NL1027242C2 - Basissmeerolien met een geoptimaliseerde vertakking. - Google Patents

Basissmeerolien met een geoptimaliseerde vertakking. Download PDF

Info

Publication number
NL1027242C2
NL1027242C2 NL1027242A NL1027242A NL1027242C2 NL 1027242 C2 NL1027242 C2 NL 1027242C2 NL 1027242 A NL1027242 A NL 1027242A NL 1027242 A NL1027242 A NL 1027242A NL 1027242 C2 NL1027242 C2 NL 1027242C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lubricating oil
base
branching
basic
hydrocarbon components
Prior art date
Application number
NL1027242A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1027242A1 (nl
Inventor
Stephen J Miller
John M Rosenbaum
Dennis J O'rear
Original Assignee
Chevron Usa Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Chevron Usa Inc filed Critical Chevron Usa Inc
Publication of NL1027242A1 publication Critical patent/NL1027242A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1027242C2 publication Critical patent/NL1027242C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10MLUBRICATING COMPOSITIONS; USE OF CHEMICAL SUBSTANCES EITHER ALONE OR AS LUBRICATING INGREDIENTS IN A LUBRICATING COMPOSITION
    • C10M171/00Lubricating compositions characterised by purely physical criteria, e.g. containing as base-material, thickener or additive, ingredients which are characterised exclusively by their numerically specified physical properties, i.e. containing ingredients which are physically well-defined but for which the chemical nature is either unspecified or only very vaguely indicated
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10MLUBRICATING COMPOSITIONS; USE OF CHEMICAL SUBSTANCES EITHER ALONE OR AS LUBRICATING INGREDIENTS IN A LUBRICATING COMPOSITION
    • C10M107/00Lubricating compositions characterised by the base-material being a macromolecular compound
    • C10M107/02Hydrocarbon polymers; Hydrocarbon polymers modified by oxidation
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10MLUBRICATING COMPOSITIONS; USE OF CHEMICAL SUBSTANCES EITHER ALONE OR AS LUBRICATING INGREDIENTS IN A LUBRICATING COMPOSITION
    • C10M2205/00Organic macromolecular hydrocarbon compounds or fractions, whether or not modified by oxidation as ingredients in lubricant compositions
    • C10M2205/17Fisher Tropsch reaction products
    • C10M2205/173Fisher Tropsch reaction products used as base material
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10NINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS C10M RELATING TO LUBRICATING COMPOSITIONS
    • C10N2020/00Specified physical or chemical properties or characteristics, i.e. function, of component of lubricating compositions
    • C10N2020/01Physico-chemical properties
    • C10N2020/02Viscosity; Viscosity index
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10NINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS C10M RELATING TO LUBRICATING COMPOSITIONS
    • C10N2020/00Specified physical or chemical properties or characteristics, i.e. function, of component of lubricating compositions
    • C10N2020/01Physico-chemical properties
    • C10N2020/071Branched chain compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10NINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS C10M RELATING TO LUBRICATING COMPOSITIONS
    • C10N2070/00Specific manufacturing methods for lubricant compositions

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Lubricants (AREA)
  • Production Of Liquid Hydrocarbon Mixture For Refining Petroleum (AREA)

