NL1028560C1 - Werkwijze voor het maken van een fundering. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het maken van een fundering. BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze 5 voor het maken van een fundering voor een te bouwen bouwwerk omvattende de stappen van A het verschaffen van een liggende funderingsbalk van beton B het verschaffen van een onder een hoek op de liggende funderingsbalk aansluitende verder liggende funderingsbalk 10 van beton waarbij de verder liggende funderingsbalk afsteunt op de liggende funderingsbalk.

Ten behoeve van een te bouwen bouwwerk is het bekend om hiertoe gebruik te maken van een zogenaamde tandverbinding waarmee men een verdere funderingsbalk afsteunt op een funderingsbalk, waarbij in de 15 meeste gevallen de verdere funderingsbalk haaks aansluit op de funderingsbalk. Bij een dergelijke tandverbinding is aan de bovenzijde van de funderingsbalk een inkeping gemaakt, terwijl de verdere verbindingsbalk aan zijn naar de funderingsbalk gekeerde uiteinde is voorzien van een uitstekend deel aan de bovenzijde van de verdere 20 funderingsbalk dat past in de inkeping, zodat de bovenzijden en de onderzijden van respectievelijk de funderingsbalk en de verdere funderingsbalk op hetzelfde niveau zijn gelegen. Desgewenst wordt met behulp van bijvoorbeeld stekeinden tevens een vaste verbinding tot stand gebracht tussen de verdere funderingsbalk en de funderingsbalk. Optioneel 25 wordt de verbinding tussen de funderingsbalk en de verdere funderingsbalk aangegoten met snel hardende mortel.

Een belangrijk bezwaar van een dergelijke tandverbinding is dat er geen vrijheid bestaat ten aanzien van de langspositie van de funderingsbalk alwaar de verdere funderingsbalk wordt afgesteund op de 30 funderingsbalk, aangezien deze langspositie volledig wordt bepaald door de langspositie van de inkeping. Dit houdt in dat in beginsel voor ieder 1028560- 2 bouwproject de funderingsbalken op maat moeten worden voorzien van een inkeping en de verdere funderingsbalken op maat moeten worden voorzien van een uitstekend deel hetgeen de levertijd van dergelijke (verdere) funderingsbalken verlengt en het economisch onaantrekkelijk maakt om 5 dergelijke funderingsbalken op voorraad te produceren. Bovendien is het niet mogelijk om in het gebied van de inkeping wapeningsdraden toe te passen, waardoor de funderingsbalk (en tevens ook de verdere funderingsbalk) groter gedimensioneerd moet zijn dan vergeleken met de hypothetische situatie waarbij de funderingsbalk niet is voorzien van een 10 dergelijke inkeping en dus over zijn volle dwarsdoorsnede in beginsel kan zijn voorzien van wapeningsdraden. Alternatief zou men bij een gelijke dwarsdoorsnede ook gebruik kunnen maken van een zwaardere wapening, dan wel van een hogere kwaliteit betonsoort. Welke oplossing men ook kiest om het verlies van dragend vermogen door de funderingsbalk vanwege de 15 aanwezigheid van de inkeping te compenseren, het zal in ieder geval verhoogde kosten met zich meebrengen. Daarnaast geldt dat ter plaatse van de hoeken in de funderingsbalk vanwege de aanwezigheid van de inkeping en in de verdere funderingsbalk vanwege de aanwezigheid van het uitstekend deel er in toegepaste vorm lokaal sprake is van spanningsconcentraties 20 hetgeen een verhoogd risico van falen van de (verdere) funderingsbalk met zich meebrengt en dus verdere maatregelen moeten worden getroffen om deze risico's het hoofd te kunnen bieden. In geval gebruik wordt gemaakt van snel hardende mortel waarmee de verbinding tussen de funderingsbalk en de verdere funderingsbalk wordt aangegoten geldt bovendien het nadeel dat de 25 uithardingstijd voor deze mortel vertraging veroorzaakt van het bouwproces omdat de verbinding pas na uitharding van de mortel mag worden belast.

