NL1026864C2 - Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen. - Google Patents

Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1026864C2
NL1026864C2 NL1026864A NL1026864A NL1026864C2 NL 1026864 C2 NL1026864 C2 NL 1026864C2 NL 1026864 A NL1026864 A NL 1026864A NL 1026864 A NL1026864 A NL 1026864A NL 1026864 C2 NL1026864 C2 NL 1026864C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping
parts
foil
construction
structural
Prior art date
Application number
NL1026864A
Other languages
English (en)
Inventor
Michiel Zweers
Original Assignee
Michiel Zweers
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Michiel Zweers filed Critical Michiel Zweers
Priority to NL1026864A priority Critical patent/NL1026864C2/nl
Priority to PCT/NL2005/000600 priority patent/WO2006036056A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026864C2 publication Critical patent/NL1026864C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/14Fastening means therefor
    • E04D5/141Fastening means therefor characterised by the location of the fastening means
    • E04D5/142Fastening means therefor characterised by the location of the fastening means along the edge of the flexible material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/14Fastening means therefor
    • E04D5/144Mechanical fastening means
    • E04D5/146Linear fastening means, e.g. strips
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/14Fastening means therefor
    • E04D5/144Mechanical fastening means
    • E04D5/147Mechanical fastening means not perforating the flexible material

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

t ί
Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen
De uitvinding heeft betrekking op een constructiedeel voor in hoofdzaak mediumdichte 5 inklemming van foliedelen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een wanddeel voorzien van ten minste één dergelijk constructiedeel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen.
. 10 Het mediumdicht afdichten van wanddelen, zoals bijvoorbeeld een opstaande wand of een al dan niet hellend dak, van een onroerende zaak wordt doorgaans van groot belang geacht. Ingeval namelijk geen voorzieningen zijn getroffen voor het mediumdicht afdichten van deze wanddelen, treden veelal relatief snel lekkages op, hetgeen aanzienlijke schade aan de onroerende zaak tot gevolg kan hebben. Conventioneel 15 geschiedde bekleding van platte daken middels bitumineuze dakbekleding. Nadeel van de bitumineuze dakbekleding is dat deze dakbekleding een relatief korte levensduur bezit, waarbij de handling van de bitumineuze dakkleding tevens veelal relatief arbeidsintensief is. Bovendien wordt het bitumen doorgaans beschouwd als een milieuonvriendelijke substantie. Teneinde de levensduur van de dakbekleding te 20 verbeteren wordt de laatste jaren veelal gebruikt gemaakt van kunststof folies als dakbekleding. De kunststof folies, veelal vervaardigd uit EPDM of PVC, bezitten doorgaans een relatief lange levensduur van 40 a 45 jaar. De kunststof folies worden doorgaans in stroken met variërende gestandaardiseerde dimensies, veelal in stroken van met een lengte van (maximaal) 10 meter en een breedte van 60 cm, aangeleverd. De 25 stroken worden voorts langs elkaar gepositioneerd op het wanddeel, zoals bijvoorbeeld een dak, waarna de stroken worden gespannen en onderling worden verlijmd of worden verlast. Belangrijk nadeel van het bedekken van daken en dergelijke met kunststof folies is dat het onderling verlijmen of lassen van de kunststof foliestroken doorgaans een kritische bezigheid is en bovenal tijdrovend is, en veelal slechts kan worden uitgevoerd 30 door specifiek daartoe opgeleide vaklui. Daarbij is tijdens het onderling lassen van de verschillende stroken doorgaans relatief zware en relatief traag werkende apparatuur benodigd, waardoor het lassen wordt beschouwd als een relatief arbeidsintensieve bezigheid. Bovendien worden de foliestroken middels de conventionele lijm- en 1026 96 4“
t I
2 lasmethoden onderling permanent verbonden, hetgeen onderhoud en/of vervanging van individuele stroken doorgaans moeizaam of zelfs onmogelijk maakt.
De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een constructiedeel met behulp 5 waarvan foliedelen relatief snel en flexibel mediumdicht kunnen worden gekoppeld aan een wanddeel.
De uitvinding verschaft daartoe een constructiedeel van het in aanhef genoemde type, omvattende: ten minste één eerste klemdeel ingericht om te worden gekoppeld aan een 10 wanddeel, en ten minste één tweede klemdeel ingericht voor samenwerking met ten minste één eerste klemdeel onder in hoofdzaak mediumdichte inklemming van ten minste één foliedeel. Door één of meerdere foliedelen in te klemmen in het constructiedeel overeenkomstig de uitvinding behoeven de foliedelen niet langer onderling op permanente wijze te worden gekoppeld middels verlijming of verlassing 15 om een in hoofdzaak mediumdichte wand(deel)bedekking te realiseren. Daar de foliedelen slechts mechanisch worden ingeklemd en niet onderling fysiek en permanent worden verbonden, kunnen aan onderhoud en/of vervanging onderhevige beschadigde foliedelen relatief eenvoudig en snel uit het demontabele constructiedeel overeenkomstig de uitvinding worden verwijderd en bijvoorbeeld worden vervangen 20 door een ander (onbeschadigd) foliedeel. Bovendien kan het inklemmen van een foliedeel in het constructiedeel overeenkomstig de uitvinding tevens relatief snel en voordelig geschieden, zonder dat daarbij specifieke vakkennis is vereist. Aanvullend voordeel daarbij is dat het folie(deel) per sé tijdens inklemming in het constructiedeel niet beschadigd hoeft te worden, maar direct na het aanbrengen van het folie op een 25 wanddeel op mediumdichte wijze kan worden ingeklemd. Aldus verschaft het voordelige constructiedeel overeenkomstig de uitvinding een oplossing voor het j i gedurende kortere of langere tijd relatief snel en flexibel in hoofdzaak mediumdicht j inklemmen van foliedelen. Veelal zal het constructiedeel meerdere naast elkaar j gepositioneerde foliedelen (van verschillende foliestroken) op in hoofdzaak | 30 mediumdichte wijze continu inklemmen, waardoor het demontabele constructiedeel de j facto fungeert als knoop voor het (onder voorspanning) vasthouden van deze foliedelen, j waarbij beide klemdelen de facto kunnen worden beschouwd als knoopdelen. Veelal zal een (deel van een) langsrand van althans één foliedeel mediumdicht, of althans mediumdicht worden ingeklemd door het constructiedeel. Het foliedeel maakt 102 68 64 ~ I l 3 doorgaans deel uit van een geprefabriceerde kunststof foliestrook met een gestandaardiseerde breedte van bijvoorbeeld 60 cm. Het wanddeel dient in deze context ruim te worden geïnterpreteerd; het wanddeel kan bijvoorbeeld worden gevormd door of deel uitmaken van een dakconstructie, een al dan niet recht opstaande 5 wandenconstructie, en een eventueel op afstand van de vaste wereld gelegen vloerconstructie. Het wanddeel kan deel uitmaken van zowel onroerende alsook roerende zaken. Het is daarbij in deze context tevens denkbaar om een wanddeel van bijvoorbeeld een voorraadhouder, in het bijzonder een waterbassin, in hoofdzaak mediumdicht te bekleden met het foliedeel. De koppelmiddelen voor koppeling van het 10 eerste klemdeel aan het wanddeel kunnen zeer divers van aard zijn, doch zullen doorgaans worden gevormd door mechanische en/of chemische bevestigingsmiddelen.
