NL1027821C2

NL1027821C2 - Inklapbare houder.

Info

Publication number: NL1027821C2
Application number: NL1027821A
Authority: NL
Inventors: Wouter Johannes Leedekerken
Original assignee: Colpac Collapsible Containers
Priority date: 2004-12-20
Filing date: 2004-12-20
Publication date: 2006-06-21
Also published as: WO2007001166A1; ATE448151T1; EP1831080A1; ES2335790T3; EP1831080B1; DE602005017662D1; PL1831080T3

Description

* t

Inklapbare houder

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het bevatten van objecten, omvattende: twee overliggende zijwanden, een de overliggende zijwanden verbindende 5 achterwand, en een met de wanden verbindbaar bodempaneel. Met overliggende zijden worden zijden bedoel die tegenover elkaar zijn gelegen, dergelijke zijden worden ook wel aangeduid als overstaande zijden.

Voor het transporteren en opslaan van afzonderlijke goederen en producten wordt 10 gebruik gemaakt van grotere houders waarin gelijktijdig meerdere afzonderlijke objecten kunnen worden geplaatst. Aldus wordt bijvoorbeeld het hanteren (“handling”) van de producten vereenvoudigd en kan de kans op vermindering van de kwaliteit van de producten (ten gevolge van oorzaken zoals beschadiging en verontreiniging) worden verkleind. Bij het transporteren en opslaan van afzonderlijke goederen en producten kan 15 bijvoorbeeld gedacht worden aan het transport van (post)pakketten, bagage, onderdelen en zo voorts. De grote houders, respectievelijk containers, die worden gebruikt voor het verpakken van de afzonderlijke goederen en producten worden na gebruik vaak in lege toestand opgeslagen of getransporteerd voordat hernieuwd gebruik ervan plaatsvindt. Nadelen van de bestaande houders zijn dat deze vaak minder doelmatig zijn beladen en 20 ook in niet-werkzame toestand een aanzienlijk volume bezitten zodat zij ook deze niet-werkzame toestand kostbaar zijn. Ook dan vereisen zij immers een aanzienlijk opslag-respectievelijk transportvolume.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een oplossing voor het op 25 meer doelmatige wijze gebruiken van houders voor het verpakken van producten zowel in een toestand waarin een houder is gevuld met producten als in een toestand waarin een houder geen producten bevat.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een houder van het in aanhef genoemde 30 type, waarbij de achterwand is voorzien van ten minste drie scharnieren, waardoor de houder verstelbaar is tussen een werkzame toestand waarin het bodempaneel, de zijwanden en de achterwand een houderruimte ten minste gedeeltelijk omgeven, en een ingeklapte toestand waarin de achterwand zodanig is samengevouwen dat de zijwanden op kortere afstand van elkaar zijn geplaatst dan in de werkzame toestand. Een zeer 1 027821 1 1 2 belangrijk voordeel van een dergelijke houder is dat deze het mogelijk maakt het volume dat de houder inneemt te variëren. In een werkzame toestand is het ruimtebeslag relatief groot en heeft de houder tevens een relatief grote houderruimte zodanig dat deze een grote opnamecapaciteit verschaft. In de ingeklapte toestand kan het volume dat de 5 houder inneemt echter worden gereduceerd. Het voordeel hiervan is dat de houder in ingeklapte toestand weinig ruimte inneemt, zoals bijvoorbeeld opslag en/of transportruimte. Als gevolg hiervan kunnen aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd bij het gebruik van de houders. Daarenboven wordt het bovengenoemde voordeel gerealiseerd zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de degelijkheid van de 10 houder. Uiteraard kunnen deze voordelen ook worden gerealiseerd met meer dan drie (en bij voorkeur een oneven aantal) scharnieren in de achterwand van de houder.