Description

Basissmeeroliën met een geoptimaliseerde vertakking
Gebied van de uitvinding 5 Deze uitvinding heeft betrekking op basissmeeroliën die paraffinische componen ten omvatten die een geoptimaliseerde vertakking hebben. De basissmeeroliën die paraffinische componenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten hebben een lage mate van vertakking, met de vertakking geconcentreerd naar het midden van de basissmeeroliemoleculen. De basissmeeroliën die paraffinische componenten met een 10 geoptimaliseerde vertakking omvatten hebben lage vloeipunten en uitermate hoge viscositeitsindices. De uitvinding heeft verder betrekking op werkwijzen voor het produceren van de basissmeeroliën die paraffinische componenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten. De basissmeeroliën zijn bruikbaar in in de handel verkrijgbare gerede smeermiddelen.
15
Achtergrond van de uitvinding
Smeermiddelen van hoge kwaliteit dienen parafïïnisch van aard te zijn, en zijn dat in het algemeen, daar parafïïnen een hoge viscositeitsindex hebben. Echter zijn nor-20 male paraffinen, in het bijzonder, wasachtig van karakter en dragen deze bij aan een hoog vloeipunt in de olie. Dienovereenkomstig kunnen wasachtige paraffinische voedingen worden omgezet in basissmeeroliën door hydroisomerisatie-ontwassen, waardoor vertakkingen aan de paraffinische moleculen worden gevormd. Hydroisomerisatie-ontwassen geeft gewoonlijk een basissmeerolie met een betrekkelijk 25 hoge vertakkingsgraad. Terwijl door het vormen van vertakkingen aan wasachtige paraffinische moleculen het vloeipunt in het algemeen wordt verlaagd, wordt hierdopr tevens de viscositeitsindex (VI) verlaagd. Er is een hoge mate van vertakking vereist met een volledige hydroisomerisatiewerkwijze voor het bereiken van de beoogde vloeien troebelingspunten. Dienovereenkomstig hebben de producten die worden verkregen 30 uit hydroisomerisatiewerkwijzen gewoonlijk minder dan optimale viscositeitsindices als gevolg van de betrekkelijk hoge mate van vertakking. Basissmeerolieproducten die zijn geproduceerd volgens een hydroisomerisatiewerkwijze kunnen ver- 1027242'’ t 2 takkingskenmerken hebben die overeenkomen met die producten, die zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 6.096.940, 6.090.989 en 6.059.955.
Lage vloeipunten worden gewenst bij basissmeeroliën. Een laag vloeipunt geeft aan dat een basissmeerolie vloeit en smeert bij lage temperaturen. Het vloeipunt is een 5 maat voor de temperatuur waarbij het monster begint te vloeien onder zorgvuldig gecontroleerde omstandigheden. Het vloeipunt kan worden bepaald zoals is beschreven in ASTM D 5950. Veel in de handel verkrijgbare basissmeeroliën hebben specificaties voor het vloeipunt. Als basissmeeroliën lage vloeipunten hebben, hebben ze waarschijnlijk ook andere goede eigenschappen bij lage temperatuur, zoals een laag 10 troebelingspunt, een laag verstoppingspunt van een koud filter en lage-temperatuur-gasvermengingsviscositeit.
Basissmeeroliën met vloei-troebelingspuntspreidingen van minder dan ongeveer 30°C zijn eveneens wenselijk. Hogere vloei-troebelingspuntspreidingen vereisen verwerking van de basissmeerolie tot zeer lage vloeipunten teneinde te voldoen aan de 15 specificaties voor het troebelingspunt.
Verder wordt gewenst dat men basissmeeroliën heeft met hoge viscositeitsindi-ces. De viscositeitsindex (VI) is een empirisch, eenheidsloos getal dat het effect van de temperatuurverandering op de kinematische viscositeit van de olie weergeeft. De viscositeit van vloeistoffen verandert met de temperatuur en vloeistoffen worden min-20 der viskeus bij verwarmen; hoe hoger de VI van een olie, des te lager de neiging daarvan om van viscositeit te veranderen met de temperatuur. Smeermiddelen met een hoge VI zijn nódig waar een betrekkelijk constante viscositeit wordt vereist bij sterk variërende temperaturen. In een auto moet motorolie bijvoorbeeld vrij genoeg vloeien teneinde koud starten mogelijk te maken, maar moet deze na het opwarmen viskeus 25 genoeg zijn om een volledige smering te verschaffen. De VI kan worden bepaald zoals is beschreven in ASTM D 2270-93.
Het vloeipunt en de VI kunnen worden gekoppeld aan de vertakking van de paraffinische koolwaterstofmoleculen van de basissmeerolie. Door het vormen van vertakkingen aan lineaire paraffinische koolwaterstoffen worden het vloeipunt en de 30 viscositeitsindex (VI) in het algemeen verlaagd. De VI heeft de neiging sterk af te nemen als het aantal substituties met een gelijke lengte wordt verdubbeld, maar het vloeipunt wordt minder beïnvloed. De gegevens van API Project 42 (onderzoek voltooid tussen 1 juli 1943 en 1 juli 1946 door het American Petroleum Institute Research Pro- 10272 42^ * 3 ject 42 bij de Pennsylvania State College) lieten zien dat de VI afnam toen de vertakkingen naar het midden van de molecule werden verschoven voor butyl-, fenyl-en cyclohexyl-vertakkingen aan een lineair paraffine.
Wasachtige koolwaterstoffen die zijn bereid volgens een Fischer-Tropsch-proces 5 zijn een goede mogelijke voeding voor het bereiden van smeermiddelen van hoge kwaliteit. Met voordeel bevatten de Fischer-Tropsch-producten weinig, of geen, van de gebruikelijke aardolie-verontreinigingen, zoals aromatische verbindingen, zwa-velverbindingen en stikstofverbindingen. De aanvankelijke wasachtige Fischer-Tropsch-paraffinen zijn in het algemeen echter wassen met een rechte keten. Derhalve 10 moeten de Fischer-Tropsch-producten worden onderworpen aan een verdere verwerking of opwerking voor het verschaffen van de basissmeeroliegrondstoffen van hoge kwaliteit.
Veel onderzoekers hebben manieren voor het omzetten van wasachtige voedingen, in het bijzonder wasachtige voedingen van Fischer-Tropsch-syntheseprocessen, in 15 basissmeeroliegrondstoffen onderzocht. Bij wijze van voorbeeld, in een poging om voldoende vertakkingen te vormen voor het verlagen van het vloeipunt maar niet te veel vertakkingen zodat de VI significant afiieemt, is bij de werkwijzen volgens de stand der techniek gebruik gemaakt van een combinatie van hydroisomerisatie met oplosmiddel-ontwassen onder toepassing van amorfe of zeoliet-katalysatoren met grote 20 poriën (b.v. Beta-zeoliet) voor de hydroisomerisatiestap. Desalniettemin wordt nog steeds, bij werkwijzen volgens de stand der techniek waarbij deze techniek wordt toegepast, een aanzienlijke mate van vertakking gevormd.
Bij wijze van voorbeeld wordt in het Amerikaanse octrooischrift 6090989 een hydro-ontwaswerkwijze beschreven voor het bereiden van basissmeeroliegrondstoffen. 25 De daarin beschreven basissmeermiddelgrondstoffen bevatten paraffinische koolwaterstofcomponenten waarbij de mate van vertakking, zoals gemeten door het percentage methyl-waterstoffen (BI), en de nabijheid van vertakking, zoals gemeten door het percentage zich herhalende methyleen-koolwaterstoffen die vier of meer koolstofatomen verwijderd zijn van een eindgroep of vertakking (CH2>4), zodanig is, 30 dat: (a) BI-0,5(CH2>4) groter dan 15 en (b) BI+0,85(CH2>4)<45. Deze berekening betekent dat voor een molecule die 24 koolstofatomen bevat, die molecule ten minste 2,5 vertakkingen per molecule heeft, of voor iedere 100 koolstofatomen er meer dan ongeveer 9 vertakkingen zijn.
1027242 11 4
In het Amerikaanse octrooischrift 6.008.164 wordt een werkwijze beschreven voor het produceren van een basissmeermiddelgrondstof uit een Fischer-Tropsch-was, waarbij de basissmeermiddelgrondstof een vooraf gekozen oxidatie-stabiliteit heeft. Er wordt beschreven dat de basissmeeroliën een mengsel van vertakte paraffinen bevatten, 5 waarbij de vertakte paraffinen tot vier alkylvertakkingen bevatten en waarbij de vrije koolstofindex (FCI) van de vertakte paraffinen ten minste ongeveer 3 bedraagt. De voorbeelden van het Amerikaanse octrooischrift 6008164 laten basissmeeroliën zien met 3,46,3,14,4,19 en 3,59 vertakkingen per molecule.
In WO 99/45085 wordt een geïntegreerde werkwijze beschreven voor het berei-10 den van een basissmeeroliegrondstof die een isomerisatiestap gevolgd door een oplosmiddel-ontwasstap omvat. Bij de werkwijze wordt een wasachtige voeding zoals daarin is beschreven over een gekozen moleculaire zeef geïsomeriseerd tot een product met een gemiddeld vloeipunt en wordt de geïsomeriseerde olie vervolgens aan oplosmiddel-ontwassen onderworpen. Er wordt beschreven dat de verkregen 15 basissmeeroliegrondstoffen viscositeitsindices hoger dan ongeveer 140 hebben. De voorbeelden van WO 99/45085 laten basissmeeroliegrondstoffen met viscositeitsindices tussen 140 en 156 zien.
In EP-A2-0776959 wordt een werkwijze beschreven voor het bereiden van basissmeeroliën met een VI van ten minste 150 uit een Fischer-Tropsch-wasvoeding, die het 20 in contact brengen van de Fischer-Tropsch-wasvoeding met een hydroconversiekatalysator onder hydroconversie-omstandigheden; het scheiden van het verkregen, aan een hydroconversie onderworpen effluens in ten minste een lichtere fractie en een zware fractie; en het ontwassen van de zware fractie voor het verkrijgen van de basisolie omvat. De voeding voor de werkwijze is nauw beperkt tot een Fischer-25 Tropsch-was met een vriespunt van ten minste 50°C en met een kooktraject waarbij het verschil tussen het 90 gew.%-kookpunt en het 10 gew.%-kookpunt in het traject ligt van 40 tot 150°C. Er wordt beschreven dat de hydroconversiekatalysatoren amorfe katalysatoren zijn.
In het Amerikaanse octrooischrift 6.096.940 wordt een werkwijze beschreven 30 voor het produceren van een biologisch afbreekbare koolwaterstof-basissmeerolie. De werkwijze omvat het in contact brengen van een 700°F+ Fischer-Tropsch-wasvoeding met waterstof over een bifimctionele katalysator van een niet-edelmetaal uit groep VIII voor het geven van hydroisomerisatie- en hydrokraakreacties bij 700°F+ 1027242·* 5 omzettingsniveaus die variëren van ongeveer 20 tot ongeveer 50 procent op basis van een eenmalige doorvoer, gebaseerd op het gewicht van de 700°F+ voeding die is omgezet in 700°F- materialen, voor het produceren van een ruwe C5-1050°F-fractie. Er wordt beschreven dat de isoparaffmen die aanwezig zijn in de ruwe fractie methyl-5 vertakkingen hebben in een hoeveelheid van minder dan ongeveer 7,5 methyl-vertakkingen per 100 koolstofatomen. Uit de C5-1050°F-fractie wordt een restfractie met een aanvankelijk kookpunt dat varieert van ongeveer 650°F tot ongeveer 750°F gewonnen. De restfractie wordt ontwast en er wordt een ontwaste olie gewonnen. Uit de ontwaste olie wordt een biologisch afbreekbare koolwaterstof-basisolie gewonnen. 10 In de voorbeelden ligt de VI van de gewonnen basissmeerolie tussen 130 en 140.
In het Amerikaanse octrooischrift 5.059.299 wordt een werkwijze beschreven voor het maximaliseren van de opbrengst aan basissmeeroliegrondstofTen met vloeipunten van ongeveer -21°C of lager en een viscositeitsindex van ongeveer 130 en hoger door de stappen van 1) het isomeriseren van de was over een 15 isomerisatiekatalysator zodat tussen ongeveer 15 en 30% niet omgezette was achterblijft in de oliefractie van het isomeraat dat kookt in het kooktraject van smeermiddel, 2) het fractioneren van het product, 3) het oplosmiddel-ontwassen van de fractie die kookt in het kooktraject van smeermiddel tot een vloei/filter-delta T (het verschil in temperatuur tussen het vloeipunt van de ontwaste olie en de 20 filtertemperatuur) van 9°C of lager en 4) het winnen van een ontwast smeerolieproduct. De ontwaskatalysatoren die geschikt zijn voor toepassing bij deze uitvinding zijn ruwweg gedefinieerd en omvatten katalysatoren zoals gefluoreerd aluminiumoxide.
Er is tevens onderzoek geweest naar hoe de samenstelling van basissmeeroliën geanalyseerd dient te worden en hoe de eigenschappen van basissmeeroliën worden 25 beïnvloed door de samenstelling daarvan. Bij wijze van voorbeeld wordt in een publicatie van Kramer, D.C., et al., "Influence of Groep Π & ΙΠ Base Oil Composition on VI and Oxidation Stability", bereid voor presentatie op de 1999 AIChE Spring National Meeting in Houston, 16 maart 1999, beschreven dat veldionisatie-massaspectrometrie (FIMS) bijzonder waardevol is bij het bepalen van de verdeling 30 van paraffinen en naftenen in basisoliën uit groep Π en ΙΠ. Bij minder dan 1% aromaten hebben de auteurs gevonden dat de meest effectieve manier voor het verder verbeteren van de oxidatie-stabiliteit het verhogen van de VI was. In het algemeen hebben de 1027242 * 6 auteurs gevonden dat hoe lager de concentratie van polycyclische naftenen in een olie is, des te hoger de VI en oxidatie-stabiliteit daarvan is.
Er blijft behoefte bestaan aan een efficiënte en economische werkwijze voor het omzetten van wasachtige paraffinische voedingen in basissmeeroliën van hoge kwali-5 teit, in het bijzonder basissmeeroliën met goede eigenschappen bij lage temperatuur en hoge viscositeitsindices.
Samenvatting van de uitvinding 10 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een basissmeerolie die paraffini sche koolwaterstofcomponenten omvat, waarbij de mate van vertakking minder is dan 8 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen en waarbij minder dan 20 gew.% van de alkylvertakkingen zich op de 2-plaats bevinden. De basissmeerolie heeft een vloeipunt lager dan -8°C; een kinematische viscositeit bij 100°C van ongeveer 3,2 cSt of hoger; 15 en een viscositeitsindex hoger dan een beoogde viscositeitsindex, zoals berekend volgens de volgende vergelijking:
Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln(kinematische viscositeit bij 100°C) + 132.
In een ander aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een basissmeerolie die een vloeipunt lager dan -8°C; een kinematische viscositeit bij 100°C 20 hoger dan 3,2 cSt; en een viscositeitsindex hoger dan een beoogde viscositeitsindex, zoals berekend volgens de volgende vergelijking:
Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln (kinematische viscositeit bij 100°C) + 132 omvat.
In nog een ander aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een gereed 25 smeermiddel. Het gerede smeermiddel omvat de basissmeeroliën zoals hierin zijn beschreven en een of meer smeermiddeladditieven.
In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een olie-isomeraat-tussenproduct. Het olie-isomeraat-tussenproduct omvat via Fischer-Tropsch verkregen paraffinische koolwaterstofcomponenten waarbij de mate van vertakking 30 minder is dan 7 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen.
1027242 15 7
Korte beschrijving van de tekeningen
De figuur illustreert de grafiek van de viscositeit bij 100°C versus de viscositeitsinex die wordt verschaft door de vergelijking voor het berekenen van de 5 beoogde viscositeitsindex:
Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln(kinematische viscositeit bij 100°C) + 132 waarbij ln(kinematische viscositeit bij 100°C) het natuurlijke logaritme van de kinematische viscositeit bij 100°C is.
10 Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op basissmeeroliën die een mengsel van paraffinische koolwaterstofcomponenten omvatten, waarbij het mengsel van paraffinische koolwaterstofcomponenten een geoptimaliseerde vertakking heeft. Deze 15 basissmeeroliën die een mengsel van paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten hebben een lage mate van totale vertakking, met de vertakking geconcentreerd naar het midden van de basissmeeroliemoleculen. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op werkwijzen voor het produceren van deze basissmeeroliën uit wasachtige voedingen en in de handel verkrijgbare gerede 20 smeermiddelen die deze basissmeeroliën omvatten.
Er is verrassenderwijs ontdekt dat bij basissmeeroliën met kinematische viscositeiten hoger dan ongeveer 3,2 cSt bij 100°C een geoptimaliseerde vertakking uitzonderlijk lage vloeipunten en uitermate hoge viscositeitsindices, die hoger zijn dan de beoogde viscositeitsindex, zoals hierin wordt gedefinieerd, kan verschaffen. 25 Geoptimaliseerde vertakking volgens de onderhavige uitvinding betekent dat de basissmeeroliemoleculen paraffinische koolwaterstofcomponenten met een lage mate van vertakking in totaal, waarbij de vertakking is geconcentreerd naar het midden van de moleculen, omvat.
Basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een 30 geoptimaliseerde vertakking en kinematische viscositeiten hoger dan ongeveer 3,2 cSt bij 100°C omvatten kunnen worden geproduceerd door een combinatie van een milde hydroisomerisatie gevolgd door oplosmiddel-ontwassen. Volgens de onderhavige uitvinding wordt een wasachtige voeding onderworpen aan een milde 1 027242:* 8 hydroisomerisatiewerkwijze onder zodanige omstandigheden, dat een olie-isomeraat-tussenproduct dat parafïinische koolwaterstofcomponenten met specifieke vertakkingseigenschappen omvat wordt gevormd. Het olie-isomeraat-tussenproduct wordt vervolgens onderworpen aan oplosmiddel-ontwassen onder omstandigheden 5 waarbij een basissmeerolie wordt verschaft die parafïïnische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking en met een kinematische viscositeit hoger dan ongeveer 3,2 cSt bij 100°C omvat. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding resulteert in een basissmeerolie die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een zodanig geoptimaliseerde vertakking omvat, dat er een lage mate van vertakking in het 10 totaal is, met de vertakking geconcentreerd naar het midden van de moleculen. De mate van vertakking en de positie van de vertakking kunnen worden bepaald door NMR-analyse.
