NL1027177C2 - Veiligheidsdeur. - Google Patents

Description

Titel: Veiligheidsdeur

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsdeur voorzien van een deurvleugel die vanuit een gesloten stand naar een eerste zijde verzwenkbaar is verbonden met een binnenkozijn, waarbij het binnenkozijn vanuit een gesloten stand naar een tweede zijde verzwenkbaar is verbonden 5 met een buitenkozijn, waarbij het binnenkozijn en het buitenkozijn in een normale toestand met elkaar zijn gekoppeld door een koppelvoorziening.

Een dergehjke veiligheidsdeur is bekend uit WO92/01854. Deze bekende deur laat zich naar beide zijden van de wand waarin deze zich bevindt openen. Aldus is een vlucht in beide richtingen op eenvoudige wijze 10 mogehjk. Bij deze bekende deur wordt de koppelvoorziening gevormd door een drietal pennen die met een met de hand bedienbare klink is verbonden. In de deur zelf is een soortgelijke voorziening aangebracht voor het koppelen van de deur met het binnenkozijn.

Een bezwaar van de bekende veihgheidsdeur is dat zowel de 15 deurvleugel als het binnenkozijn zijn voorzien van een klink met een daarmee verbonden koppelvoorziening. Tijdens normaal gebruik zal deze deur derhalve door een willekeurige gebruiker naar een willekeurige zijde kunnen worden geopend. Dit is een groot nadeel voor het toepassingsgebied waar de deur die met de uitvinding wordt beoogd voor bedoeld is, te weten 20 nooduitgangdeuren die bij normaal gebruik slechts naar één zijde (in het algemeen de binnenzijde) mogen openzwenken..

De uitvinding beoogt een veihgheidsdeur die beschikt over de voordelen van de bekende veihgheidsdeur en die bovendien een oplossing verschaft voor de bezwaren van de bekende veihgheidsdeur.

25 Hiertoe wordt de veihgheidsdeur van het in de aanhef beschreven type volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de koppelvoorziening zodanig is uitgevoerd dat de koppeling tussen het binnen- en het 1027177 2 buitenkozijn onder invloed van een aanzienlijke, op de deurvleugel uitgeoefende druk verbreekbaar is.

Bij de veiligheidsdeur volgens de uitvinding is de deurvleugel zelf voorzien van een deurklink met behulp waarvan een dagschoot kan worden 5 bediend. De dagschoot vormt de koppeling tussen de deurvleugel en het binnenkozijn. Onder normale omstandigheden kan de deurvleugel naar een eerste zijde, bij voorkeur naar binnen toe, worden geopend. Een sponning in de deurvleugel en/of het binnenkozijn zorgt voor een goede afsluiting tussen de deurvleugel en het binnenkozijn. Deze sponning verhindert dat de 10 deurvleugel ook naar de andere, tweede zijde kan worden geopend.

Teneinde dit mogehjk te maken moet de genoemde koppelvoorziening tussen het binnenkozijn en het buitenkozijn als gevolg van op deurvleugel uitgeoefende druk zodanig worden belast dat de koppeling wordt vrijgegeven. In een panieksituatie waarbij een grote groep personen de 15 deurvleugel tracht te openen vanaf de eerste zijde van de veiligheidsdeur waarnaar de deurvleugel normaliter openzwenkt (in het algemeen de binnenzijde), is degene die de deurklink kan bedienen niet meer in staat om de deurvleugel tegen de daarop door de groep uitgeoefende druk te openen. Onder die omstandigheden zal de als gevolg van de op de deurvleugel 20 uitgeoefende druk de koppelvoorziening ontkoppelen en kan het binnenkozijn met de zich daarin bevindende deurvleugel ten opzichte van het buitenkozijn verzwenken en wel naar de tweede zijde, dat wil zeggen de zijde die van de groep personen is afgekeerd. De deur volgens de uitvinding is met name geschikt voor toepassing bij een nooduitgang. Vaak zijn 25 nooduitgangen zodanig gepositioneerd, dat de deur niet naar buiten mag zwenken omdat deze dan in een ruimte zwenkt die niet belemmerd mag worden, bijvoorbeeld de openbare ruimte. De deur volgens de uitvinding kan onder normale omstandigheden slechts naar binnen toe worden geopend en kan in geval van paniek, wanneer er grote druk op de deur van binnenuit 30 wordt uitgeoefend, naar buiten toe worden geopend.

