NL1028596C1 - Continu variabele transmissie met eenvoudig veranderbare overbrengingsverhouding. - Google Patents

Description

Continu variabele transmissie met eenvoudig veranderbare overbrengingsverhouding BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een continu variabele transmissie omvattende een eerste in-/uitgaande as met daarop een eerste wiel, een tweede in-/uitgaande 10 as met daarop een tweede wiel, overbrengingsmiddelen, die samenwerken met het eerste en het tweede wiel en koppel van het ene naar het andere wiel overbrengen, en verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van één of meer onderdelen van de overbrengingsmiddelen en/of van onderdelen van één of beide wielen, voor het regelen van de overbrengingsverhouding tussen het eerste en het tweede wiel en/of voor het regelen van IS de contactkracht tussen met elkaar samenwerkende onderdelen van de overbrengingsmiddelen en/of de wielen.

Het wiel kan hierbij uitgevoerd zijn als een tandwiel, wrijvingswiel, poelie of een conisch wiel. Onder een conisch wiel wordt een wiel verstaan waarbij de zijvlakken ten minste deels een conische vorm hebben. Een poelie kan hier zowel een schijiVonnige 20 poelie als een ringvormige poel zijn. Onder een schijfVormige poelie wordt hier een wiel met een V-vormige omtreksgroef verstaan en onder een ringvormige poelie een bus met een V-vormige groef in de binnenwand. In het geval van een schijfVormige poelie is deze opgebouwd uit twee conische schijven waarvan er één of beide axiaal verschuifbaar kunnen zijn. De naar elkaar toegekeerde zijden van de schijven kunnen een positieve hoek bezitten, 25 in dat geval divergeren zij vanaf de as naar buiten toe, of een negatieve hoek, in dat geval convergeren zij vanaf de as naar buiten toe. In het geval van een ringvormige poelie kan deze opgebouwd zijn uit een conische ring en een conische schijf of uit twee conische ringen, waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden een positieve of negatieve hoek bezitten en waarbij één of beide ringen axiaal verschuifbaar kunnen zijn.

30 De assen zijn bij de continu variabele transmissie volgens de uitvinding bij voorkeur parallel aan elkaar.

1028596 2

Stand van de techniek.

Een dergelijke continu variabele transmissie (CVT) is algemeen bekend. Bij de bekende CVT zijn de beide wielen uitgevoerd als schijfvormige poelies, waarbij de 5 axiale afstand tussen de schijven van de poelies instelbaar is, en waarbij de hartafstand tussen de poelies constant blijft. De overbrengingsmiddelen zijn bij de bekende CVT gevormd door een duwband. Dit is een flexibele stalen band die zowel op trek als op druk belast kan worden. De overbrengingsverhouding wordt bij de bekende CVT gewijzigd door de axiale afstand tussen de schijven op een as te vergroten en de axiale afstand tussen de 10 schijven op de andere as te verkleinen, waardoor de duwband over een kleinere respectievelijk grotere straal gaat lopen. Door de geringe hellingshoek van de conische schijven is er een relatief grote kracht nodig om de schijven naar elkaar toe te bewegen om de onder spanning staande duwband naar een grotere straal te dwingen. Om deze grote kracht uit te kunnen oefenen wordt meestal een hydraulische cilinder gebruikt. Hiervoor is 15 een relatief duur hydraulisch systeem nodig. In plaats van een hydraulische verstelling van de axiale afstand tussen de schijven zijn ook elektro-mechanische verstelsystemen bekend.

Hierbij wordt de benodigde, relatief grote kracht via een taatslager overgebracht, waardoor hoge verliezen ontstaan.

20 Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een CVT van de in de aanhef omschreven soort waarbij de middelen voor het wijzigen van de overbrengingsverhoudingtussen de assen eenvoudiger uitgevoerd en eenvoudiger te regelen 25 zijn dan bij de bekende CVT, en waarbij minder verliezen optreden en hogere koppels doorgeleid kunnen worden. Hiertoe is de CVT volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat ! de continu variabele transmissie een tussenas omvat, en de verplaatsingsmiddelen ten j minste de tussenas kunnen verplaatsen in een richting weg van en naar ten minste één van de assen. De tussenas is bij de CVT volgens de uitvinding bij voorkeur parallel aan de assen 30 en kan in een richting haaks op de assen verplaatst worden. Door verplaatsing van de tussenas wordt de overbrengingsverhouding gewijzigd. Bijvoorbeeld ingeval de overbrengingsmiddelen een band omvatten die om een van de wielen en een op de tussenas j 1028596 - i 3 aanwezig verder wiel geslagen is, verandert bij verplaatsing van de tussenas de loopstraal van de band op ten minste één van de als poelies uitgevoerde wielen. Door de afstand tussen de assen te vergroten, en daarbij bijvoorbeeld de afstand tussen de schijven van een van de poelies constant te houden, duwt de band de schijven van de andere poelie uit elkaar, 5 bijvoorbeeld tegen een veerkracht in. Doordat hierbij de krachtsoverdracht in tegengestelde richting verloopt aan die bij de bekende CVT (de band dwingt de schijven uit elkaar of naar elkaar toe, in plaats van dat de schijven de band naar een andere straal dwingen), is door de geringe hellingshoek van de schijven nu slechts een geringe kracht nodig om de schijven uit elkaar te duwen. Hierdoor kan volstaan worden met een lichter hydraulisch systeem dan 10 het bij de bekende CVT gebruikte hydraulische systeem of kunnen goedkopere en efficiëntere elektro-mechanische verplaatsingsmiddelen toegepast worden. De CVT volgens de huidige uitvinding is niet beperkt tot het gebruik van flexibele trek- en/of duwbanden, i maar kan ook uitgevoerd worden met starre overbrengingselementen die eenvoudiger te vervaardigen zijn. Dit is met name het gevolg van de actuatie die nu t.o.v. de vaste wereld 15 kan plaatsvinden en niet t.o.v. een roterende poelie-as.

