NL1028459C2 - Tent met venster omvattende een intern schap. - Google Patents

Description

Titel: Tent met venster omvattende een intern schap

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op tenten, en in het bijzonder op tentconstructie.

Tenten zijn draagbare beschuttingen gemaakt van lichtgewicht, 5 dikwijls waterbestendige, stoften. Een typische tent is een opvouwbare beschutting van canvas of een ander materiaal uitgestrekt over en ondersteund door een frame. Tenten worden gebruikt om in de openlucht te kamperen, of als tijdelijke constructies. Tenten zijn er in diverse vormen, waaronder koepel- en bivaktenten.

10 Een probleem met huidige tenten is dat zij vaak bergruimte missen. Voor het grootste gedeelte bestaat een tent uit wanden en een vloer, en alles dat in de tent wordt opgeborgen moet op de vloer bewaard worden. Het op de grond leggen van voorwerpen kan leiden tot rommel, en kan resulteren in schade als een gebruiker gaat staan op, of schopt tegen een 15 voorwerp dat op de grond ligt.

Sommige tenten hebben buidels of zakken gelegen aan de binnenkant van de wand van de tent. Daarbij zijn sommige tenten van het type familie of bivak voorzien van een oogje of een andere bevestigingsstructuur waaraan een hangende opbergmogelijkheid kan 20 worden bevestigd. Hoewel voorgaande oplossingen enige opbergmogelijkheden verschaffen, bestaat er een behoefte aan extra bergruimte in een tent.

Het nu volgende geeft een vereenvoudigde samenvatting van 25 enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding met als doel een basisbegrip van de uitvinding te verschaften. Deze opsomming is geen uitputtend overzicht van de uitvinding. Het is niet de bedoeling om de voornaamste 1028459" 2 elementen van de uitvinding te benoemen of om de reikwijdte van de uitvinding in te perken. Het enige doel is om enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding in een vereenvoudigde vorm te beschrijven als een prelude op de meer gedetailleerde beschrijving die later volgt.

5 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm, is in een sluiting of in een veelvoud aan sluitingen voorzien voor het bevestigen van een binnenste afdekking van een tentveneter met de mogelijkheid om de binnenste afdekking over de opening voor het venster te hangen zonder de opening volledig af te sluiten. Door deze maatregel kan de binnenste afdekking een 10 groot gedeelte van het venster afsluiten, de mogelijkheid beperkend van eenieder buiten de tent om de tent in te kijken, maar biedt het venster nog steeds de mogelijkheid tot ventilatie.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm, is de binnenste afdekking verbonden met een houtje touwtje verbinding. Echter, andere sluitingen of 15 verbindingsinrichtingen kunnen worden toegepast. Indien gewenst, kan de vensteropening ook voorzien worden van een hor en kan de binnenste afdekking gedeeltelijk het hor afdekken.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm, is voorzien in een schap dat de tent in reikt vanaf de onderkant van de opening van de tent. Het schap 20 kan worden gevormd door, bijvoorbeeld, een binnénste afdekking van het venster. De binnenste afdekking kan een uitwendige ondersteuning omvatten zoals een stok zodat deze zijn vorm kan behouden wanneer deze naar beneden gevouwen is, en een strook stof of andere voorziening om de binnenste afdekking in een horizontale positie te houden zodat het als schap 25 kan dienen.

Indien gewenst, kunnen horren worden aangebracht die zich uitstrekken tussen de buitenranden van de binnenste afdekking en de bovenranden van de vensteropening wanneer de vensteropening zich in de schapstand bevindt. Een buitenste vensterafdekking kan de vensteropening 30 afdekken en kan bereikt worden door het openen van de horren.

1028459* 3

Het schap verschaft een opening die ventilatie de tent in mogelijk te maakt, en ook een voorziening om voorwerpen binnenin de tent op te bergen. Omdat het schap gespatieerd is ten opzichte van de grond, kan de gebruiker onder het schap slapen of andere voorwerpen onder het schap 5 plaatsen. Bovendien kan een gebruiker, wanneer de buitenste vensterafdekking geopend is, een gebruiker van buiten de tent voorwerpen op het schap plaatsen. Dezelfde gebruiker of een andere gebruiker kan dan bij deze voorwerpen door de hor aan de binnenkant van de tent te openen.