De onderhavige uitvinding beoogt nu voor de boven beschreven problematiek een oplossing of althans verbetering te bieden, 30 waartoe de werkwijze voor het maken van een fundering volgens de uitvinding ten behoeve van bovengenoemde stap B de stappen omvat van: 10285$0- 3 BI het doen rusten van een ondersteuningsorgaan voorzien van tenminste één ondersteuningsvlak op de funderingsbalk, B2 het doen rusten van de verdere funderingsbalk op het tenminste ene ondersteuningsvlak.

5 De toepassing van een ondersteuningsorgaan biedt belangrijke voordelen die grotendeels samenhangen met het feit dat de toepassing van een inkeping in de funderingsbalk alsmede van een uitstekend deel in de verdere funderingsbalk die past in de inkeping kan komen te vervallen, waardoor de daaraan gerelateerde nadelen niet meer 10 van toepassing zijn. Zo biedt de toepassing van een ondersteuningsorgaan het belangrijke voordeel dat het in beginsel mogelijk is om het afsteunen van de verdere funderingsbalk op de funderingsbalk te laten geschieden op iedere willekeurige langspositie van de funderingsbalk. Bovendien kan de volledige dwarsdoorsnede van de funderingsbalk alsmede ook van de 15 liggende funderingsbalk bijdragen aan de sterkte/stijfheid van de betreffende funderingsbalk/verdere funderingsbalk. De toepassing van een ondersteuningsorgaan biedt het verdere voordeel dat de verbinding tussen de funderingsbalk en de verdere funderingsbalk relatief snel tot stand kan komen en bovendien demontabel en herbruikbaar is.

20 Voor liggende funderi ngsbal ken die zich niet aan de rand van een bouwwerk bevinden maar ergens in het midden daarvan, kan het de voorkeur genieten dat het ondersteuningsorgaan is voorzien van twee ondersteuningsvlakken die zich na uitvoering van stap BI aan twee verschillende langszijden van de funderingsbalk uitstrekken en de 25 werkwijze de stap omvat van het tijdens stap B2 op ieder van de ondersteuningsvlakken doen rusten van een verdere funderingsbalk van beton. Aldus wordt één ondersteuningsorgaan benut voor ondersteuning van twee verdere funderingsbalken, die in de meeste gevallen (maar niet noodzakelijk) in lijn met elkaar zijn gelegen, ieder een één zijde van de 30 funderingsbalk.

Teneinde beweging tussen het ondersteuningsorgaan en 11028560- 4 daardoor de verdere funderingsbalk enerzijds en de funderingsbalk anderzijds zoveel mogelijk te voorkomen, is het voordelig, indien het ondersteuningsorgaan vast wordt verbonden met de funderingsbalk.

Bij verdere voorkeur geldt dat het ondersteuningsorgaan is 5 voorzien van tenminste één verticale wand die loodrecht op het ondersteuningsvlak is georiënteerd en dat zich na stap B2 uitstrekt langs een langszijde van de verdere funderingsbalk. De verticale wand kan daarbij als geleiding dienen, voor de verdere funderingbalk tijdens uitvoering van stap B2.

10 Om beweging tussen de verdere funderingsbalk enerzijds en het ondersteuningsorgaan en de funderingsbalk anderzijds zoveel mogelijk te voorkomen, geniet het de voorkeur indien de verdere funderingsbalk vast wordt verbonden met het ondersteuningsorgaan.

Ten behoeve van een dergelijke vaste verbinding is het 15 voordelig indien de vaste verbinding tussen de verdere funderingsbalk en het ondersteuningsorgaan teweeg wordt gebracht via de tenminste ene verticale wand. Aldus wordt voldoende ruimte geboden voor werklieden om deze vaste verbinding tot stand te brengen.

Een uitermate stabiele situatie wordt verkregen indien na 20 stap BI het ondersteuningsorgaan in hoofdzaak omgekeerd U-vormig aangrijpt om de funderingsbalk.

Het materiaal van het ondersteuningsorgaan wordt daarbij zeer efficiënt benut, indien het tenminste ene ondersteuningsvlak zich vanaf het uiteinde van tenminste één van de poten van de U-vorm 25 uitstrekt.

