NL1026660C2 - Ondergrondse gasinrichting. - Google Patents

Description

ONDERGRONDSE GASINRICHTING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gaskast voor plaatsing van een gasmeter in de openbare ruimte.

5 De gemeentelijke overheid biedt op daartoe aangewezen locaties in de openbare ruimte gasaansluitingen aan, bijvoorbeeld aan de kade voor woonboten. Volgens de huidige stand der techniek is op een dergelijke locatie een geïntegreerde bovengrondse kast geplaatst, die aansluiting biedt op diverse nutsvoorzieningen, zoals water, gas, elektra en kabel. Door de toenemende vraag naar nutsaansluitingen in de openbare 10 ruimte neemt het aantal van dergelijke kasten toe, hetgeen het straatbeeld nadelig beïnvloedt.

De uitvinding beoogt in het algemeen een ondergrondse kast met gasaansluiting te verschaffen, die voldoet aan alle veiligheidsvereisten van de toezichthoudende instantie.

De uitvinding betreft daartoe een inrichting omvattende een behuizing voor opname 15 van een gasmeter, welke behuizing is bestemd voor plaatsing onder de grond in de openbare ruimte, waarin de behuizing is voorzien van eerste aansluitmiddelen voor aansluiting van de gasmeter op een ondergrondse gasdienstleiding en van tweede aansluitmiddelen voor aansluiting van de gasmeter op een gebruikersgasleiding, waarin de behuizing verder is voorzien van middelen voor natuurlijke ventilatie.

20 Door ondergrondse plaatsing van de gaskast volgens de uitvinding is deze uit het straatbeeld verdwenen. De ondergrondse gaskast is daarmee tevens beter beschermd tegen al dan niet moedwillige beschadiging, hetgeen de veiligheid van de openbare ruimte vergroot. De middelen voor natuurlijke ventilatie zijn uitermate geschikt voor de veilige en noodzakelijke ventilatie van de gasmeter.

25 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de middelen voor natuurlijke ventilatie ten minste twee ventilatiekanalen die de behuizing verbinden met de omgevingslucht of buitenlucht. Eén of beide ventilatiekanalen kunnen op elegante wijze worden weggewerkt in reeds aanwezig straatmeubilair, zoals verkeerspaaltjes en dergelijke.

30 Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting is de behuizing aan de bovenzijde voorzien van een vloeistofdicht afgewerkt afsluitdeksel. De gasmeter is daarmee op effectieve wijze beschermd tegen binnensijpelend afval- of regenwater van de straat. Volgens een verdere uitwerking van deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt de bescherming verder vergroot doordat de behuizing is voorzien van een tweede 35 vloeistofdicht afgewerkt afsluitdeksel, dat boven het eerste afsluitdeksel is aangebracht. Volgens weer een verdere uitwerking van deze voorkeursuitvoeringsvorm Is de behuizing 1026660' 2 voorzien van middelen voor het laten afvloeien van vloeistof. Indien er ondanks de bovengenoemde maatregelen toch overtollig afvalwater in de behuizing sijpelt, zal dit direct worden afgevoerd zonder de gasmeter te bereiken.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is in de behuizing een hefmechanisme 5 aangebracht voor het bovengronds verheffen van de gasmeter. De gebruiker kan nu te allen tijde de gasmeter tot een zodanige hefhoogte verheffen dat de meterstand afleesbaar is. Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm omvat het hefmechanisme een uittrekbaar frame, dat is voorzien van middelen voor bevestiging van de gasmeter.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies en een aansluitinrichting omvattende een behuizing voor opname van een of meer nutsaansluitingen, welke behuizing is bestemd voor plaatsing onder de grond in de openbare ruimte, waarin de behuizing is voorzien van eerste aansluitmiddelen voor aansluiting van de één of meer nutsaansluitingen op een 15 ondergrondse nutsvoorziening en van tweede aansluitmiddelen voor aansluiting van de één of meer nutsaansluitingen op een gebruikersnutsleiding.

