NL1029333C2 - Hoekstuk voor een aeromechanische transportinrichting. - Google Patents

Description

HOEKSTUK VOOR EEN AEROMECHANISCHE TRANSPORTINRICHTING

De uitvinding betreft een hoekstuk voor een aeromechanische transportinrichting, omvattend een van een cilindrisch ingangskanaal en een cilindrisch uitgangskanaal voor een transportkabel voorzien huis voor een geleidewiel 5 voor het daarover geleiden van de transportkabel, welk ingangskanaal en uitgangskanaal een hoek insluiten.

Een aeromechanische transportinrichting wordt gebruikt voor het transport van stortgoed in poeder, vlok- of korrelvorm, in verticale, horizontale en/of schuine richting. 10 Een aeromechanische transportinrichting is in het algemeen opgebouwd uit een gesloten eindloze transportleiding van buizen waardoor een eveneens eindloze transportkabel loopt, die is voorzien van een aantal op onderling gelijke afstand van elkaar aangebrachte kunststof schijven met een zodanige 15 doorsnede dat de schijven vrij van de wanden van de transportbuizen blijven.

De kabel met schijven wordt aangedreven door een aandrijfwiel, dat gewoonlijk in een U-bocht in de transportleiding is geplaatst. De vrij lopende schijven worden 20 met een relatief hoge lineaire snelheid voortbewogen, als gevolg waarvan lucht in de transportleiding in werveling wordt gebracht en via een toevoerpunt ingelaten stortgoed wordt gefluïdiseerd. Door dit effect blijven beschadigingen en ontmenging van het stortgoed tot een minimum beperkt, en 25 kan een hoge transportcapaciteit worden gerealiseerd. Het aandrijfwiel is opgenomen in een huis, dat is voorzien van een ingangskanaal en een uitgangskanaal voor de transportkabel, welke kanalen in het geval van een U-bocht evenwijdig gericht zijn en derhalve een hoek van 0° 30 insluiten.

De eindloze transportleiding omvat naast ten minste een U-bocht gewoonlijk ook haakse bochten, waarin de transportkabel wordt geleid over een sector van 90° van de omtrek van een geleidewiel. Het geleidewiel is opgenomen in 1029333 2 een huis, dat is voorzien van een ingangskanaal en een uitgangskanaal voor de transportkabel, welke kanalen in het geval van een haakse bocht een hoek van 90° insluiten.

Bekend zijn voorts transportleidingen met andere dan 5 haakse of ü-vormige bochten, waarin de transportkabel over een geleidewiel wordt geleid over een sector met een grootte tussen 0° en 180° van de omtrek van dat wiel. Het geleidewiel is opgenomen in een huis, dat is voorzien van een ingangskanaal en een uitgangskanaal voor de transportkabel, 10 welke kanalen in het onderhavige geval een hoek met een grootte tussen 0° en 180° insluiten.

In de bekende hoekstukken vertonen het ingangskanaal en het uitgangskanaal in een langsdoorsnede een lineair verloop: het zijn buiseinden die direct uitmonden in het cirkelvormige 15 huis waarin het geleidewiel is gelagerd.

Deze constructie imliceert dat de buitenbocht van een hoekstuk een continu verloop vertoont, maar dat de binnenbocht ervan een sterk meanderend patroon vertoont. De binnenbocht in een bekende U-bocht vertoont bijvoorbeeld een 20 M-vormig verloop, waarbij de naar elkaar gerichte zijden van het ingangs- en het uitgangskanaal de poten van de M vormen, die worden verbonden door een cirkelvormig deel van het huis.

Het sterk meanderende patroon in de binnenbocht van de bekende hoekstukken heeft als nadeel dat zich in die 25 binnenbocht gemakkelijk resten van getransporteerd stortgoed afzetten, die de goede werking van de inrichting verstoren of daar om andere redenen, bijvoorbeeld eisen op het gebied van hygiëne, niet gewenst zijn.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een 30 hoekstuk voor een aeromechanische transportinrichting, waarin zich geen getransporteerd stortgoed afzet. Een dergelijk hoekstuk dient op eenvoudige wijze vervaardigd te kunnen worden, en in het gebruik vrij althans nagenoeg vrij van onderhoud te zijn.