In een voorkeursvariant zijn de scharnieren voorzien van evenwijdig aan elkaar verlopende schamierassen. Ook is het mogelijk dat ten minste één van de scharnieren 15 een verbinding vormt tussen de achterwand en een zijwand. Tevens is het wenselijk dat de schamierassen in de werkzame toestand van de houder loodrecht staan op het bodempaneel. Met behulp van een dergelijke constructie kan de houder worden samengevouwen in de stand (meer specifiek in een verticale stand) waarin de houder wordt gebruikt voor het bevatten van producten. Zodra de houder is geleegd kan 20 vervolgens het volume van de houder worden verkleind zonder dat het noodzakelijk is de oriëntatie van de houder daarbij te wijzigen; het is aldus mogelijk om de houder bijvoorbeeld in een verticale oriëntatie te handhaven en de zijwanden dichter naar elkaar toe te brengen. Het is daarbij extra voordelig als de houder ook in de ingeklapte toestand zodanig stabiel op de bodem staat dat deze niet omvalt.

25

Indien het bodempaneel zwenkbaar is verbonden met een zijwand kan de oriëntatie van het bodempaneel worden gewijzigd. Dit is voordelig bij het veranderen van de toestand waarin de houder zich bevindt van de werkzame toestand naar de ingeklapte toestand zodanig dat deze geen belemmering vormt bij het naar elkaar verplaatsen van de 30 zijwanden. Om nu te voorkomen dat het bodempaneel zich ongewenst verplaatst kan de houder zijn voorzien van borgmiddelen voor het losneembaar borgen van het bodempaneel. Dit borgen is mogelijk in de werkzame toestand van de houder, waarbij het bodempaneel in hoofdzaak loodrecht staat op de wanden. Anderzijds is het ook mogelijk het bodempaneel in de ingeklapte toestand te borgen met behulp van daartoe 1027821 ) t 3 geëigende borgmiddelen: daarbij is het bodempaneel in hoofdzaak evenwijdig aan één van de wanden gepositioneerd. Het bodempaneel op zich kan in de werkzame toestand van de houder op zichzelf een borging vormen voor het in de werkzame toestand houden van de houder.

5

De zijwanden kunnen ten minste gedeeltelijk bestaan uit een materiaal met een opengewerkte structuur zoals bijvoorbeeld een gaas of een net. Het voordeel van het gebruik van een dergelijk materiaal is dat dit relatief licht kan worden uitgevoerd en dat dit zicht verschaft op de binnenzijde van de houder. Ook kan de houder zijn voorzien 10 van wielen. Wielen maken het mogelijk de houder te verrijden (bij voorkeur in zowel de werkzame toestand als in de ingeklapte toestand) maar zij kunnen ook het inklappen vereenvoudigen omdat dóór middel van de wielen de zijwanden eenvoudig naar elkaar toe kunnen worden gereden. Anderzijds wordt opgemerkt dat de houder ook kan worden uitgevoerd met niet verrijdbare afsteuning op de bodem, of met een combinatie 15 van ondersteuningen. Zo een combinatie van ondersteuningen bestaat uit ten minste één verrijdbare ondersteuningspositie en ten minste één niet verrijdbare ondersteuningspositie. Om de kans op ongewenste verplaatsing van de houder te beperken is het als ook mogelijk ten minste één van de wielen te voorzien van een rem. De ondersteuningselementen kunnen naar believen ook zo worden uitgevoerd dat deze 20 toegang verschaffen voor aangrijpmiddelen zoals bijvoorbeeld (maar niet exclusief) de lepels van een heftruck.

Ook kan de houder zijn voorzien van een verbindingselement dat in een werkzame toestand aan de van de achterwand afgekeerde zijde een losneembare verbinding vormt 25 tussen de zijwanden. Zo een verbindingselement kan zwenkbaar zijn verbonden met één van de zijwanden en kan ook in een werkzame toestand van de houder een deur vormen. Een deur voorkomt dat producten ongewenst uit de houderruimte treden. Nog een voordeel van het verbindingselement respectievelijk een deur is dat deze de stevigheid van de houder in werkzame toestand vergroot.