Andere eigenschappen van de uitvinding zullen duidelijk worden 10 uit de nu volgende gedetailleerde beschrijving in combinatie met de figuren, waarin; FIG. 1 een perspectivisch zijaanzicht is van een tent omvattende een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; FIG. 2 een perspectivisch zijaanzicht is van een binnenzijde van 15 een venster voor de tent uit FIG. 1; FIG. 3 een perspectivisch zijaanzicht is van het venster van FIG. 2, met het venster gedeeltelijk geopend; FIG. 4 een perspectivisch zijaanzicht is van het venster uit FIG. 2 en 3, met het venster volledig geopend tot in een schapconfiguratie; 20 FIG. 5 een perspectivisch zijaanzicht is van het venster uit FIG. 4, met een hor voor het venster losgeritst; en FIG. 6 een zijaanzicht is in doorsnede van het venster getoond in FIG. 5.

25 In de volgende beschrijving worden verscheidene uitvoeringsvormen volgens de uitvinding beschreven. Ter verduidelijking worden specifieke configuraties en details uiteengezet om een grondig begrip van de uitvoeringsvormen te verschaffen. Echter, het zal de gemiddelde vakman ook duidelijk zijn dat de huidige uitvinding kan worden 30 toegepast zonder de specifieke details. Verder kunnen bekende kenmerken 1028459* 4 zijn weggelaten of vereenvoudigd zijn om zo de beschreven uitvoeringsvorm niet te overschaduwen.

Verwijzend naar de tekeningen, waarin gelijke referentienummers gelijke onderdelen tonen in de verschillende aanzichten, toont FIG. 1 een 5 tent 20 volgens de onderhavige uitvinding. De in de tekeningen getoonde tent 20 is van het type "koepel" tent, maar de maatregelen van de uitvinding kunnen worden gebruikt in verschillende type tenten, of het nu koepel·, vrijstaande, bivak- of andere modellen betreft. Dus, alhoewel beschreven onder verwijzing naar de tent 20, kan de uitvinding worden toegepast bij 10 vele verschillende tentconstructies en kan worden gebruikt in stofconstructies anders dan tenten, zoals beschuttingen.

De tent 20 omvat een deur 22 en een vensteropening 24. In het kort, in overeenstemming met een uitvoeringsvorm, is de vensteropening 24 zodanig geconfigureerd en gesitueerd dat deze gewijzigd kan worden van 15 een gesloten vensterpositie, getoond in FIG. 2, in een schappositie, getoond in de FIG. 4 en 5. Daarnaast, in overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm, is er voorzien in sluitingen die het venster 24 in een gedeeltelijk open configuratie kunnen houden, zoals getoond in FIG. 3. Elk van deze uitvoeringsvormen wordt hieronder verder beschreven.

20 De vensteropening 24 in de tekeningen heeft de vorm van een half- cirkel, maar andere configuraties van een venster kunnen worden toegepast. De vensteropening 24 omvat een buitenste vensterafdekking 26, zoals te zien in FIG. 1. De buitenste vensterafdekking 26 is verbonden met de tent 20 middels een rits 28, in de getoonde uitvoeringsvorm met twee ritssluiters 25 30, 32. Een flap 33 strekt zich uit over de rits 28 ter bescherming tegen regen.

Zoals te zien in FIG. 2, wordt de vensteropening 24 ook afgedekt door een binnenste afdekking 34. De binnenste afdekking 34 is verbonden met de tent 20 via een rits 36 met een ritssluiter 38.