35 Deze doelen worden bereikt, en andere voordelen worden behaald, met een hoekstuk van het in de aanhef genoemde type waarbij overeenkomstig de uitvinding het ingangskanaal en het 1029333 3 uitgangskanaal in genoemde doorsnede een zich naar het huis gericht taps verwijdend verloop vertonen.

Bij een zich taps verwijdend verloop wordt een continu verlopende overgang van het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal 5 naar het huis verkregen, waarbij scherpe bochten waarachter getransporteerd stortgoed zich kan afzetten niet aanwezig zi jn.

In een uitvoeringsvorm van een hoekstuk volgens de uitvinding heeft het huis in een axiale doorsnede door het 10 ingangskanaal en het uitgangskanaal in hoofdzaak een cirkelvorm.

In een voorkeursuitvoeringsvorm sluiten het ingangskanaal en het uitgangskanaal in genoemde doorsnede elk aan twee zijden in hoofdzaak op tangentiële wijze aan de cirkelvorm 15 aan.

Bij een tangentiële aansluiting gaan de wanden van het ingangskanaal en het uitgangskanaal volgens een vloeiende lijn over in de cirkelvormige omtrekswand van het huis, waarmee iedere plek in het huis in contact is met de 20 transporterende luchtstroom, zodat zich geen getransporteerd stortgoed in het huis kan afzetten.

In uitvoeringsvorm van een hoekstuk volgens de uitvinding heeft de hoek een waarde α in het gebied 0° ^ α < 180°.

De uivinding strekt zich dus in beginsel uit tot een 25 hoekstuk met een willekeurige hoek tussen 0° en een gestrekte hoek, en strekt zich in het bijzonder uit tot een hoekstuk voor een U-bocht, waarbij α = 0°, en een hoekstuk voor een haakse bocht, waarbij 0i = 90°.

In weer een uitvoeringsvorm is het hoekstuk volgens de 30 uitvinding voorzien van een uitlaatkanaal voor getransporteerd stortgoed.

Een hoekstuk volgens de uitvinding is bijvoorbeeld vervaardigd uit een metaal, en is in dat geval meer in bijzonder vervaardigd volgens een werkwijze voor 35 hydrostatische extrusie, of is vervaardigd uit een kunststof materiaal.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan 1029333 4 de hand van een uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekeningen.

In de tekeningen tonen

Fig. 1 in opengebroken perspectivisch aanzicht een eerste 5 uitvoeringsvorm van een hoekstuk volgens de uitvinding,

Fig. 2 het in fig. 1 getoonde hoekstuk in een axiale doorsnede door het ingangs- en uitgangskanaal,

Fig. 3 in opengebroken perspectivisch aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een hoekstuk volgens de uitvinding, 10 Fig. 4 het in fig. 3 getoonde hoekstuk in een axiale doorsnede door het ingangs- en uitgangskanaal,

Fig. 5 in opengebroken perspectivisch aanzicht een derde uitvoeringsvorm van een hoekstuk volgens de uitvinding,

Fig. 6 het in fig. 5 getoonde hoekstuk in een axiale 15 doorsnede door het ingangs- en uitgangskanaal. J

In de figuren worden overeenkomstige onderdelen aangeduid door dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een metalen hoekstuk 10 voor een U-bocht, met een huis 3 waarin een ingangskanaal 2, 5 en 20 uitgangskanaal 2, 6 uitmonden. Het ingangskanaal en het uitgangskanaal bestaan elk uit een cilindrisch lasstuk 2 resp. 3, die onderling evenwijdig zijn en daarmee een hoek α = 0° insluiten, en een zich naar het huis verwijdend deel 5 resp. 6. De figuur toont voorts een achterwand 4 waarin een 25 asgat 7 en schroefgaten 8 zijn aangebracht voor de aandrijfmotor van een in het huis te plaatsen loopwiel (niet getoond), en een van schroefgaten 11 voorziene rand 9 voor een deksel.

