NL1028694C2

NL1028694C2 - Voorziening en werkwijze voor het verbinden van een koord met een voorwerp.

Info

Publication number: NL1028694C2
Application number: NL1028694A
Authority: NL
Inventors: Dirk Boonstra; Rodolfo Jensen; Steven Henricus Wilhe Lieshout
Original assignee: Iac B V; Mesenhoeller Kunststofftechnik; Eureka Pd & E Bvba
Priority date: 2005-04-05
Filing date: 2005-04-05
Publication date: 2006-10-09
Also published as: WO2006107193A2; WO2006107193A3

Description

Voorziening en werkwijze voor het verbinden van een koord met een voorwerp

Terrein van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een voorziening voor het verbinden van een, bijvoorbeeld polyester, koord met een voorwerp, bijvoorbeeld een bevestigingsmiddel zoals een, bijvoorbeeld kunststof, haak, De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het verbinden van een koord met een voorwerp.

10

Achtergrond van de uitvinding

Autostoelen zijn veelal opgebouwd uit een metalen frame waarover kunststof schuim als vulling wordt aangebracht. Vervolgens wordt daarover de stoelbekleding getrokken. De stoelbekleding wordt aan het frame vastgezet met behulp van een koord dat door een 15 daartoe in de stoelbekleding voorziene ruimte getrokken wordt. Daarbij wordt de van koord voorziene stoelbekleding over de kale stoel getrokken en vervolgens wordt een, aan het eerste uiteinde van het koord bevestigde, eerste haak in het metalen frame of over een metalen draad gehaakt. Een tweede, aan het tweede uiteinde van het koord bevestigde, haak is voorzien van een lus. Door nu aan de lus te trekken wordt het koord gespannen waarna 20 de tweede haak in het metalen frame kan worden gehaakt. De functie van het aldus gespannen koord is de bekleding onder alle omstandigheden op zijn plaats te houden zodat de stoel in model blijft. Tevens wordt door het gespannen koord het kunststof schuim steeds op zijn plaats gehouden, bijvoorbeeld tijdens het ontplooien van de airbag in de stoel.

25 Tot voor kort nam men voor het koord een metalen draad en bevestigde aan beide uiteinden een metalen haak. Het nadeel van deze uitvoering is de mogelijkheid van ongewenste geluidsproductie door metaal-op-metaal contact waarbij het geheel kan gaan rammelen of ratelen. Ook bestaat er gevaar voor corrosie. In een andere uitvoering neemt men voor het koord een polyester koord van een bepaalde lengte waarop aan beide uiteinden een metalen 30 haak wordt geklemd. De metalen haken buigen echter makkelijk open en kunnen nog steeds een rammelend of ratelend geluid veroorzaken. De huidige tendens is derhalve het geheel uit kunststof te vervaardigen, en wel een koord aan beide uiteinden verbonden met een op dc toepassing afgestemde kunststof haak.

1028694- 2

Daarbij kan een kunststof haak met een polyester koord worden verbonden door een uiteinde van het koord door een gat in de kunststof haak te voeren en het uiteinde te voorzien van een zogenaamde ‘hog-ring’. Deze vorm van verbinden blijkt echter slecht reproduceerbaar, en onbetrouwbaar omdat het koord zich los kan wurmen. Ook kan een 5 uiteinde van een polyester koord in een daartoe voorziene ruimte in een kunststof haak worden gevoerd waarna een metalen kram door de haak en het koord wordt geschoten.

Nadeel is echter het gebruik van metaal met weer de mogelijkheid van ongewenste geluidsproductie en gevaar voor corrosie. Of er kan aan beide uiteinden van het koord een kunststof haak worden aangespoten. Zo kunnen weliswaar sterke verbindingen worden 10 gevormd, maar het smeltproces tussen koord en kunststof blijkt kritisch en moeilijk te controleren.

|

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde oplossing voor het verbinden van een koord met een voorwerp, in het bijzonder een bevestigingsmiddel 15 zoals een haak. De verbinding dient sterk, in hoge mate reproduceerbaar en betrouwbaar te zijn, bij voorkeur zonder metalen delen, en bij voorkeur met een lage kostprijs.

Samenvatting van de uitvinding 20 De uitvinding verschaft daartoe een systeem voor het verbinden van een, bijvoorbeeld polyester, koord met een voorwerp, bijvoorbeeld een bevestigingsmiddel zoals een haak, waarbij een klemelement wordt ingebracht in een eerste opneemruimte en een gedeelte van het koord wordt meegenomen en geklemd tussen het klemelement en een wand van de eerste opneemruimte.

25 Zo kan een sterke, in hoge mate reproduceerbare verbinding worden gevormd tussen het koord en het voorwerp. Bij voorkeur wordt daarbij middels één of meer borgelementen voorkomen dat het eenmaal ingebrachte klemelement weer uit de eerste opneemruimte treedt. Zo kan het koord zich niet los wurmen en is de verbinding in hoge mate betrouwbaar. De eerste opneemruimte en het klemelement kunnen daarbij bijvoorbeeld in 30 hoofdzaak cilindervormig zijn, maar ook andere vormen zijn mogelijk.

