NL1029063C2 - Constructiesysteem en werkwijze voor het vormen van het constructiesysteem. - Google Patents

Description

Titel: Constructiesysteem en werkwijze voor het vormen van het constructiesysteem

De uitvinding heeft betrekking op een constructiesysteem dat bijvoorbeeld geschikt is als staander waartegen wandelementen kunnen worden geplaatst.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het 5 vormen van het constructiesysteem.

Dergelijke constructiesystemen zijn op zich bekend. Een bekend constructiesysteem omvat een langwerpig constructie-element met bijvoorbeeld een in hoofdzaak U-vormige of C-vormige dwarsdoorsnede. Het bekende constructiesysteem wordt bijvoorbeeld toegepast als staander 10 waartegen wandelementen worden geplaatst. Het bekende constructiesysteem kan licht van gewicht worden uitgevoerd en goedkoop worden vervaardigd.

Het bekende constructiesysteem heeft echter het nadeel dat het constructiesysteem een beperkte stijfheid heeft. Het is bekend om de 15 stijfheid van een constructiesysteem te vergroten, door bijvoorbeeld het langwerpige constructie-element te vervaardigen van een dikker materiaal, of zelfs massief te maken. Dit heeft als nadeel dat het gewicht van het constructiesysteem toeneemt, of zelfs sterk toeneemt. Het is ook bekend om aan het constructiesysteem verstevigingslichamen te verbinden, zoals 20 bijvoorbeeld vakwerk-constructies. Dit heeft echter het nadeel dat het constructiesysteem gecompliceerd en duur wordt om te vervaardigen.

Een doel van de uitvinding is om een constructiesysteem te verschaffen, dat de voordelen van het bekende constructiesysteem behoudt, maar tegemoet komt aan de bovengenoemde nadelen.

25 Daartoe wordt volgens de uitvinding een constructiesysteem verschaft, omvattende een langwerpig buitenwerk en een langwerpig binnenwerk, waarbij het buitenwerk is voorzien van een binnenruimte voor 1029063 2 het opnemen van het binnenwerk, waarbij het constructiesysteem in een onsamengestelde toestand kan worden gebracht voor bijvoorbeeld het compact kunnen vervoeren en/of opslaan van het constructiesysteem en in een samengestelde toestand kan worden gebracht voor het gebruik van het 5 constructiesysteem, waarbij in de samengestelde toestand het binnenwerk los en passend is opgenomen, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte voor het in hoofdzaak tegengaan van een vervorming van een dwarsdoorsnede van het buitenwerk en/of voor het vergroten van een stijfheid van het constructiesysteem, waarbij in de samengestelde toestand 10 een zich in hoofdzaak in een lengterichting van het binnenwerk uitstrekkende hartlijn van het binnenwerk en een zich in hoofdzaak in een lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende hartlijn van het buitenwerk zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken, en waarbij het binnenwerk en het buitenwerk dwars op hun respectievelijke hartlijnen 15 een zodanige dwarsdoorsnede hebben, dat vanuit de onsamengestelde toestand het binnenwerk, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte kan worden geplaatst.

Hierbij kan het binnenwerk, in de onsamengestelde toestand, los van het buitenwerk bijvoorbeeld worden vervaardigd, opgeslagen en/of 20 vervoerd en bijvoorbeeld pas net voor gebruik (of verkoop) worden samengesteld. Het vervaardigen, opslaan en/of vervoeren van het binnenwerk los van het buitenwerk kan efficiënter geschieden dan in de samengestelde toestand, bijvoorbeeld doordat een veelvoud van binnenwerken en/of buitenwerken efficiënter, bijvoorbeeld compacter, kan 25 worden gestapeld dan een veelvoud van constructiesystemen.

Aangezien het binnenwerk, althans in de samengestelde toestand, los passend is opgenomen, althans in hoofdzaak, in de binnenruimte, kan het constructiesysteem vanuit de onsamengestelde toestand worden samengesteld zonder daarbij bevestigingsmiddelen toe te voegen. Dit biedt 1029063 3 het voordeel dat het constructiesysteem eenvoudig, goedkoop en met simpele middelen, bijvoorbeeld met de hand, kan worden samengesteld.

Het, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte opgenomen binnenwerk vermindert een vervorming van de dwarsdoorsnede van het 5 buitenwerk en/of vergroot de stijfheid van het constructiesysteem doordat, in gebruik, een kracht die wordt uitgeoefend op het constructiesysteem althans ten dele zal worden opgenomen door het binnenwerk. Dit biedt het voordeel dat het constructiesysteem, althans in de samengestelde toestand, een grotere weerstand biedt tegen bijvoorbeeld torsie en/of buiging.

10 Bij voorkeur is, althans in de onsamengestelde toestand, het buitenwerk voorzien van een zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende opening, waar doorheen, vanuit de onsamengestelde toestand, het binnenwerk, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte kan worden geplaatst. Dit biedt het voordeel dat het 15 binnenwerk, vanuit de onsamengestelde toestand eenvoudig, althans in hoofdzaak, in de binnenruimte kan worden gebracht. Bij voorkeur strekt, althans in de onsamengestelde toestand, de opening zich uit over een volledige lengte van het buitenwerk. Dit biedt het voordeel dat het binnenwerk zeer eenvoudig, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte 20 kan worden geplaatst. Het binnenwerk kan bijvoorbeeld in hoofdzaak parallel aan het buitenwerk binnen de binnenruimte worden gebracht.

Bij voorkeur is het buitenwerk en/of het binnenwerk ingericht voor het, althans in de samengestelde toestand, gefixeerd houden van het binnenwerk en het buitenwerk ten opzichte van elkaar. Dit biedt het 25 voordeel dat het binnenwerk en het buitenwerk ten opzichte van elkaar gefixeerd blijven, waardoor een grote weerstand tegen buiging en of torsie wordt verkregen. Bij voorkeur is het binnenwerk, althans in de samengestelde toestand, vormgesloten opgenomen in hoofdzaak binnen de binnenruimte.

1029063 4

Bij voorkeur is het buitenwerk in een dwarsdoorsnede gezien, althans in de samengestelde toestand, in zichzelf gesloten. Dit biedt het voordeel dat het buitenwerk een grotere weerstand heeft tegen vervorming, zoals buiging of torsie, dan wanneer het buitenwerk, in gebruik, niet in 5 zichzelf gesloten is.

