NL1026442C2 - Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond. - Google Patents

Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond. Download PDF

Info

Publication number
NL1026442C2
NL1026442C2 NL1026442A NL1026442A NL1026442C2 NL 1026442 C2 NL1026442 C2 NL 1026442C2 NL 1026442 A NL1026442 A NL 1026442A NL 1026442 A NL1026442 A NL 1026442A NL 1026442 C2 NL1026442 C2 NL 1026442C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
soil
disc
slot
tillage
Prior art date
Application number
NL1026442A
Other languages
English (en)
Inventor
Ziet Af Van Tenaamstelling
Original Assignee
Redexim Handel En Expl Mij B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Redexim Handel En Expl Mij B V filed Critical Redexim Handel En Expl Mij B V
Priority to NL1026442A priority Critical patent/NL1026442C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026442C2 publication Critical patent/NL1026442C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C5/00Making or covering furrows or holes for sowing, planting or manuring
    • A01C5/06Machines for making or covering drills or furrows for sowing or planting
    • A01C5/062Devices for making drills or furrows
    • A01C5/064Devices for making drills or furrows with rotating tools

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

% 4 » Η
Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond / I' l i , i 1 1 1 5 De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkinrichting voor het bewerken van grond omvattende een gestel, aan het gestel aangebrachte bewegingsmiddelen voor het bewegen in een rijrichting en aan het gestel aangebrachte bewerkmiddelen. De uitvinding heeft tevens 10 betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond, omvattende het verschaffen van zaden, het in de te bewerken grond aanbrengen van een gleuf en het in de gleuf aanbrengen van zaden.
De uitvinding betreft bij voorkeur een 15 grondbewerkinrichting waarbij de bewerkmiddelen - een grondbewerkmiddel voor het aanbrengen van een snede in de vorm van bij voorkeur ten minste een eerste schijf voor het snijden van een sleuf in de grond, die roteerbaar rond een eerste rotatie-as aan het gestel is aangebracht, en 20 - ten minste een sleufbewerkmiddel voor het openen van de sleuf omvatten, en waarbij de eerste schijf en het sleufbewerkmiddel bij voorkeur een raakpunt hebben.
Het is bekend een gleuf aan te brengen in een 25 ondergrond zoals voor het zaaien van gras. In de gleuf worden de zaden aangebracht. Een bijzondere toepassing is het zogenaamde doorzaaien, waarbij nieuw zaad in een bestaand veld wordt aangebracht.
Een bekende uitvoeringsvorm van een 30 grondbewerkinrichting, zoals voor doorzaaien omvat twee onder een hoek geplaatste identieke schijven welke snijden in de grond, zoals een bestaande graszode, welke de snede open vouwen en het zaad erin laten vallen. Een andere bekende 1 0264 42 % 2 uitvoeringsvorm is een grondbewerkinrichting zoals een doorzaaimachine met één onder een hoek geplaatste schijf, waartegen een vaste kouter is gemonteerd die de gemaakte sleuf verder open duwt. Het zaad wordt aangebracht tussen de 5 roterende, snijdende schijf en de stilstaande kouter.
Opgemerkt wordt dat met openen van de sleuf of snede wordt bedoeld het mogelijk maken van het vrij aanbrengen van zaden op een werkdiepte in de grond tussen de opgesneden zoden van het veld.
10 Bij de bekende machines wordt iedere schijf veer belast in de grond gedrukt. Een over de volle machine breedte reikende achterrrol moet ervoor zorgen dat de gemaakte sleuven weer dicht gedrukt worden.
Een probleem bij bekende grondbewerkinrichting is, in 15 het bijzonder, wanneer sprake is van een taaie ondergrond, zoals wanneer er sprake is van veel vilt, dat er geen perfecte snede ontstaat, doch een geforceerde ingedrukte gekartelde sleuf. Het gezaaide zaad zal dan niet in de sleuf terecht komen, maar op de grond, waar het moeilijk kan 20 ontkiemen.
