NL1028735C2

NL1028735C2 - Immobilization device for immobilizing a lower leg, pressure device apparently suitable for use in the immobilization device and method for manufacturing the pressure device.

Info

Publication number: NL1028735C2
Application number: NL1028735A
Authority: NL
Inventors: Johannes Scheurwater
Original assignee: Somas Groep B V
Priority date: 2005-04-11
Filing date: 2005-04-11
Publication date: 2006-10-12
Also published as: WO2006110028A1

Description

Titel: Immobilisatie-inrichting voor het immobiliseren van een onderbeen, drukinrichting kennelijk geschikt voor gebruik in de immobilisatie-inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van de drukinrichting.Title: Immobilization device for immobilizing a lower leg, pressure device apparently suitable for use in the immobilization device and method for manufacturing the pressure device.

De uitvinding heeft betrekking op een immobilisatie-inrichting voor het immobiliseren van een onderbeen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een drukinrichting kennelijk geschikt voor gebruik in de immobilisatie-inrichting en op een werkwijze voor het vervaardigen van de 5 drukinrichting.The invention relates to an immobilization device for immobilizing a lower leg. The invention furthermore relates to a printing device apparently suitable for use in the immobilization device and to a method for manufacturing the printing device.

Immobihsatie-inrichtingen voor het immobiliseren van een onderbeen zijn op zich bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het in hoofdzaak ten opzichte van elkaar fixeren van gebroken botdelen van het onderbeen na een onderbeenfractuur of het immobiliseren van het 10 onderbeen na bijvoorbeeld een verzwikking of peesblessure.Immobilisation devices for immobilizing a lower leg are known per se and are used, for example, for fixing fractured bone parts of the lower leg substantially relative to each other after a lower leg fracture or immobilizing the lower leg after, for example, a sprain or tendon injury.

De bekende immobihsatie-inrichtingen hebben het nadeel dat de bloedcirculatie in het onderbeen van een patiënt kan worden gehinderd, waarvoor veelal anticoagulantia worden toegediend aan de patiënt. Een ander nadeel is dat langdurige immobilisatie van het onderbeen bij de 15 bekende inrichtingen kan leiden tot verzwakking of afname van spierweefsel in het onderbeen, hetgeen het helingsproces nadelig kan beïnvloeden.The known immobilization devices have the disadvantage that blood circulation in the lower leg of a patient can be impeded, for which anticoagulants are often administered to the patient. Another disadvantage is that prolonged immobilisation of the lower leg in the known devices can lead to weakening or decrease of muscle tissue in the lower leg, which can adversely affect the healing process.

Het is een doel van de uitvinding om tegemoet te komen aan ten minste een deel van bovenstaande bezwaren.It is an object of the invention to meet at least a part of the above drawbacks.

20 Hiertoe wordt volgens de uitvinding een immobilisatie-inrichting verschaft voor het immobiliseren van een onderbeen, waarbij de inrichting is voorzien van een steuninrichting die, in gebruik, ten minste het onderbeen omsluit voor het in hoofdzaak ten opzichte van elkaar fixeren van botten en/of gebroken botdelen van het onderbeen en een drukinrichting 1028735- 2 voor het uitoefenen van een variërende druk op het onderbeen, welke drukinrichting is voorzien van ten minste een pompkamer, ten minste een flexibele kamer en ten minste een fluïdumverbinding tussen de ten minste ene pompkamer en de ten minste ene flexibele kamer, waarbij de 5 drukinrichting dusdanig is ingericht dat, in gebruik, de ten minste ene pompkamer zich, althans ten dele, uitstrekt onder een zool van een voet van het onderbeen en de ten minste ene flexibele kamer zich, althans ten dele, uitstrekt tussen de steuninrichting en het onderbeen, waarbij de drukinrichting, in gebruik, althans ten dele, is gevuld met een fluïdum, 10 zodat wanneer de voet op een ondergrond wordt geplaatst, zoals tijdens lopen, het fluïdum, althans ten dele, vanuit de ten minste ene pompkamer via de ten minste ene fluïdumverbinding naar de ten minste ene flexibele kamer zal stromen, en wanneer de voet wordt opgetild het fluïdum, althans ten dele, vanuit de ten minste ene flexibele kamer via de ten minste ene 15 fluïdumverbinding naar de ten minste ene pompkamer zal stromen voor het met de ten minste ene flexibele kamer uitoefenen van de variërende druk op het onderbeen.To this end, according to the invention, an immobilization device is provided for immobilizing a lower leg, the device being provided with a support device which, in use, encloses at least the lower leg for fixing bones and / or substantially relative to each other. broken bone parts of the lower leg and a pressure device 1028735-2 for exerting varying pressure on the lower leg, which pressure device is provided with at least one pump chamber, at least one flexible chamber and at least one fluid connection between the at least one pump chamber and the at least one flexible chamber, wherein the pressure device is arranged such that, in use, the at least one pump chamber extends, at least in part, under a sole of a foot of the lower leg and the at least one flexible chamber extends, at least at least partly extending between the supporting device and the lower leg, wherein the pressure device, in use, is at least partly filled with a fluid, so that when the foot is placed on a surface, such as while walking, the fluid will flow, at least in part, from the at least one pump chamber via the at least one fluid connection to the at least one flexible chamber, and when the foot When the fluid is lifted, the fluid will flow, at least in part, from the at least one flexible chamber via the at least one fluid connection to the at least one pumping chamber for exerting varying pressure on the lower leg with the at least one flexible chamber.

Dit biedt het voordeel dat tijdens belasten, bijvoorbeeld tijdens lopen, van het onderbeen waaraan de immobilisatie-inrichting is 20 aangebracht, een variërende fluïdumdruk wordt uitgeoefend op de onderbeenstructuur, waardoor het onderbeen biomechanisch wordt geprikkeld. Deze biomechanische prikkeling heeft een positief effect op de bloedcirculatie en botgenezing in het onderbeen. Bovendien vermindert de biomechanische prikkeling de afname van spierweefsel.This offers the advantage that during loading, for instance while walking, of the lower leg to which the immobilization device is arranged, a varying fluid pressure is exerted on the lower leg structure, whereby the lower leg is biomechanically stimulated. This biomechanical stimulation has a positive effect on blood circulation and bone healing in the lower leg. Moreover, the biomechanical stimulation reduces the decrease in muscle tissue.

25 Bij voorkeur omvat de steuninrichting een gipsverband, kunststofverband, in hoofdzaak rigide manchet en/of walker. Hierdoor is het mogelijk vertrouwde immobilisatie-inrichtingen en immobilisatietechnieken aan te passen voor het aanbrengen van de variërende fluïdumdruk op het onderbeen.The support device preferably comprises a plaster cast, plastic cast, substantially rigid sleeve and / or walker. This makes it possible to adjust familiar immobilization devices and immobilization techniques for applying the varying fluid pressure to the lower leg.

