NL1028427C2 - Gynaecologisch instrument. - Google Patents

Description

Titel: Gynaecologisch instrument

De uitvinding heeft betrekking op een gynaecologisch instrument voor het inbrengen van een bestralingskatheter. In het bijzonder betreft de uitvinding een buisvormige applicator voor het bestralen van 5 gynaecologische tumoren om te plaatsen in de baarmoederhals en de bodem van de vagina.

US5562594 toont een dergelijk instrument, waarbij bestralingsposities worden gerealiseerd door een centraal catheter die in de baarmoeder wordt gebracht en twee zijwaarts zwenkbare katheters aan het 10 uiteinde waarvan de zg. ovoiden zijn aangebracht en die aan de voorzijde van de baarmoederhals uiteengeduwd tegen de baarmoederhals worden gedrukt. De applicator kan worden aangesloten op een zg. remote afterloading machine die via buizen een radioactieve bron naar bestralingspositie in de buizen schuift. De applicator bestaat meestal uit 15 meerdere buizen met op de twee buitenbuizen twee ovoiden (eivormige afstandhouders) welke ervoor zorgen dat de bestralingsdoses op het oppervlak beneden de toelaatbare grens blijft. De bestraling geschiedt door een geleidingsbron die aan het uiteinde van een geleidingskabel is aangebracht via een geleidingsbuis en de katheter op de juiste positie te 20 brengen en daar een voorbepaalde tijd straling te laten afgeven om de tumor te bestrijden.

Dergelijke applicatoren zijn vaak te groot om in een samengevoegde staat ingebracht te kunnen worden en worden buis voor buis aangebracht en door middel van een schroefklem vastgezet. Aanvullend 25 wordt dan in de inrichting in de richting van de dikke darm en in de richting van de blaas de tussenruimte volgeperst met verbandgaas. Dit is een bewerkelijk proces en mogelijk pijnlijk en onaangenaam en vaak onder 1028427 2 verdoving wat ook nog van arts tot arts verschillend wordt uitgevoerd waardoor de medische resultaten negatief kunnen worden beïnvloed.

Aan deze werkwijze zijn derhalve nadelen verbonden omdat het van de vaardigheden van het medisch personeel afhangt of dit steeds een 5 optimaal resultaat oplevert. Dit levert risico's op voor de patiënt, ook omdat de blaas en de dikke darm zo aan een overmaat van straling kunnen worden blootgesteld.

De uitvinding heeft tot doel te voorzien in een instrument waarbij aan deze nadelen tegemoet wordt gekomen en waarbij een eenduidige 10 afstand van de katheter tot de wand van de vagina wordt verschaft.

Terzelfder tijd heeft de uitvinding tot doel een instrument te voorzien dat snel en met een minimale belasting is in te brengen en waarvan de positionering accuraat en betrouwbaar is.

Dit doel wordt bereikt door een instrument van het in de aanhef 15 bedoelde soort, waarbij een pneumatisch lichaam is voorzien die tussen en om de katheters is gevat voor het fixeren van de katheters ten opzichte van de vaginawand en het op afstand plaatsen daarvan.

In een voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de uitvinding een lichtgewicht opblaasbare disposable kunststof applicator welke leeg in 20 eenmaal worden aangebracht en gepositioneerd en vervolgens opgeblazen waardoor veel tijdwinst ontstaat en minder patientbelasting. Tevens zal het opblaaslichaam de rol van het verbandgaas overnemen en de optimale orgaanafstand tot stand brengen na de bestraling kan de ballon leeglopen en kan de applicator in een handeling worden weggenomen.

25 Het pneumatisch lichaam voorziet in een fixering en op afstand plaatsing van de katheters waardoor de stralingsbronnen worden ingebracht door inbrengen van een pneumatisch medium, bijvoorbeeld lucht of vloeistof. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het lichaam opblaasbaar uitgevoerd. Door het pneumatische karakter kan het lichaam met minimale 30 omvang gemakkelijk worden ingebracht, waarna het door opblazen 1028427 3 gemakkelijk in vorm wordt gebracht en in de vagina wordt gefixeerd. Na de behandeling kan het instrument worden uitgenomen. Bij een opvolgende behandeling is het instrument wederom gemakkelijk en op reproduceerbare wijze in te brengen.

5

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de figuurbeschrijving. Hierin toont:

Figuur 1 een boven, respectievelijk zijaanzicht van het eerste uitvoeringsvorm van het instrument volgens de uitvinding; 10 Figuur 2 een boven, respectievelijk zij- en vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het instrument volgens de uitvinding in opgeblazen toestand;

Figuur 3 een boven, respectievelijk zijaanzicht van de tweede uitvoeringsvorm in niet-opgeblazen toestand; en 15 Figuur 4 een boven, respectievelijk zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm.