Een uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de tussenas deel uitmaakt van de overbrengingsmiddelen en de overbrengingsmiddelen voorts een derde en een vierde wiel omvatten die samenwerken met het eerste respectievelijk tweede wiel.

20 Een uitvoeringsvorm van de CVT waarbij de tussenas deel uitmaakt van de overbrengingsmiddelen is gekenmerkt, doordat de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen van en naar één van de assen, waarbij afstand tussen de tussenas en de andere as gelijk blijft

Een praktisch gunstige uitvoeringsvorm hiervan is gekenmerkt doordat de 25 verplaatsingsmiddelen de tussenas verplaatsen langs een cirkelboog met een middelpunt in de tweede as en een straal die gelijk is aan de afstand tussen de tweede as en de tussenas.

Het tweede en vierde wiel kunnen bijvoorbeeld met elkaar in contact zijnde wrijvingswielen zijn of kettingwielen die via een erom heen geslagen ketting met elkaar samenwerken. Bij voorkeur echter is het tweede wiel gevormd door een eerste tandwiel, en 30 is het vierde wiel gevormd door een tweede tandwiel dat in ingrijping is met het eerste tandwiel

Om bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm het overbrengingsbereik te 1028596 4 kunnen vergroten, is een verdere uitvoeringsvorm gekenmerkt, doordat het eerste tandwiel loskoppelbaar is van de tweede as, op de tweede as voorts een met de tweede as koppelbaar derde tandwiel aanwezig is, de eerste as uit twee via een koppeling met elkaar verbonden asdelen bestaat, waarbij op een van de asdelen een vierde tandwiel aanwezig is dat in 5 ingrijping is met het derde tandwiel, en op het andere asdeel een met dit asdeel koppelbaar vijfde tandwiel aanwezig is dat in ingrijping is met het eerste tandwiel.

Een uitvoeringsvorm van de CVT waarbij de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen van en naar één van de assen en waarbij afstand tussen de tussenas en de andere as gelijk blijft, is gekenmerkt, doordat het eerste en derde wiel 10 uitgevoerd zijn als poelies, en de overbrengingsmiddelen voorts een band of ring omvatten die om de beide poelies is geslagen of tussen de beide poelies aanwezig is, waarbij ten minste één van de poelies ten minste één in axiale richting beweegbare schijf omvat Onder een band wordt hier een eindloos flexibel element verstaan, dat bijvoorbeeld uitgevoerd kan zijn als een duwband, een riem of een ketting. Onder ring wordt een star IS overbrengingslichaam verstaan.

Om hogere koppels over te kunnen brengen of kleinere of lichtere banden en poelies toe te kunnen passen, is weer een verdere uitvoeringsvorm gekenmerkt, doordat op de eerste as voorts een door een poelie gevormd vijfde wiel aanwezig is, en de overbrengingsmiddelen voorts een op de tussenas aanwezig en door een poelie gevormd 20 zesde wiel omvatten, alsmede een verdere band die om het vijfde en zesde wiel is geslagen, waarbij ten minste één van de poelies ten minste één in axiale richting beweegbare schijf omvat

Een gunstige verdere uitvoeringsvorm van de vorige uitvoeringsvorm waarmee een groter overbrengingsbereik haalbaar is, is gekenmerkt, doordat de tussenas 25 is verdeeld in twee deelassen, waarbij op een eerste van de deelassen het derde en vierde wiel aanwezig zijn en op de tweede deelas het zesde wiel en een zevende wiel aanwezig zijn, dat het zevende wiel samenwerkt met een op een derde in-/uitgaande as aanwezig achtste wiel, waarbij de verplaatsingsmiddelen de eerste en tweede deelas verplaatsen langs cirkelbogen 30 met middelpunten in de tweede respectievelijk de derde as en stralen die gelijk zijn aan de afstand tussen de tweede as en de eerste deelas respectievelijk de derde as en de tweede deelas, en de continu variabele transmissie voorts een omloopoverbrenging omvat met drie 1028596 5 rotatielichamen, waarbij een eerste rotatielichaam is verbonden met de tweede as, een tweede rotatielichaam is verbonden met de derde as en het derde rotatielichaam is verbonden met een vierde in-/uitgaande as.

Bij voorkeur omvatten de poelies die het eerste en vijfde wiel vormen een 5 gemeenschappelijke axiaal beweegbare schijf.

Een andere uitvoeringsvorm van de CVT waarbij de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen van en naar één van de assen en waarbij afstand tussen de tussenas en de andere as gelijk blijft, is gekenmerkt, doordat het eerste wiel is gevormd door een ringvormige poelie en het derde wiel door een conisch wiel.

10 Een andere uitvoeringsvorm van de CVT waarbij de tussenas deel uitmaakt van de overbrengingsmiddelen is gekenmerkt, doordat de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen weg van een van de assen en naar de andere as toe.

Een praktisch gunstige uitvoeringsvorm hiervan is gekenmerkt, doordat het eerste, tweede, derde en vierde wiel uitgevoerd zijn als poelies, en de 15 overbrengingsmiddelen voorts twee banden omvatten waarvan er één aanwezig is om het eerste en derde wiel en de andere om het tweede en vierde wiel, waarbij van het eerste en derde wiel en van het tweede en vierde wiel ten minste één van de schijven van de poelies in axiale richting beweegbaar is.

Een andere praktisch gunstige uitvoeringsvorm hiervan is gekenmerkt, 20 doordat het eerste en tweede wiel uitgevoerd zijn als conische wielen en het derde en vierde wiel uitgevoerd zijn als ringvormige poelies waarbinnen de conische wielen zich bevinden, en waarvan ten minste één van de ringen van de ringvormige poelies in axiale richting beweegbaar is. In deze uitvoeringsvorm is de tussenas uitgevoerd als een bus.

