NL1026807C2

NL1026807C2 - Slijpstation voor een bandslijpwerktuig.

Info

Publication number: NL1026807C2
Application number: NL1026807A
Authority: NL
Inventors: Georg Weber
Original assignee: Georg Weber
Priority date: 2003-12-19
Filing date: 2004-08-09
Publication date: 2005-10-11
Also published as: US20050136813A1; US7052380B2; ES2254003A1; ES2254003B1; NL1026807A1

Description

>

Titel: Slijpstation voor een bandslijpwerktuig.

De uitvinding heeft betrekking op een slijpstation voor een bandslijpwerktuig volgens de aanhef van conclusie 1. Een mogelijke uitvoeringsvorm bestaat uit een over geleiderollen geleide eindeloze slijpband en een daarbinnen rondlopende druklamellenband voor het 5 aandrukken van de slijpband tegen het werkstuk.

Slijpstations van het hiervoor genoemde type zijn in verschillende uitvoeringsvormen bekend. Zij kunnen zijn uitgevoerd met dwars op of in de transportrichting van het werkstuk lopende slijpbanden. Voor het geleiden van de slijpband en de druklamellenband over rollen zijn verschillende 10 uitvoeringsoplossingen bekend. Deze onderscheiden zich in hoofdzaak doordat de druklamellenband en de slijpband gedeeltelijk dezelfde geleiderollen gebruiken, ofwel de druklamellenband en de slijpband verschillende rollen gebruiken. Bij de eerste uitvoeringsvorm ligt de onderlinge offset van beide banden ten gevolge van de verschillende radii 15 van de neutrale vezels op de geleiderollen vast, terwijl bij de tweede uitvoeringsvorm naar keuze verschillende snelheden ingesteld kunnen worden waardoor ook de onderlinge offset verandert. Daarenboven is het bij deze uitvoeringsvorm bekend de lamellen scheef ten opzichte van de looprichting van de lamellenband te positioneren, zodat een overmatig 20 looplawaai wordt vermeden, doordat het slijpen niet abrupt aangrijpt op passerende werkstukranden.

Voorts is reeds een slijpstation bekend waarbij de parallel aan de transportrichting van het werkstuk rondlopende breedband over drie rollen is geleid, waarbij de lamellenband binnen de slijpband over twee van deze 25 zelfde geleiderollen verloopt en over een eigen derde geleiderol. Hierdoor wordt bereikt, dat de lamellen van de druklamellenband voortdurend met andere delen van de slijpband in aanraking komen, waarbij evenwel de - 1026 80 7 t 2 verhouding waarmee de lamellen ten opzichte van de slijpband verschuiven constant blijft, zodat na een bepaalde omloopafstand dezelfde lamellen de slijpband op dezelfde plaats raten. Een wenselijke verandering van het slijpbeeld door een verandering van de onderlinge offset is niet mogehjk.

5 Ongunstig is voorts de ongelijkmatige slijtage van de lamellenband die normaliter ontstaat, aangezien slijpwerktuigen van dit type gebruikelijk nooit gelijkmatig over de beschikbare werkbreedte worden benut. Daardoor resulteren lamellenbanden met de breedte van een breedband in hoge kosten en bieden deze procestechnisch geen variatiemogelijkheden.

10 De uitvinding heeft tot doel een slijpstation van het hiervoor genoemde type te verschaffen, waarbij de slijpband en de lamellenband onafhankelijk van elkaar zodanig kunnen worden aangedreven, dat slijtage gelijkmatig plaatsvindt en dat met een economisch voordelige uitvoering van de lamellenband kan worden gewerkt.

15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de looprichting van de druklamellenband dwars op de looprichting van de slijpband is gepositioneerd. Bij een breedbandslijpwerktuig betekent dit dus, dat de lamellenband dwars ten opzichte van de transportrichting van het werkstuk en ten opzichte van de omlooprichting van de slijpband 20 rondloopt en over eigen geleide- en aandrijfrollen is geleid. Daarbij kan de band op op zichzelf bekende wijze bestaan uit scheef ten opzichte van de looprichting gepositioneerde lamellen. Om de wrijving tussen de slijpband en de lamellenband te verminderen, is het doelmatig om tussen de lamellenband en de slijpband een glijlaag aan te brengen.

25 Het voordeel van de oplossing volgens de uitvinding is daarin gelegen dat, gemeten ten opzichte van de breedte van de slijpband, een relatief smalle lamellenband kan worden toegepast, hetgeen wezenlijk goedkoper is dan een lamellenband met een breedte van de slijpband. Bovendien kan de omloopsnelheid van de lamellenband volledig 30 onafhankelijk van de omloopsnelheid van de slijpband worden gekozen en 1026807 t Λ 3 gevarieerd, teneinde aldus te waarborgen dat de beide banden niet rondlopen met een onderling constante verhouding, hetgeen tot patroonvorming of een periodiek versterkt afelijten van de elijpband zou kunnen leiden.

5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een bandslijpwerktuig voor vlakke werkstukken, die het bandslijpwerktuig in een vooraf bepaalde richting doorlopen, waarbij het bandslijpwerktuig ten minste een slijpstation van het hiervoor genoemde type omvat.

Bij voorkeur is het slijpstation gevormd als breedbandslijpstation, 10 met een parallel ten opzichte van de doorlooprichting van het werkstuk rondlopende slijpband, die zich in hoofdzaak over de werkbreedte van het bandslijpwerktuig uitstrekt en over dwars op de doorlooprichting van het werkstuk gepositioneerde walsen is geleid.

