NL1028665C2

NL1028665C2 - Transport device.

Info

Publication number: NL1028665C2
Application number: NL1028665A
Authority: NL
Inventors: Lodewijk Stephanus Magare Borg
Original assignee: Kaak Johan H B
Priority date: 2005-03-31
Filing date: 2005-03-31
Publication date: 2006-10-03
Also published as: WO2006104380A1

Description

TransportinrichtingTransport device

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting, in het bijzonder op een transportinrichting omvattende een transportband die ingericht is voor het doorlopen van bochten in het horizontale en het verticale 5 vlak en bijvoorbeeld een open draagstructuur bezit.The invention relates to a conveyor device, in particular to a conveyor device comprising a conveyor belt which is adapted to pass through bends in the horizontal and vertical plane and has, for example, an open supporting structure.

Dergelijke inrichtingen met transportbanden worden vooral in de levensmiddelenindustrie, en in het bijzonder voor het transporteren van bakkerijproducten langs een transportbaan, gebruikt. Een voorbeeld van derge-10 lijke inrichtingen zijn de zogenoemde spiraaltorens, voor koelen of verwarmen, rijzen etc., waarin de transportband een spiraalvormige baan doorloopt, voor aandrijving aangegrepen aan zijn binnenzijde. Voorafgaand aan en aansluitend op de spiraalvormige baan is de transportbaan voorzien 15 van rechte stukken voor het respectievelijk aan- en afvoeren van de producten.Such devices with conveyor belts are mainly used in the food industry, and in particular for transporting bakery products along a conveyor track. An example of such devices are the so-called spiral towers, for cooling or heating, rising, etc., in which the conveyor belt traverses a spiral path engaged for driving on its inner side. Prior to and following the spiral track, the conveyor track is provided with straight pieces for respectively supplying and discharging the products.

Een probleem bij de bekende transportbanden is, dat vooral bij de overgang van een rechte baan naar een cirkelvormige bocht grote krachten worden uitgeoefend op 20 de transportband. Hierdoor kan de loop van de transportband ten minste nabij deze overgang onrustig worden. Door deze onrustige loop kunnen de producten op de transportband schokken en/of trillingen ondervinden.A problem with the known conveyor belts is that, especially at the transition from a straight path to a circular bend, large forces are exerted on the conveyor belt. As a result, the course of the conveyor belt can become restless at least near this transition. Due to this restless course, the products on the conveyor belt can be shocked and / or vibrated.

Bijvoorbeeld in het geval van het transporteren 25 van rijzend deeg, kunnen deze schokken en/of trillingen het 1028665“ -- -- 2 rijsproces en daarmee het product nadelig beïnvloeden.For example in the case of transporting rising dough, these shocks and / or vibrations can adversely affect the rising process and thus the product.

Daarnaast kunnen deze schokken en/of trillingen de positie en/of oriëntatie van de producten op de transportband en daarmee het transportproces nadelig beïnvloe-5 den.In addition, these shocks and / or vibrations can adversely affect the position and / or orientation of the products on the conveyor belt and thus the transport process.

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen..An object of the invention is to improve on this ..

Hiertoe verschaft de uitvinding, vanuit een aspect, een transportinrichting omvattende een transport-10 band voor het in een transportrichting transporteren van producten, waarbij de transportinrichting een eerste gedeelte met een eerste kromtestraal en een tweede gedeelte met een tweede kromtestraal omvat, waarbij de transportinrichting een tussen het eerste en tweede gedeelte ge- 15 plaatste inloopbocht omvat met een eerste en een tweede uiteinde die aansluiten op respectievelijk het eerste en het tweede gedeelte, en waarbij de inloopbocht een inloop-bochtgedeelte omvat met een kromtestraal die afwijkt van de eerste en tweede kromtestraal voor het aanpassen van de 20 kromming van de transportband voor het invoeren van de transportband van het eerste gedeelte naar het tweede gedeelte.To this end, the invention provides, from one aspect, a conveying device comprising a conveying belt for conveying products in a conveying direction, wherein the conveying device comprises a first portion with a first radius of curvature and a second portion with a second curvature radius, the conveying device comprising a comprises a run-in bend placed between the first and second part with a first and a second end which connect to the first and the second part, respectively, and wherein the run-in bend comprises a run-in bend part with a radius of curvature that deviates from the first and second curvature radius for adjusting the curvature of the conveyor belt for feeding in the conveyor belt from the first part to the second part.