In een uitvoeringsvariant is het zelfs denkbaar om het eerste klemdeel integraal deel te laten uitmaken van het wanddeel, waarbij het eerste klemdeel bijvoorbeeld tijdens het vervaardigen van het wanddèel, zoals bijvoorbeeld een kozijn, middels bijvoorbeeld 15 extrusie, spuitgieten of blazen, eveneens wordt vervaardigd. Teneinde een mediumdichte, of althans in hoófdzaak mediumdichte inklemming van het foliedeel te kunnen realiseren, zal het foliedeel doorgaans in een in dwarsdoorsnede niet-lineaire oriëntatie zijn opgenomen in het constructiedeel.
20 Het eerste klemdeel en het tweede klemdeel zijn bij voorkeur ingericht voor inklemming van meerdere, van verschillende folies deel uitmakende, foliedelen. De veelal perifeer georiënteerde foliedelen zullen daarbij doorgaans deel uitmaken van twee op elkaar aansluitende foliestroken. Veelal zullen de foliedelen in overlappende toestand zijn opgenomen in het constructiedeel, teneinde het mediumdicht of althans 25 vloeistofkerend vermogen van het constructiedeel verder te kunnen verbeteren. Zoals reeds vermeld is een bijzonder voordeel van het constructiedeel overeenkomstig de uitvinding dat het constructiedeel demontabel is, waardoor een ingeklemd foliedeel relatief snel en gemakkelijk kan worden verwijderd uit het constructiedeel. Daarbij is de onderlinge oriëntatie tussen het eerste klemdeel en het tweede klemdeel doorgaans 30 wijzigbaar. De aard van de oriëntatiewijziging kan daarbij zeer divers zijn, maar zal doorgaans worden gevormd door een transleerbare verplaatsing.
In een voorkeursuitvoering wordt ten minste één klemdeel van het eerste klemdeel en het tweede klemdeel gevormd door een klemlijst. De klemlijst kan zich daarbij 1026884- ) t 4 uitstrekken over een wanddeel evenwijdig aan een langsrand van een foliedeel, teneinde de betreffende langsrand althans gedeeltelijk te kunnen inklemmen met behulp van één of meerdere tweede klemdelen. Bij voorkeur is eerste klemdeel ingericht voor gelijktijdige samenwerking met meerdere tweede klemdelen, teneinde een relatief 5 efficiënt constructiedeel te kunnen verschaffen met een relatief eenvoudige constructie. Teneinde het aantal componenten van het constructiedeel verder te reduceren kunnen zowel het eerste klemdeel alsook ten minste een deel van het tweede klemdeel worden gevormd door onderling samenwerkende klemlijsten.
10 Veelal zullen meerdere foliedelen, in het bijzonder langsranden van al dan niet verschillende folielagen, dienen te worden ingeklemd op in hoofdzaak mediumdichte wijze. Het is derhalve voordelig dat het constructiedeel meerdere eerste klemdelen en meerdere tweede klemdelen omvat, teneinde de één of meerdere folielagen op optimale wijze te kunnen bevestigen op een wanddeel. Daarbij zijn het eerste klemdeel en het 15 tweede klemdeel veelal langs of ter plaatse van een door twee naastgelegen folielagen gelegen naad gepositioneerd, waarbij de klemdelen foliedelen van verschillende folielagen, in het bijzonder de naad, kunnen insluiten.