33

Bij voorkeur is de drukinrichting voorzien van een, in gebruik, naar het onderbeen toegekeerde eerste velvormige wand en een, in gebruik, van het onderbeen afgekeerde tweede velvormige wand die elk niet-doorlatend zijn voor het fluïdum en die in combinatie de ten minste ene 5 flexibele kamer, de ten minste ene fluïdumverbinding en de ten minste ene pompkamer vormen. Dit biedt het voordeel dat de drukinrichting van de immobilisatie-inrichting een eenvoudige structuur heeft die eenvoudig en goedkoop kan worden vervaardigd.The pressure device is preferably provided with a first sheet-shaped wall facing the lower leg in use and a second sheet-shaped wall facing away from the lower leg, which in use are non-permeable to the fluid and which in combination comprise the at least one flexible chamber, the at least one fluid connection and the at least one pumping chamber. This offers the advantage that the pressure device of the immobilization device has a simple structure that can be manufactured simply and inexpensively.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding, bij wijze van voorbeeld, 10 nader toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:In the following, the invention is further elucidated, by way of example, with reference to the drawing. It shows:

Fig. 1 een schematische dwarsdoorsnede van een voorbeeld van een immobihsatie-inrichting volgens de uitvinding;FIG. 1 is a schematic cross section of an example of an immobilization device according to the invention;

Fig. 2a een zijaanzicht van een voorbeeld van een drukinrichting van de immobilisatie-inrichting volgens de uitvinding; 15 Fig. 2b een perspectivisch aanzicht van de drukinrichting getoond in Fig. 2a;FIG. 2a is a side view of an example of a pressure device of the immobilization device according to the invention; FIG. 2b is a perspective view of the printing device shown in FIG. 2a;

Fig. 3a een velvormige wand voor het vervaardigen van de drukinrichting getoond in Fig. 2a en 2b;FIG. 3a a sheet-shaped wall for manufacturing the printing device shown in FIG. 2a and 2b;

Fig. 3b een alternatieve velvormige wand; en 20 Fig. 3c een tweede alternatieve velvormige wand.FIG. 3b an alternative sheet-shaped wall; and FIG. 3c a second alternative sheet-shaped wall.

Fig. 1 toont een schematische dwarsdoorsnede van een voorbeeld van een immobilisatie-inrichting 1 volgens de uitvinding voor het immobiliseren van een onderbeen 2 van een persoon. De immobilisatie-inrichting 1 is in Fig. 1 voorzien van een, bij voorkeur in hoofdzaak rigide, 25 steuninrichting 4, in dit voorbeeld een gipsverband, zoals loopgips, die in gebruik ten minste het onderbeen 2 omsluit. De immobilisatie-inrichting 1 is in dit voorbeeld voorts voorzien van een drukinrichting 6 voor het uitoefenen van een variërende druk op het onderbeen 2. De drukinrichting 6 is in Fig. 1 voorzien van een pompkamer 8, een flexibele kamer 10 en een 30 fluïdumverbinding 12 tussen de pompkamer 8 en de flexibele kamer 10. De 4 pompkamer 8 strekt zich, althans ten dele, uit onder een zool van een voet van het onderbeen 2. De flexibele kamer 10 strekt zich, althans ten dele, uit tussen de steuninrichting 4 en het onderbeen 2, in dit voorbeeld in hoofdzaak tussen de steuninrichting 4 en een achterkant en/of ten minste 5 een zijde van het onderbeen 2, voor het uitoefenen van de variërende druk op het onderbeen 2. De flexibele kamer 10 staat via de fluïdumverbinding 12 in fluïdumverbinding met de pompkamer 8.FIG. 1 shows a schematic cross-section of an example of an immobilization device 1 according to the invention for immobilizing a lower leg 2 of a person. The immobilizer 1 is shown in FIG. 1 provided with a, preferably substantially rigid, support device 4, in this example a plaster cast, such as running plaster, which in use encloses at least the lower leg 2. In this example, the immobilization device 1 is furthermore provided with a pressure device 6 for exerting varying pressure on the lower leg 2. The pressure device 6 is shown in FIG. 1 provided with a pump chamber 8, a flexible chamber 10 and a fluid connection 12 between the pump chamber 8 and the flexible chamber 10. The pump chamber 8 extends, at least in part, under a sole of a foot of the lower leg 2. The flexible chamber 10 extends, at least in part, between the support device 4 and the lower leg 2, in this example substantially between the support device 4 and a rear side and / or at least one side of the lower leg 2, for exerting the varying pressure on the lower leg 2. The flexible chamber 10 is in fluid communication with the pump chamber 8 via the fluid connection 12.

In gebruik is de drukinrichting 6, althans ten dele, gevuld met een fluïdum, bijvoorbeeld water. De werking van de immobilisatie-inrichting 1 is 10 als volgt. De, bij voorkeur in hoofdzaak rigide, steuninrichting 4 wordt aan het onderbeen 2 aangebracht voor het in hoofdzaak ten opzichte van elkaar fixeren van botten en/of gebroken botdelen van het onderbeen 2, bijvoorbeeld voor het laten helen van een onderbeenfractuur of een andere blessure. Wanneer de voet van het onderbeen 2 op een ondergrond wordt 15 geplaatst, zoals tijdens lopen, wordt de pompkamer 8 onder druk gebracht.In use, the pressure device 6 is, at least in part, filled with a fluid, for example water. The operation of the immobilization device 1 is as follows. The, preferably substantially rigid, support device 4 is provided on the lower leg 2 for fixing bones and / or broken bone parts of the lower leg 2 substantially relative to each other, for example for allowing a lower leg fracture or other injury to heal. When the foot of the lower leg 2 is placed on a surface, such as while walking, the pump chamber 8 is pressurized.

Het fluïdum zal, althans ten dele, vanuit de pompkamer 8 via de fluïdumverbinding 12 naar de flexibele kamer 10 stromen. Het naar boven naar de flexibele kamer 10 stromende fluïdum oefent een naar boven gerichte stuwende werking uit op het onderbeen 2. De druk in de flexibele 20 kamer 10 zal toenemen en de flexibele kamer 10 zal druk uitoefenen op het onderbeen 2. De steuninrichting 4 is bij voorkeur dusdanig rigide dat, wanneer de flexibele kamer 10 zwelt ten gevolge van het naar de flexibele kamer 10 stromen van het fluïdum, de flexibele kamer 10 kan afsteunen tegen de steuninrichting 4 voor het uitoefenen van de druk op het onderbeen 25 2. Wanneer de voet wordt opgetild zal de druk in de pompkamer 8, althans i ten dele, worden weggenomen. Het fluïdum zal, althans ten dele, vanuit de flexibele kamer 10 via de fluïdumverbinding 12 naar de pompkamer 8 stromen. De druk in de flexibele kamer 10 zal hierdoor afnemen, en de flexibele kamer 10 zal geen, althans minder, druk uitoefenen op het 30 onderbeen 2. Aldus wordt de variërende druk uitgeoefend op het onderbeen 5 2, tijdens het alternerend plaatsen van de voet op de ondergrond en het optillen van de voet van de ondergrond, zoals tijdens lopen. De wand van de flexibele kamer 10 is bijvoorbeeld inelastisch, zodat de flexibele kamer 10 op vooraf bepaalde wijze en/of op vooraf bepaalde plaatsen de druk uitoefent op 5 het onderbeen 2.The fluid will flow, at least in part, from the pump chamber 8 via the fluid connection 12 to the flexible chamber 10. The fluid flowing upwards to the flexible chamber 10 exerts an upwardly directed driving action on the lower leg 2. The pressure in the flexible chamber 10 will increase and the flexible chamber 10 will exert pressure on the lower leg 2. The support device 4 is preferably so rigid that when the flexible chamber 10 swells as a result of the fluid flowing to the flexible chamber 10, the flexible chamber 10 can support against the support device 4 for exerting pressure on the lower leg 2. When the When the foot is lifted, the pressure in the pump chamber 8 will be relieved, at least in part. The fluid will flow, at least in part, from the flexible chamber 10 via the fluid connection 12 to the pump chamber 8. The pressure in the flexible chamber 10 will decrease as a result, and the flexible chamber 10 will exert no, or at least less pressure on, the lower leg 2. Thus, the varying pressure is exerted on the lower leg 2 during the alternating placing of the foot on the surface and lifting the foot from the surface, such as when walking. The wall of the flexible chamber 10 is, for example, inelastic, so that the flexible chamber 10 exerts pressure on the lower leg 2 in predetermined manner and / or at predetermined places.