In zijn algemeenheid geldt dat bij voorkeur de dwarsdoorsnede van de funderingsbalk en van de verdere funderingsbalk aan elkaar gelijk zijn met name vanwege productietechnische redenen en uit oogpunt van voorraadbeheer. Binnen dit kader geniet het de voorkeur dat 30 het tenminste ene ondersteuningsvlak op hetzelfde verticale niveau is gelegen als de onderzijde van de funderingsbalk, zodat ook de bovenzijden H02856ο- 5 en de onderzijden van de funderingsbalk en de verdere funderlngsbalk na uitvoering van de stap B2 op hetzelfde verticale niveau zijn gelegen.

De voordelen van de onderhavige uitvinding zijn met name van toepassing indien de funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk 5 over de volledige lengte ervan een constante dwarsdoorsnede bezit. Met name dan is het mogelijk om op economisch verantwoorde wijze funderingsbalken op voorraad te produceren, zodat snel aan de vraag naar funderingsbalken kan worden voldaan, anders dan bij funderingsbalken volgens de stand van de techniek met een inkeping of uitstekend deel, 10 welke eerst op maat dienen te worden geproduceerd.

Teneinde te kunnen volstaan met een beperkte dwarsdoorsnede van de funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk en/of teneinde overspanningen tussen oplegpunten te vergroten, geniet het de voorkeur dat de liggende funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk van het 15 bewapende type is, waarbij de sterkte-eigenschappen dienaangaande nog verder kunnen worden verbeterd, indien de wapening van de liggende funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk is voorgespannen.

Zoals voorgaand reeds aangegeven, is een belangrijk voordeel van de onderhavige uitvinding gelegen in de mogelijkheid om op 20 voorraad (verdere) funderingsbalken te kunnen produceren. Binnen dit kader kenmerkt een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zich doordat de liggende funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk van het prefab type is.

Het ondersteuningsorgaan is bij voorkeur van staal dat 25 uitermate gunstige sterkte-eigenschappen kent en ook in vele kwaliteiten leverbaar is.

Alternatief kenmerkt een andere voorkeursuitvoeringsvorm zich doordat het ondersteuningsorgaan van kunststof is. Een kunststof materiaal heeft met name weer gunstige corrosieve eigenschappen. 30 Uiteraard dient het kunststof materiaal wel van een dusdanige kwaliteit te zijn dat het de vereiste sterkte-ei genschappen, ook op langere 102856o- 6 termijn, bezit. Als geschikt kunststof materiaal kan bijvoorbeeld worden gedacht aan aramide.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een fundering die is gemaakt volgens een werkwijze zoals bovenstaand 5 omschreven.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bouwen van een bouwwerk omvattende de stappen van: - het uitvoeren van de werkwijze voor het maken van een fundering volgens de bovenstaand omschreven uitvinding; 10 - het op de gemaakte fundering bouwen van een bouwwerk.

De voordelen die zijn verbonden aan een toepassing van een dergelijke werkwijze zullen de vakman reeds duidelijk zijn geworden aan de hand van de bovenstaande beschrijving van de werkwijze voor het maken van een fundering volgens de uitvinding zoals bovenstaand, al dan niet in 15 voorkeursuitvoeringsvorm ervan, omschreven.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een bouwwerk dat is gebouwd volgens een werkwijze voor het bouwen van een bouwwerk volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven.

De onderhavige uitvinding heeft tenslotte tevens betrekking 20 op een ondersteuningsorgaan voor toepassing bij een werkwijze voor het maken van een fundering volgens de uitvinding of een werkwijze voor het bouwen van een bouwwerk volgens de uitvinding.

Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren:

Figuur 1 toont een tandverbinding tussen een langs-funderingsbalk en een dwars-funderingsbalk volgens de stand van de techniek;

Figuren 2 tot en met 4 tonen drie achtereenvolgende fasen 30 tijdens uitvoering van de werkwijze volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

If028 56 0' 7

Figuren 5 en 6 tonen verschillende perspectivische aanzichten van de omgeving van een verbinding tussen een langs-funderingsbalk en een dwars-funderingsbalk bij de onderhavige uitvinding.