Ook is het mogelijk de houder te voorzien van een bovenpaneel dat in een werkzame stand van de houder aan de overliggende (overstaande) zijde van het bodempaneel en in hoofdzaak evenwijdig aan het bodempaneel kan worden geplaatst. Zo een bovenpaneel 30 1027821 i r 4 kan dienen ter afscherming van de houderruimte. Ook voor een bovenpaneel geldt dat dit de stevigheid van de houder in een werkzame toestand kan vergroten.

Ten slotte is het ook voordelig indien de houder stapelbaar is. Dit geldt in het bijzonder 5 voor stapelbaarheid in de werkzame toestand maar eventueel ook voor stapelbaarheid in de een ingeklapte toestand. Door middel van stapeling van de houders worden de mogelijkheden tot optimalisering van het aanwenden van een opslag- of transportruimte Verder vergroot.

10 De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een houder overeenkomstig de onderhavige uitvinding in een werkzame toestand, figuren 2A - D enige schematisch weergegeven opvolgende stappen bij het inklappen 15 van de houder volgens de uitvinding, figuur 3 een bovenaanzicht op de houder zoals weergegeven in figuur 1 in een ingeklapte toestand, en figuur 4 een perspectivisch aanzicht op een alternatieve uitvoeringsvariant van de houder overeenkomstig de uitvinding in een werkzame toestand.

20

Figuur 1 toont een houder 1 voorzien van twee overliggende en opstaande zijwanden 2, 3. De zijwanden 2, 3 zijn met elkaar verbonden door middel van een achterwand 4 die is voorzien van een drietal opstaande scharnieren 5,6,7. Eén scharnier 7 vormt daarbij de aansluiting van de achterwand 4 op de zijwand 3. De voorzijde van de houder 1 is 25 voorzien van een tweetal opstaande voorwanddelen 8,9 die met een losneembare verbindingsbalk 10 op elkaar aansluiten. De onderzijde van de houder 1 is voorzien van een bodemplaat 11 die op afstand van de bodem word gehouden door twee op hoekpunten van de houder 1 geplaatste vaste poten 12 en twee eveneens op hoekpunten van de houder 1 geplaatste wielen 13. De wanden van de houder 1 zijn in de getoonde 30 uitvoeringsvariant vervaardigd uit gaasmateriaal. De houder 1 kan vanuit de in deze figuur getoonde werkzame toestand worden ingeklapt naar een toestand waarin het ruimtebeslag van de houder 1 vermindert; dit zal navolgend worden getoond aan de hand van een schematisch weergeven houder.

1027821 5

Figuur 2A toont een schematisch weergegeven houder 20 in een werkzame toestand waarin een bodemplaat 21 in positie wordt gehouden door een borgpen 29. In figuur 2B wordt de bodemplaat 21 van de houder omhoog geklapt nadat de borgpen 29 daartoe is verwijderd. In figuur 2C is de bodemplaat 21 volledig tegen een zijwand 22 geplaatst en 5 wordt tevens getoond dat een drempel of verbindingsdeel 23 naar binnen wordt gezwenkt. Vervolgens kan het ruimtebeslag van de houder 20 worden gereduceerd door het naar elkaar toe bewegen van overliggende zijwanden 22,24. Daarbij is duidelijk zichtbaar dat eén achterwand 25 van de houder zicht (harmonica-vormig) op vouwt tussen de zijwanden 22,24. Dit wordt mogelijk gemaakt door het daartoe in de 10 achterwand 25 aangebrachte drietal scharnieren 26,27, 28.