In een voorkeursuitvoering omvat het constructiedeel ten minste één afschermelement 20 voor in hoofdzaak mediumdichte afscherming van uiteinden van met elkaar samenwerkende klemdelen, en/of uiteinden van nabij elkaar gepositioneerde klemdelen. Daar de klemdelen veelal worden gevormd door geëxtrudeerde of gewalste klemprofielen zal een kopse zijde van dergelijke klemdelen veelal niet vloeistofkerend zijn uitgevoerd. Derhalve is het voordelig om overgangen of knooppunten van meerdere 25 klemdelen mediumdicht te laten omgeven door één of meerdere afschermelementen. Alzo is het mogelijk dat tevens de veelal relatief kritische kopse zijden van de klemdelen tevens op adequate en vloeistofkerende wijze worden afgeschermd. In een bijzondere voorkeursuitvoering is het afschermelement in hoofdzaak schaalvormig uitgevoerd. Een schaalvormig afschermelement is doorgaans voordelig, doordat een 30 dergelijk afschermelement een opneemruimte voor uiteinden van één of meerdere klemdelen insluit. Daarbij omvat het afschermelement bij voorkeur evenwel meerdere opneemopeningen, waarbij elke opneemopening is ingericht voor doorvoer van een samenstel van een eerste klemdeel en een met het eerste klemdeel samenwerkend tweede klemdeel. Alzo is het mogelijk om relatief eenvoudig en efficiënt verlengingen, 1026864- 5 ) 1 T-splitsingen, of X-splitsingen van meerdere samenstellen van een eerste klemdeel en een met het eerste klemdeel samenwerkend tweede klemdeel in hoofdzaak vloeistofkerend af te dichten. Eventuele zaagtoleranties en onnauwkeurigheden bij de beide klemdelen kunnen daarbij worden opgevangen door het schaalvormig 5 afschermelement, waardoor een in hoofdzaak mediumdichte afdichting van de foliedelen kan worden bewerkstelligd. Bijzonder voordeel van het schaalvormig afschermelement is dat de opneemruimte doorgaans tevens kan worden toegepast voor het herbergen van losliggende uiteinden van verschillende foliedelen. Veelal worden het eerste klemdeel en het tweede klemdeel op elkaar gedrukt door het afschermelement.
10 Middels het afschermelement wordt alsdan een voorspanning opgelegd op beide klemdelen, hetgeen resulteert tot mediumdichte afscherming van de folielaag. Teneinde de aan de beide klemdelen op te leggen voorspanning te kunnen optimaliseren omvat het constructiedeel bij voorkeur een aan een van het tweede klemdeel afgekeerde zijde van het eerste klemdeel gepositioneerd afsteunelement (of aandrukelement) Voor 15 afsteuning van het afschermelement.
Teneinde het mediumkerend vermogen van het samenstel van constructiedeel en ten minste één foliedeel te optimaliseren, is het van belang dat beide klemdelen voldoende voorspanning uitoefenen op het ingeklemde foliedeel. Derhalve is het voordelig dat het 20 constructiedeel een borgpen omvat ingericht voor het onder voorspanning onderling laten aangrijpen van beide klemdelen. De grootte van de voorspanningskracht en daarmee het mediumkerend vermogen van het constructiedeel kan middels de borgpen worden gereguleerd. In een voorkeursuitvoering is de effectieve lengte van de borgpen instelbaar. Op deze wijze is het mogelijk om de door de klemdelen op de één of 25 meerdere, in het constructiedeel opgenomen, foliedelen uitgeoefende voorspankrachten op optimale wijze te kunnen reguleren. Het is daarbij zelfs denkbaar om de lengte van de borgpen zodanig te vergroten dat de klemdelen op (enige) begrensde afstand van elkaar kunnen worden georiënteerd, waardoor het ten minste ene foliedeel in het constructiedeel kan worden aangebracht respectievelijk uit het constructiedeel kan 30 worden verwijderd. Bij voorkeur doorsteekt de borgpen beide klemdelen, bij nadere voorkeur het centrum van beide klemdelen, waarbij beide klemdelen zijn voorzien van een doorvoer voor de borgpen, teneinde de krachtoverbrenging op de beide klemdelen te optimaliseren. Het is echter eveneens denkbaar om in bepaalde situaties meerdere borgpennen toe te passen in een enkel constructiedeel voor de borging van beide 1026884-
) I
6 klemdelen. In een andere bijzondere voorkeursuitvoering doorsteekt de borgpen het eerder beschreven afschermelement voor het via het afschermelement kunnen inklemmen van de klemdelen en het tussen de klemdelen gepositioneerde foliedeel.
Zoals reeds eerder vermeld zal de door de klemdelen op het foliedeel uitgeoefende 5 klemkracht veelal worden bepaald door de op de klemdelen door het afschermelement uitgeoefende voorspanning. Daarbij is het niet noodzakelijk dat de onderling samenwerkende klemdelen onderling fysiek zijn gekoppeld.
Bij voorkeur is althans een deel van het tweede klemdeel schaalvormig uitgevoerd.
10 Door het tweede klemdeel schaalvormig uit te voeren kan het tweede klemdeel een deel van het eerste klemdeel omgeven. Daartoe sluit het tweede klemdeel bij voorkeur evenwel ten minste één opneemruimte in voor opname van ten minste een deel van ten minste één eerste klemdeel. Het laten omsluiten of insluiten van althans een deel van het eerste klemdeel draagt doorgaans bij aan de optimalisatie van het mediumkerend 15 vermogen van het cönstructiedeel. Daarbij kan het tweede klemdeel tevens zodanig zijn vormgegeven dat dit tweede klemdeel tevens (onder voorspanning) kan aangrijpen op een het eerste klemdeel dragend wanddeel. Bij voorkeur is de opneemruimte van het tweede klemdeel ingericht voor gelijktijdige opname van, althans delen van, meerdere eerste klemdelen. Alzo kan het tweede klemdeel worden toegepast om knooppunten van 20 meerdere eerste klemdelen, zoals bijvoorbeeld in elkaar verlengde gepositioneerde eerste klemdelen, T-splitsingen of X-splitsingen van eerste klemdelen, mediumdicht af te dekken.