Ook hier omvatten het derde en vierde wiel bij voorkeur een 25 gemeenschappelijke axiaal verschuifbare schijf of ring.

Weer een verdere uitvoeringsvorm hiervan is gekenmerkt, doordat de verplaatsingsmiddelen voorts de tussenas kunnen verplaatsen weg van beide assen of naar beide assen toe voor het regelen van de contactkracht tussen met elkaar samenwerkende poelies en banden of met elkaar samenwerkende poelies en conische wielen.

30 Eenandereuitvoeringsvormvoorhetverkrijgenvandeaandrukkrachttussen de poelies en de banden, is gekenmerkt, doordat de in axiale richting beweegbare schijf/schijven of ring/ringen van de poelies tegen een veerkracht in verplaatsbaar is/zijn, 1028596 6 waarbij de veerkracht afneemt naarmate de afstand tussen de schijven of ringen groter wordt

Nog een andere uitvoeringsvorm voor het verkrijgen van de aandrukkracht tussen de poelies en de banden, is gekenmerkt doordat van elke poelie met een in axiale S richting beweegbare schijf of ring de andere schijf of ring in axiale richting vast op de as aanwezig is, waarbij de beweegbare schijf of ring aanwezig is tussen de vaste schijf of ring en een verdere vaste schijf of ring, en de continu variabele transmissie een verder conisch wiel omvat dat aanwezig is tussen de beweegbare schijf of ring en de verdere vaste schijf of ring, waarbij de verplaatsingsmiddelen het conische wiel kunnen verplaatsen van en naar 10 de as of bus waarop de schijven of waarin de ringen aanwezig zijn.

De vaste schijven zijn hierbij aan één zijde conisch terwijl de beweegbare schijf aan beide zijden conisch is. Alle conische zijden van de schijven kunnen hierbij een positieve hoek hebben in welk geval de ring zich tot buiten de omtrek van de schijven uitstrekt. Bij voorkeur echter heeft de conische zijde van de verdere vaste schijf of ring een IS negatieve hoek en heeft de naar deze zijde toegekeerde zijde van de verplaatsbare schijf of ring eveneens een negatieve hoek, waarbij het conische wiel binnen de omtrek van de schijven of ringen aanwezig is.

Een andere uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat zowel het eerste als het tweede wiel gevormd zijn door een poelie met 20 een in axiale richting vaste en beweegbare schijf, waarbij elke in axiale richting beweegbare schijf aanwezig is tussen de vaste schijf en een verdere vaste schijf op de as, de overbrengingsmiddelen gevormd zijn door een band, die om de beide poelies geslagen is, de continu variabele transmissie voorts twee ringen omvat met aan beide zijden conische vlakken, waarbij tussen elke beweegbare schijf en verdere vaste schijf een van de ringen 25 aanwezig is, en de continu variabele transmissie voorts een op de tussenas aanwezig verder wiel omvat, dat in radiale richting in contact is met beide ringen, waarbij de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen weg van een van de assen en naar de andere as toe voor het veranderen van de overbrengingsverhouding.

Een gunstige uitvoeringsvorm hiervan is gekenmerkt, doordat de 30 verplaatsingsmiddelen voorts de tussenas weg van beide assen of naar beide assen toe kunnen verplaatsen, voor het regelen van de aandrukkracht tussen de poelies en de band.

1028596- 7

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de CVT volgens de uitvinding.

5 Hierbij toont:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding;

Figuur 2 de eerste uitvoeringsvorm van de CVT in vooraanzicht;

Figuur 3 de eerste uitvoeringsvorm van de CVT in zijaianzicht; 10 Figuur 4 de eerste uitvoeringsvorm van de CVT met gewijzigde overbrengingsverhouding;

Figuur 5 een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding;

Figuur 6 de tweede uitvoeringsvorm van de CVT in vooraanzicht;

15 Figuur 7 een bovenaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de CVT

volgens de uitvinding;

Figuur 8 een vooraanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding;

Figuur 9 een vooraanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de CVT 20 volgens de uitvinding;

Figuur 10 de vijfde uitvoeringsvorm van de CVT in zijaanzicht;

Figuur 11 een vooraanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding;

Figuur 12 een vooraanzicht van een zevende uitvoeringsvorm van de CVT 25 volgens de uitvinding;

Figuur 13 een vooraanzicht van een achtste uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding;

Figuur 14 een vooraanzicht van een negende uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding; en 30 Figuur 15 een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm met een dubbele parallelle band die in plaats van de enkele band in de voorgaande toegepast kan worden.

102859e , 1 8

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In de figuren 1,2 en 3 is een eerste uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding weergegeven in respectievelijk boven-, voor- en zijaanzicht. De CVT 1 heeft een S eerste in-/uitgaande as 3 met daarop een eerste wiel 5 dat gevormd is door een poelie 5 bestaande uit twee conische schijven 7 en 9 en een tweede in-/uitgaande as 11 met daarop een tweede wiel 13 dat gevormd is door een tandwiel. De CVT 1 heeft voorts overbrengingsmiddelen 15 die gevormd zijn door een tussenas 17 met daarop een derde en vierde wiel 19,21 zijnde een verdere poelie 19 bestaande uit twee conische schijven 23 en 10 25 en een verder tandwiel 21 dat in ingrijping is met tandwiel 13, alsmede een band 27, in de vorm van een algemeen bekende trek- en/of duwband, die om de poelies 5 en 19 is geslagen.

De conische schijven 7,9 en 23,25 zijn in tangentiale richting op de assen 3 en 17 gefixeerd, bijvoorbeeld door middel van spieën ingeval de conische schijf axiaal 15 verplaatsbaar moet zijn ten opzichte van de as. Van de poelie 5 is schijf 9 vast op de as 3 en is schijf 7 in axiale richting verplaatsbaar. De schijven 23 en 25 zijn in deze uitvoeringsvorm aan elkaar bevestigd waardoor de afstand tussen deze schijven in axiale richting ten opzichte van de as vast is.

