NL1028578C1 - Inrichting en werkwijze voor het overbrengen van producten. - Google Patents

Description

' 1

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET OVERBRENGEN VAN PRODUCTEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het overbrengen van producten 5 volgens de aanhef van conclusie 1.

Voor het transport van producten in met name industriële toepassingen, zoals bijvoorbeeld bij het transport van producten tussen verschillende machines in een fabriek, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van transporteurs, 10 bijvoorbeeld bestaande uit transportbanden en rollenbanen. Wanneer producten van een eerste transporteur verplaatst moeten worden naar een onder een hoek daarop geplaatste tweede transporteur welke een andere oriëntatie heeft, wordt vaak gebruik gemaakt van uitwerpunits welke het product van 15 de eerste transporteur naar de tweede transporteur verplaatsen. In een eerste ingeschoven positie wordt een eerste product opgewacht en vervolgens verplaatst door het verplaatsen van een verplaatsingsorgaan, bijvoorbeeld een duworgaan, naar een tweede uitgeschoven positie. Om te 20 voorkomen dat, wanneer een eerste product verplaatst wordt, er een tweede product dat aangevoerd wordt door de aanvoer-transporteur achter het duworgaan kan geraken, is het duworgaan normaliter langwerpig uitgevoerd, wat resulteert in een -dezelfde oriëntatie als de afvoer-transporteur hebbend-25 uitstekend deel van het afschermingsgedeelte van het duworgaan wanneer deze zich in de eerste ingeschoven positie bevindt.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om een uitwerpunit van de in de inleiding genoemde soort voor te 30 stellen, welke een afscherming verschaft die nabij de buitenranden is aangebracht en compact ingebouwd kan worden.

1 028578 2

Dit doel wordt volgens de uitvinding met de kenmerken van conclusie 1 bereikt door middel van een inrichting, omvattende: - een aanvoer-transporteur; 5 - een afvoer-transporteur; en - een overbrenginrichting voor het overbrengen van producten tussen de aanvoer-transporteur en de afvoer-transporteur, waarbij de overbrenginrichting is voorzien van afschermmiddelen die nabij de buitenranden van de 10 overbrenginrichting zijn aangebracht, voor het afschermen van de toegang tot de overbrenginrichting tijdens het verplaatsen van producten door de overbrenginrichting.

In de navolgende beschrijving wordt een voorkeursuitvoering aan de hand van de tekening verder 15 verklaard, waarin tonen:

Fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een perspectivisch achteraanzicht van de in j figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm; .

20 Fig. 3 een bovenaanzicht van een eerste situatie van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm;

Fig. 4 een bovenaanzicht van een tweede situatie van .

de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm;

Fig. 5 een bovenaanzicht van een derde situatie van 25 de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm;

Fig. 6 een bovenaanzicht van een vierde situatie van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm; en

Fig. 7 een bovenaanzicht van een vijfde situatie van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm.

30 De voorkeursuitvoeringsvorm van de overbrenginrichting 1 zoals getoond in de figuren 1 t/m 7 omvat: een transportplateau 2, een verplaatsingsorgaan 3 voor het verplaatsen van producten 0 van een aanvoer-transporteur 1 028578 3 A naar een afvoer-transporteur B; een aandrijving 4, een lineaire geleiding 5, en rollen 6 waar een band 7 overheen geleid wordt.

Figuren 1 en 2 tonen perspectivische aanzichten van 5 een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

De overbrenginrichting l brengt producten over van de aanvoer-transportband A, naar de afvoer-rollenbaan B, waarbij de aanvoerrichting van de aanvoer-transportband A en de afvoerrichting van de afvoer-rollenbaan B in deze eerste 10 uitvoeringsvorm dwars op elkaar staan. Tussen de aanvoer-transportband A en de afvoer-rollenbaan B bevindt zich een transportplateau 2, waar producten die aangevoerd worden door de aanvoer-transportband A door de band 7 worden opgevangen en vervolgens middels een duwplaat 3 verplaatst worden naar 15 de afvoer-rollenbaan B. Een alternatief verplaatsingsorgaan kan bijvoorbeeld een tilplaat zijn. Het transportplateau 2 omvat een frame, met daarin horizontaal geplaatste rollen, welke tezamen in hoofdzaak een vlak benaderen.