Bij voorkeur omvat het buitenwerk een koker met, althans in de samengestelde toestand, een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. Dit biedt het voordeel dat een constructiesysteem wordt verkregen met een in dwarsdoorsnede rechthoekige buitenomtrek, hetgeen het constructiesysteem 10 geschikt maakt voor veel toepassingen, zoals bijvoorbeeld als staander waartegen (vlakke) wandelementen kunnen worden geplaatst, of balk voor het vervaardigen van bijvoorbeeld gebouwen of stands.

Bij voorkeur omvat het buitenwerk een eerste langwerpig deelbuitenwerk en een tweede langwerpig deelbuitenwerk. Dit biedt het 15 voordeel dat op eenvoudige wijze kan worden gerealiseerd dat het binnenwerk vanuit de onsamengestelde toestand, althans in hoofdzaak, binnen het eerste deelbuitenwerk kan worden geplaatst, waarbij, na het plaatsen van het binnenwerk, het tweede deelbuitenwerk kan worden toegevoegd voor het vormen van het buitenwerk. Bij voorkeur zijn hierbij 20 het eerste en tweede deelbuitenwerk rechtstreeks met elkaar verbindbaar, dat wil zeggen zonder tussenkomst van bijvoorbeeld het binnenwerk of een ander element. Bij voorkeur zijn het eerste en het tweede deelbuitenwerk losmaakbaar met elkaar verbindbaar. Dit biedt het voordeel dat het constructiesysteem vanuit de samengestelde toestand weer in de 25 onsamengestelde toestand kan worden gebracht. Hierdoor kan het constructiesysteem bijvoorbeeld ook worden toegepast in tijdelijke constructies, waarbij het constructiesysteem na het uiteennemen van de tijdelijke constructie efficiënter, bijvoorbeeld compacter, kan worden vervoerd en/of opgeslagen.

1029063 5

Bij voorkeur omvat het binnenwerk, althans in de samengestelde toestand, een langwerpig element met een in hoofdzaak kruisvormige dwarsdoorsnede. In een uitvoeringsvorm liggen, althans in de samengestelde toestand, elk van de vier hoekpunten van het in hoofdzaak 5 kruisvormige element van het binnenwerk aan in een van de vier hoeken van de in hoofdzaak rechthoekige koker van het buitenwerk. Dit biedt het voordeel dat het binnenwerk op efficiënte wijze in hoofdzaak een vervorming van de dwarsdoorsnede van het buitenwerk kan tegengaan en/of de stijfheid van het constructiesysteem kan vergroten, door het vormen van diagonalen 10 in de dwarsdoorsnede van het constructiesysteem.

Bij voorkeur omvat het binnenwerk een eerste en een tweede langwerpig deelbinnenwerk. Dit biedt het voordeel dat vanuit de onsamengestelde toestand, het binnenwerk, bijvoorbeeld in hoofdzaak binnen de binnenruimte van het buitenwerk kan worden samengesteld.

15 Hierbij hoeft de zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende opening niet een dusdanige afmeting te hebben dat het binnenwerk als een geheel door de opening binnen de binnenruimte kan worden geplaatst.

Bij voorkeur hebben het eerste en tweede deelbinnenwerk beide 20 een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede, en liggen, althans in de samengestelde toestand, nabij hun middens tegen elkaar aan. Dit biedt het voordeel dat vanuit de onsamengestelde toestand, het in hoofdzaak kruisvormige element van het binnenwerk, bijvoorbeeld in hoofdzaak binnen de binnenruimte van het buitenwerk kan worden samengesteld.

25 Hierbij hoeft de zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende opening niet een dusdanige afmeting te hebben dat het in hoofdzaak kruisvormige element van het binnenwerk als een geheel door de opening binnen de binnenruimte kan worden geplaatst.

Bij voorkeur is het binnenwerk en/of het buitenwerk vervaardigd 30 van een materiaal waarin bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, zonder 1029063 6 voorbereidende handeling kunnen worden bevestigd. Dit houdt in dat bijvoorbeeld schroeven direct in het materiaal kunnen worden geschroefd zonder eerst een gat te boren. Dit biedt het voordeel dat het constructiesysteem eenvoudig verwerkt kan worden, bijvoorbeeld door het 5 aanbrengen van schroefverbindingen tussen constructiesystemen onderling en/of het constructiesysteem en andere bouwelementen. Bij voorkeur is het binnenwerk en/of het buitenwerk van staalplaat vervaardigd, bijvoorbeeld dunwandig staalplaat, bijvoorbeeld met een dikte van bij voorkeur minder dan 1.5mm, meer bij voorkeur minder dan lmm, meest bij voorkeur j 10 ongeveer 0.6mm. j

De uitvinding heeft voorts betrekking op een pakket voorzien van ! ten minste een binnenwerk en ten minste een buitenwerk van het constructiesysteem volgens de uitvinding.

15 In het navolgende wordt de uitvinding toegelicht aan dé hand van I

de tekening. Hierin toont |

Fig. la een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een constructiesysteem volgens de uitvinding in een samengestelde toestand; ! 20 Fig. lb een dwarsdoorsnede van de eerste uitvoeringsvorm van het constructiesysteem getoond in Fig. la in een onsamengestelde toestand; j

Fig. lc een uitvoeringsvoorbeeld van een detail van een deel van de dwarsdoorsnede van het constructiesysteem getoond in Fig. la; ! j

Fig. 2 een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van ! i 25 een constructiesysteem volgens de uitvinding in een samengestelde toestand;

Fig. 3 een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van een constructiesysteem volgens de uitvinding in een samengestelde toestand; en Fig. 4 een dwarsdoorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van een 30 constructiesysteem volgens de uitvinding in een samengestelde toestand.

1029063 7

Fig. la toont een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een constructiesysteem 1 volgens de uitvinding in een samengestelde toestand. Fig. lb toont een dwarsdoorsnede van de eerste uitvoeringsvorm 5 van het constructiesysteem 1 getoond in Fig. la in een onsamengestelde toestand. Het constructiesysteem 1 kan in de onsamengestelde toestand worden gebracht voor bijvoorbeeld het compact kunnen vervoeren en/of opslaan van het constructiesysteem 1. Het constructiesysteem 1 kan in de samengestelde toestand worden gebracht voor het gebruik van het 10 constructiesysteem 1.