FIGUURBESCHRIJVING

5 Figuur 1 toont een tandverbinding 1 tussen een langsbalk 2 met in de bovenste helft ervan een inkeping 4 en een dwarsbalk 3 met aan het naar de langsbalk 2 toegekeerde uiteinde een uitstekend deel 5 aan de bovenste helft van dwarsbalk 3. Uitstekend deel 5 komt in de verbonden toestand te vallen binnen inkeping 4 waarmee de tandverbinding 1 tot 10 stand wordt gebracht. Optioneel kan gebruik worden gemaakt van stekeinden en het aangieten met snel hardende mortel teneinde de tandverbinding te verstevigen zoals de vakman bekend.

De figuren 2 tot en met 4 hebben betrekking op de onderhavige uitvinding en tonen drie achtereenvolgende fasen. Te zien is 15 hoe in eerste instantie een achttal heipalen 11 in bodem 12 is geslagen waarna de bovenste uiteinden ervan op gelijke verticale niveaus zijn ingekort (figuur 2). Vervolgens is een drietal dwarsbalken 13, 14, 15 op de bovenste uiteinden van de verschillende heipalen 11 geplaatst zoals zichtbaar is in figuur 3. De langsbalken 13, 14, 15 betreffen 20 geprefabriceerde voorgespannen betonnen balken met een constante vierkante dwarsdoorsnede over hun volledige lengte. Op gebruikelijke wijze, zoals de vakman bekend, kunnen de langsbalken 13, 14, 15 worden vastgemaakt aan de heipalen 11 waar zij op rusten.

Als volgende stap worden op de langsbalken 13, 14, 15 25 ondersteuningsschoenen 16-23 geplaatst (figuur 3) waarvan de ondersteuningsschoenen 19, 20 van het dubbelzijdige type zijn en de overige ondersteuningsschoenen van het enkelzijdige type. Figuren 5 en 6 tonen ondersteuningsschoen 17 die is aangebracht midden op de lengte van langsbalk 13, meer in detail. Ondersteuningsschoen 17 omvat een omgekeerd 30 U-vormig aangrijpingsdeel 26 en een oplegdeel 27. Het aangrijpingsdeel 26 omvat een liggend lijfdeel 28 en zich neerwaarts vanaf het lijfdeel 28 /1028560= 8 uitstrekkende pootdelen 29, 30 die gezamenlijk nauw passen om langsbalk 13. Het oplegdeel 27 omvat een liggende oplegplaat 31 en twee staande schetsplaten 32. 33 die zowel zijn verbonden met de oplegplaat 31 langs een onderste langsrand als met pootdeel 30 langs een staande langsrand.

5 Schetsplaten 32. 33 zouden in een alternatieve uitvoeringsvorm ook kunnen worden vervangen door stripdelen die zich bijvoorbeeld onder een hoek van circa 45° uitstrekken en met hun uiteinden zijn verbonden met oplegplaat 31 en pootdeel 30 daarbij de hoek tussen oplegplaat 31 en pootdeel 30 vrijlatende.

10 Ondersteun!ngsschoen 17 is volledig vervaardigd van staal waarbij het aangrijpingsdeel 26 en oplegplaat 31 gezamenlijk uit één stuk zijn vervaardigd, terwijl de schetsplaten 32, 33 zijn vastgelast aan het resterend deel van de ondersteuningsschoen 17. Alternatief zouden de ondersteuningsschoenen 17-23 overigens ook van een ander materiaal dan 15 staal kunnen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld van een hoge sterkte kunststof welke uitstekende corrosieve eigenschappen kent. Optioneel zijn in pootdeel 29 nog gaten 34 aangebracht voor het verbinden van ondersteuningsschoen 17 met behulp van keil bouten 35.

Aan de hand van bovenstaande beschrijving van 20 ondersteuni ngsschoen 17, zal ook de uitvoeringsvorm van de overige ondersteuningsschoenen 16-23 duidelijk zijn geworden, waarbij met betrekking tot de dubbelzijdig uitgevoerde ondersteuningsschoenen 19, 20 wordt opgemerkt dat ook aan de zijde van pootdeel 29 als oplegdeel 27 is voorzien. De dubbelzijdig uitgevoerde ondersteuningsschoenen 19, 20 zijn 25 daardoor spiegel symmetrisch ten opzichte van een verticaal spiegelvlak zich in langsrichting van langsbalk 14 uitstrekkende door het midden er van.