Er is verrassenderwijs ontdekt dat door het minimaliseren van de totale vertakking terwijl de vertakking naar het midden van de basissmeeroliemoleculen wordt ver-15 groot een basissmeerolie met uitzonderlijk hoge viscositeitsindices en lage vloeipunten wordt verschaft. Dienovereenkomstig worden basissmeeroliën van hoge kwaliteit met uitzonderlijk hoge viscositeitsindices en lage vloeipunten geproduceerd.
Definities 20
De volgende uitdrukkingen worden toegepast in de beschrijving en hebben, tenzij anders weergegeven, de volgende betekenissen.
"Verkregen uit een Fischer-Tropsch-synthese of -proces" betekent dat de desbetreffende fractie, stroom of product afkomstig is van of in enig stadium wordt 25 geproduceerd met een Fischer-Tropsch-proces.
"Wasachtige koolwaterstofvoeding" is een voeding of stroom die moleculen omvat met een koolstofgetal van C20+ en met een kookpunt dat in het algemeen hoger is dan ongeveer 316°C (600°F). De wasachtige koolwaterstofvoedingen die bruikbaar zijn bij de hierin beschreven werkwijzen kunnen synthetische wasachtige voedingen, zoals 30 wasachtige Fischer-Tropsch-koolwaterstoffen, zijn of kunnen zijn verkregen uit natuurlijke bronnen, zoals aardolie-wassen.
"Basissmeerolie" betekent een fractie of product dat voldoet aan de specificaties voor een basissmeerolie. Basissmeeroliefracties worden volgens de werkwijzen van de 1027242 ^ 9 onderhavige uitvinding verschaft door een hydroisomerisatie/oplosmiddel-ontwaspro-ces en hebben geoptimaliseerde vertakkingseigenschappen. Extra eigenschappen van de basissmeeroliën die zijn verschaft volgens de onderhavige uitvinding omvatten aanvankelijk kookpunten in het traject van 600 tot 950°F, uiteindelijke kookpunten in 5 het traject van 800 tot 1200°F, viscositeiten in het traject van 3,2 tot 20 cSt bij 100°C, viscositeitsindices in het traject van 158 tot 240, bij voorkeur in het traject van 163 tot 220 en met meer voorkeur in het traject van 165 tot 200. De basissmeeroliën hebben verder vloeipunten lager dan -8°C, bij voorkeur lager dan -9°C, met meer voorkeur ^ -15°C en met nog meer voorkeur lager dan -15°C en bij voorkeur in het traject van -8 tot 10 -35°C. De basissmeeroliën kunnen tevens troebelingspunten in het traject van +5 tot - 20°C hebben.
"Koolwaterstof of koolwaterstofhoudend" betekent een verbinding of stof die waterstof- en koolstofatomen bevat en die tevens heteroatomen zoals zuurstof, zwavel of stikstof kan bevatten.
15 "Beoogde viscositeitsindex" is een empirisch getal dat is verkregen uit de kinematische viscositeit en de viscositeitsindex. De beoogde viscositeitsindex wordt berekend met behulp van de volgende vergelijking:
Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln(kinematische viscositeit bij 100°C)+132 waarbij ln(kinematische viscositeit bij 100°C) het natuurlijke logaritme van de 20 kinematische viscositeit bij 100°C is. De bepaling van de beoogde viscositeitsindex wordt geïllustreerd in de figuur.
"Alkyl" betekent een lineaire verzadigde eenwaardige koolwaterstofrest met een tot zes koolstofatomen of een vertakte verzadigde eenwaardige koolwaterstofrest met drie tot acht koolstofatomen. Bij voorkeur zijn de alkylgroepen methyl. Voorbeelden 25 van alkylgroepen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, groepen zoals methyl, ethyl, n-propyl, isopropyl, n-butyl, isobutyl, sec-butyl, tert-butyl, n-pentyl en dergelijke.
"Vrije koolstofindex" (FCI) is een maat voor het aantal koolstofatomen in een isoparaffine welk ten minste 5 koolstofatomen van een eindstandig koolstofatoom en 4 koolstofatomen van een zijketen verwijderd zijn.
30 Er is verrassenderwijs ontdekt dat basissmeeroliën met kinematische viscositeiten hoger dan ongeveer 3,2 cSt bij 100°C die paraffinische koolwaterstofcomponenten met bepaalde gewenste vertakkingseigenschappen (geoptimaliseerde vertakking) omvatten uitermate hoge viscositeitsindices en uitstekende lage vloeipunten hebben. De 10272423 10 viscositeitsindices van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding zijn hoger dan de beoogde viscositeitsindex van de olie. Bij voorkeur zijn de viscositeitsindices van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding hoger dan de beoogde viscositeitsindex van de olie plus 5. Zoals hiervoor is gedefinieerd is de beoogde 5 viscositeitsindex afhankelijk van de viscositeit en wordt deze berekend met behulp van de volgende vergelijking:
Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln(kinematische viscositeit bij 100°C) +132
Deze basissmeeroliën omvatten een mengsel van paraffinische koolwaterstofcomponenten, waarbij het totale mengsel van paraffinische 10 koolwaterstofcomponenten een geoptimaliseerde vertakking heeft. Deze basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten worden geproduceerd uit wasachtige voedingen. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op olie-isomeraat-tussenproducten die zijn bereid bij de werkwijzen voor het bereiden van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvin-15 ding. De olie-isomeraat-tussenproducten volgens de onderhavige uitvinding omvatten paraffinische koolwaterstofcomponenten met specifieke vertakkingseigenschappen. Als de isomeraat-tussenproducten derhalve worden omgezet in basissmeeroliën omvatten de basissmeeroliën paraffinische koolwaterstofcomponenten met geoptimaliseerde vertakkingseigenschappen. De olie-isomeraat-tussenproducten bestaan uit paraffinische 20 koolwaterstofcomponenten, waarbij de paraffinische koolwaterstofcomponenten in totaal een lage mate van vertakking hebben.
De olie-isomeraat-tussenproducten worden omgezet in basissmeeroliën die bestaan uit paraffinische koolwaterstofcomponenten met geoptimaliseerde vertakkingseigenschappen. Geoptimaliseerde vertakkingseigenschappen volgens de 25 onderhavige uitvinding betekent dat de paraffinische koolwaterstofcomponenten in totaal een lage mate van vertakking hebben, waarbij de vertakking is geconcentreerd naar het midden van de moleculen. Dienovereenkomstig is de vertakking naar de uiteinden van de moleculen geminimaliseerd.
De vertakkingen aan de paraffinische koolwaterstofcomponenten van de 30 basissmeeroliën en olie-isomeraat-tussenproducten zijn alkylvertakkingen. In de basissmeeroliën en olie-isomeraat-tussenproducten zijn de alkylvertakkingen in hoofdzaak methylvertakkingen (-CH3). Volgens de onderhavige uitvinding worden de vertakkingseigenschappen in de basissmeeroliën geoptimaliseerd. De vertakkingseigenschap- 1027242^ 11 pen omvatten de mate van vertakking en de positie van de vertakking. De mate van vertakking kan worden gemeten door het aantal alkylvertakkingen per gegeven aantal koolstofatomen van de paraffinische koolwaterstofcomponenten. Bij voorkeur wordt de mate van vertakking gemeten door het aantal alkylvertakkingen per 100 koolstofato-5 men. De positie van de vertakking wordt gemeten ten opzichte van de uiteinden van de koolwaterstofketen van het paraffine, waarbij de eindstandige koolstofatomen zich op de 1-plaats bevinden, het volgende koolstofatoom zich op de 2-plaats bevindt, het volgende koolstofatoom zich op de 3-plaats bevindt enzovoort, totdat het midden van de koolwaterstofketen wordt bereikt. De posities aan de koolwaterstofketen kunnen als 10 volgt worden geïllustreerd: i 15 De olie-isomeraat-tussenproducten zijn tusenproducten van de werkwijze voor het bereiden van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding. De olie-isomeraat-tussenproducten worden geproduceerd door het onderwerpen van een wasachtige voeding aan een milde hydroisomerisatiewerkwijze onder toepassing van een specifieke klasse van vormselectieve katalysatoren die een grote mate van verlaging van het 20 vloeipunt met een minimale mate van vertakking geven. De olie-isomeraat-tussenproducten worden onderworpen aan oplosmiddel-ontwassen voor het verschaffen van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens de onderhavige uitvinding omvatten de olie-isomeraat-tussenproducten paraffinische koolwaterstofcomponenten met specifieke vertakkingseigenschappen. De 25 olie-isomeraat-tussenproducten bestaan uit paraffinische koolwaterstofcomponenten met in totaal een lage mate van vertakking. In het bijzonder omvatten de olie-isomeraat-tussenproducten paraffinische koolwaterstofcomponenten met minder dan 7,0 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen en bij voorkeur minder dan 6,5 alkylvertakkingen pa-100 koolstofatomen.
30 De olie-isomeraat-tussenproducten worden onderworpen aan oplosmddel-ontwas- sen voor het verschaffen van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens de onderhavige uitvinding omvatten de basissmeeroliën paraffinische koolwaterstofcomponenten waarbij de vertakking is geoptimaliseerd. De basissmeer- 1027242 12 oliën omvatten paraffmische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking doordat de paraffmische koolwaterstofcomponenten van de isomeraten in totaal een lage mate van vertakking hebben, waarbij de vertakking is geconcentreerd naar het midden van de moleculen.
5 In het bijzonder omvatten de basissmeeroliën paraffmische koolwaterstofcomponenten met minder dan 8 alkylvertakkingen per 100 kools-tofatomen, bij voorkeur minder dan 7 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen en met meer voorkeur minder dan 6,5 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen. Daarnaast omvatten de basissmeeroliën parafïinische koolwaterstofcomponenten met minder dan 10 20 gew.% vertakking op de 2-plaats en bij voorkeur minder dan 15% vertakking op de 2- plaats. De basissmeeroliën hebben tevens een lage mate van vertakking op de 2- plus 3- plaatsen, bij voorkeur minder dan 25 gew.% en met meer voorkeur minder dan 20 gew.%. Verder hebben de basissmeeroliën vertakkingen op de 5- of hogere plaatsen van meer dan 45 gew.% en met meer voorkeur meer dan 50 gew.%.
15 Het wordt algemeen aanvaard in de stand der techniek dat het gemakkelijker is om basissmeeroliën met lage kinematische viscositeiten, in het algemeen lager dan ongeveer 3,2 cSt bij 100°C, en met lage vloeipunten te produceren dan dat het is om basissmeeroliën met hogere kinematische viscositeiten, die tevens gewenste vloeipunten hebben, te produceren. De parafïinische koolwaterstofmoleculen die aanwezig zijn 20 in basissmeeroliën met lage kinematische viscositeiten hebben relatief korte paraffini-sche ketens, in het algemeen met een lengte van minder dan ongeveer 25 koolstofatomen. Omdat basissmeeroliën met betrekkelijk lage kinematische viscositeiten betrekkelijk korte paraffmische ketens hebben vereisen deze basissmeeroliën in het algemeen minder vertakkingen teneinde een laag vloeipunt te bereiken.
25 In tegenstelling daarmee omvatten basissmeeroliën met een hogere viscositeit paraffmische koolwaterstofmoleculen met een grotere ketenlengte. Deze langere paraffmische koolwaterstofmoleculen van basissmeeroliën met een hogere viscositeit zijn veel moeilijker te isomeriseren tot een lage mate van vertakking en het is moeilijk om een laag vloeipunt te verkrijgen.
30 Daarnaast is eerder gedemonstreerd dat als vertakkingen naar het midden van lineaire paraffïnen gaan voor butyl-, fenyl- en cyclohexylvertakkingen, de VI afheemt. Derhalve werd het niet wenselijk geacht om een basissmeerolie te produceren met de plaatsing van de vertakkingen naar het midden van de parafiSne-molecuul en het is 10272 42 13 behoorlijk verrassend dat door dit te doen, gecombineerd met de lage mate van vertakking, een basissmeerolie met uitzonderlijk hoge VTs en lage vloeipunten wordt verschaft.
Volgens de werkwijzen van de onderhavige uitvinding worden wasachtige 5 voedingen op een zodanige wijze verwerkt, dat deze gewenste mate en plaatsing van vertakking wordt bereikt (d.w.z. geoptimaliseerde vertakking). Derhalve worden basissmeeroliën met hoge viscositeiten, lage vloeipunten en uitzonderlijk hoge VI's geproduceerd. De basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding hebben kinemati-sche viscositeiten bij 100°C hoger dan ongeveer 3,2 cSt, bij voorkeur tussen ongeveer 10 3,2 cSt en ongeveer 20 cSt. Daarnaast omvatten de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding gemiddelde koolstofgetallen hoger dan ongeveer 27, bij voorkeur hoger dan ongeveer 30 en met meer voorkeur hoger dan ongeveer 27 en lager dan ongeveer 70.
De mate van vertakking en de plaats van de vertakking kan worden bepaald door 15 NMR-analyse.
NMR-vertakkingsanalvse
De vertakkingseigenschappen van de basissmeeroliën en olie-isomeraat-20 tussenproducten volgens de onderhavige uitvinding worden bepaald door het analyseren van een monster van de olie onder toepassing van koolstof-13-NMR volgens de volgende, uit acht stappen bestaande werkwijze. Referenties die worden geciteerd in de beschrijving van de wericwijze verschaffen details met betrekking tot de processtappen. Stappen 1 en 2 worden alleen bij de aanvankelijke materialen van een nieuwe 25 werkwijze uitgevoerd.
1. ) Identificeer de centra van de CH-vertakking en de eindpunten van de CH3-vertakking onder toepassing van de DEPT Pulse-sequentie (Doddrell, D.T.; D.T. Pegg; M.R. Bendall, Journal of Magnetic Resonance 1982,48, 323 e.v.).
2. ) Verifieer de afwezigheid van koolstofatomen die meerdere vertakkingen 30 initiëren (quatemaire koolstofatomen) onder toepassing van de APT pulse-sequentie (Patt, S.L.; J.N. Shoolery, Journal of Magnetic Resonance 1982,46,535 e.v.).
3. ) Ken de verschillende koolstofresonanties van de vertakking toe aan specifieke vertakkingsposities en lengtes onder toepassing van getabelleerde en berekende 1027242 14 waarden (Lindeman, L.P., Journal of Qualitative Analytical Chemistry 43, 1971, 1245 e.v.; Netzel, D.A., et al., Fuel, 60,1981, 307 e.v.).
Voorbeelden:
Vertakking NMR-chemische verschuiving (ppm) 5 2-methyl 22,5 3- methyl 19,1 of 11,4 4- methyl 14,0 4+methyl 19,6 inwendig ethyl 10,8 10 propyl 14,4
Naburige methylgroepen 16,7 4. ) Kwantificeer de relatieve frequentie van het voorkomen van vertakkingen bij verschillende koolstofposities door het vergelijken van de geïntegreerde intensiteit van het eindstandige methyl-koolstofatoom daarvan met de intensiteit van een enkel 15 koolstofatoom (= totale integraal/aantal koolstofatomen per molecuul in het mengsel).
Voor het unieke geval van de 2-methylvertakking, waarbij zowel het eindstandige als het vertakte methyl voorkomen op dezelfde resonantie-positie, werd de intensiteit gedeeld door twee voordat de berekening van de frequentie van het voorkomen van de vertakking werd uitgevoerd.
20 Als de 4-methyl-vertakkingsfractie wordt berekend en getabelleerd moet de bij drage daarvan aan de 4+ methylen worden afgetrokken teneinde dubbel tellen te vermijden.
5. ) Bereken de vrije koolstofmdex onder toepassing van het berekende gemiddelde koolstofgetal van het monster en de resultaten van de C-13 NMR-analyse, zoals 25 is beschreven in EP 1062305. De vrije koolstofmdex (FCI) is een maat voor het aantal koolstofatomen in een isoparaffine die ten minste 5 koolstofatomen van een eindstandig koolstofatoom en 4 koolstofatomen van een zijketen verwijderd zijn. Het gemiddelde koolstofgetal kan met voldoende nauwkeurigheid worden bepaald voor smeermiddelmaterialen door het delen van het molecuulgewicht van het monster door 30 14 (het gewicht van de formule (%). Het molecuulgewicht kan worden bepaald vol gens ASTM D2502, ASTM D2503 of andere geschikte werkwijzen. Volgens de onderhavige uitvinding wordt het molecuulgewicht bij voorkeur bepaald volgens ASTM D2503-02.
1027242 w 15 6. ) Bereken de vertakkingsindex (BI) en vertakkingsnabijheid (BP) onder toepassing van de berekeningen die zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 6090989. De vertakkingsindex is de verhouding van het percentage niet-benzylische methyl-waterstofatomen in het traject van 0,5 tot 1,05 ppm tot de totale niet-benzyli- 5 sche alifatische waterstofatomen in het traject van 0,5 tot 2,1 ppm. De vertakkingsnabijheid is het % equivalente, zich herhalende methyleen-koolstofatomen, die vijf of meer verwijderd zijn van een eindgroep of vertakking (epsilon-koolstofato-men).
7. ) Het aantal vertakkingen per molecuul is de som van de vertakkingen die zijn 10 gevonden in stap 4.
8. ) Het aantal alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen wordt berekend uit het aantal vertakkingen per molecuul (stap 7) keer 100/het aantal koolstofatomen per molecuul.