1028459 “ 6

Verwijzend naar FIG. 3 is, in overeenstemming met een uitvoeringsvorm, voorzien in sluitingen 40 om de binnenste afdekking 34 in een gedeeltelijk geopende positie te houden. In de getoonde uitvoeringsvorm omvatten de sluitingen 40 knevels 42 vastgemaakt boven de vensteropening 5 24 en lussen 44 vastgemaakt aan de bovenrand van de binnenste afdekking 34. Andere sluitingen kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld veters, klittenband, knopen, klikverbindingen, knijpers, klemmen of andere middelen die kunnen worden gebruikt om een gedeelte van de binnenste afdekking 34 en een gedeelte van de omtrek van de vensteropening 24 te 10 verbinden en te spatieren.

In de getoonde uitvoeringsvorm worden drie sluitingen 40 gebruikt. Echter, elk aantal van één tot meer dan drie kan worden toegepast om een gedeelte van de binnenste afdekking 34 en een gedeelte van de omtrek van de vensteropening 24 te verbinden en te spatieren.

15 De sluitingen, zoals de sluitingen 40, kunnen gebruikt worden om gedeeltelijke ventilatie mogelijk te maken door de vensteropening 24 en toch de binnenste afdekking 34 zo te positioneren dat het merehdeel van het zicht door de vensteropening 24 is geblokkeerd. Bij veel tenten volgens de stand der techniek moet, wanneer een individu om een willekeurige reden in 20 de tent wil zijn, zoals bijvoorbeeld omkleden of uitrusten, en niet wil dat mensen van buiten de tent de tent in kunnen kijken, een binnenste afdekking 34 of andere vensterafdekking worden dichtgeritst. Dit sluiten van de vensteropening 24 blokkeert luchtventilatie door de vensteropening 24. Echter, de sluitingen 40 van de onderhavige uitvinding bieden, doordat 25 ze de binnenste afdekking 34 verbonden met maar gescheiden van de omtrek van de vensteropening 24 houden, nog steeds ventilatie rondom en over de omtrek van de binnenste afdekking 34, maar laten eveneens de binnenste afdekking 34 het de tent in kijken beperken.

De sluitingen 40 kunnen gebruikt worden met elk venster dat een 30 afdekking heeft. Bijvoorbeeld, een venster kan een hor en een binnenste 1028459 6 afdekking hebben (zoals, maar niet beperkt tot, de binnenste afdekking 34) met sluitingen, zoals de sluitingen 40. In het algemeen, echter, zijn de sluitingen verdienstelijk wanneer een andere mechanisme wordt gebruikt om de binnenste afdekking te sluiten, zoals een rits. Op deze manier dienen 5 de sluitingen als een alternatief voor het ondersteunen van de binnenste afdekking. Echter, in overeenkomst met een alternatieve uitvoeringsvorm, kan de rits of een ander primair sluitmechanisme worden toegepast in combinatie met de sluitingen, bijvoorbeeld door de sluitingen te verbinden met de rits.

10 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm, kan de binnenste afdekking 34 naar beneden worden gevouwen in de in FIG. 4 getoonde positie zodat de binnenste afdekking 34 dient als een schap. Om een stabiel oppervlak zeker te stellen, kan worden voorzien in een inrichting die de vorm van de binnenste afdekking 34 behoudt wanneer de binnenste afdekking 34 naar 15 beneden ie gevouwen naar de positie van FIG. 4. In de getoonde uitvoeringsvorm, is een halfcirkelvormige stok 46 aangebracht langs een buitenrand van de binnenste afdekking 34. Zoals hieronder verder beschreven, wordt de stok 46 bij voorkeur aangebracht na het opzetten van de tent 20, zodat de stok 46 niet in de weg zit bij het vouwen en opbergen 20 van de tent 20. De stok 46 loopt door een hoes 48 aan de bovenrand van de binnenste afdekking 34, en wordt geplaatst in stoffen houders 50, 52 aan de buitenrand van de basis van de binnenste afdekking 34. Een andere geschikte constructie kan worden toegepast voor het bevestigen van de stok 46. Daarbij kunnen andere constructies worden aangebracht om structuur 25 te bieden voor de binnenste afdekking 34, zoals extra of alternatieve stokken. Bijvoorbeeld kan een serie stokken zich radiaal uitstrekken om steun te bieden voor de binnenste afdekking. Daarbij kan een serie stokken zich verticaal uitstrekken langs de achterkant van de binnenste afdekking 34.

