NL1027134C2

NL1027134C2 - Inrichting en werkwijze voor het vormsnoeien van een gewas.

Info

Publication number: NL1027134C2
Application number: NL1027134A
Authority: NL
Inventors: Richard Gerardus Maria Van Wal
Original assignee: Bririch B V
Priority date: 2004-09-29
Filing date: 2004-09-29
Publication date: 2006-03-30

Description

Inrichting en werkwijze voor het vormsnoeien van een gewas

Terrein van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormsnoeien van een gewas 5 omvattende manipulatiemiddelen voor het gecontroleerd in de ruimte bewegen van een snijmiddel. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vormsnoeien van een gewas middels zo een inrichting. Onder ‘vormsnoeien’ wordt verstaan: modelleren middels knippen/snoeien. Het gaat dan in het bijzonder om het vormsnoeien van struiken en boompjes zoals buxus, liguster en taxus.

10

Achtergrond van de uitvinding

Bekend is het in een bepaalde vorm knippen/snoeien van gewassen om zo een bepaald esthetisch effect te bereiken. Hiervoor kan een eenvoudige snoeischaar worden gebruikt of 15 een gangbare schaar met twee scharende messen. Bij grotere aantallen of grotere oppervlakken maakt men veelal gebruik van een, meestal elektrisch aangedreven, heggenschaar met twee snel in de lengterichting langs elkaar bewegende bladen. Genoemde snijmiddelen worden met de hand gemanipuleerd hetgeen vermoeiend en tijdrovend is. Voorts is voor het verkrijgen van een gewenste vorm van het gewas veel kundigheid 20 vereist.

Daarom zijn er, met name voor de professionele markt, meer geavanceerde inrichtingen ontwikkeld. Zo is in US 2,645,074 voorgesteld om een kooimaaier, een bekend type snijmiddel dat het meest wordt toegepast in grasmaaiers, aan te brengen op een gestel en aldus geschikt te maken voor het trimmen van een heg. Een meer ingewikkelde machine op 25 basis van één of meer kooimaaiers voor het vormsnoeien van een gewas zoals een buxusstruik, vinden we in NL 1020673. Nadeel van deze machine is haar mechanische complexiteit en het beperkte aantal vormen dat ermee gesnoeid kan worden. Daarnaast brengt de onderhavige aanvrager onder de namen ‘vormsnoeimachine VS-Mini’ en ‘vormsnoeimachine VS-Senior’, vormsnoeiers op de markt op basis van één of meer 30 snijmiddelen van het type heggenschaar met twee snel in de lengterichting langs elkaar bewegende bladen, waarbij de bladen gekromd zijn zodat een ronde vorm geknipt kan worden. Deze machines zijn in het bijzonder geschikt voor het knippen van bolvormen.

1027134 2

Er ontstaat echter steeds meer vraag naar andere vormen naast de bekende bolvorm, zoals een al dan niet afgeknotte kegel-, blok-, cilinder-, al dan niet afgeknotte piramidevorm, en andere en nog meer complexe vormen. Met bekende middelen en werkwijzen is het snoeien van gewassen in dergelijke vormen niet mogelijk dan wel vermoeiend, tijdrovend, duur of 5 er wordt veel kundigheid vereist om een aanvaardbaar resultaat te verkrijgen. Er bestaat derhalve behoefte aan een doeltreffende kostprijsgunstige technische oplossing voor het vormsnoeien van gewassen in allerlei vormen. Bij voorkeur is de daarbij gebruikte inrichting zo eenvoudig mogelijk qua constructie en is de toegepaste werkwijze zoveel mogelijk geautomatiseerd. In het ideale geval is de oplossing geschikt voor alle vormen, en 10 kan het overschakelen van de ene vorm naar de andere plaats vinden zonder of met minimale aanpassingen. Daarbij is een hoge capaciteit (aantal bewerkte gewassen per tijdseenheid) gewenst bij een zo perfect mogelijke vorm- en knipkwaliteit. Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke oplossing.

15

Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding verschaft daartoe een systeem voor het vormsnoeien van een gewas omvattende manipulatiemiddelen voor het gecontroleerd in de ruimte bewegen van een snijmiddel, waarbij de manipulatiemiddelen een eerste gestel omvatten voorzien van een in 20 hoofdzaak flexibel min of meer langgerekt aandrijftniddel zoals een ketting, riem of snaar voor het bewegen en positioneren van het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel. Daarbij is het eerste gestel bij voorkeur voorzien van een eerste geleiding, bijvoorbeeld geleidewielen, voor het geleiden van het aandrijftniddel, en van een tweede geleiding, bijvoorbeeld een geleiderail of geleidegroef, voor het geleiden van het snijmiddel.