De metingen kunnen worden uitgevoerd onder toepassing van iedere Fourier-15 Transform-NMR-spectrometer. Bij voorkeur worden de metingen uitgevoerd onder toepassing van een spectrometer met een magneet van 7,0T of groter. In alle gevallen werd, na verificatie door massaspectrometrie, UV of een NMR-onderzoek dat aromatische koolstofatomen afwezig waren, de spectrale breedte beperkt tot het gebied van verzadigde koolstof, ongeveer 0-80 ppm ten opzichte van TMS (tetramethylsilaan). 20 Oplossingen van 15-25 gew.% in chloroform-dl werden aangeslagen door 45° pulsen, gevolgd door een bepalingstijd van 0,8 sec. Teneinde niet-uniforme intensiteitsgege-vens te minimaliseren werd de proton-ontkoppelaar uitgeschakeld tijdens een vertraging van 10 sec voor de excitatiepuls en ingeschakeld tijdens de bepaling. De totale duur van het experiment varieerde van 11-80 minuten. De DEPT- en APT-sequenties 25 werden uitgevoerd volgens de beschrijvingen in de literatuur, met kleine afwijkingen die zijn beschreven in de bedrijfshandleidingen van Varian of Braker.
DEPT is distortieloze versterking door polarisatie-overdracht. DEPT laat geen quatemaire verbindingen zien. De DEPT-45-sequentie geeft een signaal van alle koolstofatomen die zijn gebonden aan protonen. DEPT-90 laat alleen CH-koolstofato-30 men zien. DEPT-135 toont CH en CH3 op en CH2180 graden uit fase (beneden). APT is bevestigde proton-test. Deze maakt het mogelijk dat alle koolstofatomen worden waargenomen, maar als CH en CH3 opwaarts zijn, dan zijn quatemaire verbindingen en CH2 beneden. De sequenties zijn bruikbaar doordat iedere methylvertakking een 1027242** 16 overeenkomende CH dient te hebben. En de methylgroepen worden duidelijk geïdentificeerd door de chemische verschuiving en fase. Beide worden beschreven in de geciteerde referenties.
De vertakkingseigenschappen van ieder monster werden bepaald door C-13 NMR 5 onder toepassing van de aanname in de berekeningen dat het volledige monster van de basissmeerolie of het olie-isomeraat-tussenproduct isoparafïinisch was. Er werden geen correcties uitgevoerd voor n-paraffinen of naftenen, die in verschillende hoeveelheden in de oliemonsters aanwezig kunnen zijn. Het % totale naftenen in de basissmeeroliën was, vanwege de milde hydroisomerisatie-ontwaswerkwijze die werd toegepast bij de 10 bereiding, in het algemeen laag of afwezig. Het nafteengehalte kan worden gemeten onder toepassing van veldionisatie-massaspectroscopie (FIMS).
Voeding 15 Volgens de onderhavige uitvinding is de voeding voor de werkwijze voor het produceren van basissmeeroliën met een geoptimaliseerde vertakking een wasachtige koolwaterstofvoeding. De wasachtige koolwaterstofvoedingen die bruikbaar zijn bij de hierin beschreven werkwijzen kunnen synthetische wasachtige voedingen, zoals wasachtige Fischer-Tropsch-koolwaterstoffen, zijn of kunnen worden verkregen uit 20 natuurlijke bronnen, zoals aardoliewassen. Derhalve kunnen de wasachtige voedingen voor de werkwijzen via Fischer-Tropsch verkregen wasachtige voedingen, aardoliewassen, wasachtige destillaatgrondstoffen zoals gasoliën, smeeroliegrondstoffen, poly-alfa-alkenen met een hoog vloeipunt, voetoliën, normale alfa-alkeenwassen, slakwassen, ontoliede wassen en microkristallijne wassen, en mengsels daarvan omvatten. Bij voor-25 keur worden de wasachtige voedingen verkregen uit wasachtige Fischer-Tropsch-voedingen. Een aanzienlijk gedeelte van de wasachtige voeding bestaat uit moleculen met een koolstofgetal van C20+ en heeft een kookpunt dat in het algemeen hoger is dan ongeveer 316°C (600°F). Het grootste gedeelte van de moleculen in de wasachtige voeding zijn n-paraffinen met een hoger molecuulgewicht en enigszins vertakte parafïinen 30 die bijdragen aan de wasachtige aard van de voeding.
De wasachtige koolwaterstofvoeding kan desgewenst voor de hierin beschreven werkwijze worden onderworpen aan een hydrobehandeling.
1027242"" 17
Fischer-Tropsch-svnthese
Bij voorkeur worden de wasachtige voedingen volgens de onderhavige uitvinding verkregen uit wasachtige Fischer-Tropsch-voedingen. Bij Fischer-Tropsch-chemie 5 wordt syngas door contact met een Fischer-Tropsch-katalysator onder reactieve omstandigheden omgezet in vloeibare koolwaterstoffen. Gewoonlijk kunnen methaan en eventueel zwaardere koolwaterstoffen (ethaan en zwaarder) door een gebruikelijke syngas-generator worden gevoerd voor het verschaffen van synthesegas. In het algemeen bevat synthesegas waterstof en koolmonoxide en het kan kleine hoeveelheden 10 kooldioxide en/of water omvatten. De aanwezigheid van zwavel-, stikstof-, halogeen-, selenium-, fosfor- en arseenverontreinigingen in het syngas is ongewenst. Derhalve en afhankelijk van de kwaliteit van het syngas heeft het de voorkeur om zwavel- en andere verontreinigingen uit de voeding te verwijderen voordat de Fischer-Tropsch-chemie wordt uitgevoerd. Manieren voor het verwijderen van deze verontreinigingen zijn be-15 kend bij de deskundige. ZnO-beschermingsbedden hebben bijvoorbeeld de voorkeur voor het verwijderen van zwavelverontreinigingen. Manieren voor het verwijderen van andere verontreinigingen zijn bekend bij de deskundige. Het kan ook wenselijk zijn om het syngas voor de Fischer-Tropsch-reactor te zuiveren teneinde kooldioxide dat is geproduceerd tijdens de syngasreactie en extra zwavelverbindingen die nog niet zijn 20 verwijderd te verwijderen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het in contact brengen van het syngas met een matig alkalische oplossing (b.v. waterig kaliumcarbonaat) in een gepakte kolom.
Bij het Fischer-Tropsch-proces worden door het in contact brengen van een synthesegas, dat een mengsel van H2 en CO omvat, met een Fischer-Tropsch-katalysa-25 tor onder geschikte reactie-omstandigheden van temperatuur en druk vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen gevormd. De Fischer-Tropsch-reactie wordt gewoonlijk uitgevoerd bij temperaturen van ongeveer 149 tot 371°C (300 tot 700°F), bij voorkeur ongeveer 204 tot 228°C (400 tot 550°F); drukken van ongeveer 0,7 tot 41 bar (10 tot 600 psia), bij voorkeur 2 tot 21 bar (30 tot 300 psia); en katalysator-ruimtesnelheden 30 van ongeveer 100 tot ongeveer 10.000 cm3/g/uur, bij voorkeur ongeveer 300 tot 3000 cm3/g/uur. Voorbeelden van omstandigheden voor het uitvoeren van reacties van het Fischer-Tropsch-type zijn bekend bij de deskundige.
1027242 18
De producten van de Fischer-Tropsch-synthesewerkwijze kunnen variëren van Ci tot C200+, met het grootste gedeelte in het traject van C5-Q00+· De reactie kan worden uitgevoerd in een verscheidenheid van reactortypen, zoals reactoren met een vast bed die een of meer katalysatorbedden bevatten, suspensiereactoren, reactoren met een 5 gefluïdiseerd bed, of een combinatie van verschillende soorten reactoren. Dergelijke reactieprocessen en reactoren zijn bekend en gedocumenteerd in de literatuur.
Bij het Fischer-Tropsch-suspensieproces, dat de voorkeur heeft in de praktijk van de uitvinding, wordt gebruik gemaakt van superieure warmte- (en massa-) overdrachtskarakteristieken voor de sterk exotherme synthesereactie en kunnen 10 paraffinische koolwaterstoffen met een betrekkelijk hoog molecuulgewicht worden geproduceerd als een kobalt-katalysator wordt gebruikt. Bij het suspensieproces wordt een syngas, dat een mengsel van waterstof en koolmonoxide omvat, als derde fase naar boven geborreld door een suspensie in een reactor, die een deeltjesvormige koolwater-stof-synthesekatalysator van het Fischer-Tropsch-type omvat die is gedispergeerd en 15 gesuspendeerd in een suspendeervloeistof die koolwaterstofproducten van de synthesereactie omvat die vloeibaar zijn onder de reactie-ómstandigheden. De mol-verhouding van waterstof tot koolmonoxide kan ruwweg variëren van ongeveer 0,5 tot 4, maar ligt meer gebruikelijk in het traject van ongeveer 0,7 tot ongeveer 2,75 en bij voorkeur van ongeveer 0,7 tot ongeveer 2,5. Een Fischer-Tropsch-proces dat bijzondere 20 voorkeur heeft wordt beschreven in EP 0609079, dat eveneens voor alle doeleinden als volledig hierin ingelast dient te worden beschouwd.
In het algemeen bevatten Fischer-Tropsch-katalysatoren een overgangsmetaal uit groep Vin op een metaaloxide-drager. De katalysatoren kunnen tevens (een) edelmetaalpromoter(s) en/of kristallijne moleculaire zeven bevatten. Geschikte Fischer-25 Tropsch-katalysatoren omvatten een of meer van de metalen Fe, Ni, Co, Ru en Re, waarbij kobalt de voorkeur heeft. Een Fischer-Tropsch-katalysator die de voorkeur heeft omvat effectieve hoeveelheden kobalt en een of meer van de metalen Re, Ru, Pt, Fe, Ni, Th, Zr, Hf, U, Mg en La op een geschikt anorganisch dragennateriaal, bij voorkeur een dragennateriaal dat een of meer vuurvaste metaaloxiden omvat. In het alge-30 meen ligt de hoeveelheid kobalt die aanwezig is in de katalysator tussen ongeveer 1 en ongeveer 50 gewichtspocent van de totale katalysatorsamenstelling. De katalysatoren kunnen tevens basische oxide-promoters zoals TI1O2, La203, MgO en T1O2, promoters zoals Ζ1Ό2, edelmetalen (Pt, Pd, Ru, Rh, Os, Ir), muntmetalen (Cu, Ag, Au) en andere 1027242“* 19 overgangsmetalen zoals Fe, Mn, Ni en Re bevatten. Geschikte dragermaterialen omvatten aluminiumoxide, siliciumdioxide, magnesiumoxide en titaanoxide of mengsels daarvan. Dragers die de voorkeur hebben voor kobalt bevattende katalysatoren omvatten titaanoxide. Bruikbare katalysatoren en de bereiding daarvan zijn bekend en worden 5 geïllustreerd in het Amerikaanse octrooischrift 4568663, dat als illustratief maar niet-beperkend bedoeld is met betrekking tot de keuze van de katalysator.
Het is bekend dat bepaalde katalysatoren ketengroeiwaarschijnlijkheden verschaffen die betrekkelijk laag tot gemiddeld zijn en de reactieproducten omvatten een betrekkelijk hoog gehalte aan alkenen met een laag molecuulgewicht (C2-8) en een 10 betrekkelijk laag gehalte aan wassen met een hoog molecuulgewicht (C3<h). Het is bekend dat bepaalde andere katalysatoren betrekkelijk hoge ketengroeiwaarschijnlijkheden verschaffen en de reactieproducten omvatten een betrekkelijk laag gehalte aan alkenen met een laag molecuulgewicht (C2-8) en een betrekkelijk hoog gehalte aan wassen met een hoog molecuulgewicht (C30+). Dergelijke katalysatoren zijn bekend bij de 15 deskundige en kunnen eenvoudig worden verkregen en/of bereid.
Het product van een Fischer-Tropsch-proces bevat in hoofdzaak paraffinen. De producten van Fischer-Tropsch-reacties omvatten in het algemeen een licht reactiepro-duct en een wasachtig reactieproduct. Het lichte reactieproduct (d.w.z. de condensaatfractie) omvat koolwaterstoffen die koken bij een temperatuur lager dan 20 ongeveer 700°F (b.v. staartgassen tot en met middeldestillaatbrandstoffen), grotendeels in het traject van C5-C2o> met afhemende hoeveelheden tot ongeveer C30· Het wasachtige reactieproduct (d.w.z. de wasfractie) omvat koolwaterstoffen die koken bij een temperatuur hoger dan ongeveer 600°F (b.v. vacuümgasolie tot en met zware paraffinen), grotendeels in het traject van C20+, met afiiemende hoeveelheden tot Cio-25 Zowel het lichte reactieproduct als het wasachtige product zijn in hoofdzaak paraffinisch. Het wasachtige product omvat in het algemeen meer dan 70 gew.% normale paraffinen en vaak meer dan 80 gew.% normale paraffinen. Het lichte reactieproduct omvat paraffinische producten met een significant gehalte aan alcoholen en alkenen. In sommige gevallen kan het lichte reactieproduct zo veel als 50 gew.%, en zelfs 30 meer, alcoholen en alkenen omvatten. Het is het wasachtige reactieproduct (d.w.z. de wasfractie) dat als voeding voor de werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding gebruikt kan worden.
1 027242·* 20
Hvdroisomerisatie
Volgens de onderhavige uitvinding wordt de wasachtige koolwaterstofVoeding onderworpen aan hydroisomerisatie in een hydroisomerisatiezone waarbij een olie-5 isomeraat-tussenproduct wordt geproduceerd.
Hydroisomerisatie is bedoeld voor het verbeteren van de koude vloei-eigenschap-pen van een basissmeerolie door het selectief toevoegen van vertakking aan de moleculaire structuur. Met hydroisomeriatie-ontwassen worden in het ideale geval hoge omzettingsniveaus van wasachtige voeding in niet-wasachtige isoparaffinen bereikt 10 terwijl tegelijkertijd de omzetting door kraken wordt verminderd.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt de hydroisomerisatie uitgevoerd onder toepassing van een vormselectieve moleculaire zeef met een gemiddelde poriegrootte. Hydroisomerisatiekatalysatoren die bruikbaar zijn bij de onderhavige uitvinding omvatten een vormselectieve moleculaire zeef met een gemiddelde poriegrootte en eventueel 15 een hydrogeneringscomponent van een katalytisch actief metaal op een drager van een vuurvast oxide. De uitdrukking "gemiddelde poriegrootte", zoals hierin wordt gébruikt, betekent een effectie porie-opening in het traject van ongeveer 4,0 tot ongeveer 7,1 A als het poreuze anorganische oxide een gecalcineerde vorm heeft. De vormselectieve moleculaire zeven met een gemiddelde poriegrootte die worden toegepast bij de uitvoe-20 ring van de onderhavige uitvinding zijn in het algemeen moleculaire zeven met een 1-D 10-, 11- of 12-ring. De moleculaire zeven die de voorkeur hebben volgens de uitvinding zijn van de 1-D 10-ring-variëteit, waarbij moleculaire zeven met een 10- (of 11- of 12-) ring 10 (of 11 of 12) tetraedrisch gecoördineerde atomen (T-atomen) hebben die zijn gebonden aan zuurstofatomen. In de 1-D moleculaire zeef zijn de 10-ring (of gro-25 tere) poriën evenwijdig aan elkaar en vormen deze geen onderlinge verbinding. De klassificering van intrazeolietkanalen als 1-D, 2-D en 3-D wordt weergegeven door R.M. Barrer in Zeolites, Science and Technology, uitgegeven door F.R. Rodrigues, L.D. Rollman en C. Naccache, NATO ASI Series, 1984, welke klassificering in zijn geheel als hierin ingelast dient te worden beschouwd (zie in het bijzonder bladzijde 75). 30 Vormselectieve moleculaire zeven met een gemiddelde poriegrootte die de voor keur hebben en die worden toegepast voor hydroisomerisatie zijn gebaseerd op aluminiumfosfaten, zoals SAPO-11, SAPO-31 en SAPO-41. SAPO-11 en SAPO-31 hebben meer voorkeur, waarbij SAPO-11 de meeste voorkeur heeft. SM-3 is een 10272 42“' 21 vormselectieve SAPO met gemiddelde poriegrootte die bijzondere voorkeur heeft en een kristalstructuur heeft die binnen die van de SAPO-11-moleculaire zeven valt. De bereiding van SM-3 en de unieke eigenschappen daarvan worden beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.943.424 en 5.158.665. Vormselectieve moleculaire 5 zeven met een gemiddelde poriegrootte die ook de voorkeur hebben en die worden toegepast voor hydroisomerisatie zijn zeolieten, zoals ZSM-22, ZSM-23, ZSM-35, ZSM-48, ZSM-57, SSZ-32, offretiet en ferrieriet. SSZ-32 en ZSM-23 hebben meer voorkeur.
Een moleculaire zeef met gemiddelde poriegrootte die de voorkeur heeft wordt 10 gekenmerkt door gekozen kristallografische vrije diameters van de kanalen, gekozen kristalgrootte (overeenkomend met een gekozen kanaallengte) en gekozen zuurgraad. Gewenste kristallografische vrije diameters van de kanalen van de moleculaire zeven liggen in het traject van ongeveer 4,0 tot ongeveer 7,1 Angstrom, met een maximale kristallografische vrije diameter van niet meer dan 7,1 en een minimale kristallografi-15 sche vrije diameter van niet minder dan 3,9 Angstrom. Bij voorkeur is de maximale kristallografische vrije diameter niet groter dan 7,1 en de minimale kristallografische vrije diameter niet kleiner dan 4,0 Angstrom. Met de meeste voorkeur is de maximale kristallografische vrije diameter niet groter dan 6,5 en de minimale kristallografische vrije diameter niet kleiner dan 4,0 Angstrom. De kristallografische vrije diameters van 20 de kanalen van de moleculaire zeven zijn gepubliceerd in de "Atlas of Zeolite Frame-work Types", vijfde herziene druk, 2001, van Ch. Baerlocher, W.M. Meier en D.H. Olson, Elsevier, blz. 10-15, welke als hierin ingelast dient te worden beschouwd.
Een moleculaire zeef met gemiddelde poriegrootte die bijzondere voorkeur heeft, en bruikbaar is bij de onderhavige werkwijze, wordt bijvoorbeeld beschreven in de 25 Amerikaanse octrooischriften 5135638 en 5282958, waarvan de inhoud in zijn geheel als hierin ingelast dient te worden beschouwd. In het Amerikaanse octrooischrift 5282958 heeft een dergelijke moleculaire zeef met gemiddelde poriegrootte een kristalgrootte van niet meer dan ongeveer 0,5 micron en poriën met een minimale diameter van ten minste ongeveer 4,8 A en met een maximale diameter van ongeveer 7,1 A. De 30 katalysator heeft een voldoende zuurgraad, zodat 0,5 gram daarvan als dit is aangebracht in een buisreactor bij 370°C, een druk van 1200 psig, een waterstofdebiet van 160 ml/min en een toevoersnelheid van 1 ml/uur ten minste 50% hexadecaan omzet. De katalysator vertoont tevens een isomerisatie-selectiviteit van 40 procent of hoger (de 10272 42'’' 22 isomerisatie-selectiviteit wordt als volgt bepaald: 100 x (gew.% vertakt Ci6 in product) / (gew.% vertakt Ci6 in product + gew.% C13- in product) bij toepassing onder omstandigheden die leiden tot een omzetting van 96% normaal-hexadecaan (n-Ciö) in andere species).
5 Een dergelijke moleculaire zeef die bijzondere voorkeur heeft kan verder worden gekenmerkt door poriën of kanalen met een kristallografische vrije diameter in het traject van ongeveer 4,0 tot 7,1 A en bij voorkeur in het traject van 4,0 tot 6,5 A. De kristallografische vrije diameters van de kanalen van moleculaire zeven zijn gepubliceerd in de "Atlas of Zeolite Framework Types", vijfde herziene druk, 2001, van Ch. 10 Baerlocher, W.M. Meier en D.H, Olson, Elsevier, blz. 10-15, welke als hierin ingelast dient te worden beschouwd.