Figuur 3 toont de houder 1 in ingeklapte toestand en in bovenaanzicht. Tegen de linkerzijwand 2 is de bodemplaat 11 geklapt die in deze toestand kan worden geborgd door een schematisch weergegeven grendelelement 30. De achterwand 4 van de houder 15 1 is opgedeeld in drie segmenten 31, 32,33. Het eerste segment 31 is star verbonden met de linker zijwand 2 en sluit onder tussenkomst van scharnier 5 aan op het tweede segment 32. Aan de van het scharnier 5 afgekeerde zijde van het tweede segment 32 is dit onder tussenkomst van scharmier 6 verbonden met het derde segment 33 dat ten slotte onder tussenkomst van scharnier 7 aansluit op de rechter zijwand 3. Duidelijk 20 zichtbaar is dat de segmenten 31, 32,33 harmonica-vormig naar elkaar toe zijn bewogen ten opzichte van de werkzame toestand van de houder 1 zoals weergegeven in figuur 1. Tevens zijn in deze figuur draagvlakken 34 zichtbaar waarop de poten 12 respectievelijk de wielen 13 aangrijpen. Nog een ander onderdeel vormen de omgezette randen 35 die zich bevinden aan de onderzijde van de segmenten 31, 32, 33, de rechter 25 zijwand 3 en de voorwanddelen 8, 9. Op deze omgezette randen 35 kan de bodemplaat 11 afsteunen wanneer de bodemplaat 11 naar beneden in een werkzame toestand van de houder wordt verplaatst.

Figuur 4 ten slotte toont een andere uitvoeringsvariant van een houder 40 waarvan de 30 voorzijde tevens is voorzien van een afsluitbare deur 41. Ook is de bovenzijde van deze houder afgedekt met een losneembaar bovenpaneel 42. Dit bovenpaneel 42 laat een viertal versterkte hoekdelen 43 vrij waarop een eventueel op de houder 40 te plaatsen object (zoals een andere houder) kan afsteunen.

1027821

Claims

1. Houder voor het bevatten van objecten, omvattende: twee overliggende zijwanden, 5. een de overliggende zijwanden verbindende achterwand, en een met de wanden verbindbaar bodempaneel, waarbij de achterwand is voorzien van ten minste drie scharnieren, waardoor de houder verstelbaar is tussen een werkzame toestand waarin het bodempaneel, de zijwanden en de achterwand een houderruimte ten minste gedeeltelijk omgeven en een ingeklapte 10 toestand waarin de achterwand zodanig is samengevouwen dat de zijwanden op kortere afstand van elkaar zijn geplaatst dan in de werkzame toestand.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de scharnieren zijn voorzien van evenwijdig aan elkaar verlopende schamierassen. 15

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat ten minste één van de scharnieren een verbinding vormt tussen de achterwand en een zijwand.

4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 20 schamierassen in de werkzame toestand van de houder loodrecht staan op het bodempaneel

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bodempaneel zwenkbaar is verbonden met een zijwand. 25

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder is voorzien van borgmiddelen voor het losneembaar borgen van het bodempaneel in de werkzame toestand van de houder, waarbij het bodempaneel in hoofdzaak loodrecht staat op de wanden. 30

7. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder is voorzien van borgmiddelen voor het losneembaar borgen van het bodempaneel in de ingeklapte toestand, waarbij het bodempaneel in hoofdzaak evenwijdig is geplaatst aan één van de wanden. 1027821

8. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zijwanden zijn voorzien van een materiaal met een opengewerkte structuur.

9. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder is voorzien van wielen.

10. Houder volgens conclusies 9, met het kenmerk dat ten minste één van de wielen is voorzien van een rem. 10

11. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder is voorzien van een verbindingselement dat in een werkzame toestand aan de van de achterwand afgekeerde zijde een losneembare verbinding vormt tussen de zijwanden.

12. Houder volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het verbindingselement zwenkwaar is verbonden met één van de zijwanden.

13. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verbindingselement in een werkzame toestand van de houder een deur vormt. 20

14. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder tevens is voorzien van een bovenpaneel dat in een werkzame stand van de houder aan de overliggende zijde van het bodempaneel in hoofdzaak evenwijdig aan het bodempaneel kan worden geplaatst. 25

15. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder stapelbaar is. 1 02782 1