Fig. 2a toont een voorbeeld van een zijaanzicht van de drukinrichting 6 van de immobilisatie-inrichting 1. Fig. 2b toont een perspectivisch aanzicht van de drukinrichting getoond in Fig. 2a. In Fig. 2b is te zien, dat de drukinrichting 6 is voorzien van een drukkamer 8, een 10 eerste flexibele kamer 10.1, een tweede flexibele kamer 10.2, een eerste fluïdumverbinding 12.1 en een tweede fluïdumverbinding 12.2. De eerste fluïdum verbinding 12.1 vormt een fluïdumverbinding tussen de drukkamer 8 en de eerste flexibele kamer 10.1 en de tweede fluïdumverbinding 12.2 vormt een fluïdumverbinding tussen de drukkamer 8 en de tweede flexibele 15 kamer 10.2. In het voorbeeld van Fig. 2b zijn de eerste flexibele kamer 10.1 en de tweede flexibele kamer 10.2 gescheiden door een naad 16. In dit voorbeeld vormen de flexibele kamers 10.1, 10.2, de fluïdumverbindingen 12.1, 12.2 en de pompkamer 8 een integraal geheel.FIG. 2a shows an example of a side view of the pressure device 6 of the immobilization device 1. FIG. 2b shows a perspective view of the printing device shown in FIG. 2a. In FIG. 2b, the pressure device 6 is provided with a pressure chamber 8, a first flexible chamber 10.1, a second flexible chamber 10.2, a first fluid connection 12.1 and a second fluid connection 12.2. The first fluid connection 12.1 forms a fluid connection between the pressure chamber 8 and the first flexible chamber 10.1 and the second fluid connection 12.2 forms a fluid connection between the pressure chamber 8 and the second flexible chamber 10.2. In the example of FIG. 2b, the first flexible chamber 10.1 and the second flexible chamber 10.2 are separated by a seam 16. In this example, the flexible chambers 10.1, 10.2, the fluid connections 12.1, 12.2 and the pump chamber 8 form an integral whole.

De werking van de drukinrichting 6 getoond in Fig. 2a en 2b komt 20 overeen met de werking van de drukinrichting zoals beschreven aan de hand van Fig. 1. Wanneer de pompkamer 8 onder druk wordt gebracht, bijvoorbeeld wanneer de voet van het onderbeen 2 op de ondergrond wordt geplaatst, zal het fluïdum, althans ten dele, vanuit de pompkamer 8 via de fluïdumverbindingen 12.1, 12.2 naar de flexibele kamers 10.1, 10.2 stromen.The operation of the printing device 6 shown in FIG. 2a and 2b corresponds to the operation of the printing device as described with reference to Figs. 1. When the pump chamber 8 is pressurized, for example when the foot of the lower leg 2 is placed on the substrate, the fluid will, at least in part, flow from the pump chamber 8 via the fluid connections 12.1, 12.2 to the flexible chambers 10.1, 10.2 flow.

25 Het naar boven naar de flexibele kamers 10.1, 10.2 stromende fluïdum oefent een naar boven gerichte stuwende werking uit op het onderbeen 2. De druk in de flexibele kamers 10.1, 10.2 zal toenemen, en de flexibele kamers 10.1,10.2 zullen de druk uitoefenen op het onderbeen 2. Wanneer de voet wordt opgetild zal de druk in de pompkamer 8, althans ten dele, worden 30 weggenomen. Het fluïdum zal, althans ten dele, vanuit de flexibele kamers 6 10.1, 10.2 via de fluïdumverbindingen 12.1, 12.2 naar de pompkamer 8 stromen. De druk in de flexibele kamers 10.1, 10.2 zal hierdoor afnemen, en de flexibele kamers 10.1, 10.2 zullen geen, althans minder, druk uitoefenen op het onderbeen 2. Aldus wordt de, in de tijd, variërende druk uitgeoefend 5 op het onderbeen 2, tijdens het alternerend belasten van het onderbeen 2, bijvoorbeeld tijdens het alternerend plaatsen van de voet op de ondergrond en het optillen van de voet van de ondergrond, zoals tijdens lopen.The fluid flowing upwards to the flexible chambers 10.1, 10.2 exerts an upwardly directed driving action on the lower leg 2. The pressure in the flexible chambers 10.1, 10.2 will increase, and the flexible chambers 10.1, 10.2 will exert the pressure on the lower leg 2. When the foot is lifted, the pressure in the pump chamber 8 will be released, at least in part. The fluid will flow, at least in part, from the flexible chambers 6 10.1, 10.2 via the fluid connections 12.1, 12.2 to the pump chamber 8. The pressure in the flexible chambers 10.1, 10.2 will hereby decrease, and the flexible chambers 10.1, 10.2 will exert no, or at least less, pressure on the lower leg 2. Thus, the pressure varying over time is exerted on the lower leg 2, during the alternate loading of the lower leg 2, for example during the alternate placing of the foot on the ground and the lifting of the foot from the ground, such as during walking.

In het voorbeeld van Fig. 2a en 2b wordt de hiel van het onderbeen 2 vrijgelaten door de drukinrichting 6. Het vrijlaten van de hiel biedt het 10 voordeel dat op efficiëntere wijze de stuwende werking en/of de variërende druk worden uitgeoefend op het onderbeen 2 bij alternerende belasting van het onderbeen dan wanneer de hiel wordt omgeven door de drukinrichting 6.In the example of FIG. 2a and 2b, the heel of the lower leg 2 is released by the pressure device 6. Releasing the heel offers the advantage that the driving action and / or the varying pressure are exerted on the lower leg 2 more efficiently with an alternating load on the lower leg. then when the heel is surrounded by the pressure device 6.