Voor het veranderen van de overbrengingsverhouding heefl de CVT 1 20 verplaatsingsmiddelen 29 die de tussenas 17 in radiale richting (pijl 31) kunnen verplaatsen, waardoor de afstand tussen de assen 3 en 17 gewijzigd kan worden.

Om ervoor te zorgen dat de posities van de in-/uitgaande assen 3,11 van de CVT vast zijn, is de tussenas 17 met het tandwiel 21 verplaatsbaar langs een cirkelboog (pijl 33, zie figuur 2) om de in-/uitgaande as 11.

25 Voorhetverplaatsenvandeasl7isdezedoorverbindingselementen35met de as 11 verbonden. Eén van de verbindingselementen 35 is met de verplaatsingsmiddelen 29 verbonden, die bijvoorbeeld elektro-mechanisch van aard zijn en gevormd zijn door een spindel.

De poelie 19 is in axiale richting verplaatsbaar door middel van een 30 verplaatsingsmechanisme 37 dat gevormd is door een over de tussenas 17 verdraaibare bus 39, die in axiale richting gekoppeld is met de poelie 19. De poelie 19 kan vrij ten opzichte van de bus 39 verdraaien. De bus 39 is voorzien van een groef 41 waarin een aan de vaste Ï02859e 9 wereld (bijvoorbeeld het huis van de transmissie) bevestigde pen 43 aanwezig is. Bij verplaatsing van de tussenas 17 in de richting van pijl 45, zie figuur 4, zal de bus 39 en daardoor tevens de poelie 19 in de richting van pijl 47 in axiale richting over de tussenas 17 verschuiven. Figuur 4 toont hetzelfde aanzicht van de CVT1 als figuur 1 echter hierbij 5 is de CVT 1 in een stand met een gewijzigde overbrengingsverhouding weergegeven (getrokken lijnen). Met onderbroken lijnen is de in figuur 1 getoonde positie weergegeven.

Bij deze verplaatsing van de tussenas 17 in de richting van pijl 45 zal de band 27 het schijvenpaar 7,9 van poelie 5 uit elkaar duwen, waarbij schijf 7 in de richting van pijl 49 verplaatst tegen bijvoorbeeld een veerkracht in. De poelie 19 dient hierbij over 10 een zodanige afstand te verschuiven dat de band 27 haaks op de beide assen 3 en 17 blijft staan. Dit wordt bereikt door de groef 41 (die hier schematisch als een rechte groef is weergegeven) de hiervoor vereiste vorm te geven, waardoor de poelie 19 verplaatst als functie van de afstand tussen de schijven 7 en 9, danwel als functie van de radiale afstand tussen de assen 3 en 17. De verplaatsingsmiddelen 29 kunnen de tussenas 17 verplaatsen 15 waarbij de afstand tussen de tussenas 17 en de eerste in-/uitgaande as 3 vergroot of verkleind wordt en waarbij de afstand tussen de tussenas 17 en de tweede in-Aiitgaande as 11 gelijk blijft.

De genoemde veerkracht waartegen de schijf 7 verplaatst wordt, wordt geleverd door een aantal onder een hoek ten opzichte van as 3 staande veren 51, die met een 20 uiteinde bevestigd zijn aan de verplaatsbare schijf 7 en met het andere uiteinde bevestigd zijn aan een op de as 3 bevestigde schijf 53. Hierbij neemt de veerkracht af naarmate de afstand tussen schijven 7 en 9 groter wordt Uiteraard kan de kracht ook op andere wijze worden geleverd.

In de figuren 5 en 6 is een tweede uitvoeringsvorm van de CVT volgens de 25 uitvinding weergegeven in bovenaanzichtrespectievelijk vooraanzicht Deze CVT 61 heeft ook weer een eerste en een tweede in-/uitgaande as 63, 65 met daarop een eerste respectievelijk tweede wiel 67,69 die nu echter beide gevormd zijn door poelies, waarbij beide poelies vaste schijven hebben. De overbrengingsmiddelen 71 zijn hier gevormd door een tussenas 73 met daarop een derde en vierde wiel 75,77 die ook als poelies uitgevoerd 30 zijn echter nu met axiaal verschuifbare schijven, alsmede twee banden 79, 81 die om poelies 67,75 respectievelijk 69,77 geslagen zijn.

Ook bij deze CVT 61 zijn de verplaatsingsmiddelen 83 gevormd door een 1028596 10 spindel. Als alternatief hiervoor kunnen de verplaatsingsmiddelen 83 ook gevormd zijn door een hydraulische cilinder zijn waarvan de druk elektronisch geregeld kan worden. Deze is gekoppeld met de tussenas 73 en kan deze tussenas in een geleiding 85 verplaatsen in de richtingen van dubbele pijl 87 (deze is hier weergegeven als een rechte pijl maar kan 5 eventueel ook boogvormig zijn). Met getrokken en onderbroken lijnen zijn de poelies 75 en 77 in twee verschillende standen weergegeven waarbij de CVT 61 telkens een andere overbrengingsverhouding heeft De verplaatsingsmiddelen 83 kunnen hierbij dus de tussenas 73 verplaatsen weg van een van de in-/uitgaande assen 63,65 en naar de andere in-/uitgaande as 65,63 toe.

10 De verplaatsingsmechanismen om de poelies 75, 77. in axiale richting te verplaatsen zijn hierbij voor de overzichtelijkheid niet weergegeven, maar deze kunnen vergelijkbaar zijn met het verplaatsingsmechanisme van de eerste uitvoeringsvorm. Alle axiaal bewegende delen bevinden zich hierbij op de tussenas 73. Uiteraard kan dit ook andersom.

15 De verplaatsingsmiddelen 83 kunnen voorts de tussenas 73 weg van beide assen of naar beide assen toe verplaatsen. Hiermee kan de aandrukkracht tussen de poelies 67, 69, 75, 77 en de banden 79, 81 geregeld worden. Dit is gerealiseerd door de verplaatsingsmiddelen 83 verplaatsbaar te maken in de richtingen van dubbele pijl 89.