1028459 * 7

In een uitvoeringsvorm strekken horren 54, 56 zich uit tussen de bovenrand van de vensteropening 24 en de bovenrand van de binnenste afdekking 34 en een centraal gesitueerde strook stof 58 wanneer de binnenste afdekking 34 zich bevindt in de neergelaten positie getoond in 5 FIG. 4. De horren 54, 56 bieden bescherming tegen kevers en andere insecten, en zijn met ritsen 60 bevestigd langs de strook stof 58 en langs de buitenrand van de binnenste afdekking 34 met additionele ritsen 62. Ritssluiters 64, 66 zijn aangebracht voor ieder van de respectievelijke ritsen 60, 62. Tijdens gebruik kan een gebruiker de ritssluitingen 64,66 10 aangrijpen en de ritsen 60, 62 openen zodat de horren 54, 56 worden losgemaakt van de strook stof 58 en de binnenste afdekking 34. De horren 54, 56 kunnen dan worden opgebonden, bijvoorbeeld met de riempjes 70 (FIG. 5).

De strook stof 58 strekt zich uit van een bovenkant van de 15 vensteropening 24 naar een buitenrand van de binnenste afdekking 34, en biedt steun voor de binnenste afdekking 34 wanneer deze in de positie van FIG. 4 en 5. Dat wil zeggen, de strook stof 58 ie gespannen en wordt ondersteund aan zijn boveneinde door de verbinding met de bovenrand van de vensteropening 24. Wanneer de binnenste afdekking 34 zich in de 20 neergelaten positie bevindt die is getoond in FIG. 4 en 5, is de strook stof 58 gespannen, en voorkomt zo verder neerwaarts draaien van het buitenste gedeelte van de binnenste afdekking 34. Op deze wijze bieden de strook stof 58 en de binnenste afdekking 34 een gesteund schap dat zich horizontaal uitstrekt. Indien gewenst, kunnen andere constructies worden gebruikt voor 25 het ondersteunen van de binnenste afdekking 34 in de horizontale configuratie. Echter, de beschreven specifieke uitvoeringsvorm is geschikt doordat de strook stof 58 tussen de binnenste afdekking 34 en de buitenste vensterafdekking 26 gevouwen kan worden wanneer de binnenste afdekking 34 volledig is gesloten, zoals gestreept is weergegeven in FIG. 2. Bovendien 1023459 8 is de strook stof 34, doordat deze is gemaakt van stof, gemakkelijk op te vouwen met de rest van de tent 20 voor opslag en transport.

In overeenstemming met een uitvoeringsvorm, omvat de buitenste vensterafdekking 26 van het venster additionele ritsshiiters 76, 78 (FIG. 5) 5 voor het openen van de ritssluiting 28 en die bereikbaar zijn van de binnenkant van de tent 20. Deze ritssluiters 76, 78 kunnen bereikt worden, bijvoorbeeld, wanneer de horren 54, 56 zich in de opgevouwen configuratie bevinden getoond in FIG. 5.

In de praktijk zet een gebruiker de tent 20 op. Indien de gebruiker 10 eerder de binnenste afdekking 34 gesloten heeft bij het laatste gebruik, zal de binnenste afdekking 34 zich in de configuratie bevinden getoond in FIG.

2. De gebruiker kan dan de rits 36 losritsen en de binnenste afdekking 34 neerlaten naar de positie getoond in FIG. 4. Op dit moment zal de binnenste afdekking 34 niet in belangrijke mate structureel worden ondersteund. De 15 stok 46 kan worden ingestoken om deze ondersteuning te bieden. De stok 46 kan bijvoorbeeld door de hoes 48 worden gestoken, en in de eerste van de stoffen houders 50, 52 en dan onder spanning gebracht en in de tweede van de stoffen houders 50, 52 worden gestoken. Zo wordt de stok 46 onder spanning geplaatst, en houdt deze het buitenste deel van de binnenste 20 afdekking 34 in positie.