1027177 3

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat de koppelvoorziening ten minste één pen, welke pen zich uitstrekt in zowel het binnenkozijn als het buitenkozijn en die met een vrij uiteinde in een opnamekom is opgenomen, waarbij het vrije uiteinde van de pen en/of de 5 opnamekom is voorzien van schuin oploopvlak, waarbij de pen en/of de opnamekom tegen veerwerking in, in de richting van de langshartlijn van de pen verplaatsbaar is.

Wanneer een grote druk op de deurvleugel wordt uitgeoefend, zal de pen of de opnamekom, afhankelijk van welke er beweegbaar is opgesteld, 10 tegen de daarop uitgeoefende veerwerking in tegen het schuine vlak "oplopen" totdat de pen uit de opnamekom beweegt. Daarmee wordt de koppeling tussen het binnenkozijn en het buitenkozijn verbroken. Het voordeel van deze constructie is dat deze opnieuw bruikbaar is wanneer het binnenkozijn en het buitenkozijn weer ten opzichte van elkaar worden 15 "gesloten".

Een alternatieve uitvoeringsvorm voor de koppelvoorziening, welke niet over laatstgenoemd voordeel beschikt, omvat een breekpen die zich uitstrekt in zowel het binnenkozijn als het buitenkozijn.

Het moge duidelijk zijn dat de breekpen onder invloed van op de 20 deurvleugel uitgeoefende druk zal breken waarna het binnenkozijn ten opzichte buitenkozijn kan verzwenken. Vanzelfsprekend dient na een dergelijke situatie de breekpen te worden vervangen door een nieuwe breekpen om de veiligheidsdeur weer functioneel te laten zijn.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de pen en/of 25 de eventuele opnamekom door middel van een elektrische bekrachtiging verplaatsbaar zijn voor vrijgave van de koppeling.

In geval van nood kan de elektrische bekrachtiging centraal worden ingeschakeld. Zelfs wanneer er geen grote druk op de deurvleugel wordt uitgeoefend, kan de veiligheidsdeur toch in beide richtingen worden 30 geopend. Eventueel kan de elektrische bekrachtiging zijn verbonden met 1027177 4 een brandmeldinstallatie. De elektrische bekrachtiging wordt dan automatisch ingeschakeld wanneer de brandmelinstallatie op een relevante plaats een brand detecteert. Een dergeüjke voorziening biedt een optimale veiligheid doordat dan althans tijdelijk (namelijk zolang de elektrische 5 bekrachtiging is ingeschakeld) de deur in beide richtingen kan worden geopend. Na verloop van tijd kan de bekrachtiging worden uitgeschakeld, zodat de deur slechts nog naar de tweede zijde kan worden geopend door grote druk op de deurvleugel uit te oefenen.

Eventueel kan de veiligheidsdeur nog zijn voorzien van een 10 mechanisme dat onder invloed van de elektrische bekrachtiging het automatisch openzwenken van de deur bewerkstelligt. Dat heeft niet alleen tot gevolg dat de deur in beide richtingen kan worden geopend maar dat deze zelf reeds op het relevante moment geopend is. Een dergelijke, zich zelf openzwenkende deur bijzonder geschikt voor nooduitgangen en dergelijke. . 15 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de veiligheidsdeur zijn voorzien van een nachtslot en ten minste één door het nachtslot bedienbare nachtschoot, waarbij de ten minste ene nachtschoot in een gesloten stand een vergrendeling tussen zowel de deurvleugel en het binnenkozijn als het binnenkozijn en het buitkozijn bewerkstelligt, waarbij 20 in een vrijgavestand van de ten minste ene nachtschoot beide vergrendelingen zijn vrijgegeven.