In figuur 7 is een derde uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding 20 vereenvoudigd weergegeven in bovenaanzicht. Ook deze CVT 91 heeft een eerste en een tweede in-/uitgaande as 93,95 met daarop een eerste respectievelijk tweede wiel 97,99 die gevormd zijn door poelies. De overbrengingsmiddelen 101 zijn hier ook weer gevormd door een tussenas 103 met daarop een derde en vierde wiel 105,107 die ook als poelies uitgevoerd zijn, alsmede twee duwbanden 109,111 die om poelies 97,105 respectievelijk 25 99,107 geslagen zijn.

Van de poelies 99 en 105 zijn de axiale afstand tussen de schijven veranderbaar. Deze poelies 99 en 105 zijn niet beide op de tussenas 103 aanwezig, zoals bij de tweede uitvoeringsvorm. Hierdoor is een gunstige overbrenging verkregen (lage door te leiden koppels en toerentallen van de duwbanden). De vaste in-/uitgaande assen 93 en 30 95 kunnen hierbij in lijn zijn.

In figuur 8 is een vierde uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding in vooraanzicht weergegeven. De CVT 121 heeft ook weer een eerste en een tweede in- 1:028593 11 /uitgaande as 123 en 125 met daarop een eerste respectievelijk tweede wiel 127,129 die gevormd zijn door een poelie respectievelijk een tandwiel.

De overbrengingsmiddelen 131 bezitten hier echter een tussenas bestaande uit twee deelassen 133,135, waarbij op een eerste deelas 133 een door een poelie gevormd 5 derde wiel 137, dat samenwerkt met het eerste wiel 127, alsmede een door een tandwiel gevormd vierde wiel 139 aanwezig is, dat in ingrijping is met het tweede wiel 129. Op de eerste as 123 is voorts een door een poelie gevormd vijfde wiel 141 aanwezig dat samenwerkt met een op de tweede deelas 135 aanwezig door een poelie gevormd zesde wiel 143. Op de tweede deelas 135 is voorts een door een tandwiel gevormd zevende wiel 10 145 aanwezig dat samenwerkt met een door een tandwiel gevormd achtste wiel 147 dat aanwezig is op een derde in-/uitgaande as 149.

De op de eerste as 123 aanwezige poelies 127 en 141 hebben elkeen vaste schijf 151, 153 en een gemeenschappelijke axiaal verschuifbare schijf 155. De overbrengingsmiddelen 131 bezitten voorts twee duwbanden 157 en 159, die aanwezig zijn 15 om het eerste en derde wiel 127,137 respectievelijk om het vijfde en zesde wiel 141,143.

Ook deze CVT121 heeft verplaatsingsmiddelen (niet weergegeven) die de deelassen 133 en 135 verplaatsen langs cirkelbogen met middelpunten in respectievelijk de tweede en derde as 125, 149 en stralen die gelijk zijn aan de afstand tussen de tweede as 125 en de eerste deelas 133, respectievelijken de derde as 149 en de tweede deelas 135.

20 Deze CVT 121 heeft voorts een omloopoverbrenging 161 met drie rotatielichamen 163,165,167, waarbij een eerste rotatielichaam 163 is verbonden met de tweede as 125, een tweede rotatielichaam 165 is verbonden met de derde as 149 en het derde rotatielichaam 167 is verbonden met een vierde in-/uitgaande as 169.

In deze uitvoeringsvorm kan de omloopoverbrenging ook weggelaten 25 worden waarbij de wielen 129 en 147 koppelbaar zijn met de as 149 die dan de in-/uitgaande as vormt. In deze alternatieve uitvoeringsvorm vindt de koppeldoorleiding via een van de banden plaats en kan door het in radiale richting verplaatsen van de andere tussenassen de overbrengingsverhouding en/of de aandrukkracht tussen de poelies en de banden worden geregeld.

30 In figuren 9 en 10 is een vijfde uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding weergegeven in vooraanzicht respectievelijk zijaanzicht Om het overbrengingsbereik te vergroten zijn op de eerste en tweede in-/uitgaande as verdere met 1 028596 ' ! 12 de assen koppelbare tandwielen aanwezig. Dit wordt hierna verder toegelicht.

Deze CVT 171 heeft ook weer een eerste in-/uitgaande as 173 met daarop een eerste wiel 175, dat gevormd is door een poelie, en een tweede in-/uitgaande as 177 met daarop een tweede wiel 179, dat gevormd is door een eerste tandwiel. De CVT 171 heeft 5 voorts overbrengingsmiddelen 181, die een tussenas 183 bezitten met daarop een door een verdere poelie gevormd derde wiel 185, dat samenwerkt met het eerste wiel 175, alsmede een door een tweede tandwiel gevormd vierde wiel 187, dat in ingrijping is met het tweede wiel 179. De overbrengingsmiddelen 181 bezitten voorts een band 189, die om de poelies 175 en 185 is geslagen.

10 Het eerste tandwiel 179 is vrij draaibaar op de tweede as 177 aanwezig en kan door een eerste koppeling 191 met deze as gekoppeld worden. Op de tweede as 177 is voorts een derde tandwiel 193 aanwezig dat via een tweede koppeling 195 met de tweede as koppelbaar is.

De eerste as 173 bestaat uit een eerste en tweede via een derde koppeling 197 15 met elkaar verbonden asdelen 199 en 201. Op het eerste asdeel 199 is een vierde tandwiel 203 aanwezig is dat in ingrijping is met het derde tandwiel 193, en op het tweede asdeel 201 is een vijfde tandwiel 205 aanwezig, dat via een vierde koppeling 207 met dit asdeel koppelbaar is en dat in ingrijping is met het als eerste tandwiel 179 uitgevoerde tweede wiel.