25 Aangedreven door het aandrijftniddel kan het snijmiddel zo een bepaald traject doorlopen, en daarbij een gewas geheel of gedeeltelijk vormsnoeien.

Het snijmiddel kan van het type heggenschaar met in de lengterichting langs elkaar bewegende bladen zijn, of van het type kooimaaier. Daarbij kan het snijmiddel zodanig zijn 30 vormgegeven dat het snijvlak van het snijmiddel vlak is dan wel gekromd.

De keuze van snijmiddel wordt onder andere bepaald door de gewenste vorm- en knipkwaliteit en door het soort gewas. Bij vormen met sterk gekromde vlakken zal de voorkeur eerder uitgaan naar een kooimaaier omdat in een snijmiddel van het type 1027134 3 heggenschaar met sterk gekromde bladen veel wrijving tussen de bladen zal optreden met als gevolg een hoog energieverbruik en veel slijtage. Bij vormen met minder gekromde en rechte vlakken zal veelal een snijmiddel van het type heggenschaar de voorkeur hebben vanwege zijn meer eenvoudige en daarmee goedkopere constructie.

5

Bij voorkeur is de hoekstand van het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel instelbaar middels daartoe voorziene hoekinstelmiddelen, en is het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel verplaatsbaar middels daartoe voorziene translatiemiddelen. Daarbij omvat de inrichting bij voorkeur tevens een tweede gestel en is het eerste gestel beweegbaar, 10 bijvoorbeeld roteerbaar, ten opzichte van het tweede gestel.

Zo kan een groot aantal vormen worden geknipt, waaronder kegels, piramides, cilinders en blokken. Een en ander zal meer duidelijk worden in de navolgende gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.

15

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. Daarin toont: - figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding; en 20 - figuur 2 schematisch mogelijke bewegingen van onderdelen van deze inrichting.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

De in figuur 1 getoonde inrichting volgens de uitvinding (1) omvat manipulatiemiddelen 25 (2) voor het gecontroleerd in de ruimte bewegen van een snijmiddel (3). De manipulatiemiddelen (2) omvatten een eerste frame (4) voorzien van een aandrijfketting (5) voor het (in een horizontaal vlak) bewegen en positioneren van het snijmiddel (3) ten j opzichte van het eerste frame (4). De aandrijfketting (5) wordt daarbij geleid middels geleidewielen (6), en het snijmiddel (3) middels een geleiderail (niet getoond). In plaats van 30 een ketting kan uiteraard ook een vergelijkbaar aandrijfmiddel zoals een riem of een snaar worden gebruikt. Het eerste frame (4) is roteerbaar gemonteerd op een tweede frame (10) welk tweede frame (10) is voorzien van wielen voor het voortbewegen van het geheel over een terrein.

1027134 4

Het snijmiddel (3) is in dit uitvoeringsvoorbeeld van het type heggenschaar met in de lengterichting langs elkaar bewegende, vlakke snijbladen. De bladen kunnen ook gekromd zijn waarbij het snijvlak van het snijmiddel gekromd is. Ook het gebruik van een 5 kooimaaier, een ander geschikt snijmiddel, of meerdere snijmiddelen, is uiteraard mogelijk.

Figuur 2 toont schematisch de mogelijke bewegingen van onderdelen (3,4,5) van deze inrichting (1).

Naast het genoemde (in een horizontaal vlak) bewegen en positioneren van het snijmiddel 10 (3) ten opzichte van het eerste frame (4) middels de aandrijfketting (5), kan de hoekstand van het snijmiddel (3) ten opzichte van het eerste frame (4) gewijzigd en ingesteld worden middels hoekinstelmiddelen (7). Tevens is het snijmiddel (3) ten opzichte van het eerste frame (4) in nog twee andere richtingen (een horizontale en een verticale) verplaatsbaar middels translatiemiddelen (8,9).