Het slijpstation volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze ook 15 zodanig zijn gevormd, dat dit zowel met een breedband alsook met een dwarsband kan worden geëxploiteerd. Daartoe wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat het slijpstation ten minste een verdere geleide- en aandrijfwals omvat voor een parallel ten opzichte van de druklamellenband en dwars ten opzichte van de doorlooprichting van het werkstuk 20 rondlopende dwarsslijpband. Hierdoor kan een en hetzelfde slijpstation snel en gemakkelijk van een breedband slijpstation tot een dwarsstandslijpstation en vice versa worden omgebouwd door slechts verschillende slijpbanden op te spannen. Daardoor bespaart de gebruiker van het bandslijpwerktuig koeten en ruimte voor een verder slijpstation.

25 De volgende beschrijving verduidelijkt in samenhang met de bijgevoegde tekening de uitvinding aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont:

Figuur 1 een schematische voorstelling van een conventioneel breedbandslijpstation met lamellenband; tO 26 80 7 ' 4 figuur 2 een met figuur 1 overeenstemmende voorstelling van de oplossing volgens de uitvinding; en figuur 3 een verdere schematische voorstelling van een gewijzigde uitvoeringsvorm van een slijpstation volgens de uitvinding.

5 In figuur 1 is met 10 een transportband aangeduid, waarmee een werkstuk 12 in de richting van pijl A onder een elijpband 14 kan worden doorgeleid. Deze is over drie dwars op de looprichting A van de transportband 10 gepositioneerde geleiderollen 16 geleid, zodat deze parallel aan de looprichting van de transportband rondloopt, waarbij deze zich over 10 de gehele breedte van de transportband 10 uitstrekt.

Binnen de elijpband 14 loopt een lamellenband 18 rond, die over twee van dezelfde geleiderollen 16, alsmede een eigen derde geleiderol 20 is geleid. De breedte van de lamellenband 18 komt overeen met de breedte van de elijpband 14. Deze oplossing heeft de hierboven beschreven nadelen die 15 met de in figuur 2 afgebeelde oplossing volgens de uitvinding kunnen worden weggenomen. Daarin zijn gelijke delen weer van dezelfde verwijzingscijfere voorzien. In afwijking van de oplossing volgens figuur 1 is de lamellenband 18 dwars ten opzichte van de omlooprichting A van de transportband 10 en van de elijpband 14 gepositioneerd, dat wil zeggen deze 20 verloopt over twee geleiderollen 22, waarvan de assen parallel ten opzichte van de transportrichting A van het werkstuk 12 zijn gepositioneerd. De lamellenband 18 ie wezenlijk smaller dan de lamellenband in de bekende uitvoeringsvorm volgens figuur 1. De band kan op, op zichzelf bekende wijze zijn opgebouwd uit scheef ten opzichte van de omlooprichting van de 25 lamellenwand 18 gepositioneerde lamellen 24. Tussen de lamellenband 18 en de binnenzijde van de elijpband 14 is een glijlaag 26 aangebracht, om wrijving tussen de dwars ten opzichte van elkaar rondlopende banden te verminderen.

Figuur 3 toont op schematische wijze het in figuur 2 getoonde 30 slijpstation zonder de breedslijpband 14, waarbij gelijke delen weer van 10 2680 7 4 5 gelijke verwijzingecijfere zijn voorzien. Het slijpstation heeft nog twee verdere geleiderollen 28 met parallel aan de assen van de rollen 22 gepositioneerde assen. Deze geleiderollen 28 dienen ter geleiding en ter aandrijving van een dwarsslijpband 30, die parallel ten opzichte van de 5 druklamellenband 24 rondloopt. Door de breedslijpband 14 te verwijderen en door opspannen van de dwarsslijpband 30 kan men op eenvoudige wijze het in figuur 2 getoonde breedbandslijpstation ombouwen tot een in figuur 3 getoond dwarsbandslijpstation. Hetzelfde bandslijpstation kan aldus met geringe additionele inzet voor twee verschillende slijpprocessen worden 10 ingezet. Dit bespaart niet alleen kosten, maar ook ruimte.

1 0 2 6 8 0 7

Claims

1. Slijpstation voor een bandslijpwerktuig met ten minste één over geleiderollen (16) geleide eindeloze slijpband (14) en een daarbinnen rondlopende druklamellenband (18) voor het aandrukken van de slijpband (14) tegen het werkstuk (12), met het kenmerk, dat de looprichting van de 5 druklamellenband (18) dwars ten opzichte van de looprichting van de slijpband (14) is gepositioneerd.

2. Slijpstation volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lamellen (24) van de druklamellenband (18) scheef ten opzichte van de looprichting daarvan zijn gepositioneerd.

3. Slijpstation volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen de druklamellenband (18) en de slijpband (14) een glijlaag is aangebracht.

4. Bandslijpwerktuig voor vlakke werkstukken (12), die het bandslijpwerktuig in een vastgestelde richting A doorlopen, gekenmerkt door een slijpstation volgens één van de conclusies 1-3.

5. Bandslijpwerktuig volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het slijpstation is gevormd als bandslijpstation, met een parallel aan de doorlooprichting A van het werkstuk (12) rondlopende breedslijpband (14), die zich in hoofdzaak over de werkbreedte van het bandslijpwerktuig uitstrekt en over dwars op de doorlooprichting A van het werkstuk (12) 20 gepositioneerde walsen (16) is geleid.

6. Bandslijpwerktuig volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het slijpstation ten minste een verdere geleide- en aandrijfwals (28) omvat voor een parallel aan de druklamellenband (24) en dwars ten opzichte van de doorlooprichting A van het werkstuk (12) rondlopende dwarsslijpband 25 (30). 1026807