Door het verschil in kromtestraal tussen, het eerste en tweede gedeelte van de transportinrichting, vormt 25 de övergang van het eerste naar het tweede gedeelte een abrupte verandering van de kromming van de transportband, welke abrupte verandering de rustige loop van de transportband verstoort. Door het plaatsen van een inloopbocht tussen het eerste en tweede gedeelte van de transport-30 inrichting, waarbij een kromtestraal van de inloopbocht in hoofdzaak afwijkt van de eerste en tweede kromtestraal verschaft de inloopbocht de transportband een krommingaan-passing voor het invoeren van de transportband vanaf het eerste gedeelte naar het tweede gedeelte. Hierdoor kan een 35 meer geleidelijke verandering van de kromming, en hierdoor een rustigere loop van de transportband verkregen worden. Aldus kan het opwekken van schokken en/of trillingen, 1028665- 3 althans bij de overgang van het eerste naar het tweede gedeelte van de transportinrichting, ten minste ten dele vermeden worden.Due to the difference in radius of curvature between the first and second part of the conveyor, the transition from the first to the second part constitutes an abrupt change in the curvature of the conveyor belt, which abrupt change disturbs the smooth running of the conveyor belt. By placing a lead-in bend between the first and second part of the conveyor, wherein a radius of curvature of the lead-in bend differs substantially from the first and second curvature radius, the lead-in bend provides the conveyor with a curvature adjustment for feeding in the conveyor from the first part to the second part. As a result, a more gradual change of the curvature, and thereby a quieter course of the conveyor belt can be obtained. Thus, the generation of shocks and / or vibrations, at least at the transition from the first to the second part of the conveying device, can be at least partially avoided.

: Een verder voordeel van deze rustigere loop van 5 de transportband is, dat deze, indien gewenst, met een hogere snelheid door de transportinrichting gevoerd kan worden. Hierdoor kan de transportcapaciteit van de transport inrichting vergroot worden.A further advantage of this quieter course of the conveyor belt is that it can, if desired, be passed through the conveyor device at a higher speed. This allows the transport capacity of the transport device to be increased.

Een verder voordeel van het toepassen van een 10 inloopbocht in de transportinrichting volgens de uitvinding is, dat slijtage aan de transportband kan worden verminderd. Immers, bij het in een bocht voeren van de transportbanden worden hierop grote krachten uitgeoefend.A further advantage of using a run-in bend in the conveyor device according to the invention is that wear on the conveyor belt can be reduced. After all, when carrying the conveyor belts in a bend, great forces are exerted on this.

In het bijzonder worden vooral de aan de buitenbocht gele-15 gen gedeelten van de transportband door trekkrachten belast en de aan de binnenbocht gelegen gedeelten van de transportband door drukkrachten belast. Door deze druk en/of trekkrachten is de transportband aan slijtage onderhevig, met als gevolg dat de transportband of onderdelen daarvan 20 nogal eens vervangen moeten worden. Zoals hiervoor omschreven wordt door de inloopbocht een meer geleidelijke overgang verkregen tussen het eerste en tweede gedeelte van de transportinrichting, waardoor de krachten op de transportband, althans bij de overgang van het eerste naar het 25 tweede gedeelte, ten minste geleidelijker opbouwen en bij voorkeur verminderen. Hierdoor kan de slijtage van de transportband gereduceerd worden en behoeft de transportinrichting volgens de uitvinding minder vaak onderhou-den/hersteld te worden.In particular, the parts of the conveyor belt located on the outer bend are loaded by tensile forces and the parts of the conveyor belt located on the inner bend are loaded by compressive forces. As a result of these pressure and / or tensile forces, the conveyor belt is subject to wear, with the result that the conveyor belt or parts thereof often have to be replaced. As described above, a more gradual transition is obtained between the first and second part of the conveyor device through the run-in bend, whereby the forces on the conveyor belt, at least at the transition from the first to the second part, build up at least more gradually and preferably decrease . As a result, the wear of the conveyor belt can be reduced and the conveyor device according to the invention needs to be maintained / repaired less often.