Bij voorkeur wordt een gedeelte van het koord in een daartoe voorziene inlegruimte gelegd zodanig dat bij het inbrengen van het klemelement in de eerste opneemruimte een gedeelte van het koord wordt meegenomen en geklemd tussen het klemelement en een wand van de 1028694“ i 3 eerste opneemruimte. Het inleggen gaat simpeler en sneller dan bijvoorbeeld het steken van een uiteinde van het koord door een gat. Zo kan het koord eenvoudig in een juiste, goed uitgerichte positie worden gebracht.

Bij voorkeur is het klemelement voorzien van een tweede opneemruimte, bijvoorbeeld een 5 groef, voor het opnemen van een gedeelte van het koord bij het inbrengen en het klemmen.

Het koord zal daarmee beter en op een juiste wijze meegenomen worden en in een correcte positie worden geklemd. Dat zal duidelijker worden in de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van een voorziening en een werkwijze volgens de uitvinding.

In een uitvoeringsvorm bestaan het klemelement en het voorwerp in hoofdzaak uit 10 kunststof. Een kunststof haak zal beneden de maximale belasting niet vervormen, en er is geen gevaar voor corrosie. Bij een juiste uitvoering en keuze van materiaal en proces kan het geheel sterk worden uitgevoerd met een lage kostprijs.

Bij voorkeur is het klemelement aanvankelijk vast verbonden met het voorwerp en is de verbinding tussen het klemelement en het voorwerp zodanig breekbaar is dat de verbinding 15 wordt verbroken bij het inbrengen van het klemelement in de eerste opneemruimte. Dat heeft grote productietechnische voordelen. Zo is het niet nodig losse onderdelen samen te voegen, evenmin als het uitrichten van het klemelement ten opzichte van de eerste opneemruimte vóór het inbrengen. Ook dit zal duidelijker worden in de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden.

20 Het inbrengen geschiedt bij voorkeur middels een krachtstoot, bijvoorbeeld middels een, bijvoorbeeld pneumatische, hamer.

Korte beschrijving van de tekeningen 25 De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een aantal niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden van een voorziening en een werkwijze volgens de uitvinding.

Daarin toont: - figuur la een zijaanzicht op een eerste, volgens een werkwijze volgens de uitvinding 30 aan een koord te bevestigen, voorwerp omvattende een eerste haak en een eerste lus; - figuur lb een zijaanzicht op een tweede, volgens een werkwijze volgens de uitvinding aan een koord te bevestigen, voorwerp omvattende een tweede haak; 1028694- 4 - figuur lc een perspectivisch aanzicht op het eerste voorwerp en het tweede voorwerp, beide volgens een werkwijze volgens de uitvinding aan een koord bevestigd; - figuur ld een zijaanzicht daarop; - figuur le een onderaanzicht daarop; 5 - figuur 2a een perspectivisch aanzicht op een derde, volgens een werkwijze volgens de uitvinding aan een koord te bevestigen, voorwerp omvattende een derde haak en een tweede lus; en - figuur 2b een perspectivisch aanzicht op een vierde, volgens een werkwijze volgens de uitvinding aan een koord te bevestigen, voorwerp omvattende een vierde haak.

10

Uitvoeringsvoorbeelden van een voorziening en een werkwijze volgens de uitvinding Figuur la en lb tonen twee aan een koord te bevestigen voorwerpen (10,20). Het eerste voorwerp (10) omvat een eerste haak (11) en een eerste lus (12), het tweede voorwerp (20) 15 omvat tweede haak (13). Beide voorwerpen (10,20) zijn tevens voorzien van een voorziening (1) volgens de uitvinding. De voorziening (1) omvat een klemelement (2), in dit geval een cilindervormige stift, en een eerste opneemruimte (3). Het klemelement (2) is middels een zwakke, breekbare verbinding (17) verbonden met het voorwerp (10,20), en is juist uitgericht ten opzichte van de eerste opneemruimte (3). Het klemelement (2) is aan een 20 eerste zijde voorzien van een aanslagvlak (7) en aan de tegenoverliggende zijde van een tweede opneemruimte (21), in dit geval een groef.

Voor het verbinden van de voorwerpen (10,20) met een koord (5) wordt het koord (5) ingelegd in een daartoe voorziene inlegruimte (6), in dit geval een dwars op de hoofdrichting van de eerste opneemruimte (3) staande groef waar het koord (5) eenvoudig 25 van buitenafkan worden ingelegd.

Vervolgens wordt, bijvoorbeeld door middel van een pneumatische stoter (niet getoond), een krachtstoot uitgeoefend op het aanslagvlak (7) waardoor het klemelement (2) in de eerste opneemruimte (3) geschoten. Daarbij wordt de zwakke verbinding (17) verbroken. Een gedeelte van het koord (5) wordt daarbij door het klemelement (2) meegenomen en 30 komt klem te zitten tussen het klemelement (2) en de binnenwand van de eerste opneemruimte (3). Een gedeelte van het koord (5) wordt daarbij opgenomen in de tweede opneemruimte (21), waardoor het koord (5) beter en op een juiste wijze meegenomen wordt en in een correcte positie wordt geklemd.