Onder verwijzing naar Figg. la en lb omvat het constructiesysteem 1 een langwerpig buitenwerk 2 dat zich uitstrekt in een lengterichting dwars op de in Figg. la en lb getoonde dwarsdoorsnede. Het constructiesysteem omvat tevens een langwerpig binnenwerk 4 dat zich 15 uitstrekt in een lengterichting dwars op de in Figg. la en lb getoonde dwarsdoorsnede. In de samengestelde toestand getoond in Fig. la strekken derhalve een zich in hoofdzaak in de lengterichting van het binnenwerk 4 uitstrekkende hartlijn van het binnenwerk en een zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk 2 uitstrekkende hartlijn van het 20 buitenwerk 2 zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uit. Het zal duidelijk zijn dat in de onsamengestelde toestand van Fig. lb de hartlijnen van het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2 zich niet noodzakelijkerwijs parallel aan elkaar uitstrekken.

In het voorbeeld van Figg. la en lb is een dwarsdoorsnede van het 25 binnenwerk 4 en/of het buitenwerk 2 in hoofdzaak constant in de lengterichting van, respectievelijk, het binnenwerk 4 en/of het buitenwerk 2.

Het buitenwerk 2 is voorzien van een binnenruimte 6, voor het opnemen van het binnenwerk 4. Fig. la toont het binnenwerk 4 opgenomen binnen de binnenruimte 6 in de samengestelde toestand van het 1 0 2 9 0 6,3 '

; I

j I - 1 8 constructiesysteem 1. In Fig. la is het binnenwerk 4 geheel opgenomen binnen het buitenwerk 2.

In het voorbeeld van Figg. la en lb omvat het buitenwerk 2 een : eerste langwerpig deelbuitenwerk 8 en een tweede langwerpig 5 deelbuitenwerk 10. Het binnenwerk 4 omvat een eerste langwerpig deelbinnenwerk 12 en een tweede langwerpig deelbinnenwerk 14.

In Fig. la is te zien dat het buitenwerk 2, althans in de aldaar getoonde samengestelde toestand, gezien in de dwarsdoorsnede in zichzelf gesloten is. Het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8, 10 zijn in dit J

10 voorbeeld, althans in de samengestelde toestand, rechtstreeks met elkaar verbonden, zonder tussenkomst van bijvoorbeeld het binnenwerk 4 of een ander element. Het in zichzelf gesloten buitenwerk 2 heeft een grotere weerstand tegen vervorming, zoals buiging of torsie, dan een buitenwerk dat niet in zichzelf gesloten is. In de samengestelde toestand van Fig. la omvat 15 het buitenwerk 2 een koker met een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede, in dit voorbeeld een in hoofdzaak vierkante doorsnede. Aangezien in Fig. la de dwarsdoorsnede van het buitenwerk 2 in hoofdzaak constant is in de lengterichting van het buitenwerk 2, vormt het constructiesysteem 1 in Fig. la een balk met een in hoofdzaak constante, vierkante doorsnede.

20 In Fig. lb is te zien dat het eerste deelbuitenwerk 8 en het tweede deelbuitenwerk 10 elk zijn uitgevoerd als een langwerpig element met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. Voorts is te zien in Fig. lb, althans in de aldaar getoonde onsamengestelde toestand, dat het buitenwerk 2 is voorzien van een zich in hoofdzaak in de lengterichting van 25 het buitenwerk 2 uitstrekkende opening 16, waar doorheen, vanuit de i onsamengestelde toestand, het binnenwerk 4 binnen de binnenruimte 6 kan worden geplaatst. In dit voorbeeld strekt de opening 16 zich uit over een volledige lengte van het buitenwerk 2.

In de samengestelde toestand is het binnenwerk 4 los en passend 30 opgenomen binnen de binnenruimte 6. Hierdoor kan het binnenwerk 4 in 1029063 9 hoofdzaak een vervorming van een dwarsdoorsnede van het buitenwerk 2 tegengaan en/of een stijfheid van het constructiesysteem 1 vergroten. In dit voorbeeld zijn het buitenwerk 2 en het binnenwerk 4 ingericht voor het, althans in de samengestelde toestand, gefixeerd houden van het binnenwerk 5 4 en het buitenwerk 2 ten opzichte van elkaar. In dit voorbeeld zijn de afmetingen van het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2 en de vorm van het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2, gezien in de dwarsdoorsnede, daartoe zodanig gekozen, dat het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2, althans in de samengestelde toestand, gefixeerd worden gehouden ten opzichte van 10 elkaar.

In Fig. la is te zien dat het binnenwerk 4, althans in de aldaar getoonde samengestelde toestand, een langwerpig element met een in hoofdzaak kruisvormige dwarsdoorsnede omvat. Elk van de vier hoekpunten 18, 20, 22, 24 van het in hoofdzaak kruisvormige element van het 15 binnenwerk 4 ligt aan in een van de vier hoeken 26, 28, 30, 32 van de in hoofdzaak rechthoekige koker van het buitenwerk 4. Dit biedt het voordeel dat op efficiënte wijze de weerstand van het constructiesysteem 1 tegen torsie en/of buiging wordt verhoogd doordat het in hoofdzaak kruisvormige elementen diagonalen vormt in de dwarsdoorsnede van het 20 constructiesysteem 1 en daardoor een vervorming van de dwarsdoorsnede van het constructiesysteem 1 in hoofdzaak tegengaat. Hierbij kan het kruisvormige element in hoofdzaak relatief licht van gewicht kan worden uitgevoerd, zodat het constructiesysteem 1 relatief licht van gewicht kan worden uitgevoerd. In Fig. la wordt het in hoofdzaak kruisvormige element 25 gevormd door het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12, 14, die beide een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede hebben en nabij hun middens 34, 36 tegen elkaar aanliggen. Het eerste en het tweede deelbinnenwerk 2, 14 zijn nabij hun middens 34, 36 elk voorzien van een aanlegvlak 38, 40. In de samengestelde toestand liggen de aanlegvlakken 38, 40 van het eerste en 30 het tweede deelbinnenwerk 12, 14 tegen elkaar aan.

1 0 29 063 10

Er geldt derhalve, althans in de in Fig. la getoonde samengestelde toestand, dat het binnenwerk 4 aanligt tegen een binnenzijde van het buitenwerk 2 langs vier lijnen die zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk 2 uitstrekken in de hoeken 26, 28, 30, 32. De lijnen kunnen 5 ook virtuele lijnen zijn. De afmetingen van het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2 en/of de vorm van het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2, gezien in de dwarsdoorsnede, zijn daartoe zodanig vooraf bepaald, dat het binnenwerk 4 derhalve vormgesloten is opgenomen binnen de binnenruimte 6. Het is ook mogelijk dat het binnenwerk 4, althans in de samengestelde 10 toestand, krachtgesloten is opgenomen in hoofdzaak binnen de binnenruimte 6, zodat het binnenwerk 4 onder enige voorspanning tegen de binnenzijde van het buitenwerk 2 aanligt.