Zoals hierboven beschreven, gaat de strook stof 58 verder neerwaarts kantelen van de binnenste afdekking 34 tegen, en zo bieden de stok 46, de binnenste afdekking 34, en de strook stof 58 een horizontaal gepositioneerd schap binnenin de tent. Een gebruiker in de tent 20 kan het 25 schap bereiken door het losritsen van de ritsen 60, 62 aan de horren 54, 56. Losritsen van de horren 54, 56 toont het schap zoals getoond in FIG. 5. Een gebruiker heeft dan ook toegang tot de ritssluiters 76, 78, die de gebruiker kan gebruiken om de buitenste vensterafdekking 26 te openen. De buitenste vensterafdekking 26 kan plat tegen de bovenkant van de binnenste 30 afdekking 34 worden gelegd, zoals wordt getoond in FIG. 6, of kan naar n028459 9 beneden en uit de weg worden gerold. Nadat de buitenste vensterafdekking 26 is geopend, kan de gebruiker opnieuw de horren 54, 56 sluiten, om de binnenkant van de tent 20 bescherming tegen insecten te bieden. Als zodanig wordt ventilatie voor de tent 20 geboden door de vensteropening 24. 5 Wanneer de buitenste vensterafdekking 26 is geopend, heeft een gebruiker toegang tot het schap gevormd door de binnenste afdekking 34 van buiten de tent 20. De gebruiker kan een voorwerp op het schap plaatsen zodat het later door de gebruiker in de tent 20 gepakt kan worden, of gepakt kan worden door een andere gebruiker die al in de tent is. Als de buitenste 10 vensterafdekking 26 gesloten is, kan de gebruiker buiten de tent de ritssluiters 30, 32 pakken en deze openen om zo toegang te krijgen tot het schap.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm zijn zakken 80, 82,84 voorzien op de buitenzijde van de binnenste afdekking 34. Deze zakken 15 bieden opslag voor voorwerpen, zoals horloges en andere kleine, waardevolle voorwerpen. De zakken zijn overeindstaand gepositioneerd wanneer de binnenste afdekking 34 zich in de positie bevindt getoond in FÏG. 2, en in een horizontale wijze, onder de binnenste afdekking 34, wanneer de binnenste afdekking 34 zich bevindt in de positie getoond in FIG. 4,5 en 6. 20 Andere variaties vallen binnen de uitvindingsgedachte van de onderhavige uitvinding. Dus, hoewel de uitvinding ontvankelijk is voor verschillende aanpassingen en alternatieve constructies, is er een bepaalde getekende belichaming van getoond in de tekeningen en hierboven in detail beschreven. Het dient echter begrepen te worden dat er geen intentie is om 25 de uitvinding te beperking tot de getoonde specifieke geopenbaarde vorm of vormen, maar in tegendeel, het de intentie is om alle modificaties, alternatieve uitvoeringen, en equivalenten te omvatten die vallen binnen het wezen en het bereik van de uitvinding, zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

1028459 10

Alle referenties, inclusief publicaties, octrooiaanvragen, en octrooien, in deze tekst geciteerd zijn hierbij inbegrepen door referentie in dezelfde mate als wanneer iedere referentie individueel en specifiek zou zijn aangewezen om inbegrepen te worden door referentie en in zijn geheel in 5 deze tekst zou zijn uiteengezet.