20 Door de eerste en derde koppeling 191 en 197 te sluiten en de tweede en vierde koppeling 195 en 207 te openen, wordt dezelfde situatie verkregen als bij de in figuren 1-3 weergegeven eerste uitvoeringsvorm. De koppeloverdracht gaat hierbij dan volgens pijl 209.

Door de tweede en vierde koppeling 195 en 207 te sluiten en de eerste en 25 derde koppeling 191 en 197 te openen, wordt een andere situatie verkregen. De koppeloverdracht gaat hierbij dan volgens pijl 211, waarbij een andere overbrengingsbereik aanwezig is dan in de vorige situatie.

De verplaatsingsmiddelenkunnenindezeCVT 171 voorts de aandrukkracht tussen de poelies 175 en 185 en de duwband 189 regelen. Hiertoe heeft de CVT 171 een 30 ring 213 die door de veiplaatsingsmiddelen verplaatst kan worden van en naar de eerste as 173.

De poelie 175 op de eerste as 173 heeft een vaste schijf 215 eneeninaxiale 1028596 13 richting beweegbare schijf 217. Voorts bevindt zich op de eerste as 173 een verdere vaste schijf 219 aan de andere zijde van de verschuifbare schijf 217. De verschuifbare schijf 217 heeft aan beide zijden conische vlakken. De ring 213 bevindt zich tussen de verschuifbare schijf 217 en de verdere vaste schijf 219. Door de ring 213 te verplaatsen van of naar de as S 173 wordt de verschuifbare schijf 217 minder respectievelijk meer tegen de band 189 gedrukt. De ring 213 kan zich eventueel ook aan de andere zijde van de as 173 bevinden (dit is met een onderbroken lijn aangegeven) of rond de gehele omtrek van de as.

In figuur 11 is een zesde uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding in vooraanzicht weergegeven. Deze CVT 221 is gelijk aan die volgens de vijfde 10 uitvoeringsvorm, met dit verschil dat de conische zijde 223 van de verdere vaste schijf 225 en de naar deze zijde 223 toegekeerde zijde 227 van de verplaatsbare schijf 229 een negatieve hoek hebben, en dat de ring 231 binnen de omtrek van de schijven 223 en 229 aanwezig is. De ring 231 is hierbij gelagerd in een arm 233 die door de verdoe verplaatsingsmiddelen verplaatsbaar is in de richtingen van pijl 235.

15 In figuur 12 is een zevende uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding weergegeven in vooraanzicht. Hierbij wordt de overbrengingsverhouding niet gewijzigd door verplaatsing van een tussenas waarop een van de poelies aanwezig is waarom de band geslagen is, maar door verplaatsing van een tussenas die in contact is met ringen.

20 De CVT 241 heeft weer een eerste en een tweede in-/uitgaande as 243 en 245 met daarop een eerste en een tweede wiel 247,249 die nu beide door poelies gevormd zijn. Beide poelies 247,249 hebben een in axiale richting vaste schijf 251,253 en een in axiale richting beweegbare schijf255,257. De overbrengingsmiddelen zijn ook hier weer gevormd door een band 259, die om de beide poelies is geslagen 25 Op elke as bevindt zich voorts een verdere vaste schijf 261, 263, waarbij tussen deze schijven en de verschuifbare schijven 255,257 ringen 265,267 aanwezig zijn die aan beide zijden zijn voorzien van conische vlakken.

De CVT 241 heeft voorts een tussenas 269 met een daarop aanwezig verder wiel 271, dat in radiale richting in contact is met beide ringen 265, 267. De 30 verplaatsingsmiddelen voor het wijzigen van de overbrengingsverhouding kunnen de tussenas 269 verplaatsen inde richtingen van pijl 273 weg van een van de assen en naar de andere as toe.

1028596 14

De verplaatsingsmiddelen kunnen voorts de aandrukkracht tussen de poelies 251,253 en de wband 259 regelen. Hiertoe kunnen de veiplaatsingsmiddelen de tussenas 269 weg van beide assen of naar beide assen toe veiplaatsen. Dit is aangegeven met pijlen 275 loodrecht op het vlak van tekening. Bij veiplaatsing van de tussenas 269 naar beneden 5 in figuur 12 (de tussenas bevindt zich hierbij -kijkend naar de figuur- boven de hartlijnen van de ringen), drukt het op de tussenas aanwezige wiel 271 de beide ringen 265,267 naar buiten waardoor de aandrukkracht tussen de schijven 251-257 en de duwband 259 vergroot wordt, en bij verplaatsing van de tussenas 269 naar boven in figuur 12, komen de beide ringen 265,267 naar binnen waardoor de aandrukkracht tussen de schijven 251-257 en de 10 duwband 259 afheemt

Door verplaatsing van de tussenas 269 in de richtingen van pijl 273 wordt dus de overbrengingsveifaouding gewijzigd, terwijl door verplaatsing van de tussenas 269 in de richtingen van pijlen 275 de aandrukkracht tussen de poelies 247 en 249 en de duwband 259 geregeld wordt 15 In figuur 13 is een vooraanzicht van een achtste uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding weergegeven. Deze CVT 281 heeft ook weer twee in-/uitgaande assen 283,285 met daarop een eerste respectievelijk een tweede wiel 287,289. Het eerste wiel is gevormd door een ringvormige poelie bestaande uit een conische schijf 291 die bevestigd is in een bus 293 en een axiaal in de bus verschuifbare conische ring 295. De naar 20 elkaar toegekeerde vlakken 297 en 299 van de schijf 291 en de ring 295 hebben een negatieve hoek. Ook deze CVT 281 heeft overbrengingsmiddelen 301 die gevormd zijn door een tussenas 303 met daarop een derde en vierde wiel 305, 307. Het derde wiel 305 is gevormd door een conisch wiel (eventueel een flexibel conisch wiel opgebouwd uit schakels die puur op druk worden belast) waarvan de zijvlakken deels een conische vorm 25 hebben en in contact zijn met de vlakken 297 en 299 van het eerste wiel 287. Het vierde wiel 307 is gevormd door een verder tandwiel dat in ingrijping is met het tweede wiel 289.