30 In een uitvoeringsvorm waarbij de eerste krom testraal groter of kleiner is dan de tweede kromtestraal, is de kromtestraal van de inloopbocht in hoofdzaak tussen de eerste en tweede kromtestraal gelegen. In plaats van één overgang van het eerste gedeelte naar het tweede gedeelte 35 waar de transportband een krommingverandering ondergaat, verschaft de inrichting volgens de uitvinding ten minste twee overgangén voor de transportband waarbij de oorspron- 1028665- ---- - - ---—-----— i 4 kelijke krommingverandering verdeeld wordt over de ten minste twee overgangen. Hierdoor zal bij elk van de ten minste twee overgangen een minder abrupte verandering van de kromming van de transportband plaats vinden, waardoor een 5 rustigere loop van de transportband verkregen kan worden.In an embodiment in which the first curve radius is larger or smaller than the second radius of curvature, the radius of curvature of the run-in bend is substantially between the first and second radius of curves. Instead of one transition from the first part to the second part 35 where the conveyor belt undergoes a change of curvature, the device according to the invention provides at least two transitions for the conveyor belt where the original 1028665- ---- - - ----- - 4 - each curvature change is distributed over the at least two transitions. As a result, a less abrupt change in the curvature of the conveyor belt will take place at each of the at least two transitions, so that a quieter course of the conveyor belt can be obtained.

In een uitvoeringsvorm omvat de inloopbocht meerdere inloopbochtgedeelten met verschillende kromtestralen. Bij voorkeur is tussen inloopbochtgedeelten met verschillende kromtestralen een overgang met in hoofdzaak 10 geleidelijke, en bij voorkeur in hoofdzaak vloeiende veranderende kromtestraal geplaatst. In deze uitvoeringsvorm ondergaat de transportband een krommingverandering in de inloopbocht, en kan deze krommingverandering over een aantal inloopbochtgedeelten verdeeld worden. Hierdoor kan 15 de krommingverandering over de lengte van de inloopbocht in meerdere stappen verdeeld worden. Bij voorkeur verandert de kromtestraal van de inloopbocht in hoofdzaak continu als functie van de afstand tot het eerste, uiteinde van de inloopbocht. Hierdoor kan de kromming van de transportband IIn one embodiment, the lead-in bend comprises several lead-in bend sections with different curvature rays. Preferably, a transition with substantially gradual, and preferably substantially flowing, changing radius of curvature is placed between run-in bend sections with different curvature rays. In this embodiment, the conveyor belt undergoes a change of curvature in the run-in bend, and this change of curvature can be distributed over a number of run-in bend sections. As a result, the change in curvature along the length of the run-in bend can be divided into several steps. Preferably, the radius of curvature of the run-in bend changes substantially continuously as a function of the distance to the first end of the run-in bend. This allows the curvature of the conveyor belt I

20 in hoofdzaak continu over de lengte van de inloopbocht, of j een gedeelte daarvan, veranderen. !20 change substantially continuously over the length of the run-in bend, or a part thereof. !

In een uitvoeringsvorm is een kromtestraal van de ! inloopbocht nabij het eerste uiteinde in hoofdzaak gelijk j aan de eerste kromtestraal. Bij de overgang van het eerste 25 gedeelte naar de inloopbocht zal aldus in hoofdzaak geen ! verandering van de kromming van de transportband plaats vinden. Bij voorkeur is ook een kromtestraal van de inloopbocht nabij het tweede uiteinde in hoofdzaak gelijk aan de tweede kromtestraal. Ook bij de overgang van de inloopbocht 30 naar het tweede gedeelte zal aldus in hoofdzaak geen verandering van de kromming van de transportband plaats vinden.In one embodiment, a radius of curvature of the! run-in bend near the first end substantially equal to the first radius of curvature. At the transition from the first part to the run-in bend, essentially no! change in the curvature of the conveyor belt. Preferably also a radius of curvature of the run-in bend near the second end is substantially equal to the second radius of curvature. Also at the transition from the run-in bend 30 to the second part, essentially no change in the curvature of the conveyor belt will take place.