Het tot dusver beschreven constructiesysteem 1 kan als volgt worden samengesteld vanuit de onsamengestelde toestand tot de 15 samengestelde toestand. Het buitenwerk 2 en het binnenwerk 4, zoals beschreven met betrekking tot Figg. la en lb worden verschaft. Het binnenwerk 2 wordt los en passend binnen de binnenruimte 6 geplaatst waarbij in de samengestelde toestand de hartlijn van het binnenwerk 4 en de hartlijn van het buitenwerk 2 zich in hoofdzaak parallel aan elkaar 20 uitstrekken. Het buitenwerk 2 en het binnenwerk 4 hebben hierbij een zodanige doorsnede, dat vanuit de onsamengestelde toestand het binnenwerk 4, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte 6 kan worden geplaatst. In dit voorbeeld wordt het binnenwerk 4 door de opening 16 in de binnenruimte 6 van het buitenwerk 2 geplaatst. Hierbij hebben het 25 binnenwerk 4 en het buitenwerk 2 een zodanige dwarsdoorsnede, dat vanuit de onsamengestelde toestand het binnenwerk 4, binnen de binnenruimte 6 van het buitenwerk 2 kan worden geplaatst.

Meer in het bijzonder worden het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12, 14 door de opening 16 in de binnenruimte 6 geplaatst.

30 Het eerste deelbinnenwerk 12 wordt zodanig in het eerste deelbuitenwerk 8 1029063 11 geplaatst, dat de hoekpunten 18, 20 van het eerste deelbinnenwerk 12 in hoofdzaak aanliggen tegen de hoeken 26, 28' van het eerste deelbuitenwerk 8. Het tweede deelbinnenwerk 14 wordt zodanig in het eerste deelbuitenwerk 8 geplaatst, dat de hoekpunten 22, 24 van het tweede 5 deelbinnenwerk 14 in hoofdzaak aanliggen tegen de hoeken 30, 32' van het eerste deelbuitenwerk 8 en dat het aanlegvlak 40 van het tweede deelbinnenwerk 14 aanligt tegen het aanlegvlak 38 van het eerste deelbinnenwerk 12. In dit voorbeeld zijn het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12 en 14 in hoofdzaak gelijkvormig en even groot en elk in 10 hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van een vlak dat zich dwars op, respectievelijk, de aanlegvlakken 38 en 40 door, respectievelijk, de middens 34 en 36 uitstrekt. Het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12, 14 kunnen derhalve identiek zijn uitgevoerd. Dit biedt het voordeel dat verwisselen van het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12, 14 bij het samenstellen van het 15 constructiesysteem 1 geen gevolgen heeft voor het constructiesysteem. Dit verkleint de kans op montagefouten bij het samenstellen van het constructiesysteem 1. Bovendien kan hierdoor het constructiesysteem efficiënter en goedkoper worden vervaardigd, aangezien minder verschillende onderdelen worden toegepast.

20 In bet voorbeeld van Figg. la en lb liggen het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12, 14 los tegen elkaar aan. Er zijn derhalve in dit voorbeeld geen bevestigingsmiddelen nodig om het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12, 14 met elkaar te verbinden. Dit biedt het voordeel dat het binnenwerk 4 van het constructiesysteem 1 eenvoudig en goedkoop, 25 bijvoorbeeld met de hand, kan worden samengesteld.

Vervolgens wordt het tweede deelbuitenwerk 10 tegen het eerste deelbuitenwerk 8 geplaatst zodat het buitenwerk 2 wordt gevormd en, in dit voorbeeld, in zichzelf gesloten is. Het tweede deelbuitenwerk 10 grijpt in dit voorbeeld rechtstreeks aan op het eerste deelbuitenwerk 8, dat wil zeggen 30 zonder tussenkomst van bijvoorbeeld het binnenwerk 4 of een ander 1.029 063 i 12 element. Aldus is het constructiesysteem 1 in de samengestelde toestand verkregen, waarbij in de samengestelde toestand het binnenwerk 4 los en passend is opgenomen binnen de binnenruimte 6 van het buitenwerk 2.

Het buitenwerk 2 kan worden gevormd door het eerste en het 5 tweede deelbuitenwerk 8, 10 met elkaar te verbinden. In een uitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8, 10 zodanig ingericht, dat het eerste en het tweede deelbuitenwerk met de hand, zonder het gebruik van gereedschappen kunnen worden verbonden. Daartoe is in het voorbeeld van Fig. lc het eerste deelbuitenwerk 8 voorzien van ten > j 10 minste een uitstulping 42, bijvoorbeeld een zich in de lengterichting van het i eerste deelbuitenwerk 8 uitstrekkend veelvoud van uitstulpingen, en is het ! tweede deelbuitenwerk voorzien van ten minste een met de ten minste ene ! uitstulping 42 corresponderende uitsparing 44, bijvoorbeeld een zich in de j lengterichting van het tweede deelbuitenwerk 10 uitstrekkend veelvoud van 15 uitsparingen, voor het verbinden van het eerste en tweede deelbuitenwerk 8, 10. Het is uiteraard ook mogelijk dat het tweede deelbuitenwerk 10 is voorzien van ten minste een uitstulping en het eerste deelbuitenwerk 8 is voorzien van ten minste een uitsparing, of dat het eerst en het tweede deelbuitenwerk 8, 10 beide zijn voorzien van ten minste een uitsparing en 20 ten minste een uitstulping. Aldus zijn het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8, 10 losmaakbaar verbindbaar. Het is ook mogelijk op andere wijze de deelbuitenwerken 8, 10 losmaakbaar verbindbaar uit te voeren, bijvoorbeeld door het, althans in de samengestelde toestand, verschaffen van een klemkracht en/of wrijvingskracht tussen de twee 25 deelbuitenwerken 8, 10, het verschaffen van een klik-verbinding tussen het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8, 10, of door het middels schroeven verbinden van het eerste en het tweede deelbuitenwerk. Het is ook mogelijk de deelbuitenwerken 8, 10 in hoofdzaak onlosmaakbaar met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door het verlijmen van de twee deelbuitenwerken 8, 1029063 13 10, of het verschaffen van een onlosmaakbare klik-verbinding tussen het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8, 10.