Bij voorkeur zijn tussen beide klemdelen afdichtingsmiddelen aangebracht. De separate ' 25 afdichtingsmiddelen dragen doorgaans bij aan een verbeterde mediumdichtend vermogen van het cönstructiedeel. De afdichtingsmiddelen kunnen daarbij worden gevormd door een separaat tussen de beide klemdelen gepositioneerd, op het foliedeel aansluitend, afdichtingselement, doch het is eveneens denkbaar om de afdichtingmiddelen te verlijmen met een naar het eerste klemdeel toegekeerde zijde van 30 het tweede klemdeel en vice versa. De afdichtingsmiddelen zijn vervaardigd uit een voor vloeistof impermeabele materiaallaag, bij voorkeur een flexibele materiaallaag om zich situationeel aan te passen om de tussen de klemdelen aanwezige vrije ruimte. Bij nadere voorkeur zijn de afdichtingsmiddelen vervaardigd uit een elastomeer, in het bijzonder EPDM. Doorgaans is het folie(deel) tevens vervaardigd uit EPDM, hetgeen «*026884- • 1 7 resulteert in een goede onderlinge afdichting tussen het foliedéel en de afdichtingsmiddelen. Voordeel van het toepassen van uit EPDM vervaardigde afdichtingsmiddelen is dat EPDM een relatief lange levensduur heeft, bestand is tegen relatief grote temperatuurschommelingen, een stabiele hoog blijvende elasticiteit bezit 5 van circa 400% resulterende in een relatief hoge inscheurweerstand, en resistent is tegen ozon en ultraviolette straling hetgeen veroudering van de afdichtingsmiddelen tegengaat. Bij voorkeur wordt gewapend EPDM toegepast, waarbij het EPDM is verstevigd middels glasvezels, hetgeen de rekbaarheid evenwel significant reduceert, doch waarbij het indrukken van uit gewapend EPDM vervaardigde folies nochtans 10 mogelijk blijft. In een voorkeursuitvoering zijn de afdichtingsmiddelen in hoofdzaak prismatisch uitgevoerd. Veelal worden de afdichtingsmiddelen daarbij gevormd door een relatief ruim gedimensioneerde platte en/of voorgevormde schij f die zich bij voorkeur uitstrekt tot aan, doch bij nadere voorkeur tot voorbij, een door het eerste klemdeel en het tweede klemdeel onderling bepaalde klemlijn. In een 15 voorkeursuitvoering zijn de afdichtingsmiddelen aangebracht tussen het afschermelement, zodanig dat alle in het afschermelement bijeenkomende uiteinden van klemdelen worden overlapt door de afdichtingsmiddelen. Ook in een dergelijke voorkeursuitvoering is het voordelig om de afdichtingsmiddelen te laten uitstrekken tot aan, bij nadere voorkeur tot voorbij, een door het afschermelement en de klemdelen 20 onderling bepaalde klemlijn.
Teneinde het mediumkerend vermogen van het constructiedeel verder te verbeteren is het constructiedeel aan een van het tweede klemdeel afgekeerde zijde van het eerste klemdeel bij voorkeur voorzien van een afsteunelement voor het tweede klemdeel. Het 25 afsteunelement kan daarbij integraal deel uitmaken van het eerste klemdeel, doch kan tevens worden gevormd door een separaat met het eerste klemdeel verbonden element. Het afsteunelement kan bijdragen aan een aanvullend mediumkerend vermogen, doordat het tweede klemdeel zodanig kan worden gepositioneerd dat deze laatste zowel (onder voorspanning) samenwerkt met het eerste klemdeel alsook het onderliggende 30 afsteunelement.
In een alternatieve voorkeursuitvoering zijn het eerste klemdeel en het tweede klemdeel in hoofdzaak gelijkvormig uitgevoerd. Een dergelijk geval kan zich bij voorkeur voordoen ingeval zowel het eerste klemdeel alsook het tweede klemdeel worden 1026864-
I I
8 gevormd door in hoofdzaak gelijkvormige (geëxtrudeerde) klemlijsten die onderling nestbaar en eventueel koppelbaar zijn uitgevoerd. Een dergelijke voorkeursuitvoering is veelal voordelig vanwege de constructieve eenvoud van het te assembleren constructiedeel, alsmede vanwege de veelal solide aansluiting van de gelijkgevormde 5 klemdelen op de één of meerdere foliedelen. Bovendien is slechts één enkele mal benodigd voor het kunnen vervaardigen van beide klemdelen. In een uitvoeringsvariant is het denkbaar om het eerste klemdeel en/of het tweede klemdeel te voorzien van klemmen, in het bijzonder tanden, voor het onderling kunnen koppelen van beide klemdelen onder inklemming van de één of meerdere foliedelen.
10
De uitvinding heeft tevens betrekking op een wanddeel voorzien van één of meerdere constructiedelen overeenkomstig de uitvinding. Bij voorkeur wordt het wanddeel daarbij gevormd door ten minste één van de volgende wanddelen: een dakdeel, een opstaand wanddeel, en een vloerdeel. Andersoortige wanddelen zijn daarbij echter niet 15 uitgesloten.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen met behulp van ten minste één constructiedeel overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: a) het 20 positioneren van ten minste één foliedeel op een eerste klemdeel, en b) het laten samenwerken van een tweede klemdeel met het eerste klemdeel onder in hoofdzaak mediumdichte inklemming van het foliedeel. Veelal zal het foliedeel volgens een driedimensionaal, niet-vlak verloop worden aangebracht op het eerste klemdeel, of althans zijn aangebracht na het laten samen werken van het tweede klemdeel met het 25 eerste klemdeel. Bij voorkeur worden tijdens stap a) meerdere, van verschillende folies deel uitmakende, foliedelen gepositioneerd op het eerste klemdeel. Alzo is het mogelijk om twee naburige folielagen op losneembare wijze onderling mediumdicht te koppelen. Teneinde het mediumkerend vermogen te optimaliseren, worden tijdens stap a) de foliedelen zodanig worden gepositioneerd op het eerste klemdeel dat de foliedelen 30 elkaar overlappen. Bij voorkeur wordt het onderling laten samenwerken van beide klemdelen overeenkomstig stap b) gerealiseerd door het opleggen van een voorspanning op beide klemdelen via een een deel van de klemdelen insluitend afschermelement.