Hierbij is het in het bijzonder gunstig voor een rustige loop van de transportband indien de kromtestraal van de inloopbocht in hoofdzaak vloeiend verandert over de lengte 35 van de inloopbocht van een waarde die in hoofdzaak gelijk is aan de eerste kromtestraal naar een waarde die in hoofdzaak gelijk is aan de tweede kromtestraal.Hereby it is particularly favorable for a smooth course of the conveyor belt if the radius of curvature of the run-in bend changes substantially smoothly over the length of the run-in bend from a value that is substantially equal to the first radius of curvature to a value that is substantially equal to is at the second radius of curvature.

1028665“ 51028665 "5

In een uitvoeringsvorm is de kromtestraal van het inloopbochtgedeelte in hoofdzaak dwars op de transportrich-ting gericht. Bij voorkeur is de inloopbocht in hoofdzaak in het vlak van de transportband gelegen.In one embodiment, the radius of curvature of the run-in bend portion is directed substantially transversely of the conveying direction. The run-in bend is preferably situated substantially in the plane of the conveyor belt.

5 In een uitvoeringsvorm vormt het eerste gedeelte een in hoofdzaak recht gedeelte van de transportinrichting en vormt het tweede gedeelte een in hoofdzaak cirkelvormige bocht van de transportinrichting, of vice versa. Aldus heeft het eerste gedeelte een in hoofdzaak oneindig grote 10 kromtestraal, heeft het tweede gedeelte een constante kromtestraal overeenkomstig aan de straal van de cirkelvormige bocht, en heeft de inloopbocht een kromtestraal die in hoofdzaak afwijkt van de eerste en tweede kromtestraal voor het aanpassen van de kromming van de transportband voor het 15 invoeren van de transportband van het recht gedeelte naar de cirkelvormige bocht, of andersom.In one embodiment the first part forms a substantially straight part of the transport device and the second part forms a substantially circular bend of the transport device, or vice versa. Thus, the first portion has a substantially infinitely large radius of curvature, the second portion has a constant radius of curvature corresponding to the radius of the circular bend, and the lead-in bend has a radius of curvature that substantially differs from the first and second curvature radius for adjusting the curvature of the conveyor belt for feeding in the conveyor belt from the straight section to the circular bend, or vice versa.

In een verdere uitvoeringvorm omvat de transportband een reeks langwerpige steundelen of schalmen omvat voor ondersteuning van de te transporteren produc-20 ten, welke schalmen zich in hoofdzaak dwars op de trans-j portrichting uitstrekken en voorzien zijn van koppelmidde- len voor onderlinge koppeling van de schalmen, waarbij de | koppelmiddelen een in hoofdzaak in het vlak van de trans portband gelegen vrijloopruimte omvatten waarbinnen de | 25 schalmen ten opzichte van elkaar in transportrichting verplaatsbaar zijn. Door het althans nabij de binnenbocht | naar elkaar toe bewegen van de schalmen en/of nabij de buitenbocht van elkaar af bewegen van de schalmen, kunnen ; deze door een in hoofdzaak in het vlak van de transport- 30 band gelegen bocht gevoerd worden. Een voorbeeld van een dergelijke transportband wordt beschreven en getoond in de | Europese octrooiaanvrage 427337 van Aanvraagster.In a further embodiment, the conveyor belt comprises a series of elongated support parts or links for supporting the products to be transported, which links extend substantially transversely of the conveying direction and are provided with coupling means for mutual coupling of the links, with the | coupling means comprise a freewheel space located substantially in the plane of the conveyor belt, within which the | Links can be displaced relative to each other in transport direction. By at least near the inner bend | moving the links towards each other and / or moving away from each other near the outer bend of the links, can; these are guided through a bend substantially in the plane of the conveyor belt. An example of such a conveyor belt is described and shown in the | European patent application 427337 of the Applicant.

In een verder aspect verschaft de uitvinding een transportinrichting omvattende een transportband voor het 35 in een transportrichting transporteren van producten, waarbij de transportinrichtirig een eerste gedeelte met een eerste kromtestraal en een tweede gedeelte met een tweede 1028665“ 6 kromtestraal omvat, waarbij de transportinrichting een tussen het eerste en tweede gedeelte geplaatste overgangs-boog omvat met een eerste en een tweede uiteinde die aansluiten op respectievelijk het eerste en het tweede ge-5 deelte. De overgangsboog verschaft een aanpassing, bij voorkeur een vloeiende en/of continue aanpassing, van de kromming van de transportband voor het invoeren van de transportband van het eerste gedeelte naar het tweede gedeelte.In a further aspect, the invention provides a conveyor device comprising a conveyor belt for conveying products in a conveying direction, the conveyor device comprising a first portion with a first radius of curvature and a second portion with a second 1028665 "6 radius of curvature, wherein the conveying device comprises an intermediate the first and second portion includes transition arc having a first and a second end that connect to the first and the second portion, respectively. The transition arch provides an adjustment, preferably a smooth and / or continuous adjustment, of the curvature of the conveyor belt for feeding in the conveyor belt from the first part to the second part.