Hierdoor kan de blessure efficiënter genezen dan wanneer de hiel wordt omgeven door de drukinrichting 6. In Fig. 2a en 2b is de drukinrichting 6 15 voorzien van een vulopening 14, in het voorbeeld een ventiel, bijvoorbeeld aan de laterale zijde ter hoogte van de knie. Dit biedt het voordeel dat de druk die de drukinrichting 6 uitoefent op het onderbeen 2 kan worden aangepast door meer of minder fluïdum, zoals water, in de drukinrichting 6 te brengen. Bovendien kan de drukinrichting 6 zonder fluïdum worden 20 getransporteerd of op geslagen, hetgeen de kans vermindert op lekkage van fluïdum, wat vooral bij vloeistoffen vervelend kan zijn. Ook is het mogelijk dat de drukinrichting 6 niet is voorzien van de vulopening 14, waarbij de ! drukinrichting 6 tijdens het vervaardigen van de drukinrichting 6 kan j worden voorzien van een vooraf bepaalde, na het vervaardigen niet meer 25 aan te passen, hoeveelheid fluïdum.As a result, the injury can heal more efficiently than when the heel is surrounded by the pressure device 6. In FIG. 2a and 2b, the pressure device 6 is provided with a filling opening 14, in the example a valve, for example on the lateral side at the level of the knee. This offers the advantage that the pressure exerted by the pressure device 6 on the lower leg 2 can be adjusted by introducing more or less fluid, such as water, into the pressure device 6. Moreover, the printing device 6 can be transported or stored without fluid, which reduces the risk of fluid leakage, which can be particularly annoying with liquids. It is also possible that the printing device 6 is not provided with the filling opening 14, the printing device 6 during the manufacture of the printing device 6 can be provided with a predetermined amount of fluid that can no longer be adjusted after manufacture.

Een wand van de ten minste ene flexibele kamer 10, de ten minste ene fluïdumverbinding 12 en de ten minste ene pompkamer 8 van de ! drukinrichting 6, zoals getoond in Fig 1, 2a en 2b kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van een velvormig materiaal, bijvoorbeeld een kunststoffolie 30 zoals polyethyleen of polyurethaan, eventueel aangebracht op een geweven 7 weefsel zoals nylon. In Fig. 1, 2a en 2b is de drukinrichting 6, bij wijze van voorbeeld, voorzien van een, in gebruik, naar het onderbeen 2 toegekeerde eerste velvormige wand 18 en een, in gebruik, van het onderbeen afgekeerde tweede velvormige wand 20 die elk niet-doorlatend zijn voor het fluïdum en, 5 in dit voorbeeld in combinatie de flexibele kamers 10.1, 10.2, de fluïdumverbindingen 12.1, 12.2 en de pompkamer 8 vormen. Het zal duidelijk zijn dat aldus, in gebruik, de eerste velvormige wand 18 is opgenomen tussen de tweede velvormige wand 20 en het onderbeen 2. Dit biedt het voordeel dat de drukinrichting 6 van de immobilisatie-inrichting 1 10 een eenvoudige structuur heeft, die eenvoudig en goedkoop kan worden vervaardigd. Bovendien kan aldus de drukinrichting 6 worden vervaardigd met een relatief geringe dikte, gemeten van de eerste naar de tweede velvormige wand, waardoor de drukinrichting 6 eenvoudig kan worden toegepast bij vertrouwde steuninrichtingen zoals gipsverband, 15 kunststofverband, in hoofdzaak rigide manchetten of walkers. Hierbij kan de vertrouwde steuninrichting worden toegepast, waarbij de steuninrichting niet, althans nauwelijks, behoeft te worden aangepast voor het opnemen van de drukinrichting.A wall of the at least one flexible chamber 10, the at least one fluid connection 12 and the at least one pump chamber 8 of the printing device 6, as shown in Figs. 1, 2a and 2b, can for instance be manufactured from a sheet-like material, for example a plastic film 30 such as polyethylene or polyurethane, optionally applied to a woven fabric such as nylon. In FIG. 1, 2a and 2b, the printing device 6 is provided, for example, with a first sheet-shaped wall 18 facing the lower leg 2 in use and a second sheet-shaped wall 20 facing away from the lower leg, each of which is non-permeable for the fluid and in this example in combination, the flexible chambers 10.1, 10.2, form the fluid connections 12.1, 12.2 and the pump chamber 8. It will be clear that thus, in use, the first sheet-shaped wall 18 is included between the second sheet-shaped wall 20 and the lower leg 2. This offers the advantage that the pressure device 6 of the immobilization device 1 has a simple structure, which is simple and can be manufactured cheaply. Moreover, the printing device 6 can thus be manufactured with a relatively small thickness, measured from the first to the second sheet-like wall, so that the printing device 6 can be easily applied to trusted support devices such as plaster cast, plastic cast, substantially rigid cuffs or walkers. The trusted support device can be used here, wherein the support device does not, or at least hardly, need to be adapted for receiving the printing device.

Bij voorkeur is de drukinrichting 6 vrij van regelorganen zoals 20 kleppen, om een eenvoudige structuur te verkrijgen. Bovendien kan de drukinrichting 6 die vrij is van regelorganen eenvoudig worden toegepast bij vertrouwde steuninrichtingen zoals gipsverband, kunststofverband, in hoofdzaak rigide manchetten of walkers. Hierbij kan de vertrouwde steuninrichting worden toegepast, waarbij de steuninrichting niet, althans j 25 nauwelijks, behoeft te worden aangepast voor het opnemen van de I drukinrichting, aangezien geen ruimte en/of doorvoeropening nodig is waar de regelorganen moeten worden geplaatst en/of doorgevoerd.The pressure device 6 is preferably free of control elements such as valves, in order to obtain a simple structure. Moreover, the pressure device 6 which is free from control elements can easily be used with trusted support devices such as plaster cast, plastic cast, substantially rigid cuffs or walkers. The trusted support device can be used here, wherein the support device does not have to be adapted, at least hardly, for receiving the printing device, since no space and / or passage opening is required where the control members must be placed and / or fed through.