102 6864 ~ 9
In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze tevens stap c), omvattende het, na het positioneren van het foliedeel op het eerste klemdeel overeenkomstig stap a), positioneren van een separaat afdichtingselement op het foliedeel. Het afdichtingselement zal daarbij bij voorkeur worden gevormd door een uit een 5 elastomeer, in het bijzonder EPDM of PVC, vervaardigde afdichtende schijf. In een andere voorkeursuitvoering wordt het eerste klemdeel gevormd door een klemlijst, waarbij het foliedeel overeenkomstig stap a) wordt gepositioneerd in de klemlijst.
Daarbij worden bij nadere voorkeur tijdens het uitvoeren van stap b) meerdere tweede klemdelen aangebracht op de klemlijst voor samenwerking met de klemlijst. Bij 10 voorkeur wordt het tweede klemdeel tevens gevormd door een klemlijst tijdens het uitvoeren van stap b). In een andere voorkeursuitvoering wordt het foliedeel vooreerst opgespannen gepositioneerd, waarna het foliedeel de facto zal worden ingeklemd. Daartoe wordt het foliedeel doorgaans voorzien van perforaties, waardoor het foliedeel kan worden opgespannen op meerdere borgpennen. De borgpennen worden daarbij 15 tevens toegepast voor het onderling op elkaar kunnen klemmen van beide klemdelen. Voordeel van een dergelijke voorkeursuitvoering is dat een zekere premontage kan geschieden, waarbij een nauwkeurige positionering van het foliedeel kan plaatsvinden, waarna het foliedeel kan worden ingeklemd. Verdere voordelen van deze voorkeursuitvoeringen zijn in het voorgaande reeds uitvoerig toegelicht.
20
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een samenstel van een constructiedeel overeenkomstig de uitvinding en een in het constructiedeel geklemd foliedeel, 25 figuur 2 een dwarsdoorsnede van een ander samenstel van een alternatief constructiedeel overeenkomstig de uitvinding en twee in het constructiedeel geklemde foliedelen, figuur 3a een perspectivisch aanzicht op een weer een ander constructiedeel overeenkomstig de uitvinding, 30 figuur 3b een dwarsdoorsnede van het constructiedeel volgens figuur 3 a, figuur 4 een perspectivisch aanzicht op een deel van een modulair demontabel bouwsysteem voorzien van een constructiedeel overeenkomstig de uitvinding, en figuur 5 een dwarsdoorsnede van een alternatief constructiedeel overeenkomstig de uitvinding.
1026864- t \ 10
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een samenstel 1 van een constructiedeel 2 overeenkomstig de uitvinding, en een in het constructiedeel 2 geklemd folie 3. Het constructiedeel 2 is daarbij middels conventionele bevestigingsmiddelen (niet-5 weergegeven) bevestigd aan een horizontale dakconstructie 4. De dakconstructie 4 is wordt daarbij afgedekt door het uit kunststof, in het bijzonder EPDM, vervaardigde folie 3. Teneinde het ballasten van het folie 3 te voorkomen is het folie (onbeschadigd) ingeklemd in het constructiedeel 2. Het constructiedeel 2 omvat daarbij een onderste klemprofiel 5 dat is gekoppeld aan de dakconstructie 4, en losneembaar in het onderste 10 klemprofiel 5 aangebrachte, met het klemprofiel 5 samenwerkende bovenste klemprofiel 6. Beide klemprofielen 5, 6 zijn daarbij in hoofdzaak gelijk gevormd en derhalve nestbaar. Het folie 3 is ingeklemd tussen beide klemprofiel 5,6, waarbij het folie 3 ter plaatse van het constructiedeel 2 slechts is gedeformeerd en niet is beschadigd. Daar het folie 3 impermeabel is voor vloeistof, zal op het dak vallende 15 water, veelal regen, niet kunnen doordringen tot de dakconstructie 4. Echter, de inklemming van het folie 3 in het constructiedeel 2 is zodanig solide, dat invallend water zich niet tussen beide klemprofiel 5, 6 kan begeven, waardoor tevens een waterkerende inklemming van het folie 3 is gerealiseerd. Ingeval het folie 3 onverhoopt toch wordt beschadigd tijdens inklemming in het constructiedeel 2, dan zal - ingeval de 20 beschadiging is gelokaliseerd tussen beide klemprofielen 5, 6 - invallend water nog altijd niet via migratie de dakconstructie 4 kunnen bereiken. Het inklemmen van het folie 3 is doorgaans voordelig om het folie 3 te verstevigen tegen windbelastingen, zonder dat het folie 3 onderbroken hoeft te worden. Het toepassen van aanvullende ballast, zoals bijvoorbeeld grind, is alzo niet langer noodzakelijk. Teneinde het 25 constructiedeel 2 verder te verstevigen tegen windbelastingen kan het constructiedeel 2 (enigszins) verzonken zijn aangebracht in de dakconstructie 4 (niet weergegeven).
