NL1028509C2 - Scherminstallatie voor teeltruimten met twee of meer meeneemprofielen. - Google Patents

Description

Scherminstallatie voor teeltruimten met twee of meer meeneemprofielen.

Scherminstallatie en werkwijze waarbij gebruik gemaakt wordt van een tweede meeneem profiel zodat zowel vanuit de eindafslag als vanuit het vaste vertrekpunt de installatie te open en te sluiten 5 is. De mogelijkheden tot temperatuur en vochtuitwisseling worden daarmee vergroot.

Scherming van een teeltruimte is vaak noodzakelijk om verlies van warmte te voorkomen Bij grote instraling zal er geschermd moeten worden om de teelt te beschermen ook zal er scherming plaatsvinden om de uitstoot van assimilatiebelichting te beperken.

Het is het doel van de uitvinding om de problemen die zich voordoen met betrekking tot de afVoer 10 van warmte en vocht onder een deels gesloten scherm te verbeteren.

De scherming vindt doorgaans plaats door middel van scherminstallatie met een doek of folie van ligger naar ligger maar ook andere wijzen zijn mogelijk zoals bijvoorbeeld van goot naar goot. Het sluiten van de scherminstallatie vindt doorgaans plaats met een meeneemprofiel vanuit een vast vertrekpunt, het scherm wordt vanuit een zgn schermpakket met behulp van een meeneem profiel 15 uitgetrokken ( maar ook andere wijzen van openen en sluiten zijn mogelijk), het scherm beweegt zich in de richting van de eindaanslag. Bij het openen zal het scherm zich weer terug naar het vaste vertrekpunt bewegen.Het vaste vertrekpunt is doorgaans gelegen nabij of tegen een ligger of gording,

Onderhavige uitvinding maakt gebruik van de in de praktijk voorkomende wijzen van schermen 20 waarbij bij de uitvinding het vaste vertrekpunt ook geopend en gesloten kan worden met een tweede meeneemprofiel.

Het is in voorkomende gevallen wenselijk dat bij een situatie dat er met 1 scherminstallatie tegen een zelfde vertrekpunt, links en rechts van bijvoorbeeld de ligger of gording een schermpakket gevormd wordt en het scherm zich grotendeels gesloten heeft en zich nabij de eindaanslag bevindt 25 en de opening ter plaatse van die eindaanslag de enigste mogelijkheid is om vocht of warmte af te voeren, de mogelijkheden om warmte en vocht af te voeren worden te vergroten.met een tweede opening aan de andere zijde van het scherm bij het vaste vertrekpunt doormiddel van een tweede meeneemprofiel.

Het voordeel van deze constructie/wijze van werken is dat er boven een grotendeels gesloten 30 zonnescherm beter luchtuitwisseling plaats kan vinden.

In geval van een energiescherm kan de uitwisseling van vocht dmv een vochtkier verbeterd worden. Ook zullen er mogelijkheden zijn om het scherm sneller te openen en te sluiten.

1028509- 2 »

Er zullen situaties kunnen voorkomen dat het gewenst is een tweede soort doek/folie met andere eigenschappen als scherm te gebruiken, in die situatie blijft de werkwijze in hoofdzaak gelijk met dat verschil dat er een derde meeneemprofiel vereist is tussen schermmateriaal 1 en schermmateriaal 2 de warmte en vocht regulering en de werkwijze van schermen blijft daarin gelijk.

5 Het genoemde meeneemprofiel kan iedere vorm hebben, de functie is steeds het meenemen van een doek of folie, het is ook mogelijk om van bijvoorbeeld een draad of kunststof strip uit te gaan. De folie of doek kan ook op andere wijzen bewegen zoals bijvoorbeeld dmv een rolbuis.

In voorkomende gevallen is het mogelijk om het vaste vertrekpunt en de eindaanslag om te draaien zodat de eindafslag als vertrekpunt (schermpakket zijde) functioneert.

10

De beschrijving van de tekeningen, FIG A, is de teeltruimte 1 met het scherm op een pakket 3 , halverwege het vaste eindpunt 4 en de eindaanslag 5. De pijlen geven aan hoe het scherm zal openen.

Links en rechts van her schermpakket 3 bevinden zich de meeneemprofielen 2 en 22 waarbij 22 de 15 achterzijde van het scherm betreft cq het vaste vertrekpunt. Met 6 wordt de ligger aangeduid deel uitmakend van de kasconstructie en waar het schermpakket zich kan bevinden. 8 is de kolom van de kas en 7 de goot.

FIG B, geeft het schermpakket 3 weer in geopende toestand nabij de ligger 6 met aan beide zijden van het schermpakket de meeneemprofielen warbij meeneemprofiel 2 zich aan de voorzijde bevindt 20 en meeneemprofiel 22 zich aan de achterzijde bevindt.. 9 zijn de atlasdraden welke nodig kunnen zijn om het doek/folie te dragen.

FIG C, geeft het scherm in deels gesloten toestand weer. De meeneemprofiel 22 bevindt zich op enige afstand van de ligger (vaste vertrekpunt) en meeneemprofiel 2 bevindt zich op enige afstand van de eindaanslag (dat eveneens een ligger kan zijn), daardoor is luchtuitwisseling mogelijk 11 in 25 volledig gesloten toestand zal meeneemprofiel 22 zich tegen de ligger bevinden en meeneemprofiel 2 zal zich tegen de aanslag aan bevinden.

1028509-

Claims (11)

1. 4
2. 1. Scherminrichting voor een kas omvattende een schermgeleiding en een daarlangs verplaatsbaar scherm, welk scherm omvat een vooreinde en een achtereinde, waarbij dat scherm verplaatsbaar is tussen een opslagpositie en een werkzame positie, waarbij het 3 vooreinde van dat scherm dienovereenkomstig verplaatsbaar is, met het kenmerk, dat het achtereinde van dat scherm verplaatsbaar is tussen een opslagpositie en een werkzame positie, waarbij de afstand tussen die opslagpositie en werkzame positie van dat achtereinde wezenlijk kleiner is dan die afstand voor dat vooreinde.
3. 2. Scherminrichting volgens conclusie 1, waarbij die geleiding de geleiding voor dat 10 achtereinde omvat.
4. 3. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat einde een meeneemprofiel omvat, waarop een aandrijving voor dat scherm aangrijpt.
5. 4. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opslagpositie van dat vooreinde overeenkomt met de werkzame positie van dat achtereinde.
6. 3. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de opslagpositie en de werkzame positie van het achtereinde een beluchtingopening wordt begrensd.
7. 6. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat scherm in hoofdzaak horizontaal verplaatsbaar is.
8. 7. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat scherm een doek 20 omvat.
9. 8. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat scherm een folie omvat.
10. 9. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een op afstand van dat scherm, loodrecht op de verplaatsingsrichting van dat scherm, aangebracht verder 25 scherm.
11. 10. Samenstel omvattende twee in de verplaatsingsrichting van die schermen tegenover elkaar liggende en in tegengestelde richting verplaatsbare scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vooreinden van die schermen tegen elkaar te plaatsen zijn. 30 1028509-