Het gebruik van de termen "een" en "de" en "het" en soortgelijke referenties in de context van het beschrijven van de uitvinding ( in het bijzonder in de context van de hierna volgende conclusies) dienen te worden uitgelegd als omvattende zowel het enkelvoud als het meervoud, tenzij in de 10 tekst andere aangegeven of duidelijk tegengesproken door de context. De termen "omvatten", "hebben", "inbegrepen" en "bestaan uit" dienen te worden opgevat als open bewoordingen (dat wil zeggen, bedoelend "inbegrepen, maar niet beperkt tot") tenzij anders aangegeven. De term "verbonden" dient te worden opgevat als gedeeltelijk of geheel opgenomen 15 in, vastgemaakt aan, of samengevoegd, zelfs als er iets is dat ertussen ligt. Het noemen van intervallen van waarden in de tekst is slechts bedoeld om te dienen als een eenvoudig wijze van refereren aan iedere individueel gescheiden waarde die binnen het interval valt, tenzij ba de tekst anders aangegeven, en iedere aizonderlijke waarde is inbegrepen in de specificatie 20 alsof deze individueel in de tekst wordt genoemd. Alle hierin beschreven werkwijzen kunnen worden uitgevoerd in elke willekeurige volgorde, tenzij in de tekst anders aangegeven of anderszins duidelijk door de context tegengesproken. Het gebruik van één en alle voorbeelden, of verklarend woordgebruik (bijvoorbeeld "zoals”) gebruikt in de tekst, dient slechts om de 25 belichamingen van de uitvinding meer te verhelderen en is geen beperking van het bereik van de uitvinding tenzij anders geclaimd. Geen bewoording in de beschrijving dient te worden opgevat als duiding van enig niet geclaimd element als essentieel voor het uitvoeren van de uitvinding.

In de tekst worden voorkeursuitvoeringen van de uitvinding 30 beschreven, inclusief de beste wijze bekend aan de uitvinders voor het | (028459

XI

uitvoeren van de uitvinding. Variaties van deze voorkeursuitvoeringen kunnen duidelijk worden aan personen met normale vaardigheid op het vakgebied na het lezen van de voorgaande omschrijving. De uitvinders verwachten dat gemiddelde vaklieden zulke variaties toe zullen passen in 5 voorkomende gevallen, en de uitvinders hebben de intentie dat de uitvinding anders wordt toegepast dan specifiek in de tekst beschreven. Bijgevolg omvat déze uitvinding alle modificaties en equivalenten van de onderwerpen genoemd in de hieraan bijgevoegde conclusies zoals toegestaan door de toepasselijke wet. Bovendien, iedere combinatie van de hierboven 10 beschreven elementen in alle mogelijke variaties daarvan wordt omvat door de uitvinding tenzij in de tekst anders aangegeven of anderszins duidelijk tegengesproken door de context.

1026459

Claims (30)

1. Een tent, omvattende: een vensteropening; en een schap dat vanaf een onderkant van de vensteropening de tent in reikt.

2. De tent volgens conclusie 1, waarbij het schap wordt gevormd door een binnenste afdekking voor de vensteropening.

3. De tent volgens conclusie 2, waarbij de binnenste afdekking losneembaar is om bet raam af te kunnen dekken.

4. De tent volgens conclusie 2, waarbij bet schap een voorziening 10 omvat voor behoud van een vorm van de binnenste afdekking wanneer de binnenste afdekking bet schap vormt.

5. De tent volgens conclusie 4, waarbij de voorziening een stok omvat.

6. De tent volgens conclusie 5, waarbij de stok zich uitstrekt langs een omtrek van de binnenste afdekking.

7. De tent volgens conclusie 6, waarbij de stok losneembaar te verbinden is met de binnenste afdekking.

8. De tent volgens conclusie 7, waarbij de stok losneembaar te verbinden is met een hoes die zich ten minste gedeeltelijk uitstrekt lange de omtrek van de binnenste afdekking.

9. De tent volgens conclusie 2, voorts omvattende een voorziening voor het ondersteunen van bet schap.

10. De tent volgens conclusie 2, waarbij de voorziening een strook stof omvat die boven de vensteropening verbonden is met de tent en met de binnenste afdekking.