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een ander samenstel 7 van een alternatief constructiedeel 8 overeenkomstig de uitvinding en twee in het constructiedeel 8 30 geklemde foliedelen 9,10. Het constructiedeel 8 verbindt daarbij de facto de twee naast elkaar gepositioneerde foliedelen 9,10 op losneembare, doch in hoofdzaak mediumdichte wijze. Het constructiedeel 8 is aangebracht op een wanddeel 11 middels een centrale bout 12. Het constructiedeel 8 omvat een basisprofiel 13 en een met het basisprofiel 13 samenwerkend topprofiel 14. Zowel het basisprofiel 13 alsook het 1026864- » ) 11 topprofiel 14 zijn voorzien van een doorvoer voor de centrale bout 12, waarbij een met de bout 12 samenwerkende moer 15 de voorspanning tussen het basisprofiel 13 en het topprofiel 14 kan reguleren, teneinde een mediumdichte inklemming van de foliedelen te kunnen realiseren. Tussen de bout 12 en de moer 15 is een afdichtingselement 16 5 aangebracht, teneinde lekkage van vloeistof, veelal water, naar een door het topprofiel 14 ingesloten ruimte 17 te kunnen voorkomen. Elk foliedeel 9,10 is voorzien van een perforatie voor doorvoer van de bout 12. De perforatie is daarbij zodanig klein dat elk folie 9,10 de bout 12 onder voorspanning en daardoor in hoofdzaak mediumdicht omsluit. De foliedelen 9,10 worden volgens een circulaire klemlijn 18 mediumdicht 10 ingeklemd door het basisprofiel 13 en het topprofiel 14.
Figuur 3 a toont een perspectivisch aanzicht op een weer een ander constructiedeel 19 overeenkomstig de uitvinding. Het constructiedeel 19 is verbonden met een wanddeel 20 (zie figuur 3b) dat thans op mediumdichte wijze is afgedekt door meerdere 15 foliestroken 21, 22, 23. De langsranden van deze foliestroken 21,22,23 worden thans mediumdicht ingeklemd tussen drie onderste klemlijsten 24 en een corresponderend aantal bovenste klemlijsten 25. De onderste klemlijsten 24 zijn daarbij met het wanddeel 20 verbonden, onderwijl de bovenste klemlijsten 25 een klemkracht uitoefenen op zowel de foliestroken 21,22,23 alsook de onderste klemlijsten 24 die 20 zodanig groot is dat vloeistofmigratie via de klemlijsten 24,25 naar het wanddeel 20 kan worden verhinderd. De klemkracht is daarbij een gevolg van een door een afschermkap 26 op de bovenste klemlijsten 25 uitgeoefende voorspankracht. De voorspankracht wordt daarbij veroorzaakt door een met het wanddeel 20 verbonden centrale spanbout 27 en met de spanbout 27 samenwerkende moer 28. De moer 28 grijpt 25 aan op een van de klemlijsten 24,25 afgekeerde zijde van de afschermkamp 26, waardoor de spanbout 27 richting het wanddeel 20 wordt getrokken en alzo een klemmende werking genereert. De afschermkamp 26 is voorzien van meerdere opneemopeningen 29 voor de klemlijsten 24,25, teneinde de omsluiting van de klemlijsten 24,25 op de getoonde T-splitsing te kunnen optimaliseren. Teneinde het 30 vloeistofkerend vermogen van het constructiedeel 19 te maximaliseren is tussen de afschermkap 26 enerzijds en de klemlijsten 25,26 anderzijds een afdichtende uit EPDM vervaardigde schijf 30 gepositioneerd die zich uitstrekt tot voorbij een door de afschermkap 26 en de klemlijsten 25,26 bepaalde klemlijn 31.
1026864- • i 12
Figuur 3b toont een dwarsdoorsnede van een deel van het constructiedeel 19 volgens figuur 3a. Thans is duidelijk zichtbaar dat de foliestroken 21,22,23 onderling worden ingeklemd tussen de onderste klemlijsten 24 en de bovenste klemlijsten 25. De afschermkap 26, en de tussen de afschermkap 26 en de bovenste klemlijsten 25 5 gepositioneerde afdichtende schijf 30 dragen bij aan het optimaliseren van het vloeistofkerend vermogen van het constructiedeel 19. De spanbout 27 is enerzijds via de moer 28 bevestigd aan de afschermkamp 26, en is aan een overliggend uiteinde bevestigd met een met het wanddeel 20 bevestigd afsteunelement 32. Doorgaans zal de spanbout 27 deel uitmaken van een demontabele bouwknoop 33 voor hét onderling 10 bevestigen van kokervormige lichamen, in het bijzonder zoals beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage NL 1024455. In figuur 3b is tevens duidelijk zichtbaar dat de onderste klemlijsten 24 en de bovenste klemlijsten 25 in hoofdzaak gelijkvormig zijn vormgegeven, waarbij de langsranden van elke foliestrook 21, 22, 23 via een driedimensionaal (niet-vlak) verloop zijn opgenomen tussen de 15 klemlijsten 24,25, hetgeen het vloeistofkerend vermogen van het constructiedeel 19 doorgaans ten goede komt. Zoals getoond strekt elke foliestrook 21,22,23 zich uit tot juist voorbij de spanbout 27. Het kan echter voordelig zijn om elke foliestrook 21,22, 23 zich te laten uitstrekken over de in hoofdzaak volledige breedte van de klemlijsten 24,25, zodat een dubbele inklemming in plaats van een enkelvoudige inklemming van 20 de foliestroken 21,22,23 kan worden bewerkstelligd. Opgemerkt zij dat de spanbout 27 integraal deel uit kan maken van de bouwknoop 33. Het is daarbij denkbaar om het constructiedeel 19 onder tussenkomst van de bouwknoop 33, of althans een van de bouwknoop 33 deel uitmakende pen 33, op afstand van het wanddeel 20 te positioneren, waarbij tussen het constructiedeel 19 en het wanddeel 20 andersoortige voorzieningen, 25 zoals bijvoorbeeld een isolatielaag of dampregulerende laag, kunnen worden aangebracht. Opgemerkt zij dat in plaats van een bouwknoop 33 tevens een constructieve balk (niet-weergegeven) kan worden toegepast om de spanbout 27 vast te houden.
30 Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht op een deel van een modulair demontabel bouwsysteem 34 voorzien van een constructiedeel 35 overeenkomstig de uitvinding.