In de onsamengestelde toestand kan bijvoorbeeld het binnenwerk 4, los van het buitenwerk 2 worden vervaardigd, op geslagen en/of vervoerd.

5 Het vervaardigen, opslaan en/of vervoeren van het binnenwerk los van het buitenwerk kan bijvoorbeeld efficiënter geschieden dan in de samengestelde toestand, doordat een veelvoud van binnenwerken en/of buitenwerken efficiënter, bijvoorbeeld compacter, kan worden gestapeld dan een veelvoud van constructiesystemen. Het kan derhalve ook voordelig zijn het 10 constructiesysteem 1, of een veelvoud van dergelijke constructiesystemen, in de onsamengestelde toestand te verschaffen in de vorm van een pakket, waarbij het constructiesysteem, of het veelvoud van constructiesystemen, bijvoorbeeld compact is gebundeld.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm 15 van het constructiesysteem 1 in een samengestelde toestand. In Fig. 2 omvat het buitenwerk 2 een langwerpig eerste deelbuitenwerk 8' met een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede en een langwerpig tweede deelbuitenwerk 10’ met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. Het buitenwerk 2 is zodanig ingericht dat een buitenomtrek van de 20 dwarsdoorsnede van het buitenwerk 2 in hoofdzaak vrij is van uitsteeksels en/of verspringingen. Daartoe is het eerste deelbuitenwerk 8' voorzien van versprongen vlakken 46, 48, voor het opnemen van lippen 50, 52 van het tweede deelbuitenwerk 10'. Daardoor strekken de lippen 50 en 52 zich in hoofdzaak uit in eenzelfde vlak waarin respectievelijk zijwanden 54 en 56 25 van het eerste deelbuitenwerk 8' zich uitstrekken. Het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8', 10' kunnen worden verbonden zoals uiteengezet met betrekking tot Figg. la, lb en lc.

In Fig. 2 omvat het binnenwerk 4 het eerste deelbinnenwerk 12' en het tweede deelbinnenwerk 14'. De deelbinnenwerken 12' en 14' hebben elk 30 de in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede en zijn nabij hun middens 34, 36 1029063 14 voorzien van de aanlegvlakken 38, 40. In Fig. 2 is het eerste deelbinnenwerk 12' voorzien van een in hoofdzaak haakse zetting 58 die zodanig is aangebracht, dat, althans in de samengestelde toestand eindvlak 62 zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan en aanligt tegen rand 66 van het eerste 5 deelbuitenwerk 8'. Het tweede deelbinnenwerk 14' is voorzien van een in hoofdzaak haakse zetting 60 die zodanig is aangebracht, dat, althans in de samengestelde toestand eindvlak 64 zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan en aanligt tegen rand 68 van het eerste deelbuitenwerk 8'.

Het constructiesysteem 1 getoond in Fig. 2 kan vanuit de 10 onsamengestelde toestand worden samengesteld zoals is beschreven in relatie tot Figg. la, lb en lc. Doordat het eerste deelbuitenwerk 8' een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede heeft, zullen de deelbinnenwerken 12'en 14' bij het plaatsen binnen de binnenruimte 6 achter, respectievelijk, de eindflenzen 66 en 68 in de hoeken 28 en 30 worden geplaatst. Dit biedt 15 het voordeel dat reeds voordat het tweede deelbuitenwerk 10' tegen het eerste deelbuitenwerk 8' wordt geplaatst, de deelbinnenwerken 12’, 14' los en passend zijn opgenomen binnen de binnenruimte 6, zodanig dat de kans dat de deelbinnenwerken 12', 14' uit de binnenruimte 6 geraken is gereduceerd.

20 Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van het constructiesysteem 1 in een samengestelde toestand. In Fig. 3 omvat het buitenwerk 2 een langwerpig eerste deelbuitenwerk 8" met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede en een langwerpig tweede deelbuitenwerk 10" met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede. In dit 25 voorbeeld zijn het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8", 10" , althans in hoofdzaak, gelijkvormig. Dit biedt het voordeel dat het constructiesysteem 1 efficiënter en goedkoper kan worden vervaardigd, aangezien minder verschillende onderdelen worden toegepast. Evenals in Fig. 2 is in Fig. 3 het buitenwerk 2 zodanig ingericht dat een buitenomtrek van de 30 dwarsdoorsnede van het buitenwerk 2 in hoofdzaak vrij is van uitsteeksels 1 0 29 Obj i 15 en/of verspringingen. Daartoe is het eerste deelbuitenwerk 8" voorzien van versprongen vlak 46 voor het opnemen van lip 50' van het tweede deelbuitenwerk 10". Daardoor strekt de lip 50' zich in hoofdzaak uit in hetzelfde vlak waarin zijwand 54 van het eerste deelbuitenwerk 8" zich 5 uitstrekt. Het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8", 10" kunnen worden verbonden zoals uiteengezet met betrekking tot Figg. la, lb en lc, bijvoorbeeld middels uitstulpingen en uitsparingen.

In Fig. 3 omvat het binnenwerk 4 het eerste deelbinnenwerk 12" en het tweede deelbinnenwerk 14". De deelbinnenwerken 12" en 14" hebben elk 10 de in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede en zijn nabij hun middens 34, 36 voorzien van de aanlegvlakken 38, 40. In Fig. 3 is het eerste deelbinnenwerk 12" voorzien van twee in hoofdzaak haakse zetting 58, 70 die zodanig zijn aangebracht, dat, althans in de samengestelde toestand het eindvlak 62 zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan en aanligt tegen de rand 66 van het 15 eerste deelbuitenwerk 8" en dat tweede eindvlak 72 zich in hoofdzaak , parallel aan het eindvlak 62 uitstrekt. In dit voorbeeld zijn het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12", 14" in hoofdzaak gelijkvormig en even groot en elk in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van een vlak dat zich dwars op de aanlegvlakken 38, 40 uitstrekt. Het eerste en het tweede deelbinnenwerk 20 12", 14" kunnen derhalve identiek zijn uitgevoerd. Dit biedt het voordeel dat verwisselen van het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12", 14" bij het samenstellen van het constructiesysteem 1 geen gevolgen heeft voor het constructiesysteem 1. Dit verkleint de kans op montagefouten bij het samenstellen van het constructiesysteem 1. Bovendien kan hierdoor het 25 constructiesysteem 1 efficiënter en goedkoper worden vervaardigd.