10 De uitvinding verschaft verder een installatie voor het aan een behandeling onderwerpen van producten, in het bijzonder bakkerijproducten zoals deegwaar, omvattend een transportinrichting volgens de uitvinding.The invention further provides an installation for subjecting products to treatment, in particular bakery products such as pasta, comprising a transport device according to the invention.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 15 van in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoeringsvormen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated with reference to exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een eerste vóórheel duitvoeringsvorm van een gedeelte van een transportinrichting volgens de uitvinding; 2 0 Figuur 2 een bovenaanzicht van een tweede voor- beelduitvoeringsvorm van een gedeelte van een transportinrichting volgens de uitvinding;Figure 1 shows a top view of a first front whole embodiment of a part of a transport device according to the invention; Figure 2 shows a top view of a second exemplary embodiment of a part of a transport device according to the invention;

Figuur 3 een bovenaanzicht van een derde voor- . beelduitvoeringsvorm van een gedeelte van een transport-25 inrichting volgens de uitvinding; enFigure 3 is a top view of a third front. image embodiment of a portion of a transport device according to the invention; and

Figuur 4 een bovenaanzicht van een vierde voor-beelduitvoeringsvorm van een gedeelte van een transportinrichting volgens de uitvinding.Figure 4 shows a top view of a fourth exemplary embodiment of a part of a transport device according to the invention.

Een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van een 30 transportinrichting 11 volgens de uitvinding, althans een gedeelte hiervan, is getoond in figuur 1. Dit bovenaan-. zicht toont een eerste gedeelte 111 van de transportinrichting 11 met een constante, in hoofdzaak oneindig grote eerste kromtestraal en een tweede, cirkelvormig 35 gedeelte 112 van de transportinrichting· 11 met een constante tweede kromtestraal R2. Tussen het eerste gedeelte 111 en het tweede gedeelte 112 is een inloopbocht 13 met 1028685- i 7 I "A first exemplary embodiment of a transport device 11 according to the invention, at least a part thereof, is shown in figure 1. This is shown at the top. view shows a first portion 111 of the transport device 11 with a constant, substantially infinitely large first radius of curvature and a second, circular portion 112 of the transport device 11 with a constant second curvature radius R2. Between the first part 111 and the second part 112 is a run-in bend 13 with 1028685-1 "

! een kromtestraal R geplaatst, waarbij de kromtestraal R! a radius of curvature R is placed, the radius of curvature R

groter is dan R2, bijvoorbeeld twee keer zo groot zoals getoond in figuur 1.is greater than R2, for example twice as large as shown in figure 1.

Hierdoor wordt de oorspronkelijke overgang van 5 een oneindige kromtestraal naar R2, door de inloopbocht 13 opgesplitst in een eerste overgang van een oneindige kromtestraal naar R en een tweede, op afstand van de eerste overgang gelegen, overgang van een kromtestraal R naar een kromtestraal R2.As a result, the original transition from an infinite radius of curvature to R2 is split by the run-in bend 13 into a first transition from an infinite radius of curvature to R and a second transition from a curvature radius R to a curvature radius R2, located at a distance from the first transition.

10 Een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een transportinrichting 21 volgens de uitvinding, is getoond in figuur 2. Deze transportinrichting 21 omvat een transportband 22 voor het in een transport richting A transporteren van producten. De transportinrichting 21 omvat een 15 eerste, rechte gedeelte 211 met een constante, in hoofdzaak oneindig grote eerste kromtestraal en een tweede, cirkelvormig gedeelte 212 met een constante tweede kromtestraal R2. Tussen het eerste gedeelte 211 en het tweede gedeelte 212 is een inloopbocht 23 geplaatst, waarbij de 20 inloopbocht 23 een in transportrichting A beschouwd veranderende kromtestraal R, R', R" omvat.A second exemplary embodiment of a conveyor device 21 according to the invention is shown in Figure 2. This conveyor device 21 comprises a conveyor belt 22 for conveying products in a conveying direction A. The transport device 21 comprises a first, straight portion 211 with a constant, substantially infinitely large first radius of curvature and a second, circular portion 212 with a constant second curvature radius R2. A run-in bend 23 is placed between the first part 211 and the second part 212, the run-in bend 23 comprising a changing radius of curvature R, R ', R "considered in the direction of transport A.