Het bouwsysteem 34 omvat meerdere losneembaar verbonden panelen 36 die onderling een verblijfsruimte 37 insluiten. Een buitenzijde van het bouwsysteem 34 is bekleed met een impermeabel kunststof folie 38. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn twee 1026864- 13 opstaande wanddelen 39,40 en een gekromd wanddeel 41 - dat tevens wordt beschouwd als vloerdeel - bedekt met het folie 38. Het folie 38 is in meerdere foliestroken 42 aangebracht op de wanddelen 39,40,41. De tussen twee naburige foliestroken 42 gevormde naden zijn thans mediumdicht ingesloten door van het 5 constructiedeel 35 deel uitmakende klemlijsten 43. Het constructiedeel 35 is daarbij constructief gelijkend op het in figuren 3a en 3b getoonde constructiedeel 19 met het verschil dat thans tevens andersoortige klemlijstknooppunten dan T-splitsingen, zoals bijvoorbeeld X-splitsingen, aanwezig zijn. Teneinde de knooppunten vloeistofkerend te maken zijn de knooppunten bedekt met afschermelementen 44 overeenkomstig de in 10 figuren 3a en 3b getoonde afschermkamp 26. Het constructiedeel 35 is demontabel uitgevoerd en maakt deel uit van een grotere constructie, in dit geval het demontabel bouwsysteem 34. Alzo kan relatief snel, efficiënt, en eenvoudig een relatief betrouwbare en duurzame vloeistofkerende afdichting worden gerealiseerde tussen naastgelegen foliestroken 42, teneinde een solide vloeistofkerende wanddeelbedekking 15 te kunnen realiseren.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een alternatief constructiedeel 45 overeenkomstig de uitvinding. Het constructiedeel 45 is daarbij middels mechanische bevestigingselementen 46 verbonden met een wanddeel 47, en is ingericht voor het 20. onderling op in hoofdzaak mediumdichte wijze koppelen van twee foliedelen 48,49.
Het constructiedeel 45 omvat daartoe twee, middels mechanische i bevestigingselementen 50 onderling verbonden, hoekprofielen 51, waartussen beide foliedelen 48,49 zijn ingeklemd. De hoekprofielen 51 kunnen daarbij bijvoorbeeld uit metaal zijn vervaardigd. Bij voorkeur kragen de foliedelen 48,49 uit ten opzichte van 25 de hoekprofielen 51, teneinde de inklemming van de foliedelen 48,49, en daarmee het mediumkerend vermogen van het constructiedeel 45 te kunnen optimaliseren.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 30 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.
1026864-

Claims (27)

1. Constructiedeel voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen, omvattende: 5. ten minste één eerste klemdeel ingericht om te worden gekoppeld aan een wanddeel, en - ten minste één tweede klemdeel ingericht voor samenwerking met ten minste één eerste klemdeel onder in hoofdzaak mediumdichte inklemming van ten minste één foliedeel. 10
2. Constructiedeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste klemdeel en het tweede klemdeel zijn ingericht voor inklemming van meerdere, van verschillende folies deel uitmakende, foliedelen.
3. Constructiedeel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de onderlinge oriëntatie tussen het eerste klemdeel en het tweede klemdeel wijzigbaar is.
4. Constructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één klemdeel van het eerste klemdeel en het tweede klemdeel wordt gevormd 20 door een klemlijst.
5. Constructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste klemdeel is ingericht voor gelijktijdige samenwerking met meerdere tweede klemdelen. 25
6. Constructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het constructiedeel meerdere eerste klemdelen en meerdere tweede klemdelen omvat.
7. Constructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30 het constructiedeel ten minste één afschermelement omvat voor in hoofdzaak mediumdichte afscherming van uiteinden van met elkaar samenwerkende klemdelen, en/of uiteinden van nabij elkaar gepositioneerde klemdelen. 1026864-
8. Constructiedeel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het afschermelement in hoofdzaak schaalvormig is uitgevoerd.
9. Constructiedeel volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het 5 afschermelement meerdere opneemopeningen omvat, waarbij elke opneemopening is ingericht voor doorvoer van een samenstel van een eerste klemdeel en een met het eerste klemdeel samenwerkend tweede klemdeel.
10. Constructiedeel volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het 10 constructiedeel een aan een van het tweede klemdeel afgekeerde zijde van het eerste klemdeel gepositioneerd afsteunelement omvat voor afsteuning van het afschermelement.
11. Constructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 15 het constructiedeel een borgpen omvat ingericht voor het onder voorspanning onderling laten aangrijpen van beide klemdelen.
12. Constructiedeel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de effectieve lengte van de borgpen instelbaar is. 20
13. Constructiedeel volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat beide klemdelen zijn voorzien van een doorvoer voor de borgpen.
14. Constructiedeel volgens een der conclusies 7-10 en een der conclusies 11-13, 25 met het kenmerk, dat de borgpen het afschermelement doorsteekt voor het via het afschermelement inklemmen van de klemdelen en het tussen de klemdelen gepositioneerde foliedeel.
15. Constructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30 tussen beide klemdelen afdichtingsmiddelen zijn aangebracht.
16. Constructiedeel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de afdichtingsmiddelen zijn vervaardigd uit een elastomeer, in het bijzonder EPDM. 1026ββ4- ' )
17. Gonstructiedeel volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de afdichtingsmiddelen zich ten minste uitstrekken tot een door het eerste klemdeel en het tweede klemdeel onderling bepaalde klemlijn.
18. Gonstructiedeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste klemdeel en het tweede klemdeel in hoofdzaak gelijkvormig zijn uitgevoerd.
19. Wanddeel voorzien van ten minste één constructiedeel volgens een der conclusies 1-18. 10
20 Wanddeel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het wanddeel wordt gevormd door ten minste één van de volgende wanddelen: een dakdeel, een opstaand wanddeel, en een vloerdeel.
21. Werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen met behulp van ten minste één constructiedeel volgens een der conclusies 1-18, omvattende de stappen: a) het positioneren van ten minste één foliedeel op een eerste klemdeel, en b) het laten samenwerken van een tweede klemdeel met het eerste klemdeel onder 20 in hoofdzaak mediumdichte inklemming van het foliedeel.
22. Werkwijze Volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat tijdens stap a) meerdere, van verschillende folies deel uitmakende, foliedelen worden gepositioneerd op het eerste klemdeel. 25
23. Werkwijze volgens conclusies 22, met het kenmerk, dat tijdens stap a) de foliedelen zodanig worden gepositioneerd op het eerste klemdeel dat de foliedelen elkaar overlappen.
24. Werkwijze volgens een der conclusies 20-23, met het kenmerk, dat tijdens het positioneren van het foliedeel overeenkomstig stap a) het foliedeel wordt opgespannen, alvorens het foliedeel wordt ingeklemd overeenkomstig stap b). 1026864“ \
25. Werkwijze volgens een der conclusies 20-24, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat stap c), omvattende het, na het positioneren van het foliedeel op het eerste klemdeel overeenkomstig stap a), positioneren van een separaat afdichtingselement op het foliedeel. 5
26. Werkwijze volgens een der conclusies 20-25, met het kenmerk, dat het eerste klemdeel wordt gevormd door een klemlijst, waarbij het foliedeel overeenkomstig stap a) wordt gepositioneerd in de klemlijst.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat tijdens het uitvoeren van stap b) meerdere tweede klemdelen worden aangebracht op de klemlijst voor samenwerking met de klemlijst. 1026864-
NL1026864A 2004-08-18 2004-08-18 Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen. NL1026864C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026864A NL1026864C2 (nl) 2004-08-18 2004-08-18 Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen.
PCT/NL2005/000600 WO2006036056A1 (en) 2004-08-18 2005-08-18 Structural part and method for substantially medium-tight clamping of foil parts

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026864 2004-08-18
NL1026864A NL1026864C2 (nl) 2004-08-18 2004-08-18 Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026864C2 true NL1026864C2 (nl) 2006-02-21

Family

ID=35219480

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026864A NL1026864C2 (nl) 2004-08-18 2004-08-18 Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1026864C2 (nl)
WO (1) WO2006036056A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3003585B1 (fr) * 2013-03-22 2022-12-09 Ateliers Lr Etanco Dispositif de fixation d'une membrane etanche a un support sans percement de la membrane
EP3098364A1 (de) * 2015-05-27 2016-11-30 Sika Technology AG Profilsystem zur fixierung von abdeckungen, insbesondere dachdichtungsbahnen

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE275332C (nl) *
LU73283A1 (nl) * 1975-09-02 1976-08-13
US4153981A (en) * 1977-08-15 1979-05-15 Stuppy Floral, Inc. Attaching assembly for sheet material
US4519172A (en) * 1983-04-01 1985-05-28 Ristow Delano H Waterproof roof
US5182890A (en) * 1990-07-24 1993-02-02 Peters William H Attachment plate for roofing sheets

Also Published As

Publication number Publication date
WO2006036056A1 (en) 2006-04-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2137769B1 (fr) Structure pour le montage dans une paroi d'un bâtiment de bâtis destinés à supporter des panneaux tels que des panneaux photovoltaïques
US11447954B2 (en) Systems, apparatus and methods for mounting panels upon, or to form, a pitched roof, wall or other structure
FR2961299A1 (fr) Systeme de fixation de panneaux solaires sur une toiture
FR2861408A1 (fr) Connexion de base de toit a un mur et procede de realisation d'une telle connexion
FR2942254A1 (fr) Ensemble de profiles pour la fixation etanche de panneaux sur la charpente d'un toit integrant une isolation thermique
NL1026864C2 (nl) Constructiedeel en werkwijze voor in hoofdzaak mediumdichte inklemming van foliedelen.
FR2955131A1 (fr) Systeme de fixation d'au moins un panneau solaire sur une toiture.
EP0075509B1 (fr) Charpente articulée formée de profiles en alliage léger
FR2894265A1 (fr) Systeme de structure modulaire appliquee a une construction a ossature
FR2956681A1 (fr) Dispositif pour l'integration de panneaux photovoltaiques sur un toit
FR2516132A1 (fr) Closoir universel de faitage de toiture
FR2957101A1 (fr) Dispositif de type element de couverture et de toiture
FR2971839A1 (fr) Structure de montage, kit pour la realisation d'une telle structure, systeme de recuperation d'energie solaire comprenant une telle structure et installation comprenant un tel systeme
FR3087969A1 (fr) Structure support de modules rigides de couverture tels que des modules photovoltaïques et toiture la comportant
JP7144076B2 (ja) 目地カバー装置及びその取り付け方法
FR2516964A1 (fr) Systeme d'assemblage de panneaux sur une ossature
WO1998044213A1 (fr) Panneau isolant autoporteur pour toiture
FR2660683A1 (fr) Panneau eclairant a double peau pour couverture ou bardage.
FR2963037A1 (fr) Toiture photovoltaique avec isolation integree
EP0064522A1 (en) Flat plate solar collector
FR2546940A1 (fr) Toiture autoportante prefabriquee et son procede de montage
FR2480844A1 (fr) Dispositif pour assurer le support et la liaison drainante de panneaux
FR2483173A1 (fr) Batiment destine notamment aux animaux
FR2554846A1 (fr) Module pour la construction d'une paroi de batiment
FR3088666A1 (fr) Système de toiture comportant des cadres recouverts de toile tendue et reliés entre eux par des éléments de jonction pour améliorer l’étanchéité

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090301