De conische ring 295 is in tangentiale richting in de bus 293 gefixeerd, bijvoorbeeld door middel van spieën, en is in axiale richting verschuifbaar in de bus 293. De ring 295 wordt door een veer (niet weergegeven) tegen het derde wiel 305 gedrukt 30 Voor het veranderen van de overbrengingsverhouding heeft ook deze CVT

281 verplaatsingsmiddelen (niet weergegeven) die de tussenas 303 in radiale richting kunnen verplaatsen, waardoor de afstand tussen de as 283 en de tussenas 303 gewijzigd 102859e 15 wordt

Om ervoor te zorgen dat de posities van de in-/uitgaande assen 283 en 285 van de CVT vast zijn, is ook hier de tussenas 303 verplaatsbaar langs een cirkelboog om de in-Aiitgaande as 285.

5 In figuur 14 tenslotte is een vooraanzicht van een negende uitvoeringsvorm van de CVT volgens de uitvinding weergegeven. Bij deze CVT 311 zijn zowel de op de eerste en tweede in-/uitgaande as 313, 315 aanwezige wielen 317, 319 uitgevoerd als conische wielen (eventueel flexibele conische wielen opgebouwd uit schakels die puur op druk worden belast). De overbrengingsmiddelen 321 omvatten ook hier een tussenas met 10 daarop twee verdere wielen, echter hierbij is de tussenas uitgevoerd als een bus 323 en zijn de verdere wielen ringvormige poelies 325, 327 die in de bus aanwezig zijn. De ringvormige poelies hebben ieder een vast in de bus bevestigde conische ring 329, 331 alsmede een gezamenlijke axiaal in de bus verschuifbare conische ring 333.

Ook deze CVT 311 heeft verplaatsingsmiddelen (niet weergegeven) die de 15 bus 323 kunnen verplaatsen weg van een van de assen en naar de andere as toe (pijl 335) voor het regelen van de overbrengingsverhouding. De verplaatsingsmiddelen kunnen voorts de bus 323 verplaatsen weg van beide assen of naar beide assen toe (dubbele pijl 337) voor het regelen van de contactkracht tussen de ringvormige poelies 325,327en conische wielen 317,319.

20 Figuur 15 een detail van een uitvoeringsvorm van een CVT 341 weergegeven met dubbele parallelle banden 343 die overal in de voorgaande uitvoeringsvormen in plaats van de weergegeven enkele banden toegepast kan worden om meer koppel door te kunnen leiden. Op elke as 345,347 zijn twee als poelies 349,351,353, 355 uitgevoerde wielen aanwezig. Waarbij op een van de assen 345 de poelies 349 en 351 25 een gemeenschappelijke axiaal beweegbare schijf 357 bezitten en de andere schijf 359 respectievelijk 361 vaneenvandepoelies349vastisenvandeanderepoelie351 eveneens axiaal verplaatsbaar is (hierbij is dan wel een hydraulische cilinder nodig om het geheel aan te drukken). Op de andere as 347 zijn beide poelies 353 en 355 vast en onderling gekoppeld via een differentieel 363 (hier uitgevoerd als een kogeldifferentieel) om een gelijke 30 koppelverdeling tussen de twee banden 343 te verkrijgen. Deze as 347 kan radiaal, pijl 365, worden verplaatst om de overbrengingsverhouding, danwel de aandrukkracht tussen de poelies en de banden te regelen.

1028596 16

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het 5 door de conclusies gedefinieerde kader.

1028596

Claims (21)

1. Continu variabele transmissie omvattende: een eerste in-/uitgaande as met daarop een eerste wiel, een tweede nWuitgaande as met daarop een tweede wiel, 5. overbrengingsmiddelen, die samenwerken met het eerste en het tweede wiel en koppel van het ene naar het andere wiel overbrengen, en verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van één of meer onderdelen van de overbrengingsmiddelen en/of van onderdelen van één of beide wielen, voor het regelen van de overbrengingsverhouding tussen het eerste en het tweede wiel en/of 10 voor het regelen van de contactkracht tussen met elkaar samenwerkende onderdelen van de overbrengingsmiddelen en/of de wielen, met het kenmerk, dat de continu variabele transmissie een tussenas omvat, en de verplaatsingsmiddelen ten minste de tussenas kunnen verplaatsen in een richting 15 weg van en naar ten minste één van de assen.

2. Continu variabele transmissie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tussenas deel uitmaakt van de overbrengingsmiddelen en de overbrengingsmiddelen voorts een derde en een vierde wiel omvatten die samenwerken met het eerste respectievelijk tweede wiel.

3. Continu variabele transmissie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen van en naar één van de assen, waarbij de afstand tussen de tussenas en de andere as gelijk blijft

4. Continue variabele transmissie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen de tussenas verplaatsen langs een cirkelboog met een middelpunt 25 in de tweede as en een straal die gelijk is aan de afstand tussen de tweede as en de tussenas.

5. Continue variabele transmissie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat: het tweede wiel gevormd is door een eerste tandwiel, en het vierde wiel gevormd is door een tweede tandwiel dat in ingrijping is met het eerste tandwiel.

6. Continu variabele transmissie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat: het eerste tandwiel loskoppelbaar is van de tweede as, op de tweede as voorts een met de tweede as koppelbaar derde tandwiel aanwezig U)285&6 is» - de eerste as uit twee via een koppeling met elkaar verbonden asdelen bestaat, waarbij: - op een van de asdelen een vierde tandwiel aanwezig is dat in ingrijping is 5 met het derde tandwiel, en op het andere asdeel een met dit asdeel koppelbaar vij fde tandwiel aanwezig is dat in ingrijping is met het eerste tandwiel.

