uit de houder, bijvoorbeeld naar de reinigingsinrichting. Bij voorkeur betreft dit een dompelpomp. Hierdoor wordt het langzaam vollopen van de binnenruimte van de houder voorkomen. Overigens wordt opgemerkt dat een deel van de binnenruimte gevuld kan worden 30 met water, waardoor de stabiliteit en de diepteligging van de inrichting verder wordt vergroot.

De uitvinding is niet beperkt tot de bovenstaande maatregelen. De aanvraagster heeft ingezien dat een aantal 1029693- * r 5 elementen die thans worden beschreven ook gezien kunnen worden als een separate uitvinding, die onderwerp kan worden van een afsplitste aanvrage/octrooi. Het onderwerp van de afsplitste aanvrage kan tevens betrekking hebben op een 5 combinatie van maatregelen waarvan thans niet specifiek de voordelen zijn aangegeven, dit met het oog op een beschrijving van alleen de huidige uitvinding.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een drijvende afvalwaterverwerking 10 omvattende het verschaffen van een aantal betonnen platen, het samenstellen van de houder door het verbinden van de betonnen platen tot een balkvormige houder, het in de houder opnemen van een reinigingsinrichting met invoer en uitvoer en het plaatsen van de houder in een water.

15 De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Figuur 1 een doorsnede is van een IBA die bekend is uit de stand van de techniek,

Figuur 2 een perspectivisch aanzicht is van een 20 IBA,

Figuur 3 een aantal aanzichten toont van de IBA in een houder volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Een IBA wordt getoond in figuren 1 en 2. De IBA is 25 voorzien van het BCI IBA systeem. Verschillende andere reinigingsmethodes kunnen volgens de uitvinding worden toegepast.

Het BCI IBA systeem is gebaseerd op het actief slib principe en wordt al tientallen jaren succesvol toegepast in 30 vele landen. Het BCI systeem heeft zich in de loop der jaren bewezen als een niet-storingsgevoelig, onderhoud en kosten vriendelijk systeem voor zowel de korte als lange termijn.

Het systeem is door haar dimensionering en zuiveringsprincipe 1029693-__________ 1 r 6 ongevoelig voor wisselende belastingen zoals piek- en vakantieperiodes.

Het BCI systeem is een systeem met een vrije doorgang. Dit houdt in dat bij stroomuitval men het 5 afvalwater kan blijven lozen en het systeem als septictank blijft functioneren. Het systeem heeft een minimum aan draaiende of aan slijtage onderhevige delen.

Het BCI systeem heeft volgens een uitvoeringsvorm één luchtpomp met een minimum aan onderhoud die de 10 beluchtingschotel en slibretour bedient. De beluchtingschotel is het enige mechanische deel in het IBA systeem naast de luchtpomp, die boven de grond geplaatst is en welke periodiek gecontroleerd en vervangen moet worden. De beluchtingschotel is eenvoudig door het mangat met een hijskoord uit de 15 beluchtingstank te halen en te vervangen zonder in de tank af te dalen.

Het BCI IBA-systeem heeft is 2003 de attestering bij Van Hall, conform BRL-K 10002, met succes doorlopen op de klasse III-A rendementen.

20

IpZV |3.5 mg 02/1 |eis < 20 mg 02/1 ~~ CZV 42 mg 02/1 eis < 100 mg 02/1 totaal 16.0 mg N/l eis < 30 mg N/l | NH4 0,9 mg N/l eis < 2 mg N/l j 25 SS_7 mg/1 eis < 30 mg/1 |

Behuizing met standaard verkeersbelasting A15/B125 - SN1000.

De behuizingen kunnen in een houder worden opgenomen 30 en kunnen worden geleverd met diverse schachtlengtes. De schachten moeten worden afgedekt met gietijzer/betonnen putafdekkingen, waarbij de specifieke stelrand voor het BCI IBA-systeem toegepast dient te worden. Het ontwerp is beoordeeld op een technische levensduur van 50 jaren.