Het constructiesysteem 1 getoond in Fig. 3 kan vanuit de onsamengestelde toestand als volgt worden samengesteld. Het eerste deelbinnenwerk 12" wordt zodanig tegen het eerste deelbuitenwerk 8" geplaatst, dat de hoeken 18, 20 van het eerste deelbinnenwerk 12" in 30 hoofdzaak aanliggen tegen de hoekpunten 26, 28 van het eerste 1029063 16 deelbuitenwerk 8". Het tweede deelbinnenwerk 14" wordt zodanig tegen het tweede deelbuitenwerk 10" geplaatst, dat de hoekpunten 22, 24 van het tweede deelbinnenwerk 14" in hoofdzaak aanliggen tegen de hoeken 30, 32 van het tweede deelbuitenwerk 10". Vervolgens worden het eerste en het 5 tweede deelbuitenwerk 8", 10" tegen elkaar geplaatst voor het vormen van het buitenwerk 2. Hierbij kunnen het eerste en het tweede deelbuitenwerk 8", 10" worden verbonden zoals uiteengezet met betrekking tot Figg. la, lb en lc, bijvoorbeeld middels uitsparingen en uitstulpingen.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van een vierde uitvoeringsvorm i 10 van het constructiesysteem 1 in een samengestelde toestand. In Fig. 4 zijn de aanlegvlakken 38', 40' van de deelbinnenwerken 12"', 14"' ingericht voor het met elkaar ingrijpen. In Fig. 4 zijn de aanlegvlakken 38' en 40' daartoe voorzien van respectievelijk zettingen 74, 76 en 78, 80. In dit voorbeeld liggen het eerste en tweede deelbinnenwerk 12'" en 14'" los tegen elkaar 15 aan. In Fig. 4 zijn het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12'", 14"' gelijkvormig en even groot uitgevoerd. Het eerste en het tweede deelbinnenwerk 12'", 14'" kunnen identiek zijn uitgevoerd. Het is ook mogelijk dat de aanlegvlakken 38', 40' met elkaar ingrijpen middels uitstulpingen en uitsparingen. Het met elkaar ingrijpen van de 20 aanlegvlakken 38', 40' biedt het voordeel dat, in gebruik, de aanlegvlakken 38', 40' niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven, bijvoorbeeld in een richting dwars op de lengterichting van het constructiesysteem 1. Hierdoor wordt de weerstand tegen het vervormen van de dwarsdoorsnede van het buitenwerk 2 vergroot en/of wordt de stijfheid van het constructiesysteem 1 25 verhoogd.

In een uitvoeringsvorm zijn het binnenwerk 4 en/of het buitenwerk 2 van het constructiesysteem 1 van metaalplaat vervaardigd, bijvoorbeeld staalplaat, meer in het bijzonder van dunwandig staalplaat, bijvoorbeeld met een dikte van bij voorkeur minder dan 1.5mm, meer bij voorkeur 30 minder dan lmm, meest bij voorkeur ongeveer 0.6mm. Het binnenwerk 4 en 1029063 17 I het buitenwerk 2 kunnen bijvoorbeeld worden vervaardigd middels zetten of buigen op bijvoorbeeld een zetbank of kantbank. Het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2 kunnen met voordeel worden vervaardigd middels rolvormen. j

Dit biedt het voordeel dat het binnenwerk 4 en het buitenwerk 2 op 5 eenvoudige en/of goedkope wijze kunnen worden vervaardigd. Het eerste en het tweede deelbinnenwerk en het eerste en het tweede deelbuitenwerk kunnen elk zijn vervaardigd middels bijvoorbeeld zetten, buigen en/of rolvormen. Bij voorkeur is constructiesysteem 1 vervaardigd van een materiaal, zoals bijvoorbeeld het genoemde dunwandige staalplaat, waarin 10 bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, zonder voorbereidende handeling kunnen worden bevestigd. Dit houdt in dat het niet nodig is om bijvoorbeeld gaten te boren voor het in die gaten kunnen plaatsen van de schroeven.

Hierdoor kan het constructiesysteem 1 eenvoudig worden toegepast voor het met behulp daarvan vormen van constructies, zoals bijvoorbeeld wanden, 15 gebouwen of stands, of andere toepassingen. Het dunwandige staalplaat is uitermate geschikt voor genoemde toepassingen. Het binnenwerk 4 en/of buitenwerk 2 van het constructiesysteem 1 is hierbij bijvoorbeeld voorzien van een roestwerende beschermlaag, zoals lak of een metaallaag zoals bijvoorbeeld zink of nikkel. Het buitenwerk van het constructiesysteem 20 heeft bij voorkeur een doorsnede die kleiner is dan 130xl30mm, meer bij voorkeur kleiner is dan lOOxlOOm, meest bij voorkeur ongeveer 60x60mm is.

In een uitvoeringsvorm van het constructiesysteem is het buitenwerk in de lengterichting voorzien van afstandsmarkeringen. De 25 afstandsmarkeringen staan daarbij bijvoorbeeld onderling in hoofdzaak op een afstand van 50-100mm, bijvoorbeeld op 50mm of lOOmm. Hierdoor is het voor een gebruiker zeer eenvoudig om een lengte van het constructiesysteem te bepalen, bijvoorbeeld wanneer de lengte van het constructiesysteem moet worden verkleind om het constructiesysteem 30 geschikt te maken voor een gewenste toepassing. Het is ook mogelijk om de 1029063 18 afstandsmarkeringen te gebruiken voor het aflezen van een afstand en/of positie. Het constructiesysteem kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aangeven en/of kunnen aflezen van een positie van een bovenzijde van een te metselen laag stenen bij het metselen van een muur. Hierbij staan, bij 5 een rechtop ten opzichte van de muur geplaatst constructiesysteem, de afstandsmarkeringen bij voorkeur op een afstand die overeenkomt met een gewenste hoogte van een laag stenen en bijbehorende cement, bijvoorbeeld in hoofdzaak 80 mm.

In de voorbeelden is het binnenwerk, althans in de samengestelde 10 toestand, geheel opgenomen binnen het buitenwerk. Het is ook mogelijk dat het binnenwerk, in de samengestelde toestand, in hoofdzaak binnen het buitenwerk is opgenomen, waarbij delen, bijvoorbeeld uitsteeksels, van het binnenwerk zich door het buitenwerk, bijvoorbeeld door openingen van het buitenwerk, heen uitstrekken.