15

Met behulp van een dergelijke inrichting (1) kunnen, bij een juiste aansturing van de manipulatiemiddelen en bewegende delen (2-9), gewassen, struiken, heggen en boompjes, bijvoorbeeld buxus, liguster of taxus worden gesnoeid en gemodelleerd, onder andere in de vorm van bollen, al dan niet afgeknotte kegels, blokken, cilinders, en al dan niet afgeknotte 20 piramides. Daarbij kan het geheel over een terrein met te vormsnoeien gewassen worden voortbewogen. Het vormsnoeien kan daarbij vergaand geautomatiseerd worden, en het overschakelen van de ene vorm naar de andere kan plaats vinden zonder of met minimale aanpassingen. Daarbij is een grote capaciteit (aantal bewerkte gewassen per tijdseenheid) en een hoge vorm- en knipkwaliteit haalbaar.

25 30 1027134

Claims

1. Inrichting (1) voor het vormsnoeien van een gewas omvattende manipulatiemiddelen (2) voor het gecontroleerd in de ruimte bewegen van een snijmiddel (3), waarbij de 5 manipulatiemiddelen een eerste gestel (4) omvatten voorzien van een in hoofdzaak flexibel min of meer langgerekt aandrijfiniddel (5) zoals een ketting, riem of snaar voor het bewegen en positioneren van het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste gestel is voorzien van een eerste geleiding, bijvoorbeeld geleidewielen (6), voor het geleiden van het aandrijfiniddel.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste gestel is voorzien van een tweede geleiding, bijvoorbeeld een geleiderad of geleidegroef, voor het geleiden van het snijmiddel.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, waarbij het snijmiddel van het type heggenschaar met in de lengterichting langs elkaar bewegende bladen, is.

5. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, waarbij het snijmiddel van het type kooimaaier is.

6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij het snijmiddel zodanig is vormgegeven dat het snijvlak van het snijmiddel vlak is.

7. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij het snijmiddel zodanig is 20 vormgegeven dat het snijvlak van het snijmiddel gekromd is.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoekstand van het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel instelbaar is middels daartoe voorziene hoekinstelmiddelen (7).

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het snijmiddel ten opzichte 25 van het eerste gestel verplaatsbaar is middels daartoe voorziene translatiemiddelen (8,9).

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting tevens een tweede gestel (10) omvat en het eerste gestel beweegbaar, bijvoorbeeld roteerbaar, is ten opzichte van het tweede gestel. 30 1027134

11. Werkwijze voor het vormsnoeien van een gewas middels een inrichting (1) omvattende manipulatiemiddelen (2) voor het gecontroleerd in de ruimte bewegen van een snijmiddel (3), welke manipulatiemiddelen een eerste gestel (4) omvatten voorzien van een in hoofdzaak flexibel min of meer langgerekt aandrijfmiddel (5) zoals een ketting, 5 riem of snaar, waarbij het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel wordt bewogen en gepositioneerd middels het aandrijfmiddel.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het aandrijfmiddel wordt geleid middels een daartoe voorziene eerste geleiding, bijvoorbeeld geleidewielen (6).

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij het snijmiddel wordt geleid middels een 10 daartoe voorziene tweede geleiding, bijvoorbeeld een geleiderad of geleidegroef.

14. Werkwijze volgens een der conclusies 11-13, waarbij als snijmiddel een snijmiddel van het type heggenschaar met in de lengterichting langs elkaar bewegende bladen, wordt gebruikt.

15. Werkwijze volgens een der conclusies 11-13, waarbij als snijmiddel een snijmiddel van 15 het type kooimaaier wordt gebruikt.

16. Werkwijze volgens een der conclusies 11-15, waarbij een snijmiddel wordt gebruikt dat zodanig is vormgegeven dat het snijvlak van het snijmiddel vlak is.

17. Werkwijze volgens een der conclusies 11-15, waarbij een snijmiddel wordt gebruikt dat zodanig is vormgegeven dat het snijvlak van het snijmiddel gekromd is.

18. Werkwijze volgens een der conclusies 11-17, waarbij de hoekstand van het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel middels daartoe voorziene hoekinstelmiddelen (7) wordt ingesteld.

19. Werkwijze volgens een der conclusies 11-18, waarbij het snijmiddel ten opzichte van het eerste gestel wordt verplaatst middels daartoe voorziene translatiemiddelen (8,9).

20. Werkwijze volgens een der conclusies 11-19, waarbij de inrichting tevens een tweede gestel (10) omvat en het eerste gestel ten opzichte van het tweede gestel wordt bewogen, bijvoorbeeld geroteerd. 1027134