1029693- _

1 J

7

Voor wat betreft onderhoud en vervanging onderscheidt het BCI IBA-systeem zich door haar lage onderhoudskosten. Dit wordt gerealiseerd door het gebruik van een minimum aan draaiende of kwetsbare onderdelen, alsmede de soberheid en 5 degelijkheid van het IBA-systeem. Het systeem heeft maar één, bovengronds, opgestelde luchtpomp en maakt gebruik van een drukopnemer voor het meten van onderdruk.

Door het lage totaalgewicht is het BCI IBA-systeem eenvoudig te plaatsen in een houder. Het lage totaalgewicht 10 is 249 kilogram voor de standaard 5IE. Verwezen wordt naar ISO 219.

Voor een gedetailleerde beschrijving van het BCI systeem wordt verwezen naar verdere bekende bronnen.

Aanvullend op het BCI systeem kunnen een aantal filter worden 15 geplaatst.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door een uit twee toren bestaande IBA. De uitvinding is niet beperkt tot twee torens. De uitvinding is niet beperkt tot het getoonde binnenwerk.

20 Figuur 3 toont een boven-, zij- en vooraanzicht van de IBA zoals de IBA 1 van figuur 1 opgenomen in een betonnen houder 2. Een deel van de houder is opengewerkt.

De houder is in hoofdzaak opgebouwd uit 5 wanden, namelijk een bodemplaat en vier zijwanden. De wanddelen 25 kunnen telkens betonnen platen zijn. De platen zijn waterdicht. Dit wordt onder andere bereikt door een minimum dikte van bijvoorbeeld 40 mm. De afmetingen van de houder zijn bijvoorbeeld 3200 x 2100 x 1500 mm voor de buitenzijden van de houder.

30 In de binnenruimte 3 van de houder 2 is voldoende ruimte voor het opnemen van een IBA met afmetingen van bijvoorbeeld 2080 x 1100 x 1200. Bij voorkeur zijn in de houder verbindings- of bevestigingsmiddelen aangebracht voor 1029693- _ 8 het vast verbinden van de I BA 1 met de houder 2. De verbindingsmiddelen centreren de IBA in het midden van de houder. De IBA is bij voorkeur gewichtsymmetrisch. Echter het is mogelijk een IBA in de houder op te nemen die niet 5 symmetrisch is. De houder kan dan worden voorzien van ballast ten einde het gewicht van de houder + IBA te centraliseren.

Hierdoor zal de houder in hoofdzaak in een horizontale positie in het water drijven.

De houder wordt geplaatst in een water, liefst nabij 10 een woonboot-ark. De IBA wordt met een invoer op de afvalafvoer van de woonboot-ark aangesloten. Dit is niet getoond. De vakman zal bekend zijn met verschillende wijzen van aansluiting. De invoer bevindt zich bijvoorbeeld in de eerste toren, terwijl de afvoer zich bevindt in de tweede 15 toren. Tussen de torens wordt het afvalwater overgeheveld. De afvoer leidt gereinigd water bijvoorbeeld naar een riool of naar het water waar de houder in is geplaatst.

In figuur 3 (zijaanzicht) is de waterlijn 4 aangegeven. De waterlijn bevindt zich bij voorkeur meer dan 20 20 cm onder de bovenzijde van de drijvende houder 2, zelfs wanneer de IBA compleet gevuld is met een te verwerken vloeistof.

Eventueel, maar niet getoond, kan een pomp aanwezig zijn die de binnenruimte 3 van de houder kan vullen en legen 25 met water van buiten. Hierdoor is een hoogte stabilisering mogelijk. Wanneer de IBA wordt geleegd, kan water in de binnenruimte worden gepompt, zodat de ligging van de houder stabiel wordt gehouden, met andere woorden dat de uitstekende hoogte boven de waterlijn 4 constant wordt gehouden.

30 De genoemde, niet getoonde pomp kan worden geplaatst in de binnenruimte 3 en kan ook eventueel binnentredend water uit de binnenruimte afvoeren. Het betreft bij voorkeur een 1029693- __ 9 dompelporap. In een voorkeursuitvoeringsvorm is een laag water permanent aanwezig in de binnenruimte.