Figuren 3 t/m 7 tonen bovenaanzichten aan de hand 20 waarvan de werkwijze van het verplaatsen van producten van de aanvoer-transportband A naar de afvoer-rollenbaan B geïllustreerd zal worden.

Figuur 3 toont een eerste situatie waarin de duwplaat 3 zich in een eerste ingeschoven positie bevindt, en er een 25 eerste product 01 op het transportplateau 2 klaar ligt om weggeschoven te worden in de richting van de afvoer-rollenbaan B. In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de duwplaat 3 een opening waardoor bijvoorbeeld een foto-elektrische sensor die achter de duwplaat aangebracht is 30 (niet getekend), kan waarnemen of zich een product 0 voor de duwplaat 3 op het transportplateau 2 bevindt. Uiteraard kan de sensor ook op andere posities, waar deze de aanwezigheid 1 028578 4 van producten op het transportplateau kan bewaken, aangebracht zijn.

Figuur 4 toont een tweede situatie waarin de duwplaat 3 zich via een geleiding 5 van de eerste ingeschoven positie 5 naar een tweede uitgeschoven positie verplaatst, en zo het eerste product 01 van de aanvoer-transportband A naar de afvoer-rollenbaan B verplaatst, terwijl een tweede product 02 door de aanvoer-transportband A aangevoerd wordt. De duwplaat 3 wordt aangedreven door een lineaire aandrijving 4, welke 10 onder het transportplateau 2 aangebracht is. De duwplaat 3 heeft tussen de rollen van het transportplateau 2 uitstekende organen die aangedreven worden door de lineaire aandrijving 4. De band 7 is bevestigd aan de duwplaat 3, bijvoorbeeld door inklemming tussen twee delen van de duwplaat, waardoor 15 de band 7 over de rollen 6 geleid wordt indien de duwplaat 3 zich verplaatst, en zo de band 7 een afscherming verschaft tussen de duwplaat 3 en de voorste rol 6a, welke afscherming voorkomt dat een tweede product 02 achter de duwplaat 3 kan geraken.

20 Figuur 5 toont een derde situatie waarin de duwplaat 3 zich in de tweede uitgeschoven positie bevindt en het product 01 overgenomen wordt door de afvoer-rollenbaan B. Het tweede product 02 dat door de aanvoer-tranportband A aangevoerd wordt, heeft de overbrenginrichting 1 bereikt, 25 maar wordt door de band 7 tegengehouden, zodat het product 02 nog niet op het transportplateau 2 achter de duwplaat 3 kan geraken.

Figuur 6 toont een vierde situatie waarin de duwplaat 3 zich van de tweede uitgeschoven positie terug verplaatst 30 naar de eerste ingeschoven positie. Ondertussen verhindert de band 7 nog steeds dat het tweede product 02 door de aanvoer-transportband A op het transportplateau 2 geschoven kan worden. De band 7 is vervaardigd van een glad materiaal, bij 1 028 578' 5 voorkeur gladde kunststof, zodat ten minste de zijde waarmee de producten worden opgevangen een lage wrijvingscoëfficiënt heeft, teneinde te voorkomen dat producten bij het van de tweede uitgeschoven positie naar de eerste ingeschoven 5 positie verplaatsen van de duwplaat 3 de band 7 abusievelijk producten meevoert met als mogelijk gevolg dat deze aan de zijkant van de aanvoer-transportband A zouden vallen. Hiertoe kan aan de zijkant van de transportband A eventueel ook een geleiding (niet getekend) gemonteerd worden die, mocht een 10 pakket abusievelijk toch meegenomen worden, verhinderd dat deze van de aanvoer-transportband kan geraken.

Figuur 7 toont een vijfde situatie waarin de duwplaat 3 weer teruggekeerd is in de eerste ingeschoven positie. De band 7 houdt het tweede product 02 niet meer tegen, waardoor 15 dit tweede product 02 nu op het transportplateau 2 geschoven kan worden door de aanvoer-transportband A, waar het nu klaar ligt om door de duwplaat 3 volgens de hierboven beschreven werkwijze in de richting van de afvoer-rollenbaan B verplaatst te worden.