Als de kristallografische vrije diameters van de kanalen van een moleculaire zeef onbekend zijn kan de effectieve poriegrootte van de moleculaire zeef worden gemeten onder toepassing van standaard adsorptietechnieken en koolwaterstofhoudende 15 verbindingen met bekende minimale kinetische diameters. Zie Breek, Zeolite Molecu-lar Sieves, 1974 (in het bijzonder hoofdstuk 8); Anderson et al., J. Catalysis 58, 114 (1979); en het Amerikaanse octrooischrift 4440871, waarvan de desbetreffende delen als hierin ingelast dienen te worden beschouwd. Bij het uitvoeren van adsorptieme-tingen voor het bepalen van de poriegrootte worden standaardtechnieken toegepast. Het 20 is geschikt om een bepaalde molecuul als uitgesloten te beschouwen als deze niet ten minste 95% van zijn evenwichtsadsorptiewaarde op de moleculaire zeef in minder dan ongeveer 10 minuten (p/p0=0,5; 25°C) bereikt. Moleculaire zeven met een gemiddelde poriegrootte laten gewoonlijk met weinig sterische hindering moleculen met kinetische diameters van 5,3 tot 6,5 Angstrom toe.
25 Hydroisomerisatiekatalysatoren die bruikbaar zijn in de onderhavige uitvinding omvatten eventueel een katalytisch actief bydrogeneringsmetaal. De aanwezigheid van een katalytisch actief bydrogeneringsmetaal leidt tot productverbetering, in het bijzonder VI en stabiliteit. Gewoonlijk omvatten katalytisch actieve hydrogeneringsmetalen chroom, molybdeen, nikkel, vanadium, kobalt, wolfraam, zink, platina en palladium. 30 De metalen platina en palladium hebben bijzondere voorkeur, waarbij platina zeer bijzondere voorkeur heeft. Als platina en/of palladium wordt toegepast ligt de totale hoeveelheid van het actieve hydrogeneringsmetaal gewoonlijk in het traject van 0,1 tot 10272 42 "* 23 5 gewichtsprocent van de totale katalysator, gewoonlijk 0,1 tot 2 gewichtsprocent, en niet meer dan 10 gewichtsprocent.
De drager van een vuurvast oxide kan worden gekozen uit die oxide-dragers, die gewoonlijk worden toegepast voor katalysatoren, waaronder siliciumdioxide, 5 aluminiumoxide, siliciumdioxide-aluminiumoxide, titaanoxide en combinaties daarvan.
De omstandigheden voor de hydroisomerisatie worden op maat ingesteld voor het bereiken van een geïsomeriseerd olie-tussenproduct met specifieke vertakkingseigenschappen, zoals hiervoor is beschreven, en zijn dus afhankelijk van de eigenschappen van de toegepaste voeding. In het algemeen zijn de omstandigheden 10 voor de hydroisomerisatie in de onderhavige uitvinding mild, zodat de omzetting van was in materialen die koken bij een temperatuur lager dan ongeveer 700°F lager dan ongeveer 35 gew.% wordt gehouden bij het produceren van de olie-isomeraat-tussenproducten.
Milde hydroisomerisatie-omstandigheden worden bereikt door te werken bij een 15 lagere temperatuur, in het algemeen tussen ongeveer 390°F en 650°F, bij een LHSV die in het algemeen tussen ongeveer 0,5 uur'1 en ongeveer 20 uur'1 ligt. De druk bedraagt gewoonlijk ongeveer 15 psig tot ongeveer 2500 psig, bij voorkeur ongeveer 50 psig tot ongeveer 2000 psig, met meer voorkeur ongeveer 100 psig tot ongeveer 1500 psig. Lage druk verschaft een verbeterde isomerisatie-selectiviteit, hetgeen resulteert in meer 20 isomerisatie en minder kraken van de voeding, waarbij aldus een hogere opbrengst wordt verkregen.
Waterstof is aanwezig in de reactiezone tijdens het hydroisomerisatieproces, gewoonlijk in een verhouding van waterstof tot voeding van ongeveer 0,5 tot 30 MSCF/bbl (duizend standaard kubieke feet per vat), bij voorkeur ongeveer 1 tot onge-25 veer 10 MSCF/bbl. Waterstof kan worden afgescheiden van het product en worden teruggevoerd naar de reactiezone.
Deze milde hydroisomerisatie-omstandigheden onder toepassing van de vormselectieve moleculaire zeven met een gemiddelde poriegrootte geven olie-isome-raat-tussenproducten die paraffinische koolwaterstofcomponenten met specifieke 30 vertakkingseigenschappen omvatten, d.w.z. in totaal een lage mate van vertakking hebben.
1027242 " 24
Zoals hiervoor is beschreven hebben de olie-isomeraat-tussenproducten minder dan 7,0, bij voorkeur minder dan 6,5 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen, zoals bepaald door middel van NMR-vertakkingsanalyse.
5 Onlosmiddel-ontwassen
Volgens de onderhavige uitvinding worden de olie-isomeraat-tussenproducten onderworpen aan oplosmiddel-ontwassen, waarbij basissmeeroliën worden geproduceerd die paraffinische koolwaterstofcomponenten met geoptimaliseerde 10 vertakkingseigenschappen omvatten. Derhalve geeft het oplosmiddel-ontwassen basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten omvatten die in totaal een lage mate van vertakking hebben, waarbij de vertakking is geconcentreerd naar het midden van de moleculen.
Oplosmiddel-ontwassen wordt toegepast voor het verwijderen van de resterende 15 wasachtige moleculen uit het olie-isomeraat-tussenproduct door het oplossen van het olie-isomeraat-tussenproduct in een oplosmiddel, zoals methylethylketon, methylisobutylketon of tolueen, of het precipiteren van de wasmoleculen zoals is besproken in Chemical Technology of Petroleum, derde druk, William Gruse en Donald Stevens, McGraw-Hill Book Company, Ine., New York, 1960, bladzijden 566 20 tot 570. Zie tevens de Amerikaanse octrooischriften 4477333, 3773650 en 3775288. In de onderhavige uitvinding wordt oplosmiddel-ontwassen met voordeel toegepast na de hydroisomerisatie voor het winnen van niet-omgezette was na de hydroisomerisatie onder milde omstandigheden, waarbij de omzettingen van de was in materiaal dat kookt bij een temperatuur lager dan ongeveer 700°F minder is dan ongeveer 35%.
25 Volgens de onderhavige uitvinding kan het oplosmiddel-ontwassen worden uitge voerd volgens gebruikelijke werkwijzen die bekend zijn bij de deskundige. Oplosmiddel-ontwassen kan worden uitgevoerd door het afkoelen van olie-isomeraat-tussenpro-duct/oplosmiddel-mengsels onder gecontroleerde omstandigheden voor kristallisatie van de paraffinische was die aanwezig is in de mengsels. Bij dergelijke werkwijzen 30 worden het olie-isomeraat-tussenproduct en het ontwas-oplosmiddel verwarmd op een temperatuur waarbij de was oplost. De verwarmde lading wordt vervolgens toegevoerd aan een koelzone waar koelen plaatsvindt bij een gelijkmatige lage snelheid in het traject van ongeveer 0,5° tot 4,5°C/min totdat een temperatuur wordt bereikt (b.v. -10° tot 1027242 25 -20°C) waarbij een aanzienlijk gedeelte van de was kristalliseert en het ontwaste basissmeerolieproduct een gekozen vloeipuntstemperatuur heeft. Bij het bereiken van de gewenste ontwastemperatuur wordt het mengsel van waskristallen, olie-isomeraat-tussenproduct en oplosmiddel onderworpen aan vast-vloeistof-scheiding voor het win-5 nen van een wasvrije olie-oplosmiddel-oplossing en een vaste was die een klein gehalte olie bevat. Vast-vloeistof-scheidingstechnieken, die toegepast kunnen worden voor het afscheiden van de waskristallen van de olie-oplosmiddel-oplossingen, omvatten bekende vast-vloeistof-scheidingswerkwijzen, zoals bezinken onder invloed van de zwaartekracht, centrifugeren en filtratie. Gewoonlijk wordt bij commerciële werkwij-10 zen filtratie in een roterend vacuümfilter, gevolgd door wassen met een oplosmiddel van de waskoek, toegepast. De vaste was/olie-oplossing die wordt verkregen na het afscheiden van de vaste was staat bekend als slakwas.
De afgescheiden olie-oplosmiddel-oplossing wordt onderworpen aan destillatie voor het winnen van een oplosmiddelfractie en een ontwaste basissmeer-15 olieproductfractie. Deze werkwijze is zoals is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 5413695, waarvan de inhoud in zijn geheel als hierin ingelast dient te worden beschouwd.
Oplosmiddelen waarvan bekend is dat deze bruikbaar zijn als ontwas-oplosmiddelen zijn ketonen die 3 tot 6 koolstofatomen bevatten, zoals bijvoorbeeld 20 aceton, methylethylketon (MEK) en methylisobutylketon (MIBK), mengsels van ketonen en mengsels van ketonen met aromatische koolwaterstoffen, waaronder benzeen en tolueen. Gehalogeneerde koolwaterstoffen met een laag molecuulgewicht, waaronder dichloormethaan en dichloorethaan, en mengsels daarvan staan eveneens bekend als ontwas-oplosmiddelen. Door verdunnen met een oplosmiddel van wasachtige 25 oliegrondstoffen blijft de fluïditeit van de olie behouden voor het vereenvoudigen van het hanteren, voor het verkrijgen van een optimale was-olie-scheiding en voor het verkrijgen van optimale opbrengsten van de ontwaste olie. De mate van verdunning met een oplosmiddel hangt af van de desbetreffende olie-isomeraat-tussenproductgrondstoffen en oplosmiddelen die worden toegepast, de benadering van 30 de filtratietemperatuur in de koelzone en de gewenste uiteindelijke verhouding van oplosmiddel tot olie in de scheidingszone.
Alle was of een gedeelte van de was die is verwijderd in de ontwasstap kan worden gewonnen en worden teruggevoerd naar de hydroisomerisatiestap voor toepassing 1027242-* 26 bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding en/of worden verzameld voor andere toepassingen (b.v. voor verwerking tot of toepassing als verkoopbare was). Bij het terugvoeren van alle gewonnen was of een gedeelte van de gewonnen was kan de was alleen worden onderworpen aan de hydroisomerisatiestap van de onderhavige uitvin-5 ding of kan deze worden gecombineerd met een andere wasachtige voeding. Door het terugvoeren van alle gewonnen was of een gedeelte van de gewonnen was neemt de opbrengst van de werkwijze toe.
Na het oplosmiddel-ontwassen wordt een basissmeerolie die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking omvat verschaft. 10 Geoptimaliseerde vertakking betekent dat de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten met in totaal een lage mate van vertakking, waarbij de vertakking is geconcentreerd naar het midden van de moleculen, omvat. De basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten die worden gewonnen uit de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding 15 hebben een kinematische viscositeit bij 100°C hoger dan ongeveer 3,2 cSt. Daarnaast hebben de basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten viscositeitsindices hoger dan de beoogde viscositeitsindices van de olie, zoals hiervoor is gedefinieerd. Bij voorkeur zijn de viscositeitsindices van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding hoger dan 20 de beoogde viscositeitsindex van de olie plus 5. De basissmeeroliën hebben tevens een vloeipunt lager dan -8°C, bij voorkeur lager dan -9°C, met meer voorkeur ^ -15°C en met nog meer voorkeur lager dan -15°C.
In het algemeen is het verschil in vloeipunten tussen het vloeipunt van de basissmeerolie en het olie-isomeraat-tussenproduct voor oplosmiddel-ontwassen groter 25 dan ongeveer 25°F.
Hvdrofinishen
De basissmeerolie die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een 30 geoptimaliseerde vertakking omvat, of eventueel het olie-isomeraat-tussenproduct, kan worden onderworpen aan hydrofinishen teneinde de kwaliteit en stabiliteit van het product te verbeteren. Tijdens het hydrofinishen bedraagt de totale LHSV ongeveer 0,25 tot 2,0, bij voorkeur ongeveer 0,5 tot 1,0. De partiële waterstofdruk is hoger dan 200 1027242 “ 27 psia en varieert bij voorkeur van ongeveer 500 psia tot ongeveer 2000 psia. De recirculatiesnelheden van waterstof zijn gewoonlijk hoger dan 50 SCF/Bbl en liggen bij voorkeur tussen 1000 en 5000 SCF/Bbl. Temperaturen variëren van ongeveer 300°F tot ongeveer 750°F en variëren bij voorkeur van 450°F tot 600°F.
5 Geschikte hydrofinishkatalysatoren omvatten edelmetalen uit groep VIIIA (vol gens de regels uit 1975 van de International Union of Pure and Applied Chemistry), zoals platina of palladium op een aluminiumoxide- of siliciumhoudende matrix, en ongezwavelde metalen uit groep VIHA en groep VIB, zoals nikkel-molybdeen of nik-kel-tin op een aluminiumoxide- of siliciumhoudende matrix. In het Amerikaanse 10 octrooischrift 3852207 worden een geschikte edelmetaalkatalysator en milde omstandigheden beschreven. Andere geschikte katalysatoren worden bijvoorbeeld in het Amerikaanse octrooischrift 4157294 en het Amerikaanse octrooischrift 3904513 beschreven. De niet-edelmetaal (zoals nikkel-molybdeen en/of wolfraam, en ten minste ongeveer 0,5 en in het algemeen ongeveer 1 tot ongeveer 15 gewichtspro-15 cent nikkel en/of kobalt, bepaald als de overeenkomende oxiden. De edelmetaal (zoals platina) katalysator bevat meer dan 0,01 procent metaal, bij voorkeur tussen 0,1 en 1,0 procent metaal. Er kunnen ook combinaties van edelmetalen worden toegepast, zoals mengsels van platina en palladium.
20 Basissmeeroliën met een geoptimaliseerde vertakking
De basissmèeroliën volgens de onderhavige uitvinding omvatten paraffinische koolwaterstofcomponenten waarbij de vertakking is geoptimaliseerd. De basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking 25 omvatten hebben hoge viscositeiten, lage vloeipunten en uitzonderlijk hoge VI's. De basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding hebben kinematische viscositeiten bij 100°C hoger dan ongeveer 3,2 cSt en bij voorkeur tussen ongeveer 3,2 cSt en ongeveer 20 cSt. Daarnaast hebben de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding die paraffinische koolwaterstofcomponenten omvatten gemiddelde koolstofgetallen 30 hoger dan ongeveer 27, bij voorkeur hoger dan ongeveer 30 en met meer voorkeur hoger dan ongeveer 27 en lager dan ongeveer 70.
Het American Petroleum Institute (API) heeft basisoliën volgens hun chemische samenstelling geklassificeerd. Zoals gedefinieerd door het API zijn de oliën uit groep 7027242 ^ 28 ΠΙ oliën met een zeer hoge viscositeitsindex (>120) met een totaal zwavelgehalte lager dan 300 ppm en een gehalte aan verzadigde verbindingen hoger dan of gelijk aan 90%. Oliën uit API groep ΙΠ worden eveneens traditioneel bereid door heftig hydrokraken en of isomerisatie van de was. Basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding worden 5 in het algemeen geklassificeerd als basisoliën uit API groep ΠΙ. Als deze worden bereid uit wasachtige voedingen met een laag totaal zwavelgehalte, zoals Fischer-Tropsch-voedingen, hebben de basissmeeroliën eveneens een totaal zwavelgehalte dat lager is dan 300 ppm.
Basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding die zijn bereid uit wasachtige 10 Fischer-Tropsch-voedingen hebben in het algemeen totale zwavelgehalten lager dan ongeveer 5 ppm, gehalten aan verzadigde verbindingen hoger dan 95% en totale nafteengehalten tussen nul en ongeveer 8% en bij voorkeur tussen nul en ongeveer 5%. Totaal zWavel wordt bepaald onder toepassing van ultraviolet-fluorescentie volgens ASTM D 5453-00.
15 In het bijzonder omvatten de basissmeeroliën paraffinische koolwaterstofcomponenten met minder dan 8 alkylvertakkingen per 100 koolstofato-men, bij voorkeur minder dan 7 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen en met meer voorkeur minder dan 6,5 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen. De vertakking op de twee-plaats, zoals bepaald door NMR-vertakkingsanalyse, bedraagt minder dan 20 20 gew.%, bij voorkeur minder dan 15 gew.%. De vertakking op de twee- plus drie-plaat-sen bedraagt minder dan 25 gew.%, bij voorkeur minder dan 20 gew.%. Daarnaast bedraagt de vertakking op de vijf- of hogere plaatsen meer dan 50 gew.%, bij voorkeur meer dan 60 gew.%. De vrije koolstofindices van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding zijn in het algemeen hoger dan ongeveer 3 en bij voorkeur ho-25 ger dan ongeveer 5.
De basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding omvatten paraffinische koolwaterstofcomponenten waarbij de mate van vertakking, zoals gemeten door het percentage methyl-waterstoffen (BI), en de nabijheid van de vertakking, zoals gemeten door het percentage zich herhalende methyleen-koolstofatomen die vier of meer 30 koolstofatomen verwijderd zijn van een eindgroep of vertakking (CH2>4), zodanig zijn, dat BI-0,5(CH2>4) kleiner is dan 12, terwijl lage vloeipunten behouden blijven. Bij voorkeur hebben de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding een zodanige 1027242 n 29 vertakking, dat BI-0,5BP kleiner is dan 10, met meer voorkeur kleiner is dan 8 en met nog meer voorkeur kleiner is dan 6, terwijl de lage vloeipunten behouden blijven.
Het vloeipunt is de temperatuur waarbij een monster van de basissmeerolie begint te vloeien onder zorgvuldig gecontroleerde omstandigheden. Waar het vloeipunt hierin 5 wordt gegeven is dit, tenzij anders vermeld, bepaald volgens de standaard analytische werkwijze ASTM D 5950-02. De basissmeeroliën met geoptimaliseerde vertakking volgens de onderhavige uitvinding hebben uitstekende vloeipunten. De vloeipunten van de basissmeeroliën zijn lager dan -8°C, bij voorkeur lager dan -9°C, met meer voorkeur ^ -15°C en met nog meer voorkeur lager dan -15°C.
10 Het troebelingspunt is een maat die complementair is aan het vloeipunt en wordt weergegeven als de temperatuur waarbij een monster van de basissmeerolie een waas begint te ontwikkelen onder zorgvuldig gespecificeerde omstandigheden. Het troebelingspunt kan bijvooibeeld worden bepaald volgens ASTM D 5773-95. De basissmeeroliën met een geoptimaliseerde vertakking volgens de onderhavige 15 uitvinding hebben troebelingspunten lager dan 0°C.