Op de oplegplaat 31, waarvan de bovenzijde zich op hetzelfde niveau bevindt als de onderzijde van de langsbalk waar de 30 betreffende ondersteuningsschoen op rust, wordt het uiteinde van een dwarsbalk 24, 25 geplaatst. Dwarsbalken 24, 25 zijn qua uitvoeringsvorm »02856 0- 9 gelijk aan de langsbalken 13, 14, 15 en verschillen slechts voor wat hun lengte. Tijdens het plaatsen van de dwarsbalken 24, 25 fungeren de schetsplaten 32, 33 als geleidingen. Desgewenst is het optioneel mogelijk om via niet nader getoonde gaten in schetsplaten 32, 33 en met behulp van 5 keil bouten, een vaste verbinding tot stand te brengen tussen de dwarsbalken 24, 25 en de ondersteuningsschoenen 16-23 waar zij op rusten.

10 9*028560-

Claims (19)

1. Werkwijze voor het maken van een fundering voor een te bouwen bouwwerk omvattende de stappen van 5 A het verschaffen van een liggende funderingsbalk van beton B het verschaffen van een onder een hoek op de liggende funderingsbalk aansluitende verdere liggende funderingsbalk van beton waarbij de verdere liggende funderingsbalk afsteunt op de liggende funderingsbalk, 10 gekenmerkt door ten behoeve van stap B BI het doen rusten van een ondersteuningsorgaan voorzien van tenminste één ondersteuningsvlak op de funderingsbalk, B2 het doen rusten van de verdere funderingsbalk op het tenminste ene ondersteuningsvlak.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het ondersteuningsorgaan is voorzien van twee ondersteuningsvlakken die zich na uitvoering van stap BI aan twee verschillende langszijden van de funderingsbalk uitstrekken en de stap van het tijdens stap B2 op ieder van de ondersteuningsvlakken doen rusten van een verdere funderingsbalk 20 van beton.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het ondersteuningsorgaan vast wordt verbonden met de funderingsbalk.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, gekenmerkt doordat het ondersteuningsorgaan is voorzien van tenminste één verticale wand die 25 loodrecht op het ondersteuningsvlak is georiënteerd en dat zich na stap i B2 uitstrekt langs een langszijde van de verdere funderingsbalk.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de verdere funderingsbalk vast wordt verbonden met het ondersteuningsorgaan.

6. Werkwijze volgens conclusie 4 en conclusie 5, gekenmerkt doordat de vaste verbinding tussen de verdere funderingsbalk en het Λ 028560- ondersteuningsorgaan teweeg wordt gebracht via de tenminste ene verticale wand.

7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat na stap BI het ondersteuningsorgaan in hoofdzaak . 5 omgekeerd U-vormig aangrijpt om de funderingsbalk.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat het tenminste ene ondersteuningsvlak zich vanaf het uiteinde van tenminste één van de poten van de U-vorm uitstrekt.

9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, 10 gekenmerkt doordat het tenminste ene ondersteuningsvlak op hetzelfde verticale niveau is gelegen als de onderzijde van de funderingsbalk.

10. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk over de volledige lengte ervan een constante dwarsdoorsnede bezit.

11. Werkwijze volgens één van dé voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de liggende funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk van het bewapende type is.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de wapening van de liggende funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk 20 is voorgespannen.

13. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de liggende funderingsbalk en/of de verdere funderingsbalk van het prefab type is.

14. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het j 25 kenmerk, dat het ondersteuningsorgaan van staal is.

15. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 13, met het kenmerk, dat het ondersteuningsorgaan van kunststof is.

16. Fundering gemaakt volgens een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies.

17. Werkwijze voor het bouwen van een bouwwerk omvattende de stappen van &028560~ - het uitvoeren van de werkwijze voor het maken van een fundering volgens één van de conclusies 1 tot en met 16 - het op de gemaakte fundering bouwen van een bouwwerk.

18. Bouwwerk gebouwd volgens een werkwijze volgens conclusie 5 17.

19. Ondersteuningsorgaan voor toepassing bij een werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 15 of 17. 10 1*028 500"