Met een dergelijk nachtslot wordt bij het op slot draaien zowel de deurvleugel vergrendeld in het binnenkozijn als het binnenkozijn vergrendeld in het buitenkozijn. Haast belangrijker is nog dat bij het 25 ontgrendelen van het nachtslot niet alleen de deurvleugel met de klink kan worden geopend maar tevens de koppelvoorziening nog slechts de verzwenking van het binnenkozijn ten opzichte van het buitenkozijn verhindert. Bij het vrijgeven van de koppelvoorziening door uitoefening van een grote druk op de deurvleugel of door elektrische bekrachtiging (indien 30 deze elektrische bekrachtiging beschikbaar is) zal het binnenkozijn ten 1027177 5 opzichte van het buitenkozijn kunnen verzwenken. Het ontgrendelen van de nachtschoot die het binnenkozijn met het buitenkozijn verbindt is derhalve gekoppeld met het ontgrendelen van de nachtschoot die de deurvleugel met het binnenkozijn verbindt. Opgemerkt zij dat de beschreven 5 nachtslotfunctionaliteit ook met meer dan één nachtschoot kan worden bewerkstelligt.

In een technisch voordelige uitvoering bevindt het nachtslot zich in het binnenkozijn. Vanüit het binnenkozijn kan de nachtschoot eenvoudig tegelijkertijd in beide richtingen, dat wil zeggen zowel naar de deurvleugel 10 als het buitenkozijn, buiten het binnenkozijn worden bewogen om het nachtslot in de vergrendelstand te brengen. Voor het ontgrendelen kan de nachtschoot binnen de contouren van het binnenkozijn worden bewogen door bediening van het nachtslot.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de 15 veiligheidsdeur aan de binnenzijde zijn voorzien van een zich in horizontale richting, over in hoofdzaak de gehele breedte van de deurvleugel uitstrekkende bedieningsstang met behulp waarvan de koppelvoorziening vanuit de vergrendelde toestand naar de ontgrendelde toestand kan worden gebracht. Een dergelijke, bij voorkeur op heuphoogte opgesteld 20 bedieningsstang wordt in het geval van paniek op natuurlijke wijze tijden het drukken tegen de deur bediend en leidt derhalve tot het ontgrendelen van de koppelvoorziening. De ontgrendeling kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd doordat de bedieningsstang werkzaam is verbonden met de pen die onderdeel uitmaakt van de koppelvoorziening, waarbij de 25 bedieningsstang een verplaatsing van de pen bewerkstelligt.

Zoals hiervoor reeds aangegeven zal de deurvleugel in het algemeen zijn voorzien van een dagschoot die bedienbaar is met een deurkruk.

1027177 6

De uitvinding zal thans aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont horizontaal doorsnede-aanzicht van de 5 veiligheidsdeur ter hoogte van de dagschoot, waarbij de veiligheidsdeur zich in de gesloten stand bevindt; figuur 2 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in figuur 1, waarbij de deurvleugel op de normale wijze is geopend; figuür 3 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven 10 in figuur 1, waarbij de deurvleugel en het binnenkozijn zijn verzwenkt ten opzichte van het buitenkozijn; en figuur 4 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in figuur 3 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een veiligheidsdeur.

Overeenkomstige onderdelen zijn bij de twee 15 uitvoeringsvoorbeelden met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. De veiligheidsdeur 1 is opgenomen in een wand 2. Met de wand 2 is een buitenkozijn 3 vast verbonden. In het buitenkozijn 3 is een binnenkozijn 4 opgenomen dat met behulp van een eerste scharnier 5 verzwenkbaar is ten opzichte van het buitenkozijn 3. In het binnenkozijn 4 is een deurvleugel 6 20 opgenomen. De deurvleugel 6 is met behulp van een tweede scharnier 7 scharnierbaar verbonden met het binnenkozijn 4. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de kozijnen 3, 4 gevormd uit metaalprofielen. Ook de omtreksranden van de deurvleugel zijn gevormd uit metaalprofielen.De uitvinding is daartoe echter niet beperkt. Binnen de omtreksprofielen van 25 de deurvleugel 6 kan een tweetal dekplaten zijn voorzien met eventueel daartussen isolerend materiaal 8. Duidelijk zichtbaar is dat in het raakgebied tussen het binnenkozijn 4 en het buitenkozijn 3 de beide kozijnen 3, 4 zijn voorzien van sponningen 10, 11 waarin aanslaglippen 12, 13 vallen. Ook in het raakgebied tussen het binnenkozijn 4 en de 30 deurvleugel 6 zijn dergelijke sponningen 14, 15 en aanslaglippen 16, 17 1027177 7 aanwezigDe sponningen en aanslaglippen hebben tot gevolg dat de deurvleugel 6 slecht naar één zijde van de wand (in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld naar binnen) kan worden geopend (zie hiertoe figuur 2). Bij nooduitgangdeuren die aan de openbare ruimte grenzen is het vereist 5 dat de deur bij normaal gebruik slechts naar binnen toe kan openen.