De drukinrichting 6 kan worden vervaardigd middels de volgende werkwijze. De eerste velvormige wand 18 en de tweede velvormige wand 20 30 van een velvormig materiaal worden verschaft, welke eerste en tweede 8 velvormige wand 18, 20 in hoofdzaak gelijkvormig zijn, en welke een dusdanige vorm hebben dat deze in combinatie de ten minste ene flexibele kamer 10, de ten minste ene fluïdumverbinding 12 en de ten minste ene pompkamer 8 kunnen vormen. Fig. 3a-3c tonen voorbeelden van de 5 velvormige wanden. De eerste en tweede velvormige wand 18, 20 worden bijvoorbeeld, in hoofdzaak overlappend, op elkaar geplaatst en, bijvoorbeeld langs hun omtrek, fluïdumdicht verbonden zodat de eerste en tweede velvormige wand 18, 20 met de fluïdumdichte verbinding de ten minste ene pompkamer, de ten minste ene flexibele kamer 10 en de ten minste ene 10 fluïdumverbinding 12 omsluiten, bijvoorbeeld middels een sealnaad, bijvoorbeeld gevormd door hoogfrequent-lassen. Hierdoor ontstaat tussen de eerste en de tweede velvormige wand 18, 20 een holle binnenruimte die de ten minste ene pompkamer 8, de ten minste ene fluïdumverbinding 12 en de ten minste ene flexibele kamer 10 vormt. Een eerste deel van de eerste en/of 15 tweede velvormige wand 18, 20, aangeduid met onderbroken lijn 22 in Fig. 3a-3c, een tweede deel van de eerste en/of tweede velvormige wand 18, 20, aangeduid met onderbroken lijn 24 in Fig. 3a-3c, worden dusdanig verbonden, dat de drukinrichting 6, in gebruik, de achterkant van het onderbeen 2 en de onderkant van de voet omsluit.The printing device 6 can be manufactured by the following method. The first sheet-shaped wall 18 and the second sheet-shaped wall 20 of a sheet-like material are provided, which first and second 8-sheet walls 18, 20 are substantially similar, and which have such a shape that, in combination, they provide the at least one flexible chamber 10, the at least one fluid connection 12 and the at least one pumping chamber 8 can form. FIG. 3a-3c show examples of the 5 sheet-shaped walls. The first and second sheet-like wall 18, 20 are, for example, substantially overlapping, placed on top of each other and, for example along their circumference, fluid-tightly connected so that the first and second sheet-like wall 18, 20 with the fluid-tight connection provide the at least one pump chamber, enclose at least one flexible chamber 10 and the at least one fluid connection 12, for example by means of a sealing seam, for example formed by high-frequency welding. This creates a hollow inner space between the first and the second sheet-shaped wall 18, 20 which forms the at least one pump chamber 8, the at least one fluid connection 12 and the at least one flexible chamber 10. A first part of the first and / or second sheet-shaped wall 18, 20, indicated by broken line 22 in FIG. 3a-3c, a second part of the first and / or second sheet-shaped wall 18, 20, indicated by broken line 24 in FIG. 3a-3c, are connected such that, in use, the pressure device 6 encloses the back of the lower leg 2 and the bottom of the foot.

20 Fig. 3a toont de velvormige wand voor het vervaardigen van de drukinrichting 6 getoond in Fig. 2a en 2b. De eerste en tweede velvormige wand 18, 20 zijn in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van een virtuele lijn, die zich, in gebruik, in hoofdzaak in sagittale richting onder het midden van de voet uitstrekt. Bij deze drukinrichting 6 strekken de eerste en 25 tweede velvormige wand 18, 20 zich, in gebruik, in hoofdzaak uit van een eerste zijde van het onderbeen 2, onder de zool van de voet door naar een tweede zijde van het onderbeen 2. Nadat de eerste en tweede velvormige wand 18, 20, bijvoorbeeld langs hun omtrek, fluïdumdicht zijn verbonden, worden het eerste en tweede deel 22, 24 verbonden waarbij de verbinding 30 tussen het eerste en tweede deel 22, 24 zich, in gebruik, in hoofdzaak in 9 verticale richting uitstrekt langs de achterkant van het onderbeen 2. Het eerste en tweede deel 22, 24 worden bijvoorbeeld verbonden middels naad 16, bijvoorbeeld een tweede sealnaad, bijvoorbeeld gevormd door hoogfrequent-lassen, zoals getoond in Fig. 2b. Er geldt dus dat het eerste en 5 tweede deel 22, 24 van het samenstel van de eerste en tweede velvormige wand 18, 20 dusdanig zijn verbonden, dat de drukinrichting 6, in gebruik, de achterkant van het onderbeen 2 en de onderkant van de voet omsluit. Bij wijze van voorbeeld wordt de hiel van het onderbeen 2 vrijgelaten door de drukinrichting 6 die is gevormd van de eerste en tweede velvormige wand 10 18, 20 zoals getoond in Fig. 3a De aldus verkregen drukinrichting 6 omvat één drukkamer 8, twee fluïdum verbindingen 12.1, 12.2 en twee flexibele kamers 10.1, 10.2.FIG. 3a shows the sheet-like wall for manufacturing the printing device 6 shown in FIG. 2a and 2b. The first and second sheet-shaped wall 18, 20 are substantially symmetrical with respect to a virtual line which, in use, extends substantially in the sagittal direction below the center of the foot. With this pressing device 6, the first and second sheet-shaped wall 18, 20, in use, extend substantially from a first side of the lower leg 2, below the sole of the foot, to a second side of the lower leg 2. After the first and second sheet-shaped wall 18, 20, for example along their circumference, are connected in a fluid-tight manner, the first and second part 22, 24 are connected, the connection 30 between the first and second part 22, 24 being, in use, substantially in 9 vertical direction extends along the back of the lower leg 2. The first and second part 22, 24 are connected, for example, by seam 16, for example a second sealing seam, for example formed by high-frequency welding, as shown in Figs. 2b. Thus, it holds that the first and second parts 22, 24 of the assembly of the first and second sheet-shaped wall 18, 20 are connected such that the pressing device 6, in use, the rear of the lower leg 2 and the bottom of the foot encloses. By way of example, the heel of the lower leg 2 is released by the pressure device 6 formed from the first and second sheet-shaped wall 18, 20 as shown in FIG. 3a The pressure device 6 thus obtained comprises one pressure chamber 8, two fluid connections 12.1, 12.2 and two flexible chambers 10.1, 10.2.

Fig. 3b toont een alternatieve velvormige wand voor het vervaardigen van de drukinrichting 6. De eerste en tweede velvormige wand 15 18, 20 zijn in Fig. 3b in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van een virtueel vlak, dat zich, in gebruik, in hoofdzaak in sagittale richting door het midden van het onderbeen uitstrekt. Bij deze drukinrichting 6 strekken de eerste en tweede velvormige wand 18, 20 zich, in gebruik, in hoofdzaak uit van de eerste zijde van het onderbeen 2, achter het onderbeen 2 langs naar 20 de tweede zijde van het onderbeen 2. Nadat de eerste en tweede velvormige wand 18, 20, bijvoorbeeld langs hun omtrek, fluïdumdicht zijn verbonden, worden het eerste en tweede deel 22, 24 verbonden waarbij de verbinding tussen het eerste en tweede deel 22, 24 zich, in gebruik, in hoofdzaak in sagittale richting uitstrekt langs de onderkant van de voet. De aldus 25 verkregen drukinrichting omvat twee drukkamers, twee fluïdumverbindingen 12.1, 12.2 en één flexibele kamer 10.FIG. 3b shows an alternative sheet-like wall for manufacturing the printing device 6. The first and second sheet-like wall 18, 20 are shown in FIG. 3b is substantially symmetrical with respect to a virtual plane which, in use, extends substantially in the sagittal direction through the center of the lower leg. With this printing device 6, the first and second sheet-shaped wall 18, 20, in use, extend substantially from the first side of the lower leg 2, behind the lower leg 2, to the second side of the lower leg 2. After the first and If the second sheet-shaped wall 18, 20 are connected in a fluid-tight manner, for example along their periphery, the first and second part 22, 24 are connected, the connection between the first and second part 22, 24, in use, extending substantially in the sagittal direction along the bottom of the foot. The printing device thus obtained comprises two pressure chambers, two fluid connections 12.1, 12.2 and one flexible chamber 10.