7. Continue variabele transmissie volgens conclusie 4,5 of6, met het kenmerk, dat: 10. het eerste en derde wiel uitgevoerd zijn als poelies, en de overbrengingsmiddelen voorts een band of ring omvatten die om de beide poelies is geslagen of tussen de beide poelies aanwezig is, waarbij ten minste één van de poelies ten minste één in axiale richting beweegbare schijf omvat

8. Continu variabele transmissie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat: 15. op de eerste as voorts een door een poelie gevormd vijfde wiel aanwezig is, en de overbrengingsmiddelen voorts een op de tussenas aanwezig en door een poelie gevormd zesde wiel omvatten, alsmede een verdere band die om het vijfde en zesde wiel is geslagen, waarbij ten minste één van de poelies ten minste één in axiale richting beweegbare schijf omvat

9. Continu variabele transmissie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat: de tussenas is verdeeld in twee deelassen, waarbij op een eerste van de deelassen het derde en vierde wiel aanwezig zijn en op de tweede deelas het zesde wiel en een zevende wiel aanwezig zijn, dat het zevende wiel samenwerkt met een op een derde in-/uitgaande as aanwezig 25 achtste wiel, waarbij de verplaalsingsmiddelen de eerste en tweede deelas verplaatsen langs cirkelbogen met middelpunten in de tweede respectievelijk de derde as en stralen die gelijk zijn aan de afstand tussen de tweede as en de eerste deelas respectievelijk de derde as en de tweede deelas, en 30. de continu variabele transmissie voorts een omloopoverbrenging omvat met drie rotatielichamen, waarbij een eerste rotatielichaam is verbonden met de tweede as, een tweede rotatielichaam is verbonden met de derde as en het derde rotatielichaam 102859e is verbonden met een vierde in-/uitgaande as.

10. Continu variabele transmissie volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de poelies die het eerste en vijfde wiel vormen een gemeenschappelijke axiaal beweegbare schijf omvatten.

11. Continu variabele transmissie volgens conclusie 4,5 of 6, met het kenmerk, dat het eerste wiel is gevormd door een ringvormige poelie en het derde wiel door een conisch wiel.

12. Continu variabele transmissie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen weg van een van de assen en naar 10 de andere as toe.

13. Continu variabele transmissie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat: het eerste, tweede, derde en vierde wiel uitgevoerd zijn als poelies, en de overbrengingsmiddelen voorts twee banden omvatten waarvan er één aanwezig is om het eerste en derde wiel en de andere om het tweede en vierde wiel, waarbij 15 van het eerste en derde wiel en van het tweede en vierde wiel ten minste één van de schijven van de poelies in axiale richting beweegbaar is.

14. Continu variabele transmissie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het eerste en tweede wiel uitgevoerd zijn als conische wielen en het derde en vierde wiel uitgevoerd zijn als ringvormige poelies waarbinnen de conische wielen zich bevinden, en 20 waarvan ten minste één van de ringen van de ringvormige poelies in axiale richting beweegbaar is.

15. Continu variabele transmissie volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het derde en vierde wiel een gemeenschappelijke axiaal verschuifbare schijf of ring omvatten.

16. Continu variabele transmissie volgens conclusie 13, 14 of 15, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen voorts de tussenas kunnen verplaatsen weg van beide assen of naar beide assen toe voor het regelen van de contactkracht tussen met elkaar samenwerkende poelies en banden of met elkaar samenwerkende poelies en conische wielen.

17. Continu variabele transmissie volgens één der voorgaande conclusies 7 tot en met 16, met het kenmerk, dat de in axiale richting beweegbare schijf/schijven of ring/ringen van de poelies tegen een veerkracht in verplaatsbaar is/zijn, waarbij de 102859e - veerkracht afneemt naarmate de afstand tussen de schijven of ringen groter wordt.

18. Continu variabele transmissie volgens één der voorgaande conclusies 7 tot en met 17, met het kenmerk, dat: • van elke poelie met een in axiale richting beweegbare schijf of ring de andere schijf S of ring in axiale richting vast op de as aanwezig is, waarbij de beweegbare schijf of ring aanwezig is tussen de vaste schijf of ring en een verdere vaste schijf of ring, en de continu variabele transmissie een verder conisch wiel omvat, dat aanwezig is tussen de beweegbare schijf of ring en de verdere vaste schijf of ring, waarbij de verplaatsingsmiddelen het conische wiel kunnen verplaatsen van en naar de as of 10 bus waarop de schijven of waarin de ringen aanwezig zijn.

19. Continu variabele transmissie volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de conische zijde van de verdere vaste schijf of ring een negatieve hoek heeft en de naar deze zijde toegekeerde zijde van de verplaatsbare schijf of ring eveneens een negatieve hoek heeft, waarbij het conische wiel binnen de omtrek van de schijven of ringen aanwezig 15 is.

20. Continu variabele transmissie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat: zowel het eerste als het tweede wiel gevormd zijn door een poelie met een in axiale richting vaste en beweegbare schijf, waarbij elke in axiale richting beweegbare j schijf aanwezig is tussen de vaste schijf en een verdere vaste schijf op de as, 20. de overbrengingsmiddelen gevormd zijn door een band, die om de beide poelies geslagen is, • de continu variabele transmissie voorts twee ringen omvat met aan beide zijden conische vlakken, waarbij tussen elke beweegbare schijfen verdere vaste schijf een van de ringen aanwezig is, en 25. de continu variabele transmissie voorts een op de tussenas aanwezig verder wiel omvat, dat in radiale richting in contact is met beide ringen, - waarbij de verplaatsingsmiddelen de tussenas kunnen verplaatsen weg van een van de assen en naar de andere as toe, voor het veranderen van de overbrengingsverhouding.

21. Continu variabele transmissie volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen voorts de tussenas weg van beide assen of naar beide assen toe kunnen verplaatsen, voor het regelen van de aandrukkracht tussen de poelies en de band. 102859e