In de figuren zijn gelijke of overeenstemmende delen met gelijke cijfers benoemd. De figuren A-C laten steeds respectievelijk een boven, een 20 zij- en een vooraanzicht zien.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een applicator 1 volgens de uitvinding. Getoond wordt een buisvormig centraal lichaam 2 dat dient ter inbrenging van een centrale katheter 3 die centraal in de baarmoederhals wordt gepositioneerd voor intra-uterine bestraling. Twee 25 verdere buisvormige geleiders 4 zijn aan weerszijden aangebracht die van elkaar op afstand ten opzichte van een centrale as kunnen worden bewogen. De buisvormige geleiders 4 en het centrale lichaam 2 zijn met elkaar verbonden door middel van een opblaasbaar lichaam 5, dat de buizen 2, 4 vast op afstand ten opzichte van elkaar kan fixeren in opgeblazen toestand, 30 zoals in Figuur 1 of Figuur 2 is weergegeven. Daarbij zijn tevens de 1028427 4 katheters op afstand van de vaginawand gebracht zodat de bestraling daarvan wordt beperkt. Verder toont Figuur 1 twee uit het centrum beweegbare ovoide structuren 6. De ovoide structuren 6 zijn aangebracht net naast een centrale stopper 7 die dient om bij bestraling tegen de 5 baarmoederhals aan te liggen, in het bijzonder, tegen een ringvormig element 8 (zg. Smith sleeve) dat daarop is vastgehecht om een reproduceerbare fixatie van de applicator te bewerkstelligen. Een verstijvingselement 9 kan de positie van de stopper ten opzicht van de lengteas fixeren. Rond de stopper 7 kan een opblaasbare ring zijn voorzien. 10 De Smith sleeve 8 kan variërend in lengte zijn uitgevoerd al naar gelang de kenmerken van de patiënt en omvat doorgaans maten van 25, 45 of 65 mm.

De centrale katheterbuis wordt ten opzichte van de stopper 7 gefixeerd om overeen te komen met deze Smith sleeve 8. In deze positie strekt de centraal te plaatsen katheter zich verder uit langs een centrale as 15 dan de ovoide structuren 6 die bij bestraling aanliggen op de bodem van de vagina. De centrale katheter 3 steekt daarbij in de baarmoeder.

Het opblaasbaar lichaam 5 is met de stopper 6 verbonden en kan deze door opblazen tegen de baarmoederhals in de vagina fixeren. Daarbij kan het opblaasbaar lichaam ten minste gedeeltelijk afschermend materiaal 20 omvat voor het afschermen van straling.

Het opblaasbaar lichaam kan worden opgeblazen via een langs de katheters geleide toevoerbuis 10.

Figuur 3 toont de applicator van Figuur 2 in een niet opgeblazen toestand. Hierbij is de doorsnede van de applicator minimaal en kan deze 25 relatief gemakkelijk worden ingebracht.

Figuur 4 toont nog een verder uitvoeringsvorm waarbij de ovoide structuren 6 eveneens pneumatisch zijn uitgevoerd. Dit heeft als voordeel dat de applicator nog kleiner in doorsnee kan worden uitgevoerd waardoor deze nog eenvoudiger is in te brengen.

1 0 2842/ 5

Hoewel de uitvinding is toegelicht aan de hand van de in de figuren weergegeven voorbeelden is de uitvinding daartoe niet beperkt maar kan ook variaties of modificaties omvatten zonder van de geest van de uitvinding af te wijken. De reikwijdte van de uitvinding wordt bepaald door de 5 hiernavolgende conclusies.

102842/

Claims (11)

1. Gynaecologisch instrument voor het inbrengen van een bestralingskatheter, omvattende een buisvormig lichaam voor een centraal in de baarmoederhals te positioneren catheter, met het kenmerk, dat een pneumatisch lichaam is voorzien die om het buisvormig lichaam is gevat 5 voor het fixeren van de katheters ten opzichte van de vaginawand en het op afstand plaatsen daarvan.

2. Gynaecologisch instrument volgens conclusie 1, verder omvattende twee uit het centrum beweegbare ovoide structuren waarbij de centraal te plaatsen katheter zich verder uitstrekt langs een centrale as dan de ovoide 10 structuren.

3. Gynaecologisch instrument volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het pneumatisch lichaam is verbonden met de twee ovoide structuren.

4. Gynaecologisch instrument volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ovoide structuren opblaasbaar zijn.

5. Gynaecologisch instrument volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een ringvormig lichaam voor het aanliggen tegen de baarmoederhals, waardoorheen de centraal te positioneren katheter is gevoerd.

6. Gynaecologisch instrument volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 20 het pneumatisch lichaam is verbonden met het ringvormig lichaam.

7. Gynaecologisch instrument volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de lengte van centrale katheter ten opzichte van het ringvormig lichaam instelbaar is. 1028427,

8. Gynaecologisch instrument volgens ten minste een van de voorgaande conclusies 5-7, met het kenmerk, dat het pneumatisch lichaam een buisvormig uiteinde bezit waardoorheen de katheters worden geleid en welk buisvormig uiteinde is gelegen tegenover het ringvormig lichaam.

9. Gynaecologisch instrument volgens ten minste een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het pneumatisch lichaam ten minste gedeeltelijk afschermend materiaal omvat voor het afschermen van straling.

10. Gynaecologisch instrument volgens ten minste een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het pneumatisch lichaam onder druk 10 wordt gebracht via een langs de katheters geleide toevoerbuis.

11. Gynaecologisch instrument volgens ten minste een van de conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het ringvormig lichaam aansluit op een aan de baarmoederhals te hechten ringvormig lichaam waarin een centrale geleiderbuis is voorzien voor intra-uterine bestraling. 15 1028427