15 In de voorbeelden ligt, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk aan tegen het buitenwerk langs ten minste vier lijnen die zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekken. Het is ook mogelijk dat het binnenwerk aan tegen het buitenwerk aanliggende delen is voorzien van uitsparingen, bijvoorbeeld voor het reduceren van het 20 gewicht van het binnenwerk, zodat het binnenwerk, althans in de samengestelde toestand, in hoofdzaak aanligt tegen het buitenwerk. Het is ook mogelijk dat het binnenwerk aanligt tegen het buiten werk langs twee, drie, of meer dan vier lijnen.

Het zal duidelijk zijn dat de beschreven uitvoeringsvormen van het 25 constructiesysteem onderling gecombineerd kunnen worden voor het verkrijgen van alternatieve uitvoeringsvormen.

Dergelijke variaties worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

30 1029063

Claims (48)

1. Constructiesysteem, bijvoorbeeld geschikt als staander waartegen wandelementen kunnen worden geplaatst, omvattende een langwerpig buitenwerk en een langwerpig binnenwerk, waarbij het buitenwerk is voorzien van een binnenruimte voor het 5 opnemen van het binnenwerk, waarbij het constructiesysteem in een onsamengestelde toestand kan worden gebracht voor bijvoorbeeld het compact kunnen vervoeren en/of opslaan van het constructiesysteem en in een samengestelde toestand kan worden gebracht voor het gebruik van het constructiesysteem, 10 waarbij in de samengestelde toestand het binnenwerk los en passend is opgenomen, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte voor het in hoofdzaak tegengaan van een vervorming van een dwarsdoorsnede van het buitenwerk en/of voor het vergroten van een stijfheid van het constructiesysteem, 15 waarbij in de samengestelde toestand een zich in hoofdzaak in een lengterichting van het binnenwerk uitstrekkende hartlijn van het binnenwerk en een zich in hoofdzaak in een lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende hartlijn van het buitenwerk zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken, en 20 waarbij het binnenwerk en het buitenwerk dwars op hun respectievelijke hartlijnen een zodanige dwarsdoorsnede hebben, dat vanuit de onsamengestelde toestand het binnenwerk, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte kan worden geplaatst.

2. Constructiesysteem volgens conclusie 1, waarbij, althans in de 25 onsamengestelde toestand, het buitenwerk is voorzien van een zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende opening, 1029063 I - waar doorheen, vanuit de onsamengestelde toestand, het binnenwerk, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte kan worden geplaatst.

3. Constructiesysteem volgens conclusie 2, waarbij, althans in de onsamengestelde toestand, de opening zich uitstrekt over een volledige 5 lengte van het buitenwerk.

4. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnede van het binnenwerk en/of het buitenwerk in hoofdzaak constant is in de lengterichting van, respectievelijk, het binnenwerk en/of het buitenwerk

5. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het buitenwerk en/of het binnenwerk is ingericht voor het, althans in de samengestelde toestand, gefixeerd houden van het binnenwerk en het buitenwerk ten opzichte van elkaar.

6. Constructiesysteem volgens conclusie 5, waarbij ten minste een 15 afmeting van het binnenwerk en het buitenwerk en/of een vorm van het binnenwerk en het buitenwerk, gezien in de dwarsdoorsnede, dusdanig zijn gekozen dat, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk en het buitenwerk ten opzichte van elkaar gefixeerd worden gehouden.

7. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, 20 waarbij, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk geheel is opgenomen binnen het buitenwerk.

8. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk, althans ten dele, aanligt tegen het buitenwerk langs ten minste twee lijnen die zich in 25 hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekken.

9. Constructiesysteem volgens conclusie 8, waarbij, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk, althans ten dele, aanligt tegen het buitenwerk langs drie of vier lijnen die zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekken. 1029063

10. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk zodanig is uitgevoerd, dat, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk vormgesloten kan zijn opgenomen in hoofdzaak binnen de binnenruimte van het buitenwerk.

11. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk zodanig is uitgevoerd, dat, althans in de samengestelde toestand, het binnenwerk krachtgesloten kan zijn opgenomen in hoofdzaak binnen de binnenruimte van het buitenwerk.

12. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 10 het buitenwerk, althans in de samengestelde toestand, in dwarsdoorsnede gezien in zichzelf gesloten is.

13. Constructiesysteem volgens conclusie 12, waarbij het buitenwerk een koker omvat met, althans in de samengestelde toestand, een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede.

14. Constructiesysteem volgens conclusie 13, waarbij de koker een in • hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede heeft.

15. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het buitenwerk een eerste langwerpig deelbuitenwerk en een tweede langwerpig deelbuitenwerk omvat.

16. Constructiesysteem volgens conclusie 15, waarbij het eerste en het tweede deelbuitenwerk rechtstreeks met elkaar verbindbaar zijn.

17. Constructiesysteem volgens conclusie 15 of 16, waarbij het eerste en tweede deelbuitenwerk losmaakbaar met elkaar verbindbaar zijn.

18. Constructiesysteem volgens één der conclusies 15-17, waarbij ten 25 minste een van de twee deelbuitenwerken is voorzien van ten minste een uitstulping en waarbij ten minste het andere van de twee deelbuitenwerken is voorzien van ten minste een met de ten minste ene uitstulping corresponderende uitsparing, voor het verbinden van het eerste en het tweede deelbuitenwerk. 1029063

19. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het buitenwerk een langwerpig element met een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede omvat.

20. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 5 het buitenwerk een langwerpig element met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede omvat.

21. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het buitenwerk een langwerpig element met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede omvat.

22. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk, althans in de samengestelde toestand, een langwerpig element met een in hoofdzaak kruisvormige dwarsdoorsnede omvat.

23. Constructiesysteem volgens conclusie 13 en 22, waarbij, althans in de samengestelde toestand, elk van de vier hoekpunten van het in 15 hoofdzaak kruisvormige element van het binnenwerk aanligt in een van de vier hoeken van de in hoofdzaak rechthoekige koker van het buitenwerk.

24. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk een eerste en een tweede langwerpig deelbinnenwerk omvat.

25. Constructiesysteem volgens conclusie 24, waarbij, althans in de samengestelde toestand, het eerste en het tweede deelbinnenwerk los tegen elkaar aanliggen.

26. Constructiesysteem volgens conclusie 24 of 25, waarbij het eerste en/of het tweede deelbinnenwerk een in hoofdzaak V-vormige 25 dwarsdoorsnede heeft.