Dankzij de aanwezigheid van het ten opzichte van het buitenkozijn 3 verzwenkbare binnenkozijn 4 kan in uitzonderlijke situaties de deurvleugel 6 tezamen met het binnenkozijn 4 naar de andere zijde (in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld naar buiten) worden geopend (zie hiertoe figuur 3).

10 Bijvoorbeeld in het geval van paniek is deze mogelijkheid van levensbelang.

Voor het openen van de deurvleugel 6 op de normale wijze wordt een deurklink 18 bediend die een dagschoot 19 bedient.

In het binnenkozijn 4 is een nachtslot 20 opgenomen met behulp waarvan een nachtschoot 21 bedienbaar is. Figuur 1 toont de nachtschoot 21 15 in de gesloten stand. Duidelijk zichtbaar is dat daarbij zowel een vergrendeling tussen het binnenkozijn 4 en het buitenkozijn 3 als een vergrendeling tussen het binnenkozijn 4 en de deurvleugel 6 wordt bewerkstelligd. Figuren 2-4 tonen de nachtschoot 21 in de vrijgavestand. Opgemerkt zij dat met het nachtslot 20 ook meer dan één nachtschoot 21 20 kan worden bediend. Van belang is dat met de bediening van het nachtslot 20 zowel een vergrendeling of ontgrendeling tussen binnenkozijn 4 en buitenkozijn 3 als tussen binnenkozijn 4 en deurvleugel 6 wordt verkregen. Wanneer zich derhalve mensen binnen bevinden, kan in een panieksituatie de deur naar buiten toe worden geopend en wordt dat niet verhindert 25 doordat "per ongeluk" een nachtvergrendeling tussen het binnenkozijn 4 en het buitenkozijn 3 niet is ontgrendeld. Immers, om binnen te komen moet het nachtslot 20 worden ontgrendeld om de deurvleugel 6 te kunnen openen.

In het uitvoeringsvoorbeeld van figuren 1-3 wordt de koppelvoorziening tussen het binnenkozijn 4 en het buitenkozijn 3 gevormd 30 door een breekpen 22. Wanneer van binnenuit een grote druk op de 1027177 8 deurvleugel 6 wordt uitgeoefend, breekt de breekpen 22 en kan de deurvleugel 6 tezamen met het binnenkozijn 4 naar buiten toe worden geopend zoals weergegeven in figuur 3.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvoorbeeld dat niet is voorzien van 5 een breekpen maar van een pen 23 die in het binnenkozijn 4 is opgenomen en een opnameköm 24 met een schuin oploopvlak 25 die in het buitenkozijn 3 is opgenomen. De opnamekom 24 is in de richting van de langshartlijn van de pen 23 verplaatsbaar en wordt door een veer 26 in de richting van de pen 23 gedrukt. Wanneer een grote druk op de deurvleugel 6 van binnenuit 10 wordt uitgeoefend, zal de pen 23 tegen het schuine oploopvlak 25 drukken. Als gevolg daarvan zal de opnamekom 24, tegen de veerwerking van veer 26 in, van de pen 23 af bewegen totdat de pen 23 uit de opnamekom 24 schiet en de deur de geopende stand kan aannemen zoals weergegeven in figuur 4. Het is duidelijk dat in aanvulling op, of in plaats van de opnamekom 24 ook 15 de pen 23 in de langshartlijn van de pen verplaatsbaar kan zijn opgesteld. Het is ook duidelijk dat de pen 23 in het buitenkozijn 3 kan zijn opgenomen en de opnamekom in het binnenkozijn 4.