11. De tent volgens conclusie 10, voorts omvattende ten minste een hor verbonden met de binnenste afdekking, de strook stof; en een omtrek van de vensteropening. 1028459

12. De tent volgens conclusie 11, waarbij: de strook stof zich uitstrekt naar een buitenomtrek van de binnenste afdekking, het aantal horren ten minste twee bedraagt, en 5 de horren zich uitstrekken langs de buitenomtrek van de binnenste afdekking.

13. De tent volgens conclusie 12, waarbij de horren zijn uitgevoerd om geopend te kunnen worden om toegang te verschaffen tot het schap.

14. De tent volgens conclusie 12, voorts omvattende een buitenste 10 afdekking voor het sluiten van het vensteropening, welke buitenste afdekking zodanig is uitgevoerd dat deze geopend kan worden om toegang te verschaffen tot het schap.

15. Een tent, omvattende: een vensteropening, 15 een binnenste afdekking voor het afdekken van de vensteropening; een sluitinrichting voor het over de vensteropening sluiten van de binnenste afdekking; en ten minste een sluiting gelegen en geconfigureerd om een deel van de binnenste afdekking te verbinden en te spatieren van een gedeelte 20 van de omtrek van de vensteropening.

16. De tent volgens conclusie 15, waarbij genoemde ten minste enige sluiting een knevel omvat, bevestigd aan een van de binnenste afdekkingen en naastgelegen de vensteropening, en een lus bevestigd aan de andere binnenste afdekking, boven de vensteropening en zodanig is uitgevoerd dat 25 deze over de knevel past.

17. De tent volgens conclusie 15, waarbij genoemde ten minste enige sluiting ten minste drie knevels omvat, elk bevestigd aan een van de binnenste afdekkingen en naastgelegen de vensteropening, en ten minste drie lussen, elk bevestigd aan de andere van de van de binnenste 1028459 afdekkingen en boven de vensteropening en zodanig uitgevoerd dat deze over de respectievelijke knevels passen.

18. Be tent volgens conclusie 15, waarbij de sluitinrichting een rite omvat.

19. Een tent, omvattende: een vensteropening, en een binnenste afdekking configureerbaar tussen een eerste instelling waarin de binnenste afdekking zich uitstrekt over de vensteropening en een tweede instelling waarin de binnenste afdekking 10 dienst doet als een schap dat de tent in reikt.

20. De tent volgens conclusie 19, voorts omvattende een voorziening voor behoud van een vorm van de binnenste afdekking wanneer de binnenste afdekking het schap vormt.

21. De tent volgens conclusie 20, waarbij de voorziening een stok 15 omvat.

22. De tent volgens conclusie 21, waarbij de stok zich uitstrekt lange een omtrek van de binnenste afdekking.

23. De tent volgens conclusie 22, waarbij de stok losneembaar te verbinden is met de binnenste afdekking.

24. De tent volgens conclusie 23, waarbij de stok losneembaar te verbinden is met een hoes die ten minste gedeeltelijk uitstrekt langs de omtrek van de binnenste afdekking.

25. De tent volgens conclusie 19, voorts omvattende een voorziening ter ondersteuning van de binnenste afdekking in de tweede situatie.

26. De tent volgens conclusie 25, waarbij de voorziening een strook stof omvat die boven de vensteropening verbonden is met de tent en met de binnenste afdekking.

27. De tent volgens conclusie 26, voorts omvattende ten minste een hor verbonden met de binnenste afdekking, de strook stof, en een omtrek van de 30 vensteropening. 1028459·

28. De tent volgens conclusie 27, waarbij; de strook stof zich uitstrekt naar een buitenomtrek van de binnenste afdekking, het aantal horren ten minste twee bedraagt, en 5 de horren zich uitstrekken langs de buitenomtrek van de binnenste afdekking.

29. De tent volgens conclusie 28, waarbij de horren zijn uitgevoerd om geopend te kunnen worden om toegang te verschaffen tot het schap.

30. De tent volgens conclusie 28, voorts omvattende een buitenste 10 afdekking voor het sluiten van de vensteropening, welke buitenste afdekking zodanig is uitgevoerd dat deze geopend kan worden om toegang te verschaffen tot het schap. 1028459