Doordat tussen het eerste gedeelte 211 en het tweede gedeelte 212 de inloopbocht 23 geplaatst is, is de transportrichting A' van het naar het tweede gedeelte 25 gekeerde eerste uiteinde 213 van het eerste gedeelte 211 onder een hoek « geplaatst is ten opzichte van de trans-portrichting A" van het naar het eerste gedeelte gekeerde tweede uiteinde 214 van het tweede gedeelte 212.Because the run-in bend 23 is placed between the first part 211 and the second part 212, the conveying direction A 'of the first end 213 of the first part 211 facing the second part 25 is placed at an angle with respect to the trans porting direction A "of the second end 214 of the second part 212 facing the first part.

De kromtestraal R van het nabij het eerste ge-30 deelte 211 geplaatste eerste uiteinde 231 van de inloopbocht 23 is in hoofdzaak gelijk aan de kromtestraal van het eerste gedeelte 211. De kromtestraal R" van het nabij het tweede gedeelte 212 geplaatste tweede uiteinde 232 van de inloopbocht 23 is in hoofdzaak gelijk aan de kromtestraal 35 R2 van het tweede gedeelte 212.The radius of curvature R of the first end 231 of the run-in bend 23 placed near the first portion 211 is substantially equal to the radius of curvature of the first portion 211. The radius of curvature R "of the second end 232 of the second end 212 of the run-in bend 23 is substantially equal to the radius of curvature R2 of the second part 212.

Tussen het eerste uiteinde 231 en het tweede uiteinde 232 verandert de kromtestraal R' van de inloop- 1028665' 8 bocht 23 in hoofdzaak geleidelijk, en bij voorkeur in hoofdzaak vloeiend, van de waarde R naar de waarde R". In de voorbeelduitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 2 verandert de kromtestraal R' van de inloopbocht 23 in 5 hoofdzaak continu als functie van de afstand tot het eerste uiteinde 231 van de inloopbocht 23.Between the first end 231 and the second end 232, the radius of curvature R 'of the run-in 1028665' 8 bend 23 changes substantially gradually, and preferably substantially smoothly, from the value R to the value R ". In the exemplary embodiment as shown in figure 2 the radius of curvature R 'of the run-in bend 23 changes substantially continuously as a function of the distance to the first end 231 of the run-in bend 23.

De inloopbocht 23 geeft de transportband 22 in de inrichting volgens de uitvinding voor de cirkelvormige bocht 212 een kleine hoekaanpassing (enkele graden) voor 10 het invoeren van de transportband 22 in de bocht 212. Door dit geleidelijk invoeren van de transportband 22 in de bocht 212 worden aanzienlijk minder krachten op de transportband 22 uitgeoefend op het moment dat deze feitelijk de bocht ingaat.The run-in bend 23 gives the conveyor belt 22 in the device according to the invention a small angle adjustment (a few degrees) for the circular bend 212 for introducing the conveyor belt 22 into the bend 212. By gradually introducing the conveyor belt 22 into the bend 212 considerably less forces are exerted on the conveyor belt 22 when it actually enters the bend.

15 Op eenzelfde wijze is ook de overgang van de ! cirkelvormige bocht 212 naar een volgend recht gedeelte 215 voorzien van een inloopbocht 24 met een kromtestraal die i over de lengte van de inloopbocht 24 continu verandert van een waarde die in hoofdzaak gelijk is aan R2 nabij een 20 eerste uiteinde 241 van de inloopbocht, naar een in hoofdzaak oneindig grote kromtestraal nabij een tweede uiteinde 242 van de inloopbocht 24.15 The transition from the! circular bend 212 to a next straight portion 215 provided with a lead-in bend 24 with a radius of curvature which continuously changes along the length of the lead-in bend 24 from a value substantially equal to R2 near a first end 241 of the lead-in bend, to a substantially infinitely large radius of curvature near a second end 242 of the run-in bend 24.