De viscositeitsindices van de basissmeeroliën die paraffinische koolwaterstofcomponenten met een geoptimaliseerde vertakking omvatten zijn uitermate hoog en zijn hoger dan de beoogde viscositeitsindex van de basissmeerolie, bij voorkeur hoger dan de beoogde viscositeitsindex van de basissmeerolie plus 5. Het 20 traject van de kinematische viscositeiten van de basissmeeroliën met een geoptimaliseerde vertakking is hoger dan 3,2 cSt bij 100°C en kan tussen ongeveer 3,2 cSt en ongeveer 20 cSt bij 100°C liggen.
Het % totale nattenen in de basissmeeroliën is in het algemeen laag of afwezig als gevolg van de milde hydroisomerisatie-ontwaswerkwijze die wordt toegepast bij de 25 bereiding. Als naftenen aanwezig is, zijn de naftenen in het algemeen vrijwel uitsluitend als mononaftenen aanwezig. In de basissmeeroliën ligt de totale hoeveelheid naftenen die aanwezig zijn tussen nul en ongeveer 8 gew.% en bij voorkeur tussen nul en ongeveer 5 gew.%. De naftenen worden gemeten onder toepassing van Veldionisatie-massaspectroscopie (F1MS), zoals is beschreven in de publicatie van 30 Kramer, D.C., et al., "Influence of Groep II & ΠΙ Base Oil Composition on VI and Oxidation Stability", bereid voor presentatie op de 1999 AIChE Spring National Meeting in Houston, 16 maart 1999. Het percentage totaal nafteengehalte van de basissmeeroliën volgens deze uitvinding wordt bepaald door het nemen van de som van 1027242 ‘n 30 het % mononaftenen, % dinaftenen, % trinaftenen, % tetranaftenen, % pentanaftenen en % hexanaftenen, zoals gemeten door FIMS voor ieder monster.
Omdat de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding uitermate lage hoeveelheden aromaten en multi-ring-naftenen bevatten hebben de basissmeeroliën een 5 superieure oxidatiestabiliteit. Een manier voor het meten van de oxidatiestabiliteit van basissmeeroliën is de oxidator-BN-test, zoals is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3852207. De oxidator-BN-test meet de weerstand tegen oxidatie door middel van een zuurstofabsorptie-inrichting van het Domte-type. R.W. Domte 'Oxidation of White Oils", Industrial and Engineering Chemistry, deel 28, bladzijde 26, 10 1936. Gewoonlijk zijn de omstandigheden een atmosfeer zuivere zuurstof bij 340°F.
De resultaten worden vermeld in aantal uur tot het absorberen van 1000 ml O2 door 100 g olie. Bij de oxidator-BN-test wordt 0,8 ml katalysator gebruikt per 100 gram olie en is een additiefpakket opgenomen in de te testen olie. De katalysator is een mengsel van oplosbare metaal-naitenaten in kerosine, waarbij de gemiddelde metaalanalyse van 15 toegepaste krukasolie wordt gesimuleerd. De concentraties van de metalen in de katalysator zijn als volgt: koper = 6927 ppm; ijzer = 4083 ppm; lood = 80.208 ppm; mangaan = 350 ppm; en tin = 3565 ppm. Het additiefpakket is 80 millimol zinkbispolypropyleenfenyldithiofosfaat per 100 gram te testen olie. Oxidator-BN meet de respons van een basissmeerolie in een gesimuleerde toepassing. Hoge waarden, of 20 lange tijden voor het absorberen van een liter zuurstof, duiden op een goede oxidatiestabiliteit. Voor algemene toepassing wordt het gewenst dat de oxidator-BN van een basissmeerolie langer is dan 7 uur. Voor de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding is de oxidator-BN-waarde langer dan ongeveer 15 uur, bij voorkeur langer dan ongeveer 30 uur.
25
Mengsels
De basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding kunnen alleen worden toegepast of kunnen worden gemengd met extra basisoliën die worden gekozen uit de 30 groep die bestaat uit gebruikelijke basisoliën uit groep I, gebruikelijke basisoliën uit groep Π, gebruikelijke basisoliën uit groep III, geïsomeriseerde aardoliewas, poly-alfa-alkenen (PAO), poly-inwendige-alkenen (PIO), di-esters, polyolesters, fosfaatesters, gealkyleerde aromaten en mengsels daarvan.
1 0272-4-2^ 31
Gealkyleerde aromaten zijn synthetische smeermiddelen die worden geproduceerd door de alkylering van aromaten met halogeenalkanen, alcoholen of alkenen bij aanwezigheid van een Lewis- of Bronstead-zuur-katalysator. Een overzicht van gealkyleerde aromatische smeermiddelen wordt gegeven in Synthetic Lubricants 5 and High-Performance Functional Fluids, uitgegeven door Ronald L. Shubkin, 1993, blz. 125-144, welke hierin als ingelast dient te worden beschouwd. Bruikbare voorbeelden van gealkyleerde aromaten zijn gealkyleerd naftaleen en gealkyleerd benzeen. Gealkyleerde aromaten hebben goede eigenschappen bij lage temperatuur en kunnen een verbeterde additief-oplosbaarheid en prestatie verschaffen in mengsels met 10 andere basisoliën.
Omdat de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding uitstekende koude vloei-eigenschappen, hoge VI's en een grote oxidatiestabiliteit hebben zijn ze ideale menggrondstoffen voor het opwerken van gebruikelijke basissmeeroliën.
Het heeft de voorkeur dat wanneer de basissmeeroliën volgens de onderhavige 15 uitvinding gemengd worden met een of meer extra basissmeeroliën, waarbij de extra basisoliën in een hoeveelheid minder dan 95 gew.% van de totale verkregen basisoliesamenstelling aanwezig zijn.
Gerede smeermiddelen 20
Basissmeeroliën zijn de belangrijkste component van gerede smeermiddelen en deze vormen in hét algemeen meer dan 70% van de gerede smeermiddelen. Gerede smeermiddelen omvatten een basissmeerolie en ten minste een additief. Gerede smeermiddelen kunnen worden toegepast in auto's, dieselmotoren, assen, transmissies 25 en industriële toepassingen. Gerede smeermiddelen moeten voldoen aan de specificaties voor de beoogde toepassing daarvan, zoals gedefinieerd door de desbetreffende regelgevende organisatie.
De basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding zijn bruikbaar in commerciële gerede smeermiddelen. Als gevolg van de uitstekende VTs en 30 eigenschappen bij lage temperatuur daarvan zijn de basissmeeroliën volgens de ! onderhavige uitvinding geschikt voor het formuleren van gerede smeermiddelen die bedoeld zijn voor veel van deze toepassingen. Daarnaast maakt de uitstekende 1027242·* 32 oxidatiestabiliteit van de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding ze bruikbaar in gerede smeermiddelen voor veel toepassingen bij hoge temperatuur.
Additieven die gemengd kunnen worden met de basissmeerolie volgens de onderhavige uitvinding, voor het verschaffen van een gerede 5 smeermiddelsamenstelling, omvatten die welke bedoeld zijn voor het verbeteren van geselecteerde eigenschappen van het gerede smeermiddel. Gebruikelijke additieven omvatten bijvoorbeeld anti-slijtage-additieven, EP-middelen, detergentia, dispergeermiddelen, antioxidantia, middelen die het vloeipunt verlagen, middelen voor het verbeteren van de VI, middelen voor het modificeren van de viscositeit, middelen 10 voor het modificeren van de wrijving, demulgeermiddelen, antischuimvormingsmiddelen, corrosie-inhibitoren, roest-inhibitoren, middelen die bij opzwellen afdichten, emulgatoren, bevochtigingsmiddelen, middelen voor het verbeteren van het smerend vermogen, metaaldesactivatoren, geleermiddelen, kleverig makende middelen, bactericiden, additieven die het vloeistofverlies tegengaan, 15 kleurstoffen en dergelijke.
Andere koolwaterstoffen, zoals die welke zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 5096883 en 5189012, kunnen worden gemengd met de basissmeerolie, vooropgesteld dat het gerede smeermiddel de noodzakelijke vloeipunt-, kinematische viscositeit-, vlampunt- en toxociteitseigenschappen heeft. Deze andere 20 koolwaterstoffen omvatten basisoliën die in het bijzonder bruikbaar zijn in boorvloeistoffen. Bij wijze van voorbeeld heeft het Amerikaanse octrooischrift 5096883 betrekking op een in hoofdzaak niet-toxische basisolie die in wezen bestaat uit vertakte paraffinen of vertakte paraffinen die zijn gesubstitueerd met een ester-functionaliteit, of mengsels daarvan, waarbij de basisolie bij voorkeur tussen ongeveer 25 18 en ongeveer 40 koolstofatomen per molecuul en met meer voorkeur tussen ongeveer 18 en ongeveer 32 koolstofatomen per molecuul bevat. Het Amerikaanse octrooischrift 5189012 heeft betrekking op synthetische koolwaterstoffen die worden gekozen uit de groep die bestaat uit vertakte oligomeren die zijn gesynthetiseerd uit een of meer alkenen die een C2- tot Ci4-keten bevatten en waarbij de oligomeren een gemiddeld 30 molecuulgewicht van 120 tot 1000 hebben.
Gewoonlijk bedraagt de totale hoeveelheid additieven in het gerede smeermiddel ongeveer 1 tot ongeveer 30 gewichtsprocent van het gerede smeermiddel. Omdat de basissmeeroliën volgens de onderhavige uitvinding echter uitstekende eigenschappen 1027242 *_____ 33 bezitten, waaronder een laag vloeipunt, hoge VI's en een uitstekende oxidatie-stabiliteit, kan een kleinere hoeveelheid additieven worden vereist zodat wordt voldaan aan de specificaties voor het gerede smeermiddel dan gewoonlijk wordt vereist met basisoliën die zijn bereid volgens andere werkwijzen. De toepassing van additieven bij 5 het formuleren van gerede smeermiddelen is goed gedocumenteerd in de literatuur en bekend bij de deskundige.
Voorbeelden 10 De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de volgende illustratieve, niet beperkende voorbeelden.
Alle gesimuleerde destillatie-kooktrajectverdelingen in deze beschrijving worden, tenzij anders vermeld, gemeten onder toepassing van de standaard analytische werkwijze D 6352-98 of het equivalent daarvan. Zoals hierin wordt gebruikt heeft een 15 analytische werkwijze die equivalent is aan D 6352-98 betrekking op iedere analytische werkwijze die in wezen dezelfde resultaten geeft als de standaardwerkwijze.
Voorbeeld 1 20 Voorbeeld 1 gaf een basissmeerolie die is bereid uit een n-C28-voeding (gekocht bij Aldrich) onder toepassing van een Pt/SSZ-32-katalysator (0,3 gew.% Pt) die is gebonden met 35 gew.% Catapal-aluminiumoxide. De test vond plaats bij 1000 psig, 0,8 LHSV en een eenmalige doorvoer van H2 van 7 MSCF/bbl. De reactortemperatuur bedroeg 575°F. Het efïluens van de reactor werd vervolgens bij 450°F over een Pt-25 Pd/Si02-Al203-hydrofinishkatalysator gevoerd en, werden behalve de temperatuur, dezelfde omstandigheden als in de isomerisatiereactor toegepast. De opbrengst aan 600°F+ product bedroeg 71,5 gew.%. De omzetting van de was in materiaal in het kooktraject van 600°F- bedroeg 28,5 gew.%. De omzetting lager dan 700°F bedroeg 33,6 gew.%. De bodemfractie van de test (75,2 gew.%) werd gefractioneerd bij 743°F 30 waarbij 89,2 gew.% bodemproduct werd verkregen (67,1 gew.% van de gehele voeding). De eigenschappen van het gehydroisomeriseerde olie-bodemproduct worden weergegeven in de onderstaande tabel I: 1027242 " 34
Tabel I
Eigenschappen van het gehydroisomeriseerde olie-bodemproduct Vloeipunt, °C +3 NMR-analyse C2-vertakking 0,26 C3-vertakking 0,2 C4-vertakking 0,26 C5+ vertakking 0,97
Inwendig ethyl 0,09
Som 1,78 NMR-vertakkingseigenschappen Alkylvertakkmgen/molecuul 1,78
Alkylvertakkingen/100 koolstofatomen 6,14
Percentage vertakking op twee-plaats 14,6
Percentage vertakking op twee- plus drie- 25,8 plaatsen
Percentage vertakking op de vijf- of 54,5 hogere plaatsen
Deze bodemproducten werden vervolgens bij -15°C aan oplosmiddel-ontwassen onderworpen, waarbij 84,2 gew.% olie die aan oplosmiddel-ontwassen was onderworpen (56,5 gew.% van de gehele voeding) en 15,7 gew.% was werden 5 verkregen. Evaluaties van de eigenschappen van de olie worden hierna in tabel VI weergegeven.
Voorbeeld 2 10 Een n-C36-voeding (gekocht bij Aldrich) werd geïsomeriseerd over een Pt/SSZ- 32-katalysator die 0,3% Pt en 35% Catapal-aluminiumoxide-bindmiddel bevatte. De testomstandigheden bedroegen 580°F, 1,0 LHSV, reactordruk 1000 psig en een eenmalige doorvoer van waterstof met een debiet van 7 MSCF/bbl. Het effluens van de reactor ging rechtstreeks naar een tweede reactor, eveneens bij 1000 psig, die een Pt/Pd 15 op siliciumdioxide-aluminiumhydroxide-hydrofinish-katalysator bevatte. De 1 027242'"' 35 omstandigheden in die reactor waren een temperatuur van 450°F en een LHSV van 1,0. Omzetting en opbrengsten waren zoals hierna in tabel II worden weergegeven:
Tabel II
Omzetting <650°F, gew.% 32,2
Omzetting <700°F, gew.% 34,4
Opbrengsten, gew.% C1-C2 [M5 C3-C4 JJè C5-180°F 6^22 180-350°F 7~4Ö 350-650°F 13^23 650°F+ 68,09 5 De bodemfractie van de test werd geïsoleerd. De eigenschappen van de gehydroisomeriseerde olie-bodemfractie worden hierna in tabel ΠΙ weergegeven:
Tabel III
Eigenschappen van de gehydroisomeriseerde bodemfractie van de stripper Sim. Dist., LV%, °F
ffiP/5 677/747 1Ö/3Ö 801/904 50 914 70/90 920/925 95/FBP 927/929
Vloeipunt, °C +20
Het bodemproduct van de stripper werd bij -15°C onder toepassing van 10 methylethylketon (MEK)/tolueen aan oplosmiddel-ontwassen onderworpen. Het wasgehalte bedroeg 31,5 gew.% en de opbrengst aan olie bedroeg 68,2 gew.%. De opbrengst aan 650°F+ olie die aan oplosmiddel-ontwassen was onderworpen, gebaseerd op toevoer aan de werkwijze, bedroeg 45,4 gew.%. Evaluaties van de eigenschappen van de olie worden hierna in tabel VI weergegeven.
1 027242“* 36
Voorbeeld 3
Een aan een hydrobehandeling onderworpen Fischer-Tropsch-was werd 5 geïsomeriseerd over een Pt/SSZ-32-katalysator, die 0,3% Pt en 35% Catapal- aluminiumoxide-bindmiddel bevatte. De omstandigheden van de test waren 560°F, 1,0 LHSV, een reactordruk van 300 psig en een eenmalige doorvoer van waterstof met een debiet van 6 MSCF/bbl. Het efïluens van de reactor werd direct naar een tweede reactor gevoerd, eveneens bij 300 psig, die een Pt/Pd op siliciumdioxide-aluminiumoxide-10 hydrofinishkatalysator bevatte. De omstandigheden in die reactor waren een temperatuur van 450°F en een LHSV van 1,0. De eigenschappen van de aan een hydrobehandeling onderworpen Fischer-Tropsch-was worden hierna in tabel IV weergegeven. De omzetting en opbrengsten, alsook de eigenschappen van het gehydroisomeriseerde bodemproduct van de stripper worden hierna in tabel V 15 weergegeven.
Tabel IV
Inspecties van aan een hydrobehandeling onderworpen Fischer-Tropsch-was (951-15-431)
Soortelijk gewicht, API 40,3
Stikstof, ppm 1,6
Totaal zwavel, ppm 2
Sim. Dist., gew.%, °F
BP/5 512/591 10/30 637/708 50 764 70/90 827/911 95/FBP 941/1047 1027242** 37
Tabel V
Isomerisatie van FT-was over Pt/SSZ-32 bij 560°F, 1 LHSV, 300 psig en 6 MSCF/bbl H2
Omzetting <650°F, gew.%__15,9_
Omzetting <700oF, gew.%_ 14,1
Opbrengsten, gew.%_____ C1-C2__ΟΠ_ C3-C4__M4_ C5-180°F__U59_ 180-290°F__2^13_ 290-650°F__21,62_ 650°F+__73,19_
Bodemproduct van de stripper:___
Opbrengst, gew.% van voeding__75,9_
Sim. Dist, LV%, °F
IBP/5_ 588/662_ 30/50_ 779/838_ 95/99__1070/1142_
Vloeipunt, °C__j25_ NMR-analyse:__ _C2-vertakking__0,28_ C3-vertakking__0,23_ C4-vertakking__0j26_ _C5-f-vertakking___1,00_ _Inwendig ethyl__0,11__ _Som__1,88_ NMR-vertakkingseigenschappen:__ _Alkylvertakkingen/molecuul__1,88_ _Alkylvertakkingen/100 koolstofatomen__6,21_ _Percentage vertakking op de twee-plaats__14,9 _ _Percentage vertakking op de twee- plus drie-plaatsen 27,1_
Percentage vertakking op de vijf- of hogere plaatsen 53,2 _ 1027242 1,5 38
Het bodemproduct van de stripper werd bij -15°C onder toepassing van MEK/tolueen aan oplosmiddel-ontwassen onderworpen. Het wasgehalte bedroeg 33,9 gew.% en de opbrengst aan olie bedroeg 65,7 gew.%. De opbrengst aan 650°F+ olie die aan 5 oplosmiddel-ontwassen was onderworpen, gebaseerd op voeding naar de werkwijze, bedroeg 49,9 gew.%. Evaluaties van de eigenschappen van de olie worden hierna in tabel VI weergegeven.
Tabel VI
Eigenschappen van gehydroisomeriseerde was na oplosmiddel-ontwassen
Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voorbeeld 3 NMR-analyse C2-vertakking 0,24 0,27 0,27 C3-vertakking 0,14 0,22 0,18 C4-vertakking 0,18 0,23 0,21 C5+-vertakking 1,12 1,75 1,1
Inwendig ethyl 0,07 0,13 0,1
Som 1,75 2,60 1,86
Vertakkingsindex (BI) 19,7 18,8 19
Vertakkingsnabijheid (BP) 28,5 29,6 28,1
Alkylvertakkingen per molecuul 1,68 2,47 1,76 BI-0,5BP 5A5 4^ÖÖ
Vrije koolstofmdex (FCI) 7,90 11,00 7,70
Alkylvertakkingen per 100 koolstof- 6,04 6,66 6,42 atomen
Percentage vertakking op de 2-plaats 13,7 10,4 14,5
Percentage vertakking op de 2+3- 21,7 18,8 24,2 plaatsen
Percentage vertakking op de 5- of 64,0 67,3 59,1 hogere plaatsen
Viscositeitsindex 165 182 175
Viscositeit bij 100°C 3,447 5,488 3,776
Viscositeit bij 40°C 12,43 23,62 13,90 1027242 * 39
Vloeipunt, °C ΓΪ5 Π0 ΓΪ8
Troebelingspunt, °C -4 -3 -5
Gemiddeld koolstofgetal 27,8 37,1 27,4
Sim. Dist., LV%, °F
ffiP/5 683/748 608/652 10/30 792/902 670/718 50 912 775 70/90 919/923 890/953 95/FBP 924/926 1004/1116 FIMS-analyse % paraffinen 100 98 96 % mononaftenen 0 1,7 4 % dinaftenen 0 0 0 % trinaftenen 0 0 0 % tetranaftenen 0 0 0 % pentanaflenen 0 0 0 % hexanaftenen 0 0 0
Totaal 100 99,7 100
Oxidator-BN, uur 31,87
Verschillende modificaties en veranderingen van deze uitvinding zullen duidelijk zijn voor de deskundige zonder af te wijken van de omvang en geest van deze uitvinding. Andere doelen en voordelen zullen duidelijk worden voor de deskundige na 5 een beschouwing van de voorgaande beschrijving.
1027242 *