20 In een tweede uitvoeringsvorm kunnen de afschermingsmiddelen uitgevoerd worden als een elastische band 70 (niet getekend), welke enerzijds aan de duwplaat 3 bevestigd is, en anderzijds aan een bevestigingsorgaan 60 (niet getekend), waarbij de elastische eigenschappen van de 25 band 70 een afscherming tussen het bevestigingsorgaan 60 en de duwplaat 3 verschaffen, wanneer de duwplaat 3 zich in een uitgeschoven positie bevindt.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel het voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding 30 tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

j 1 02 8 578

Claims (17)

1. Inrichting, omvattende: - een aanvoer-transporteur; 5. een afvoer-transporteur; en - een overbrenginrichting voor het overbrengen van producten tussen de aanvoer-transporteur en de afvoer-transporteur, waarbij de overbrenginrichting is voorzien van afschermmiddelen die nabij de buitenranden van de 10 overbrenginrichting zijn aangebracht, voor het afschermen van de toegang tot de overbrenginrichting tijdens het verplaatsen van producten door de overbrenginrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 15 aanvoer-transporteur een aanvoerrichting bepaalt, en afvoer-transporteur een afvoerrichting bepaalt, en waarbij de overbrenginrichting producten overbrengt tussen de aanvoerrichting en de afvoerrichting, waarbij de aanvoerrichting en afvoerrichting onder een hoek staan van 45 20 graden tot 135 graden, en bij voorkeur dwars op elkaar staan.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de overbrenginrichting een verplaatsingsorgaan omvat, en waarbij dit verplaatsingsorgaan bij voorkeur uitgevoerd is als een i 25 duwplaat.

4. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de overbrenginrichting een transportplateau omvat.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de afschermmiddelen een band omvatten. 1 028578

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de band bevestigd is aan het verplaatsingsorgaan.

7. Inrichting volgens conclusie 5 en/of 6, waarbij de 5 band, ten minste aan de zijde waarmee producten worden opgevangen, van een glad materiaal, bij voorkeur glad kunststof, voorzien is.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, 10 waarbij de band elastisch is.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, waarbij de inrichting voorzien is van bandgeleiders voor het begeleiden van de band. 15

10. Inrichting volgens een van de conclusies 5-9, waarbij de inrichting voorzien is van ten minste drie bandgeleiders.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de bandgeleiders rollen omvatten, welke in hoofdzaak staand zijn aangebracht.

12. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 25 conclusies, waarbij de inrichting voorzien is van aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van het verplaats ingsorgaan.

13. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de inrichting voorzien is van een geleiding voor het geleiden van het verplaatsingsorgaan tussen een eerste ingeschoven positie en een tweede uitgeschoven positie, en waarbij de geleiding bij voorkeur in 1 028578 hoofdzaak dezelfde oriëntatie heeft als de afvoer-transporteur.

14. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 5 conclusies, waarbij een sensor aangebracht is voor het waarnemen van producten op het transportplateau.

15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de inrichting voorzien is van een sensor die achter het 10 verplaatsingsorgaan geplaatst is, waarbij in het verplaatsingsorgaan een opening aangebracht is waar doorheen de sensor producten kan waarnemen.

16. Werkwijze, omvattende de volgende stappen: 15. het op het transportplateau door de band opvangen van door de aanvoer-transporteur aangevoerde producten; - waarnemen van de aanwezigheid van een eerste product op het transportplateau; - verplaatsen van het verplaatsingsorgaan van een 20 eerste ingeschoven positie naar een tweede uitgeschoven positie; - afschermen van de toegang tot het transportplateau achter het verplaatsingsorgaan door de afschermingsmiddelen; - opvangen van een tweede product door de 25 afschermingsmiddelen, indien deze door de aanvoer- transporteur aangevoerd wordt terwijl het verplaatsingsorgaan zich in een uitgeschoven positie bevindt; - door het verplaatsingsorgaan overdragen van het eerste product aan de afvoer-transporteur; 30. verplaatsen van het verplaatsingsorgaan van de tweede uitgeschoven positie naar de eerste ingeschoven positie; 1 028578 - afschermen van de toegang tot het transportplateau achter het verplaatsingsorgaan door de afschermingsmiddelen; - voorbijgaan van het tweede product door de naar de eerste ingeschoven positie verplaatsen van het 5 verplaatsingsorgaan; - overdragen van het tweede product door de aanvoer-transporteur aan het transportplateau; en - het op het transportplateau opvangen van het door de aanvoer-transporteur aangevoerde tweede product. 10

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-15 wordt toegepast. 1028578