Fig. 3c toont een tweede alternatieve velvormige wand voor het vervaardigen van de drukinrichting 6. Bij deze drukinrichting 6 strekken de eerste en tweede velvormige wand 18, 20 zich, in gebruik, in hoofdzaak uit 30 van de eerste zijde van het onderbeen 2, achter het onderbeen 2 langs naar i 10 de tweede zijde van het onderbeen 2 en onder de zool van de voet door naar de tweede zijde van het onderbeen 2. Nadat de eerste en tweede velvormige wand 18, 20, bijvoorbeeld langs hun omtrek, fluïdumdicht zijn verbonden, worden het eerste en tweede deel 22, 24 verbonden, dusdanig dat de 5 drukinrichting 6, in gebruik, de achterkant van het onderbeen 2 en de onderkant van de voet omsluit. De aldus verkregen drukinrichting omvat één drukkamer, één fluïdumverbinding 12 en één flexibele kamer 10.FIG. 3c shows a second alternative sheet-shaped wall for manufacturing the printing device 6. With this printing device 6, the first and second sheet-shaped wall 18, 20, in use, extend substantially from the first side of the lower leg 2, behind the lower leg. 2 along to the second side of the lower leg 2 and below the sole of the foot to the second side of the lower leg 2. After the first and second sheet-shaped wall 18, 20, for example along their circumference, are connected in a fluid-tight manner, the first and second parts 22, 24 are connected, such that, in use, the pressure device 6 encloses the back of the lower leg 2 and the bottom of the foot. The thus obtained printing device comprises one pressure chamber, one fluid connection 12 and one flexible chamber 10.

Verwijzend naar Fig. 3a geldt dat het eveneens mogelijk is dat eerst de eerste en tweede velvormige wand 18, 20 elk (fluïdumdicht) worden 10 verbonden waarbij de verbinding zich, in gebruik, in hoofdzaak in verticale richting uitstrekt langs de achterkant van het onderbeen 2, en dat vervolgens de eerste en tweede velvormige wand 18, 20 langs hun omtrek fluïdumdicht worden verbonden. De aldus verkregen drukinrichting omvat één drukkamer 8, twee fluïdumverbindingen 12.1, 12.2 en één flexibele 15 kamer 10. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor de velvormige wanden getoond in Figg. 3b en 3c.Referring to FIG. 3a, it is also possible that first the first and second sheet-shaped wall 18, 20 are each connected (fluid-tight), the connection, in use, extending substantially vertically along the rear side of the lower leg 2, and subsequently the first and second sheet-shaped wall 18, 20 are connected in a fluid-tight manner around their circumference. The thus obtained printing device comprises one pressure chamber 8, two fluid connections 12.1, 12.2 and one flexible chamber 10. The same applies mutatis mutandis for the sheet-shaped walls shown in Figs. 3b and 3c.

In Fig. 2a is, bij wijze van voorbeeld de drukinrichting 6 in de ten minste ene fluïdumverbinding 12, voorzien van afstandsmiddelen 26, in dit voorbeeld twee langwerpige strips, bijvoorbeeld van kunststof of rubber. De 20 afstandmiddelen 26 strekken zich in het voorbeeld uit tussen de eerste en de tweede velvormige wand 18, 20. De afstandsmiddelen 26 houden de fluïdumverbinding tussen de pompkamer 8 en de flexibele kamer 10 open, bijvoorbeeld wanneer de voet wordt bewogen ten opzichte van het onderbeen. Het zal duidelijk zijn dat de afstandsmiddelen 26 in beginsel in 25 elke uitvoeringsvorm van de drukmiddelen 6 kunnen worden toegepast. De afstandsmiddelen 26 zijn bijzonder efficiënt wanneer de ten minste ene fluïdumverbinding 12 van velvormig materiaal is vervaardigd.In FIG. 2a, for example, the printing device 6 in the at least one fluid connection 12 is provided with spacer means 26, in this example two elongated strips, for example of plastic or rubber. The spacer means 26 extend in the example between the first and the second sheet-shaped wall 18, 20. The spacer means 26 keep the fluid communication between the pump chamber 8 and the flexible chamber 10 open, for example when the foot is moved relative to the lower leg . It will be clear that the spacing means 26 can in principle be used in any embodiment of the pressing means 6. The spacer means 26 are particularly efficient when the at least one fluid connection 12 is made of sheet material.

Het is eveneens mogelijk dat de drukinrichting 6 nabij de ten minste ene fluïdumverbinding 12, is voorzien van verstevigingsmiddelen, 30 voor het in hoofdzaak verhinderen dat de fluïdumverbinding 12, in gebruik, 11 wordt afgesloten. De verstevigingsmiddelen kunnen zowel inwendig in de drukinrichting 6 als uitwendig aan de drukinrichting 6 zijn aangebracht.It is also possible that the pressure device 6 is provided near the at least one fluid connection 12, with reinforcing means, for substantially preventing the fluid connection 12 from being closed, in use, 11. The reinforcing means can be arranged both internally in the pressure device 6 and externally on the pressure device 6.