10286945 5

Het klemelement (2) wordt nu in de opneemruimte (3) geborgd door een aantal daartoe voorziene samenwerkende borgelementen (18a, 18b, 18c; 19a, 19b). Hiermee wordt een zeer goede borging en daarmee een zeer betrouwbare verbinding verkregen. Vervolgens kan bijvoorbeeld het overtollige, uitstekende deel van het koord worden afgesneden, 5 bijvoorbeeld middels een warm mes in geval van een polyester koord.

In figuren lc, ld en le wordt ter verduidelijking een koord (5) getoond dat aan een eerste uiteinde (5’) is verbonden met het eerste voorwerp (10) en aan een tweede uiteinde (5”)met het tweede voorwerp (20). Het betreffende klemelement (2) is daartoe in de betreffende opneemruimte (3) geschoten met medeneming van een gedeelte van het koord (5).

10

Figuur 2a en 2b tonen nog twee andere aan een koord te bevestigen voorwerpen (30,40). Een derde voorwerp (30) dat weer een derde haak (14) en een tweede lus (15) omvat, en een vierde voorwerp (40) dat weer een vierde haak (16) omvat. Beide voorwerpen (30,40) zijn weer voorzien van een voorziening (Γ) volgens de uitvinding. Er is weer voorzien in 15 een aantal samenwerkende borgelementen (22a,22b;23a,23b) voor het borgen van het betreffende klemelement (2’) in de betreffende opneemruimte (3’). De voorziening (Γ) omvat tevens weer een inlegruimte (6’) voor het inleggen van een koord.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding, hoewel vooral besproken aan de hand van het 20 verbinden van het uiteinde van een koord met een bevestigingsmiddel zoals een haak, ook toegepast kan worden voor het verbinden van een koord met andere voorwerpen.

I028694“ i

Claims

1. Voorziening voor het verbinden van een, bijvoorbeeld polyester, koord met een voorwerp, bijvoorbeeld een bevestigingsmiddel zoals een haak, welke voorziening een 5 eerste opneemruimte omvat en tevens een klemelement welk klemelement kan worden ingebracht in de eerste opneemruimte zodanig dat daarbij een gedeelte van het koord kan worden meegenomen en geklemd tussen het klemelement en een wand van de eerste opneemruimte.

2. Voorziening volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voorziening tevens een 10 borgelement omvat welk borgelement het weer uit de eerste opneemruimte treden van het eenmaal ingebrachte klemelement voorkomt.

3. Voorziening volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de eerste opneemruimte en het klemelement in hoofdzaak cilindervormig zijn.

4. Voorziening volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 voorziening tevens een inlegruimte omvat voor het inleggen van een gedeelte van het koord zodanig dat bij het inbrengen van het klemelement in de eerste opneemruimte een gedeelte van het koord wordt meegenomen en geklemd tussen het klemelement en een wand van de eerste opneemruimte.

5. Voorziening volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 20 klemelement is voorzien van een tweede opneemruimte, bijvoorbeeld een groef, voor het opnemen van een gedeelte van het koord bij het inbrengen en het klemmen.

6. Voorziening volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het klemelement en het voorwerp in hoofdzaak uit kunststof bestaan.

7. Voorziening volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 25 klemelement vast verbonden is met het voorwerp en de verbinding tussen het klemelement en het voorwerp zodanig breekbaar is dat de verbinding wordt verbroken bij het inbrengen van het klemelement in de eerste opneemruimte.

8. Werkwijze voor het verbinden van een koord met een voorwerp, in het bijzonder een 30 bevestigingsmiddel zoals een haak, omvattende het inbrengen van een daartoe voorzien klemelement in een daartoe voorziene eerste opneemruimte zodanig dat daarbij een gedeelte van het koord wordt meegenomen en geklemd tussen het klemelement en een wand van de eerste opneemruimte. 1028694a

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat het middels ten minste één borgelement voorkomen van het weer uit de eerste opneemruimte treden van het eenmaal ingebrachte klemelement.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat 5 het inleggen van een gedeelte van het koord in een daartoe voorziene inlegruimte zodanig dat bij het inbrengen van het klemelement in de eerste opneemruimte een gedeelte van het koord wordt meegenomen en geklemd tussen het klemelement en een wand van de eerste opneemruimte.

11. Werkwijze volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat het inbrengen 10 geschiedt middels een krachtstoot, bijvoorbeeld middels een, bijvoorbeeld pneumatische, hamer.

12. Werkwijze volgens een der conclusies 8-11, met het kenmerk, dat bij het inbrengen van het klemelement in de eerste opneemruimte een breekbare verbinding tussen het klemelement en het voorwerp wordt verbroken. ! ! i 1028694?