De uitvinding zal nu in meer detail worden besproken aan de hand van de tekeningen, waarin 20 Figuur 1 een schematisch doorsnede-aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van een gaskast volgens de uitvinding met ventilatiemiddelen;

Figuur 2 een schematisch doorsnede-aanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een gaskast volgens de uitvinding met ventilatiemiddelen;

Figuur 3 de gaskast volgens de uitvinding met gasmeter en hefmechanisme in een 25 ondergrondse positie; en

Figuur 4 de gaskast volgens de uitvinding met gasmeter en hefmechanisme in een bovengrondse positie.

In de figuren zijn gelijke onderdelen aangeduid middels gelijke verwijzingscijfers.

Figuur 1 toont een eerste uitvoering van een ondergrondse gaskast 1 in doorsnede.

30 De gaskast 1 heeft een behuizing 10, waarin een gasmeter G (schematisch weergegeven) is opgenomen. De behuizing 10 is voorzien van (bij voorkeur waterdichte) doorvoeringen 10A en 10 B door welke gasmeter G middels flexibele gasslangen, respectievelijk 2 en 3, is verbonden met respectievelijk ondergrondse gasdienstleiding 4 en gasleiding 5 naar een gebruikersaansluiting, zoals een aansluitinrichting 31 (zie figuren 3 en 4).

35 De behuizing bevindt zich onder het straatniveau S in de openbare ruimte. De behuizing is vloeistofdicht. De behuizing is bij voorkeur vervaardigd van roestvast staal of 10266 60" 3 kunststof.

De behuizing is voorzien van ventilatiekanalen 6 en 7, die een rechtstreekse verbinding tot stand brengen met de buitenlucht. De uitstekende delen van deze ventilatiekanalen kunnen in het straatmeubilair worden weggewerkt.

5 De behuizing 2 is aan de bovenzijde voorzien van een vloeistofdicht afgewerkt primair afsluitdeksel 8. Daarboven is een vloeistofdicht afgewerkt secundair afsluitdeksel 9 aangebracht. Tussen de afsluitdeksels bevindt zich een plaat isolatiemateriaal 12. Opgemerkt wordt dat er als alternatief voor de getoonde en beschreven dubbele uitvoering ook een enkelvoudig vloeistofdicht afgewerkt deksel toegepast kan worden.

10 Beide afsluitdeksels zijn afgewerkt met een vloeistofdichte afdichting. Tevens is er een afwateringsvoorziening 13 aangebracht. Voorts is er een pomp 14 met een afvoerleiding 15 voor afvoer van vloeistof. Pomp 14 is aangesloten op een voedingslijn 16.

Figuur 2 toont een tweede uitvoering van een ondergrondse gaskast 11 in doorsnede. Gaskast 11 is identiek aan gaskast 1 met dien verstande dat ventilatiekanaal 7 15 is vervangen door ventilatiekanaal 17. Ventilatiekanaal 17 verloopt volledig ondergronds en mondt uit in een rooster 18. Rooster 12 is weggewerkt in de kademuur K en is zo aan het zicht onttrokken en is tevens niet toegankelijk voor regenwater. Vanzelfsprekend dient de positie van het rooster voldoende hoog bovèn het waterpeil te worden gekozen om te voorkomen dat (spat)water het ventilatiekanaal kan binnendringen.

20 Figuur 3 toont gaskast 1,11 met gasmeter in doorsnede. In de behuizing 10 is een hefmechanisme 20 aangebracht. Hefmechanisme 20 omvat een uittrekbaar frame 21 met bevestigingsmiddelen 22 voor bevestiging van de gasmeter G. Beide afsluitdeksels zijn gesloten, het hefmechanisme bevindt zich in de ingeschoven positie, en de gasmeter bevindt zich ondergronds.