De immobilisatie-inrichting 1 kan, bij wijze van voorbeeld, middels de volgens werkwijze worden aangebracht aan het onderbeen 2. Om het 5 onderbeen 2 wordt bijvoorbeeld, maar niet noodzakelijkerwijs, een onderlaag, bijvoorbeeld een tricotkous, aangebracht. Op de onderlaag wordt de drukinrichting 6 aangebracht, dusdanig dat de drukinrichting 6 althans een deel van het onderbeen, bijvoorbeeld de achterkant van het onderbeen 2, en de onderkant van de voet omsluit. Het is mogelijk dat de drukinrichting 10 6 reeds ten dele is gevuld met het fluïdum, bijvoorbeeld water, hetgeen het positioneren van de drukinrichting 6 kan vergemakkelijken. Over de drukinrichting 6 wordt bijvoorbeeld een wattenverband aangebracht. De laag wattenverband wordt bijvoorbeeld voorzien van pre-tape. Over de laag wattenverband wordt gips aangebracht. Als het gips is uitgehard, kan de 15 drukinrichting 6 worden gevuld met het fluïdum. De benodigde hoeveelheid fluïdum kan worden bepaald door de druk in de drukinrichting 6 te meten in een onbelaste situatie (drukkamer 8 niet onder druk gebracht, bijvoorbeeld wanneer de voet is opgetild) en in een belaste situatie (drukkamer 8 onder druk gebracht, bijvoorbeeld wanneer de voet op een 20 ondergrond is geplaatst). De benodigde druk in de drukinrichting 6 kan afhankelijk zijn van de aard van de blessure en het stadium waarin het genezingsproces zich bevindt. De drukinrichting 6 kan bijvoorbeeld, althans gedeeltelijk, worden gevuld met fluïdum, bijvoorbeeld water. Meer in het bijzonder kan bijvoorbeeld de drukinrichting 6 voor 20-80% worden gevuld 25 met fluïdum bij voorkeur voor 40-60%. Bij wijze van voorbeeld wordt de drukinrichting 6 voorzien van een hoeveelheid fluïdum die kleiner is dan 500 ml, bij voorkeur kleiner dan 400 ml, meer bij voorkeur kleiner dan 200 ml. Bij wijze van voorbeeld wordt de drukinrichting 6 voorzien van de hoeveelheid fluïdum die groter is dan 10 ml, bij voorkeur groter dan 50 ml, 30 meer bij voorkeur groter dan 100 ml. Meer in het bijzonder wordt 12 bijvoorbeeld de drukinrichting 6 voorzien van 10-500 ml fluïdum, bij voorkeur 50-400 ml, meer bij voorkeur 100-200 ml.The immobilization device 1 can, for example, be applied to the lower leg 2 by means of the method according to the method. For example, but not necessarily, a lower layer, for example a stocking stocking, is provided around the lower leg. The pressure device 6 is arranged on the lower layer such that the pressure device 6 encloses at least a part of the lower leg, for example the rear side of the lower leg 2, and the underside of the foot. It is possible that the pressure device 6 is already partially filled with the fluid, for example water, which can facilitate the positioning of the pressure device 6. For example, a cotton pad is applied over the printing device 6. The layer of cotton wool is for example provided with pre-tape. Plaster is applied over the layer of cotton wool. When the plaster has hardened, the pressure device 6 can be filled with the fluid. The required amount of fluid can be determined by measuring the pressure in the pressure device 6 in an unloaded situation (pressure chamber 8 not pressurized, for example when the foot is lifted) and in a loaded situation (pressure chamber 8 pressurized, for example when the pressure foot is placed on a surface). The required pressure in the pressure device 6 can depend on the nature of the injury and the stage at which the healing process is located. The printing device 6 can for instance, at least partially, be filled with fluid, for example water. More in particular, for example, the printing device 6 can be filled for 20-80% with fluid, preferably for 40-60%. By way of example, the printing device 6 is provided with an amount of fluid that is less than 500 ml, preferably less than 400 ml, more preferably less than 200 ml. By way of example, the printer 6 is provided with the amount of fluid that is greater than 10 ml, preferably greater than 50 ml, more preferably greater than 100 ml. More in particular, 12, for example, the printing device 6 is provided with 10-500 ml of fluid, preferably 50-400 ml, more preferably 100-200 ml.

Na het aanbrengen van de immobilisatie-inrichting 1 kan de variërende druk worden uitgeoefend op het onderbeen 2, tijdens het 5 alternerend belasten en wegnemen van belasting van het onderbeen 2, bijvoorbeeld het plaatsen van de voet op de ondergrond en het optillen van de voet van de ondergrond, zoals tijdens lopen. Aldus wordt een werkwijze verschaft voor het behandelen van onderbeenblessuren, bijvoorbeeld een onderbeenfractuur.After applying the immobilisation device 1, the varying pressure can be exerted on the lower leg 2, during the alternating loading and removal of the load on the lower leg 2, for example placing the foot on the ground and lifting the foot from the surface, such as when walking. Thus, a method is provided for treating lower leg injuries, for example a lower leg fracture.

10 In de voorbeelden omvat de steuninrichting een gipsverband, zoals loopgips. Het is echter ook mogelijk dat de steuninrichting kunststof verband omvat, een in hoofdzaak rigide manchet en/of een walker (geprefabriceerde laarsachtige steuninrichting voor het immobiliseren van een onderbeen). Bij toepassing van een walker kan bijvoorbeeld het 15 wattenverband worden vervangen door een onderdeel, zoals een kous, van de walker.In the examples, the support device comprises a plaster cast, such as running plaster. However, it is also possible that the support device comprises a plastic dressing, a substantially rigid sleeve and / or a walker (prefabricated boot-like support device for immobilizing a lower leg). When a walker is used, for example, the cotton wool bandage can be replaced by a part, such as a stocking, of the walker.

In de voorbeelden omsluit de flexibele kamer van de drukinrichting, althans ten dele, de achterkant en zijden van het onderbeen. Het is echter eveneens mogelijk dat de flexibele kamer de gehele omtrek van 20 het onderbeen omsluit of slechts aangrijpt op ten minste een zijde of de achterkant van het onderbeen.In the examples, the flexible chamber of the printing device encloses, at least in part, the back and sides of the lower leg. However, it is also possible that the flexible chamber encloses the entire circumference of the lower leg or only engages at least one side or the rear side of the lower leg.

In de voorbeelden omvat de drukinrichting de eerste en de tweede velvormige wand. Het is echter ook mogelijk dat de drukinrichting slechts één velvormige wand omvat, of meer dan twee velvormige wanden.In the examples, the printing device comprises the first and the second sheet-shaped wall. However, it is also possible that the printing device comprises only one sheet-like wall, or more than two sheet-like walls.

25 Dergelijke variaties worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.Such variations are all understood to fall within the scope of the invention.

<1028735<1028735

Claims

An immobilisation device for immobilizing a lower leg, wherein the device is provided with a support device which, in use, encloses at least the lower leg, for fixing bones 5 and / or broken bone parts of the bone substantially in relation to each other. lower leg; and a pressure device for applying varying pressure to the lower leg, which pressure device is provided with at least one pump chamber, at least one flexible chamber and at least one fluid connection between the at least one pump chamber and the at least one flexible chamber, the pressure device is arranged such that, in use, the at least one pumping chamber extends, at least in part, under a sole of a foot of the lower leg and the at least one flexible chamber extends, at least in part, between the supporting device and the lower leg, wherein the pressure device, in use, is at least partially filled with a fluid, so that when the foot is placed on a surface, such as while walking, the fluid, at least in part, from the at least one pump chamber via the at least one fluid connection will flow to the at least one flexible chamber, and when the foot is lifted the fluid, at least in part, from the at least one one flexible chamber will flow via the at least one fluid connection to the at least one pumping chamber for exerting varying pressure on the lower leg with the at least one flexible chamber.

2. An immobilisation device as claimed in claim 1, characterized in that the support device comprises a plaster cast, plastic cast, substantially rigid sleeve and / or walker. * 028735!

3. An immobilisation device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the pressing device is arranged such that, in use, the at least one flexible chamber extends, at least in part, between the supporting device and a rear side and / or at least one side of the lower leg.

4. An immobilisation device as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the pressure device is arranged such that, in use, the heel of the lower leg is released by the pressure device.

5. Immobilizing device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a wall of the at least one flexible chamber is, at least substantially, inelastic.

6. Imaging device as claimed in claim 5, characterized in that, in use, the printing device is partially filled with the fluid, so that when the foot is placed on a surface, such as while walking, the fluid flowing to the flexible chamber exerts a thrust on the lower leg.

Immobilizing device according to claim 6, characterized in that the immobilizing device is arranged such that the driving effect is directed upwards.

8. Immobilizing device as claimed in any of the claims 1-7, characterized in that a wall of the at least one flexible chamber, a wall of the at least one fluid connection and / or a wall of the at least one pumping chamber is made of a sheet material.