De aanvullende pomp en de IBA kunnen verbonden zijn met een besturingsinrichting 5, die verbonden is met deksel 5 6, zoals getoond in het zijaanzicht van figuur 3. Met de besturing kunnen de pomp van IBA en de dompelpomp worden bestuurd. De vakman zal bekend zijn met verschillende wijzen voor de aansturing, alsmede met de mogelijke koppeling van de IBA met de besturing.

10 Doordat gebruik wordt gemaakt van betonnen platen voor de bodemwand en de zijwanden, zal de houder 2 een aanzienlijk gewicht hebben, bijvoorbeeld meer dan vier ton, bij voorkeur meer dan 7 ton. De houder met de getoonde afmetingen en getoonde diktes zal een gewicht hebben van 7,5 15 ton. De water verplaatsing zoals getoond in figuur 3 is ongeveer 10,5 m3.

De getoonde IBA in werking weegt ongeveer 2,0 è 2,5 ton.

Het deksel 6 kan worden ingericht als aanvullend 20 terras voor de woonboot voor welke de IBA werkt. Hierdoor krijgt de houder een tweede functie.

Figuur 3 toont verder een detail van de vloerrand. De bodemplaat is groter dan de omtrek van de zijwanden. Hierdoor zijn de zijwanden goed verbindbaar met de bodemplaat. Tevens 25 kunnen waterafdichtende middelen rondom de omtrek van de zijwanden nabij de bodem worden geplaatst.

Eventueel zijn verankeringsmiddelen in de bodemplaat van de houder opgenomen, waarin delen van de IBA kunnen uitsteken, zodat deze verankerd is in de bodemplaat.

30 De houder kan verder voorzien zijn van koppelmiddelen voor het verbinden met de woonboot en/of verankeringsmiddelen voor het verankeren van de houder aan de waterbodem. Hiermee wordt de positie verder verzekerd.

1029693- __ 10

Door het gewicht van de getoonde combinatie wordt de gewenste stabiliteit verkregen, waarbij het reinigingssysteem van de IBA kan werken. In de getoonde uitvoering is de verhouding gewicht houder/totaal gewicht inrichting in 5 werking 7,5:10. De zware houder kan voordelig worden samengesteld uit betonnen platen. De kosten van de houder zijn hierdoor laag. Tegelijkertijd heeft het beton een hoge dichtheid, waardoor een grote binnenruimte kan worden gecreëerd waarin de IBA met alle aansluitingen en afvoeren 10 kan worden opgenomen, eventueel aangevuld met besturingen en of aanvullende dompelpompen. Daarnaast is de stabiliteit zo groot dat de houder dienst kan doen als aanvullend terras. Door het gebruik van betonnen wanddelen zijn geen aanvullende verstevigingen nodig in het binnenwerk van de houder. De 15 betonnenplaten, eventueel gewapend beton, hebben voldoende buigsterkte om de waterdruk van het verplaatste water te weerstaan.

20 1029093-

Claims (12)

1. Inrichting voor de behandeling van afvalwater omvattende een drijvende houder, waarbij in de houder een 5 reinigingsinrichting voor afvalwater met een invoer en een uitvoer is opgenomen, met het kenmerk, dat de houder ten minste 4 ton weegt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting in werking ten minste 1,5 ton 10 weegt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de houder een betonnen houder is.

4. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de verhouding (gewicht van de houder)/ 15 (waterverplaatsing van de houder met reinigingsinrichting in werking) ten minste 400 [kg/m3] is.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de houder in afgezonken toestand met de daarin opgenomen reinigingsinrichting in werking ten minste 20 25 cm boven de waterlijn uitsteekt.

6. Inrichting volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de waterverplaatsing ten minste 8 m3 is.

7. Inrichting volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de houder voorzien is van een deksel.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de inrichting verder een besturing omvat die vastgemaakt is aan het deksel.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het deksel is ingericht als dek.

10. Inrichting volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de houder voorzien is van een verankeringsmiddel. 1029693- • #

11. Inrichting volgens één van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de houder voorzien is van koppelmiddelen voor koppeling aan een woonboot.

12. Inrichting volgens één van de conclusies 1-11, 5 met het kenmerk, dat de houder ten minste een bodemplaat met een aantal opstaande wanden omvat voorzien van een afsluitbare deksel. 10 1029693-