De voorbeelduitvoeringsvorm van de transportinrichting 21 zoals getoond in figuur 2 omvat een omlopende 25 oneindige transportband 22, waarbij de inrichting 21 aan zijn uiteinde omlooprollen 25, 26 voor de transportband 22 j omvat. Voor het aandrijven van de transportband 22 is althans de omlooprol 25 verbonden met een aandrijving, bijvoorbeeld in de vorm van een elektromotor 27.The exemplary embodiment of the conveyor device 21 as shown in Fig. 2 comprises a circumferential infinite conveyor belt 22, wherein the device 21 at its end comprises circulation rollers 25, 26 for the conveyor belt 22j. For driving the conveyor belt 22, at least the bypass roller 25 is connected to a drive, for example in the form of an electric motor 27.

30 Een derde voorbeelduitvoeringsvorm van een trans portinrichting 31 volgens de uitvinding, althans een gedeelte hiervan, is getoond in figuur 3. Dit bovenaanzicht toont een eerste cirkelvormig gedeelte 311 van de transportinrichting 31 met een constante eerste krom-35 testraal R1 en een tweede, cirkelvormig gedeelte 312 van de transportinrichting 31 met een constante tweede kronw testraal R2. In dit voorbeeld zijn de kromtestralen R1 en ^028665- 9 R2 in hoofdzaak gelijk, echter de richting van de bochten van de gedeeltes 311 en 312 tegengesteld. Tussen het eerste j gedeelte 311 en het tweede gedeelte 312 is een inloopbocht 33 met een in transportrichting A beschouwd veranderende 5 kromtestraal die over de lengte van de inloopbocht continu verandert van een waarde die in hoofdzaak gelijk is aan R1 nabij een eerste uiteinde 331 van de inloopbocht, via een in hoofdzaak oneindig grote kromtestraal in het midden 332 van de inloopbocht, naar een waarde die in hoofdzaak gelijk 10 is aan R2 nabij een tweede uiteinde 333 van de inloopbocht.A third exemplary embodiment of a conveying device 31 according to the invention, at least a part thereof, is shown in Figure 3. This top view shows a first circular portion 311 of the conveying device 31 with a constant first curved test radius R1 and a second, circular shaped part 312 of the transport device 31 with a constant second crown test radius R2. In this example, the curvature rays R1 and 028665-9 R2 are substantially the same, but the direction of the curves of the portions 311 and 312 is opposite. Between the first part 311 and the second part 312 is a run-in bend 33 with a radius of curvature, viewed in conveying direction A, which continuously changes along the length of the run-in bend from a value substantially equal to R1 near a first end 331 of the run-in bend, via a substantially infinitely large radius of curvature in the center 332 of the run-in bend, to a value that is substantially equal to R2 near a second end 333 of the run-in bend.

Een vierde voorbeelduitvoeringsvorm van een transportinrichting 41 volgens de uitvinding, althans een gedeelte hiervan, is getoond in figuur 4. Dit bovenaanzicht toont een eerste recht gedeelte 411 en een tweede recht 15 gedeelte 412 van de transportinrichting 41. In dit voorbeeld zijn de kromtestralen van het eerste en het tweede gedeelte beide hoofdzaak oneindig groot. De transportrichting A' van het eerste gedeelte 411 is onder een hoek β geplaatst is ten opzichte van de transportrichting A" van 20 het tweede gedeelte 412. Tussen het eerste gedeelte 411 en het tweede gedeelte 412 is een inloopbocht 43 geplaatst. De kromtestraal van de inloopbocht, in transportrichting A beschouwd, verandert over de lengte van de inloopbocht continu van een in hoofdzaak oneindig grote kromtestraal 25 nabij een eerste uiteinde 431 van de inloopbocht, via een in hoofdzaak eindige kromtestraal R in het midden 432 van de inloopbocht 43, naar een in hoofdzaak oneindig grote kromtestraal nabij een tweede uiteinde 433 van de inloopbocht.A fourth exemplary embodiment of a conveyor device 41 according to the invention, at least a portion thereof, is shown in Figure 4. This top view shows a first straight portion 411 and a second straight portion 412 of the conveyor device 41. In this example, the curvature rays of the the first and the second part both essentially infinitely large. The conveying direction A 'of the first portion 411 is placed at an angle β with respect to the conveying direction A "of the second portion 412. A run-in bend 43 is placed between the first portion 411 and the second portion 412. The radius of curvature of the run-in bend, considered in transport direction A, continuously changes over the length of the run-in bend from a substantially infinitely large radius of curvature 25 near a first end 431 of the run-in bend, via a substantially finite radius of curvature R in the center 432 of the run-in bend 43, to a substantially infinitely large radius of curvature near a second end 433 of the lead-in bend.