Claims (30)

1. Basissmeerolie die paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking minder is dan 8 alkylvertakkingen per 10 koolstofatomen en 5 waarbij minder dan 20 gew.% van de alkylvertakkingen zich op de 2-plaats bevinden; de basissmeerolie een vloeipunt lager dan -8°C; een kinematische viscositeit bij 100°C van ongeveer 3,2 cSt of hoger; en een viscositeitsindex hoger dan een beoogde viscositeitsindex, zoals berekend volgens de volgende vergelijking: Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln(kinematische viscositeit bij 100°C) +132 10 heeft.
2. Basissmeërolie volgens conclusie 1, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking minder is dan 7 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen. 15
3. Basissmeerolie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking minder is dan 6,5 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen.
4. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-3, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij minder dan 25 gew.% van de alkylvertakkingen zich op de twee- plus drie-plaatsen bevinden.
5. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-4, waarbij de basissmeerolie 25 paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij meer dan 50 gew.% van de alkylvertakkingen zich op de vijf- of hogere plaatsen bevinden.
6. Basissmeerolie volgens een der Conclusies 1-5, waarbij de viscositeitsindex hoger is dan de beoogde viscositeitsindex plus vijf. 30
7. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-6, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij minder dan 15 gew.% van de alkylvertakkingen zich op de twee-plaats bevinden. i o 2 7 2 4 2
8. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-7, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij minder dan 20 gew.% van de alkylvertakkingen zich op de twee- plus- drie-plaatsen bevinden. 5
9. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-8, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij meer dan 60 gew.% van de alkylvertakkingen zich op dè vijf- of hogere plaatsen bevinden.
10. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-9, die verder een totaal nafteengehalte van minder dan ongeveer 5 gew.% omvat.
11. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1 - 10, waarbij de basissmeerolie wordt verkregen via een Fischer-Tropsch-syntheseproces. 15
12. Basissmeerolie volgens een der conclusie 1-11, waarbij de basissmèerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking, zoals gemeten door het percentage methyl-koolstofatomen (BI), en de nabijheid van vertakking, zoals gemeten door het percentage zich herhalende methyleen- 20 koolstofatomen die vier of meer koolstofatomen verwijderd zijn van een eindgroep of vertakking (CH2>4), zodanig zijn, dat BI - 0,5(CH2>4) < 12.
13. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-12, waarbij de basissmeerolie paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking, zoals 25 gemeten door het percentage methyl-koolstofatomen (BI), en de nabijheid van vertakking, zoals gemeten door het percentage zich herhalende methyleen- koolstofatomen die vier of meer koolstofatomen verwijderd zijn van een eindgroep of vertakking (CH2>4), zódanig zijn, dat BI - 0,5(CH2>4) < 10.
14. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-13, waarbij de basissmeerolie een vrije koolstofindex hoger dan ongeveer 3 heeft. 1 0 2 7 242______
15. Basissmeerolie volgens conclusie 11, waarbij de basissmeerolie een zwavelgehalte van minder dan ongeveer 5 ppm omvat.
16. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1-15, waarbij de basissmeerolie 5 een oxidator-BN-waarde langer dan 25 uur heeft.
17. Basissmeerolie volgens een der conclusies 1 - 16, die verder een extra basisolie omvat die wordt gekozen uit de groep die bestaat uit gebruikelijke basisoliën uit groep I, gebruikelijke basisoliën uit groep II, gebruikelijke basisoliën uit groep III, 10 geïsomeriseerde aardoliewas, poly-alfa-alkenen, poly-inwendige-alkenen, di-esters, polyolesters, fosfaatesters, gealkyleerde aromaten en mengsels daarvan.
18. Basissmeerolie die paraffmische koolwaterstofcomponenten omvat volgens een der conclusies 1-17, waarbij de mate van vertakking minder is dan 2,5 15 alkylvertakkingen per molecuul.
19. Basissmeerolie die paraffmische koolwaterstofcomponenten omvat volgens een der conclusies 1-17, waarbij de mate van vertakking minder is dan 2,0 alkylvertakkingen per molecuul. 20
20. Basissmeerolie die paraffmische koolwaterstofcomponenten omvat volgens een der conclusies 1 -17, waarbij de basissmeerolie een vloeipunt lager dan -9°C heeft.
21. Basissmeerolie die paraffmische koolwaterstofcomponenten omvat volgens 25 een der conclusies 1 -17, waarbij de basissmeerolie een vloeipunt < -15°C heeft.
22. Basissmeerolie, omvattende een vloeipunt lager dan -8°C; een kinematische viscositeit bij 100°C hoger dan 3,2 cSt; en 30 een viscositeitsindex hoger dan een beoogde viscositeitsindex, zoals berekend aan de hand van de Volgende vergelijking: Beoogde viscositeitsindex = 22 x ln(kinemetische viscositeit bij 100°C) + 132. 1027242
23. Basissmeerolie volgens conclusie 22, waarbij de basissmeerolie een vloeipunt lager dan -9°C heeft.
24. Basissmeerolie volgens conclusie 22 of 23, waarbij de basissmeerolie een 5 vloeipunt lager dan ^ -15°C heeft.
25. Gereed smeermiddel, omvattende: de basissmeerolie volgens een der conclusies 1 -17; en een of meer smeermiddeladditieven. 10
26. Gereed smeermiddel volgens conclusie 25, dat verder een extra basisolie omvat die wordt gekozen uit de groep die bestaat uit gebruikelijke basisoliën uit groep I, gebruikelijke basisoliën uit groep Π, gebruikelijke basisoliën uit groep III, geïsomeriseerde aardoliewas, poly-alfa-alkenen, poly-inwendige-alkenen, di-esters, 15 polyolesters, fosfaatesters, gealkyleerde aromaten en mengsels daarvan.
27. Gereed smeermiddel, omvattende de basissmeerolie volgens een der conclusies 22 - 24; en een of meer smeermiddeladditieven. 20
28. Gereed smeermiddel volgens conclusie 27, dat verder een extra basisolie omvat die wordt gekozen uit de groep die bestaat uit gebruikelijke basisoliën uit groep I, gebruikelijke basisoliën uit groep II, gebruikelijke basisoliën uit groep III, geïsomeriseerde aardoliewas, poly-alfa-alkenen, poly-inwendige-alkenen, di-esters, 25 polyolesters, fosfaatesters, gealkyleerde aromaten en mengsels daarvan.
29. Olie-isomeraat-tussenproduct dat via Fischer-Tropsch verkregen paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking minder is dan 7 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen. 30
30. Olie-isomeraat-tussenproduct volgens conclusie 29, waarbij het olie-isomeraat-tussenproduct paraffinische koolwaterstofcomponenten omvat waarbij de mate van vertakking minder is dan 6,5 alkylvertakkingen per 100 koolstofatomen. 1 0 2 7 2 4 2
NL1027242A 2003-10-14 2004-10-14 Basissmeerolien met een geoptimaliseerde vertakking. NL1027242C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US10/682,965 US20050077208A1 (en) 2003-10-14 2003-10-14 Lubricant base oils with optimized branching
US68296503 2003-10-14