Figuur 2 toont nog een eventuele aanvulling op de veiligheidsdeur volgens de uitvinding. Daarbij is de breekpen 22 verplaatsbaar door een 20 elektrische bekrachtiging 27 die in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een spoel. De elektrische bekrachtiging is verbonden met een besturing 28 die bijvoorbeeld onderdeel kan uitmaken van een brandmeldinstallatie. Wanneer de brandmeldinstallatie ergens brand detecteert in de omgeving van de veiligheidsdeur kan de breekpen 22 25 tijdelijke worden ingetrokken, zodat de veiligheidsdeur naar beide zijden kan worden geopend. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke voorziening ook in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4 kan worden toegepast waarbij niet alleen de pen 23 maar alternatief of in aanvulling daarop ook de opnamekom 24 door een elektrische bekrachtiging zou kunnen worden 30 verplaatst.

1027177 9

Het is duidelijk dat uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies mogelijk zijn.

Zo zou de koppelvoorziening ook magnetische koppeling tussen het 5 binnenkozijn en het buitenkozijn kunnen zijn, welke magnetische koppeling bij belasting boven een bepaalde waarde automatisch wordt verbroken.

1027177

Claims (11)

1. Veiligheidsdeur die vanuit een gesloten stand naar een eerste zijde verzwenkbaar is verbonden met een binnenkozijn, waarbij het binnenkozijn vanuit een gesloten stand naar een tweede zijde verzwenkbaar is verbonden met een buitenkozijn, waarbij binnenkozijn en het buitenkozijn in een 5 normale toestand met elkaar zijn gekoppeld door een koppelvoorziening, met het kenmerk, dat de koppelvoorziening zodanig is uitgevoerd dat de koppeling tussen het binnen- en het buitenkozijn onder invloed van een aanzienlijke, op de deurvleugel uitgeoefende druk verbreekbaar is.

2. Veiligheidsdeur volgens conclusie 1, waarbij de koppelvoorziening 10 ten minste één pen omvat, welke pen zich uitstrekt in zowel het binnenkozijn als het buitenkozijn en die met een vrij uiteinde in een opnamekom is opgenomen, waarbij het vrije uiteinde van de pen en/of de opnamekom is voorzien van schuin oploopvlak, waarbij de pen en/of de opnamekom tegen veerwerking in, in de richting van de langshartlijn van de 15 pen verplaatsbaar is.

3. Veiligheidsdeur volgens conclusie 2, waarbij de pen en/of de opnamekom door middel van een elektrische bekrachtiging verplaatsbaar is voor vrijgave van de koppeling.

4. Veiligheidsdeur volgens conclusie 3, waarbij de elektrische 20 bekrachtiging is verbonden met een brandmeldinstallatie.

5. Veiligheidsdeur volgens conclusie 1, waarbij de koppelvoorziening een breekpen omvat die zich uitstrekt in zowel het binnenkozijn als het buitenkozijn.

6. Veiligheidsdeur volgens conclusie 5, waarbij de breekpen door 25 middel van een elektrische bekrachtiging verplaatsbaar is voor vrijgave van de koppeling. 1027177

7. Veiligheidsdeur volgens conclusie 6, waarbij de elektrische bekrachtiging is verbonden met een brandmeldinstallatie.

8. Veiligheidsdeur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de veiligheidsdeur is voorzien van een nachtslot en ten minste één door het 5 nachtslot bedienbare nachtschoot, waarbij de ten minste ene nachtschoot in een gesloten stand een vergrendeling tussen zowel de deurvleugel en het binnenkozijn als het binnenkozijn en het buitkozijn bewerkstelligt, waarbij in een vrijgavestand van de ten minste ene nachtschoot beide vergrendelingen zijn vrijgegeven.

9. Veiligheidsdeur volgens conclusie 8, waarbij het nachtslot zich in het binnenkozijn bevindt.

10. Veiligheidsdeur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de deurvleugel is voorzien van een dagschoot die bedienbaar is met een deurkruk.

11. Veiligheidsdeur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de veiligheidsdeur aan de binnenzijde is voorzien van een zich in horizontale richting, over in hoofdzaak de gehele breedte van de deurvleugel uitstrekkende bedieningsstang met behulp waarvan de koppelvoorziening vanuit de vergrendelde toestand naar de ontgrendelde toestand kan worden 20 gebracht. 1027177