30 Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschre ven voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding bedoeld zijn als illustratie van de uitvinding en niet om de uitvinding te beperken. Een deskundige zal zeker in staat zijn om alternatieve uitvoeringsvormen te ontwerpen die 35 binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies vallen.It will be clear that the exemplary embodiments of the invention described above are intended to illustrate the invention and not to limit the invention. A person skilled in the art will certainly be able to design alternative embodiments that fall within the scope of the appended claims.

In het bijzonder kan een cirkelvormig gedeelte 1028665“ 10 112, 212, 311, 312, een spiraalvormige baan van een zoge noemde spiraaltoren zijn.In particular, a circular portion 1028665, 112, 212, 311, 312 may be a spiral path of a so-called spiral tower.

1028665*1028665 *

Claims

CLAIMS 1. Transporting device comprising a conveyor belt for transporting products in a conveying direction, the transporting device comprising a first part with a first radius of curvature and a second part with a second radius of curvature, the transporting device having a run-in bend placed between the first and second part comprises with a first and a second end connecting to the first and the second part, respectively, and wherein the lead-in bend comprises a lead-in bend part with a radius of curvature different from the first and second curvature radius for adjusting the curvature of the conveyor belt for feeding the conveyor belt from the first part to the second part.

2. Transport device as claimed in claim 1, wherein the first radius of curvature is larger or smaller than the second radius of curvature, and wherein the radius of curvature of the run-in bend is substantially between the first and second radius of curvature.

3. Transport device as claimed in claim 1 or 2, wherein the walk-in bend comprises several walk-in bend sections with different curvature rays.

4. Transporting device as claimed in claim 3, wherein a transition part with a substantially gradual, and preferably substantially flowing changing radius of curvature is placed between walk-in bend sections with different curvature rays.

5. Transporting device as claimed in claim 3 or 4, wherein the radius of curvature of the run-in bend changes substantially continuously as a function of the distance to the first 1023665 'end of the run-in bend.

6. Transport device as claimed in claim 3, 4 or 5, wherein a radius of curvature of the run-in bend near the first end is substantially equal to the first radius of curvature.

7. Transport device as claimed in claim 6, wherein a radius of curvature of the run-in bend near the second end is substantially equal to the second radius of curvature.

8. Transporting device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first part forms a substantially straight part of the transporting device and the second part forms a substantially circular bend of the transporting device, or vice versa.

9. Transport device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the radius of curvature of the run-in bend part is directed substantially transversely of the transport direction.

10. Conveyor device as claimed in claim 9, wherein the run-in bend is situated substantially in the plane of the conveyor belt.

11. Transporting device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the conveyor belt comprises a series of elongated support parts or links for supporting the products to be transported, which links extend substantially transversely of the conveying direction and are provided with coupling means for mutual coupling of the links, wherein the coupling means comprise a freewheel space 30, substantially located in the plane of the conveyor belt, within which the links can be moved relative to each other in the conveying direction.

12. Transporting device comprising a conveyor belt for transporting products in a transporting direction, wherein the transporting device comprises a first part with a first radius of curvature and a second part with a second radius of curvature, wherein the transporting device comprises a part between the first and second part. 1028665 "includes transition arc comprising a first and a second end that connect to the first and the second portion, respectively.

13. Installation for subjecting products, in particular bakery products, to a treatment, comprising a transport device according to any one of the preceding claims.

14. Transport device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.

15. Method for transporting products, in particular for transporting bakery products, comprising one or more of the characterizing steps described in the accompanying description and / or shown in the associated drawings. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1 028665- ----- - - - -------------------______ ___