27. Constructiesysteem volgens conclusie 26, waarbij het eerste en tweede deelbinnenwerk beide een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede hebben, en, althans in de samengestelde toestand, nabij hun middens tegen elkaar aanliggen. 1029063

28. Constructiesysteem volgens één der conclusies 24-27, waarbij het eerste en/of tweede deelbinnenwerk nabij het midden is voorzien van een aanlegvlak, voor het, althans in de samengestelde toestand, daartegen aanliggen van het tweede, respectievelijk eerste deelbinnenwerk.

29. Constructiesysteem volgens één der conclusies 24-28, waarbij de deelbinnenwerken zijn ingericht voor het, althans in de samengestelde toestand, met elkaar ingrijpen voor het verhinderen van een verschuiving van het eerste deelbinnenwerk ten opzichte van het tweede deelbinnenwerk.

30. Constructiesysteem volgens conclusie 28 en 29, waarbij het eerste 10 en het tweede deelbinnenwerk zijn voorzien van, respectievelijk een eerste en een tweede aanlegvlak, welke aanlegvlakken zijn ingericht voor het, althans in de samengestelde toestand, met elkaar ingrijpen.

31. Constructiesysteem volgens conclusie 30, waarbij het eerste en het tweede aanlegvlak zijn voorzien van zettingen voor het met elkaar ingrijpen.

32. Constructiesysteem volgens één der conclusies 24-31, waarbij het eerste en het tweede deelbinnenwerk in hoofdzaak gelijkvormig zijn uitgevoerd.

33. Constructiesysteem volgens conclusies 19, 20, 27 en 28 waarbij, althans in de samengestelde toestand, het buitenwerk het element met de in 20 hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede en het element met de in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede omvat, en waarbij het binnenwerk het eerste en het tweede deelbinnenwerk omvat met de in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsneden, en het eerste en het tweede deelbinnenwerk nabij hun middens zijn voorzien van de aanlegvlakken.

34. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk en/of het buitenwerk is vervaardigd van een materiaal waarin bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, zonder voorbereidende handeling kunnen worden bevestigd.

35. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 30 het binnenwerk en/of het buitenwerk van staalplaat is vervaardigd. 1029063

36. Constructiesysteem volgens conclusie 35, waarbij het binnenwerk en/of het buitenwerk van dunwandig staalplaat is vervaardigd, bijvoorbeeld met een dikte van bij voorkeur minder dan 1.5mm, meer bij voorkeur minder dan lmm, meest bij voorkeur ongeveer 0.6mm.

37. Constructiesysteem volgens conclusie 35 of 36, waarbij het binnen en/of buitenwerk is voorzien van een roestwerende beschermlaag.

38. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het buitenwerk in de lengterichting is voorzien van afstandsmarkeringen.

39. Constructiesysteem volgens conclusie 38, waarbij de 10 afstandsmarkeringen onderling in hoofdzaak op een afstand van 50-100mm staan.

40. Constructiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het buitenwerk een dwarsdoorsnede heeft die bij voorkeur kleiner is dan 130xl30mm, meer bij voorkeur kleiner is dan lOOxlOOm, meest bij voorkeur 15 ongeveer 60x60mm is.

41. Pakket voorzien van ten minste een binnenwerk en ten minste een buitenwerk van het constructiesysteem volgens één der conclusies 1-40.

42. Werkwijze voor het vormen van een constructiesysteem, bijvoorbeeld geschikt als staander waartegen wandelementen kunnen 20 worden geplaatst, waarbij het constructiesysteem in een onsamengestelde toestand kan worden gebracht voor bijvoorbeeld het compact kunnen vervoeren en/of opslaan van het constructiesysteem en in een samengestelde toestand kan worden gebracht voor het gebruik van het constructiesysteem, omvattende : 25. het verschaffen van een langwerpig buitenwerk en een langwerpig binnenwerk, waarbij het buitenwerk is voorzien van een binnenruimte, voor het opnemen van het binnenwerk, en waarbij het binnenwerk dwars op een zich in hoofdzaak in een lengterichting van het binnenwerk uitstrekkende hartlijn van het binnenwerk en het buitenwerk dwars op een zich in 30 hoofdzaak in een lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende hartlijn 1029063 van het buitenwerk een zodanige dwarsdoorsnede hebben, dat vanuit de onsamengestelde toestand het binnenwerk, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte kan worden geplaatst; het los en passend plaatsen van het binnenwerk, althans in 5 hoofdzaak, binnen de binnenruimte voor het in hoofdzaak tegengaan van een vervorming van een dwarsdoorsnede van het buitenwerk en/of voor het vergroten van een stijfheid van het constructiesysteem, waarbij in de samengestelde toestand de hartlijn van het binnenwerk en de hartlijn van het buitenwerk zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken.

43. Werkwijze volgens conclusie 42 omvattende: het althans in de onsamengestelde toestand verschaffen van, het buitenwerk voorzien van een zich in hoofdzaak in de lengterichting van het buitenwerk uitstrekkende opening; het vanuit de onsamengestelde toestand plaatsen van het 15 binnenwerk door de opening, althans in hoofdzaak, binnen de binnenruimte.

44. Werkwijze volgens conclusie 42 of 43 voorts omvattende het verschaffen van een eerste deelbuitenwerk; het verschaffen van een tweede deelbuitenwerk; het na het los en passend althans in hoofdzaak binnen het eerste 20 deelbuitenwerk plaatsen van het binnenwerk samenvoegen van het eerste en het tweede deelbuitenwerk, tot het buitenwerk.

45. Werkwijze volgens één der conclusies 42-44, voorts omvattende het verschaffen van een eerste en een tweede deelbinnenwerk; het aanleggen van het eerste deelbinnenwerk tegen het tweede 25 deelbinnenwerk voor het vormen van het binnenwerk.

46. Werkwijze volgens één der conclusies 42-45, voorts omvattende het vormen van het binnenwerk en/of het buitenwerk uit metaalplaat.

47. Werkwijze volgens één der conclusies 42-46, voorts omvattende het vormen van het binnenwerk en/of het buitenwerk middels rolvormen. 1029063

48. Werkwijze volgens conclusies 47 en 44 en/of 45, waarbij het eerste en/of het tweede deelbinnenwerk en/of het eerste en/of het tweede deelbuitenwerk worden gevormd middels rolvormen. 1029063