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1027242A1 NL1027242A1 (nl) 2005-04-15
NL1027242C2 true NL1027242C2 (nl) 2005-12-23

Family

ID=33418879

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027242A NL1027242C2 (nl) 2003-10-14 2004-10-14 Basissmeerolien met een geoptimaliseerde vertakking.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US20050077208A1 (nl)
JP (2) JP5336703B2 (nl)
CN (1) CN1867653B (nl)
AU (1) AU2004281378B2 (nl)
BR (1) BRPI0415265B1 (nl)
GB (1) GB2407326B (nl)
NL (1) NL1027242C2 (nl)
SG (1) SG147434A1 (nl)
WO (1) WO2005037964A2 (nl)
ZA (1) ZA200602725B (nl)

Families Citing this family (62)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006055306A1 (en) * 2004-11-15 2006-05-26 Exxonmobil Research And Engineering Company A lubricant upgrading process to improve low temperature properties using solvent dewaxing follewd by hydrodewaxing over a catalyst
US7476645B2 (en) * 2005-03-03 2009-01-13 Chevron U.S.A. Inc. Polyalphaolefin and fischer-tropsch derived lubricant base oil lubricant blends
US20070293408A1 (en) 2005-03-11 2007-12-20 Chevron Corporation Hydraulic Fluid Compositions and Preparation Thereof
US7674364B2 (en) 2005-03-11 2010-03-09 Chevron U.S.A. Inc. Hydraulic fluid compositions and preparation thereof
US20080053868A1 (en) * 2005-06-22 2008-03-06 Chevron U.S.A. Inc. Engine oil compositions and preparation thereof
WO2007068796A2 (en) * 2005-12-12 2007-06-21 Neste Oil Oyj Process for producing a branched hydrocarbon component
KR101102879B1 (ko) * 2005-12-12 2012-01-10 네스테 오일 오와이제이 분지형 탄화수소 성분의 제조방법
US8404341B2 (en) 2006-01-26 2013-03-26 Outlast Technologies, LLC Microcapsules and other containment structures for articles incorporating functional polymeric phase change materials
US20100012883A1 (en) * 2008-07-16 2010-01-21 Outlast Technologies, Inc. Functional Polymeric Phase Change Materials
US9234059B2 (en) * 2008-07-16 2016-01-12 Outlast Technologies, LLC Articles containing functional polymeric phase change materials and methods of manufacturing the same
US20100016513A1 (en) * 2008-07-16 2010-01-21 Outlast Technologies, Inc. Functional Polymeric Phase Change Materials and Methods of Manufacturing the Same
EP2049635A2 (en) * 2006-07-28 2009-04-22 ExxonMobil Research and Engineering Company Lubricant compositions, their preparation and use
WO2008013752A2 (en) * 2006-07-28 2008-01-31 Exxonmobil Research And Engineering Company Improving lubricant air release rates
WO2008013753A2 (en) * 2006-07-28 2008-01-31 Exxonmobil Research And Engineering Company Novel application of thickeners to achieve favorable air release in lubricants
US8747650B2 (en) * 2006-12-21 2014-06-10 Chevron Oronite Technology B.V. Engine lubricant with enhanced thermal stability
US8022024B2 (en) * 2007-06-28 2011-09-20 Chevron U.S.A. Inc. Functional fluid compositions
US20090005275A1 (en) * 2007-06-28 2009-01-01 Chevron U.S.A. Inc. Power steering fluid
US8076122B2 (en) * 2007-07-25 2011-12-13 Chevron U.S.A. Inc. Process for integrating conversion of hydrocarbonaceous assets and photobiofuels production using an absorption tower
US8076121B2 (en) * 2007-07-25 2011-12-13 Chevron U.S.A. Inc. Integrated process for conversion of hydrocarbonaceous assets and photobiofuels production
US20090036337A1 (en) * 2007-07-31 2009-02-05 Chevron U.S.A. Inc. Electrical Insulating Oil Compositions and Preparation Thereof
US7770914B2 (en) * 2007-07-31 2010-08-10 Autoliv Asp, Inc. Passenger airbag mounting apparatus
US20090036338A1 (en) * 2007-07-31 2009-02-05 Chevron U.S.A. Inc. Metalworking Fluid Compositions and Preparation Thereof
US20090036546A1 (en) * 2007-07-31 2009-02-05 Chevron U.S.A. Inc. Medicinal Oil Compositions, Preparations, and Applications Thereof
US20090036333A1 (en) * 2007-07-31 2009-02-05 Chevron U.S.A. Inc. Metalworking Fluid Compositions and Preparation Thereof
US20090062163A1 (en) * 2007-08-28 2009-03-05 Chevron U.S.A. Inc. Gear Oil Compositions, Methods of Making and Using Thereof
US20090062162A1 (en) * 2007-08-28 2009-03-05 Chevron U.S.A. Inc. Gear oil composition, methods of making and using thereof
US20090062166A1 (en) 2007-08-28 2009-03-05 Chevron U.S.A. Inc. Slideway Lubricant Compositions, Methods of Making and Using Thereof
US7932217B2 (en) * 2007-08-28 2011-04-26 Chevron U.S.A., Inc. Gear oil compositions, methods of making and using thereof
US20090088352A1 (en) * 2007-09-27 2009-04-02 Chevron U.S.A. Inc. Tractor hydraulic fluid compositions and preparation thereof
US20090088353A1 (en) * 2007-09-27 2009-04-02 Chevron U.S.A. Inc. Lubricating grease composition and preparation
US7956018B2 (en) * 2007-12-10 2011-06-07 Chevron U.S.A. Inc. Lubricant composition
US20090163391A1 (en) * 2007-12-20 2009-06-25 Chevron U.S.A. Inc. Power Transmission Fluid Compositions and Preparation Thereof
US20090298732A1 (en) * 2008-05-29 2009-12-03 Chevron U.S.A. Inc. Gear oil compositions, methods of making and using thereof
US20100015430A1 (en) * 2008-07-16 2010-01-21 Outlast Technologies, Inc. Heat Regulating Article With Moisture Enhanced Temperature Control
US8221910B2 (en) 2008-07-16 2012-07-17 Outlast Technologies, LLC Thermal regulating building materials and other construction components containing polymeric phase change materials
CA2745366C (en) * 2008-12-01 2016-02-02 William Culhane Oil lubricant for use in air tools or air motors
US8349776B2 (en) * 2009-09-29 2013-01-08 Chevron Oronite Company Llc Trunk piston engine lubricating oil compositions
US8455406B2 (en) 2010-10-28 2013-06-04 Chevron U.S.A. Inc. Compressor oils having improved oxidation resistance
US8673448B2 (en) * 2011-03-04 2014-03-18 Outlast Technologies Llc Articles containing precisely branched functional polymeric phase change materials
WO2012138733A2 (en) 2011-04-05 2012-10-11 Chevron Oronite Company Llc Low viscosity marine cylinder lubricating oil compositions
ES2797651T3 (es) 2011-05-16 2020-12-03 Shanghai Chemrun Co Ltd Sistema catalítico para la preparación de alcano altamente ramificado a partir de olefinas
US9206374B2 (en) 2011-12-16 2015-12-08 Chevron Oronite Sas Trunk piston engine lubricating oil compositions
JP5552139B2 (ja) * 2012-05-23 2014-07-16 Jx日鉱日石エネルギー株式会社 潤滑油基油、潤滑油組成物及び潤滑油基油の製造方法
JP6050716B2 (ja) * 2013-03-29 2016-12-21 Jxエネルギー株式会社 潤滑油基油の製造方法
JP6509239B2 (ja) 2013-11-06 2019-05-08 シェブロン・オロナイト・テクノロジー・ビー.ブイ. 船舶用ディーゼルシリンダー潤滑油組成物
WO2015067724A1 (en) 2013-11-06 2015-05-14 Chevron Oronite Technology B.V. Marine diesel cylinder lubricant oil compositions
US10431858B2 (en) 2015-02-04 2019-10-01 Global Web Horizons, Llc Systems, structures and materials for electrochemical device thermal management
US10003053B2 (en) 2015-02-04 2018-06-19 Global Web Horizons, Llc Systems, structures and materials for electrochemical device thermal management
KR102403745B1 (ko) 2015-07-22 2022-05-31 셰브런 오로나이트 테크놀로지 비.브이. 선박 디젤 실린더 윤활유 조성물
US20180057765A1 (en) 2016-08-29 2018-03-01 Chevron Oronite Technology B.V. Marine diesel cylinder lubricant oil compositions
EP3526317A1 (en) 2016-10-12 2019-08-21 Chevron Oronite Technology B.V. Marine diesel lubricant oil compositions
JP6965341B2 (ja) 2016-10-18 2021-11-10 シェブロン・オロナイト・テクノロジー・ビー.ブイ. 船舶用ディーゼル潤滑油組成物
EP3562918B1 (en) * 2016-12-29 2021-02-24 ExxonMobil Research and Engineering Company Block processing with bulk catalysts for base stock production from deasphalted oil
SG11201911495RA (en) 2017-06-19 2020-01-30 Neste Oyj Method for converting carboxylic acids and esters into base oil hydrocarbons
JP2020525614A (ja) * 2017-06-30 2020-08-27 エクソンモービル リサーチ アンド エンジニアリング カンパニーExxon Research And Engineering Company 高品質潤滑油ベースオイルの13c−nmrベース組成物、並びにそれらの設計及び製造を可能にする方法、並びに仕上げ潤滑油におけるそれらの性能
US11041133B2 (en) 2018-05-01 2021-06-22 Chevron U.S.A. Inc. Hydrocarbon mixture exhibiting unique branching structure
WO2020060590A1 (en) 2018-09-20 2020-03-26 Novvi Llc Process for preparing hydrocarbon mixture exhibiting unique branching structure
KR20220047299A (ko) 2019-08-14 2022-04-15 셰브런 유.에스.에이.인크. 재생가능 윤활유 조성물을 이용한 엔진 성능 개선 방법
CN112577987B (zh) * 2019-09-27 2024-04-02 中国石油化工股份有限公司 润滑油基础油的分子结构表征方法及润滑油基础油的优选方法
KR20230010201A (ko) 2020-04-10 2023-01-18 셰브런 오로나이트 컴퍼니 엘엘씨 바이오 기반 기유를 포함하는 윤활유 조성물
US20220127545A1 (en) 2020-10-28 2022-04-28 Chevron U.S.A. Inc. Lubricating oil composition with renewable base oil
US20230092322A1 (en) 2021-09-09 2023-03-23 Chevron U.S.A. Inc. Renewable Based E-Drive Fluids

Family Cites Families (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US663768A (en) * 1899-11-27 1900-12-11 Albert L A Toboldt Vapor-burning lamp.
US3773650A (en) * 1971-03-31 1973-11-20 Exxon Co Dewaxing process
US3775288A (en) * 1972-05-26 1973-11-27 Exxon Research Engineering Co Combination of dilution chilling with scraped surface chilling in dewaxing lubricating oils
US3852207A (en) * 1973-03-26 1974-12-03 Chevron Res Production of stable lubricating oils by sequential hydrocracking and hydrogenation
US3904513A (en) * 1974-03-19 1975-09-09 Mobil Oil Corp Hydrofinishing of petroleum
US4157294A (en) * 1976-11-02 1979-06-05 Idemitsu Kosan Company Limited Method of preparing base stocks for lubricating oil
US4440871A (en) * 1982-07-26 1984-04-03 Union Carbide Corporation Crystalline silicoaluminophosphates
US4477333A (en) * 1982-09-29 1984-10-16 Exxon Research And Engineering Co. Dewaxing by a combination centrifuge/catalytic process including solvent deoiling
US4568663A (en) * 1984-06-29 1986-02-04 Exxon Research And Engineering Co. Cobalt catalysts for the conversion of methanol to hydrocarbons and for Fischer-Tropsch synthesis
US4941981A (en) * 1987-12-04 1990-07-17 Baker Hughes Incorporated Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid
US5059299A (en) * 1987-12-18 1991-10-22 Exxon Research And Engineering Company Method for isomerizing wax to lube base oils
US4943424A (en) * 1988-02-12 1990-07-24 Chevron Research Company Synthesis of a crystalline silicoaluminophosphate
US5158665A (en) * 1988-02-12 1992-10-27 Chevron Research And Technology Company Synthesis of a crystalline silicoaluminophosphate
JP2907543B2 (ja) * 1989-02-17 1999-06-21 シェブロン リサーチ アンド テクノロジー カンパニー シリコアルミノフオスフェイト・モレキュラーシープ触媒を用いるワックス状潤滑油および石油ワックスの異性化
US5096883A (en) * 1989-09-29 1992-03-17 Union Oil Company Of California Oil-base drilling fluid comprising branched chain paraffins such as the dimer of 1-decene
US5189012A (en) * 1990-03-30 1993-02-23 M-I Drilling Fluids Company Oil based synthetic hydrocarbon drilling fluid
US5282958A (en) * 1990-07-20 1994-02-01 Chevron Research And Technology Company Use of modified 5-7 a pore molecular sieves for isomerization of hydrocarbons
US5413695A (en) * 1993-01-06 1995-05-09 Chevron Research And Technology Company, A Division Of Chevron U.S.A. Inc. Process for producing lube oil from solvent refined oils by isomerization over a silicoaluminophosphate catalyst
US5643440A (en) * 1993-02-12 1997-07-01 Mobil Oil Corporation Production of high viscosity index lubricants
ZA96178B (en) * 1995-01-18 1997-06-30 Exxon Chemical Patents Inc Organic compounds and processes for their manufacture
EP0776959B1 (en) * 1995-11-28 2004-10-06 Shell Internationale Researchmaatschappij B.V. Process for producing lubricating base oils
DZ2129A1 (fr) * 1995-11-28 2002-07-23 Shell Int Research Procédé pour produire des huiles lubrifiantes de base.
EP1389635A1 (en) * 1995-12-08 2004-02-18 ExxonMobil Research and Engineering Company Biodegradable high performance hydrocarbon base oils
US6090989A (en) * 1997-10-20 2000-07-18 Mobil Oil Corporation Isoparaffinic lube basestock compositions
US6059955A (en) * 1998-02-13 2000-05-09 Exxon Research And Engineering Co. Low viscosity lube basestock
EP1354931A3 (en) * 1998-03-06 2003-11-26 Chevron USA, Inc. Preparing a high viscosity index, low branch index dewaxed oil
US6663768B1 (en) * 1998-03-06 2003-12-16 Chevron U.S.A. Inc. Preparing a HGH viscosity index, low branch index dewaxed
US6008164A (en) * 1998-08-04 1999-12-28 Exxon Research And Engineering Company Lubricant base oil having improved oxidative stability
US6080301A (en) * 1998-09-04 2000-06-27 Exxonmobil Research And Engineering Company Premium synthetic lubricant base stock having at least 95% non-cyclic isoparaffins
US7067049B1 (en) * 2000-02-04 2006-06-27 Exxonmobil Oil Corporation Formulated lubricant oils containing high-performance base oils derived from highly paraffinic hydrocarbons
MY139353A (en) * 2001-03-05 2009-09-30 Shell Int Research Process to prepare a lubricating base oil and a gas oil
US6627779B2 (en) * 2001-10-19 2003-09-30 Chevron U.S.A. Inc. Lube base oils with improved yield
US6846778B2 (en) * 2002-10-08 2005-01-25 Exxonmobil Research And Engineering Company Synthetic isoparaffinic premium heavy lubricant base stock

Also Published As

Publication number Publication date
US20050077208A1 (en) 2005-04-14
GB2407326B (en) 2007-05-09
GB2407326A (en) 2005-04-27
JP2007508441A (ja) 2007-04-05
AU2004281378A1 (en) 2005-04-28
JP5336703B2 (ja) 2013-11-06
GB0421204D0 (en) 2004-10-27
WO2005037964A3 (en) 2006-03-09
CN1867653B (zh) 2010-06-16
NL1027242A1 (nl) 2005-04-15
CN1867653A (zh) 2006-11-22
ZA200602725B (en) 2008-05-28
AU2004281378B2 (en) 2010-03-11
BRPI0415265A (pt) 2006-12-12
WO2005037964A2 (en) 2005-04-28
SG147434A1 (en) 2008-11-28
BRPI0415265B1 (pt) 2014-06-17
JP2012193385A (ja) 2012-10-11
JP5680028B2 (ja) 2015-03-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1027242C2 (nl) Basissmeerolien met een geoptimaliseerde vertakking.
NL1027243C2 (nl) Werkwijzen voor het produceren van basissmeerolien met een geoptimaliseerde vertakking.
NL1031345C2 (nl) Extra lichte koolwaterstofvloeistoffen.
NL1031299C2 (nl) Polyalfa-alkeen &amp; via Fischer-Tropsch verkregen basissmeerolie-smeermiddelmengsels.
NL1031298C2 (nl) Polyalfa-alkeen &amp; via Fischer-Tropsch verkregen basissmeerolie-smeermiddelmengsels.
NL1026464C2 (nl) Brandstoffen en smeermiddelen onder toepassing van katalysatoren in de vorm van een gelaagd bed bij het hydrobehandelen van wasachtige voedingen, inclusief Fischer-Tropsch-was.
NL1024225C2 (nl) Mengen van Fischer-Tropsch-basisolien met een lage viscositeit voor het produceren van basissmeerolien van hoge kwaliteit.
NL1028892C2 (nl) Werkwijze voor het bedrijven van een schroeftransmissie bij hoge energie-efficientie.
NL1027828C2 (nl) Basissmeerolie met een hoog gehalte monocycloparaffinen en een laag gehalte multicycloparaffinen.
US20050139513A1 (en) Hydroisomerization processes using pre-sulfided catalysts
US20050139514A1 (en) Hydroisomerization processes using sulfided catalysts
WO2003035585A1 (en) Lube base oils with improved yield
AU2006223391B2 (en) Extra light hydrocarbon liquids
AU2004311767B2 (en) Hydroisomerization processes using sulfided catalysts

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20050815

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110501