Fig. 2 toont het hoekstuk 10 van fig. 1 in een axiale 30 doorsnede door de cilidrische lasstukken 1, 2. Getoond wordt hoe de zich verwijdende stukken 5, 6 van het ingangs- en uitgangskanaal volgens raaklijnen aansluiten in raakpunten 12, 13 en 14 van de cirkelvormige doorsnede van het huis 3.

De binnenbocht van dit hoekstuk verloopt evenwijdig aan de 35 buitenbocht.

Fig. 3 toont een hoekstuk 20 voor een U-bocht, dat is voorzien van een uitlaatkanaal 15 voor het uitlaten van 1029333 5 getransporteerd stortgoed.

Fig. 4 toont het hoekstuk 20 van fig. 3 in een axiale doorsnede door de cilindrische lasstukken 1, 2. Getoond wordt hoe de zich verwijdende stukken 5, 6 van het ingangs- en 5 uitgangskanaal volgens raaklijnen aansluiten in raakpunten 12, 13 en 14 van de cirkelvormige doorsnede van het huis 3, en hoe het uitlaatkanaal 15 eveneens volgens raaklijnen aansluit aan de cirkelvormige doorsnede van het huis 3, in raakpunten 14 en 16, waarmee een vloeiend verloop van de 10 aansluitingen van de respectieve kanalen 1, 2 en 15 op het huis 3 is verkregen.

Fig. 5 toont een metalen hoekstuk 30 voor een haakse bocht, waarbij de cilindrische lasstukken 2, 3 van resp. het ingangskanaal en het uitgangskanaal een hoek α = 90° 15 insluiten.

Fig. 6 toont het hoekstuk 30 van fig. 5 in een axiale doorsnede door de cilidrische lasstukken 1, 2. Getoond wordt hoe de zich verwijdende stukken 5, 6 van het ingangs- en uitgangskanaal volgens raaklijnen aansluiten in raakpunten 20 12, 13 en 12', 14 van de cirkelvormige doorsnede van het huis 3.

j | ^029333

Claims (10)

1. Hoekstuk (10, 20, 30) voor een aeromechanische J transportinrichting, omvattend een van een cilindrisch ' ingangskanaal (1) en een cilindrisch uitgangskanaal (2) voor i een transportkabel voorzien huis (3) voor een geleidewiel , 5 voor het daarover geleiden van de transportkabel, welk j ingangskanaal (1) en uitgangskanaal (1) een hoek (OL) insluiten, met het kenmerk, dat het ingangskanaal (1) en het uitgangskanaal (2) in een axiale doorsnede door het ingangskanaal (1) en het uitgangskanaal (2) een zich naar het 10 huis (3) gericht taps verwijdend verloop (5, 6) vertonen.

2. Hoekstuk (10, 20, 30) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis (3) in een axiale doorsnede door het ingangskanaal (1) en het uitgangskanaal (2) in hoofdzaak een cirkelvorm heeft.

3. Hoekstuk (10, 20, 30) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ingangskanaal (1) en het uitgangskanaal (2) in genoemde doorsnede elk aan twee zijden (12, 13; 12, 14) in hoofdzaak op tangentiële wijze aan de cirkelvorm aansluiten. j

4. Hoekstuk (10, 20, 30) volgens een der conclusies 1-3, | 20 met het kenmerk, dat de hoek een waarde α in het gebied | 0° * oc < 180° heeft.

. 5. Hoekstuk (10, 20) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat α = 0°. |

6. Hoekstuk (30) volgens conclusie 4, met het kenmerk. ! 25 dat α = 90°. !

7. Hoekstuk (20) volgens een der conclusies 1-6, met het j kenmerk, dat dit is voorzien van een uitlaatkanaal (15) voor : getransporteerd stortgoed. I

8. Hoekstuk (10, 20, 30) volgens een der conclusies 1-7, 30 met het kenmerk, dat dit is vervaardigd uit een metaal.

9. Hoekstuk (10, 20, 30) volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat dit is vervaardigd volgens een werkwijze voor hydrostatische extrusie.

10. Hoekstuk (10, 20, 30) volgens een der conclusies 1-7, 1029333 t met het kenmerk, dat dit is vervaardigd uit een kunststof materiaal. i 1029333