9. An immobilisation device as claimed in claim 8, characterized in that the wall of the at least one flexible chamber, the wall of the at least one fluid connection and / or the wall of the at least one pumping chamber is made of a plastic, such as polyethylene or polyurethane, optionally applied to a woven fabric such as nylon.

10. An immobilisation device according to any one of the preceding claims, characterized in that the at least one flexible chamber, the at least one fluid connection and the at least one pump chamber form an integral whole.

11. An immobilisation device as claimed in claim 9, characterized in that the pressing device is provided with a second sheet-shaped wall facing away from the lower leg and a, in use, received between the second sheet-shaped wall and the lower leg, taken in use. lower leg-facing first sheet-like wall, each of which is impermeable to the fluid and which in combination form the at least one flexible chamber, the at least one fluid connection, and the at least one pumping chamber.

12. Immobilizing device as claimed in claim 11, characterized in that the first and second sheet-shaped wall are substantially similar.

13. Immobilizing device as claimed in claim 11 or 12, characterized in that the first and second sheet-like wall are connected in a fluid-tight manner to each other so that the first and second sheet-like wall with the fluid-tight connection provide the at least one flexible chamber, the at least one fluid connection and enclosing the at least one pumping chamber.

14. An immobilisation device as claimed in Claim 13, characterized in that the first and second sheet-like wall are connected to each other in a fluid-tight manner around their circumference.

An immobilisation device according to claim 13 or 14, characterized in that the first and second sheet-like wall are connected to each other in a fluid-tight manner by means of a seal seam.

16. An immobilisation device as claimed in any of the claims 13-15, characterized in that a first and second part of the assembly of the first and second sheet-like wall are connected such that, in use, the printing device is the rear side of the lower leg. and encloses the bottom of the foot.

17. An immobilisation device as claimed in claim 16, characterized in that the first and second part are connected by means of a second seal seam.

An immobilisation device according to any one of claims 11-17, characterized in that, in use, the first and second sheet-shaped wall extend substantially from a first side of the lower leg, through the sole of the foot, to a second side of the lower leg.

19. An immobilization device as claimed in claims 16 and 18, characterized in that, in use, the connection between the first and second part extends substantially in the vertical direction along the rear side of the lower leg.

20. An immobilisation device as claimed in any of the claims 11-17, characterized in that, in use, the first and second sheet-shaped wall extend substantially from a first side of the lower leg, behind the lower leg, to a second side of the lower leg.

21. An immobilisation device as claimed in claims 16 and 20, characterized in that, in use, the connection between the first and second part 15 extends substantially in the sagittal direction along the underside of the foot.

22. An immobilisation device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the pressure device in the at least one fluid connection is provided with spacing means for, in use, keeping the at least one fluid connection open between the at least one pump chamber and the at least one flexible chamber.

23. An immobilisation device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the pressure device, near the at least one fluid connection, is provided with reinforcement means, for substantially preventing the at least one fluid connection between the at least one pump chamber and the at least one flexible chamber, in use, is sealed off.

24. An immobilisation device according to any one of the preceding claims, characterized in that the pressure device comprises a filling opening, such as a valve.

Immobilizing device according to one of the preceding claims, characterized in that the fluid comprises a liquid, such as water.

26. Pressure device of the immobilization device according to one of claims 1-25.

27. A method for manufacturing a printing device apparently suitable for use in an immobilization device according to any one of claims 1-25, wherein the method comprises the steps of providing a first sheet-like wall and a second sheet-like wall of a sheet-like material, which first and second sheet-like wall are substantially similar, and which have such a shape that, in combination, they can form the at least one flexible chamber, the at least one fluid connection and the at least one pump chamber, the fluid-tight connection of the first and second second sheet-shaped wall so that the first and second sheet-shaped wall enclose the at least one flexible chamber, the at least one fluid connection and the at least one pump chamber with the fluid-tight connection, connecting a first and second part of the first and / or second sheet-shaped wall, such that the pressure device, in use, the rear side of the lower leg and lower jug t of the foot.

28. Method as claimed in claim 27, wherein furthermore, in use, the first and second sheet-shaped wall extend substantially from a first side of the lower leg, under the sole of the foot, to a second side of the lower leg, wherein at connecting the first and second part the! connection between the first and second part, in use, extends substantially in vertical direction along the back of the lower leg.

29. Method as claimed in claim 27, wherein furthermore in use the first and second sheet-shaped wall substantially extend from a first side of the lower leg, behind the lower leg, to a second side of the lower leg, wherein at the connecting the first and second part the connection between the first and second part, in use, extends substantially in the sagittal direction along the bottom of the foot.

30. Method as claimed in any of the claims 27-29, wherein the first and second part of the first and / or second sheet-shaped wall are connected such that the pressure device, in use, encloses the back of the lower leg and the bottom of the foot, wherein the heel of the lower leg is released by the pressure device.

A method according to any of claims 27-30, wherein the first sheet-shaped wall and the second sheet-shaped wall are, at least substantially, inelastic.

A method according to any one of claims 27-31, wherein the method further comprises providing a filling opening, such as a valve, in the first and / or the second sheet-shaped wall.

33. A method for being able to treat a lower leg fracture, wherein the steps are performed of - applying a pressure device to the lower leg for exerting a varying pressure on the lower leg, which pressure device is provided with at least one pump chamber, at least a flexible chamber and at least one fluid communication between the at least one pumping chamber and the at least one flexible chamber, wherein, in use, the at least one pumping chamber extends, at least in part, under a sole of a foot of the lower leg, arranging a support device around the lower leg, wherein, in use, the at least one flexible chamber extends, at least in part, between the support device and the lower leg, and filling, at least in part, the printing device with a fluid, so that when the foot is placed on a surface, such as during walking, the fluid, at least in part, from the at least one pumping chamber via the at least a one fluid connection will flow to the at least one flexible chamber, and when the foot is lifted the fluid will flow, at least in part, from the at least one flexible chamber via the at least one fluid connection to the at least one pump chamber for exerting varying pressure on the lower leg with the at least one flexible chamber.

34. A method for treating a lower leg fracture, wherein the steps are performed of applying a pressure device to the lower leg to exert varying pressure on the lower leg, which pressure device is provided with at least one pump chamber, at least one flexible chamber 15 and at least one fluid communication between the at least one pump chamber and the at least one flexible chamber, wherein, in use, the at least one pump chamber extends, at least in part, under a sole of a foot of the lower leg, applying a support device around the lower leg, wherein, in use, the at least one flexible chamber extends, at least in part, between the support device and the lower leg, filling the pressure device at least in part, so that when the foot is on a substrate is placed, such as during running, the fluid, at least in part, from the at least one pumping chamber via the at least one fluid connection will flow to the at least one flexible chamber, and when the foot is lifted, the fluid will flow, at least in part, from the at least one flexible chamber via the at least one fluid connection to the at least one pump chamber for connecting with the at least one at least one flexible chamber exerting the varying pressure on the lower leg, and! exerting varying pressure on the lower leg. 5! 1028735-