25 Figuur 4 toont gaskast 1,11 met opengeklapte afsluitdeksels 8,9 en hefmechanisme 20 in een uitgetrokken positie. De gasmeter G bevindt zich nu bovengronds zodat de meterstand afleesbaar is voor de gebruiker en/of de meteropnemer.

In figuren 3 en 4 bevindt gasdienstleiding 4 zich in een buis 23 die is aangesloten op behuizing 10 ter plaatse van opening 10A. Tevens is een ondergrondse mantelbuis 30 30 voor gasleiding 5 getoond, die de behuizing 10 ter plaatse van opening 10B met een aansluitinrichting of putkast 31 verbindt. De putkast 31 bevindt zich ondergronds en heeft een vloeistofdichte behuizing 32. De behuizing kan van vergelijkbaar materiaal vervaardigd zijn als de behuizing 10. In de putkast bevindt zich tenminste een gasaansluiting 33, die middels gebruikersgasleiding 5 is verbonden met gasslang 3 van de 35 gasmeter G.

De putkast is verbonden met een leidingkoker 34, die in dit voorbeeld uitmondt in de 1026660" 4 kademuur K. Gebruikmakend van leidingkoker 34 kunnen een of meer verdere gebruikersgasleidingen (niet getoond) middels de gebruikersaansluiting 33 worden aangesloten op de gasmeter G.

Optioneel kunnen er in de putkast 31 verdere nutsaansluitingen (niet getoond) zijn 5 voorzien voor bijvoorbeeld water, elektra, telefoon- en/of kabel etc. waarop verdere gebruikersnutsleidingen kunnen worden aangesloten. De putkast kan toegankelijk worden gemaakt middels een deksel of andere geschikte middelen, bijvoorbeeld voor reparaties en/of onderhoud.

De uitvinding is tenslotte uitdrukkelijk niet beperkt tot de beschreven en getoonde 10 uitvoeringsvorm, maar strekt zich in het algemeen uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de bijgevoegde conclusies bezien in het licht van het voorgaande beschrijving en tekeningen.

1026690®

Claims (8)

1. Inrichting (1; 11) omvattende een behuizing (10) voor opname van een gasmeter (G), welke behuizing is bestemd voor plaatsing onder de grond in de openbare ruimte, waarin de behuizing is voorzien van eerste aansluitmiddelen (10A; 23) voor aansluiting van de gasmeter op een ondergrondse gasdienstleiding (4) en van tweede aansluitmiddelen (10B; 30) voor aansluiting van de gasmeter op een 10 gebruikersgasleiding (5), waarin de behuizing verder is voorzien van middelen (6, 7;17) voor natuurlijke ventilatie.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de middelen voor natuurlijke ventilatie ten minste twee ventilatiekanalen (6, 7;17) omvatten, die de behuizing verbinden met de 15 buitenlucht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin de behuizing aan de bovenzijde is voorzien van een vloeistofdicht afgewerkt afsluitdeksel (8).

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de behuizing is voorzien van een tweede vloeistofdicht afgewerkt afsluitdeksel (9), dat boven het eerste afsluitdeksel is aangebracht.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de behuizing is voorzien 25 van middelen (13, 14, 15,16) voor het laten afvloeien van vloeistof.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin in de behuizing een hefmechanisme (20) is aangebracht voor het bovengronds verheffen van de gasmeter. 30

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarin het hefmechanisme een uittrekbaar frame (21) omvat, dat is voorzien van middelen (22) voor bevestiging van de gasmeter.

8. Samenstel van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies en een 35 aansluitinrichting (31) omvattende een behuizing (32) voor opname van een of meer nutsaansluitingen (33), welke behuizing is bestemd voor plaatsing onder de grond in 1026660- de openbare ruimte, waarin de behuizing is voorzien van eerste aansluitmiddelen (30) voor aansluiting van de één of meer nutsaansluitingen (33) op een ondergrondse nutsvoorziening (G) en van tweede aansluitmiddelen (34) voor aansluiting van de één of meer nutsaansluitingen (33) op een gebruikersnutsleiding. 5 1026660“