Doel van de uitvinding is het verbeteren van het snijden van de gleuf voor het zaaien.
Het doel van de uitvinding wordt bij voorkeur bereikt doordat het raakpunt van de eerste schijf met het 25 sleufbewerkmiddel in de rijrichting voor een verticaal vlak door de eerste rotatie-as ligt en de eerste schijf in de rijrichting voorbij het sleufbewerkmiddel uitsteekt. Hierdoor zal eerst een snede of sleuf worden gesneden in de grond, welke vervolgens door het sleufbewerkmiddel wordt geopend, 30 zodat er bijvoorbeeld zaad in kan worden aangebracht. Door het openen kunnen ook andere bewerkingen worden uitgevoerd, zoals het aanbrengen van kunstmest en/of het aanbrengen van een fluïdum. Volgens de uitvinding wordt het aanbrengen van 1 026442 * 3 de snede met de eerste schijf vrij direct gevolgd door het openen van die snede met het sleufbewerkmiddel.
Bij voorkeur zijn de bewerkmiddelen door instelmiddelen beweegbaar gekoppeld met het gestel. Hierdoor 5 kunnen de respectievelijke posities van de bewerkmiddelen ten opzichte van elkaar worden ingesteld. In het bijzonder zijn de instelmiddelen ingericht voor het in een rijrichting ten opzichte van elkaar verplaatsen van de bewerkmiddelen. Hierdoor is het mögelijk instellingen aan te passen, 10 bijvoorbeeld in overeenstemming met de eigenschappen en condities van de te bewerken grond.
In de uitvoering volgens de uitvinding heeft de eerste schijf een omtreksrand, die bijvoorbeeld scherp gekant is, waardoor de grond gesneden wordt, zodat een sleuf wordt 15 verkregen. Een dergelijke uitvoeringsvorm is tegen lage kostprijs te vervaardigen.
Bij voorkeur is het sleufbewerkmiddel een tweede rotatie-as roteerbaar aan het gestel aangebrachte tweede schijf. Hierdoor is de met de eerste schijf gemaakte snede te 20 openen. Tevens zal de tweede schijf kunnen roteren, waardoor het sleufbewerkmiddel ten opzichte van de te openen snede onbeweeglijk wordt. In tegenstelling tot de stand van de techniek waarbij een kouter wordt gebruikt, zal volgens de uitvinding geen beweging/frictie van de grond ten opzichte 25 van de tweede schijf optreden, waardoor het openen minder geforceerd plaatsvindt.
Volgens een andere uitvoering wordt het doel van de uitvinding bereikt doordat de grondbewerkmiddelen twee roteerbaar rond een as aan het gestel gemonteerde schijven 30 omvat, waarbij een eerste schijf in de rijrichting uitsteekt voorbij de tweede schijf. Hierdoor wordt de grond gesneden door de eerste schijf en daarna door de roterende tweede schijf geopend. Het roterend zijn vermindert de schade aan de 1026442- 4 grond. Bij voorkeur is tenminste één van de schijven onder een hoek ongelijk aan 0* ten opzichte van de bewegingsrichting geplaatst aan het gestel. Hierdoor zal één ' ' ! van de schijven de grond zijwaarts naar buiten forceren.
i 5 In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben het grondbewerkmiddel, dat wil zeggen de eerste schijf en het sleufbewerkmiddel een raakpunt. De twee bewerkmiddelen zijn dan twee aparte delen die op het raakpunt bij elkaar komen. Het raakpunt bevindt zich nabij het te bewerken oppervlak.
10 Met de instelmiddelen is dat raakpunt nauwkeurig in te stellen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt het raakpunt in de rijrichting voor een verticaal vlak door de eerste rotatie-as van de eerste schijf. De eerste schijf steekt 15 voorbij het sleufbewerkmiddel op een werkhoogte, dat wil zeggen de plaats waar de bewerkmiddelen in aanraking komen met de ondergrond. Hierdoor kan de in de grond aangebrachte snede in één vloeiende beweging worden geopend. Dat is een verbetering van bekende uitvoeringsvormen volgens de stand 20 van de techniek, waarbij een kouter is aangebracht langs een eerste schijf. De vaste kouter beweegt met een bepaalde werksnelheid langs de stilstaande grond.
Het is gunstig de eerste schijf in de rijrichting voorbij de tweede schijf te laten steken, bij voorkeur 25 voorbij het raakpunt met de tweede schijf. Hierdoor wordt eerst de snede gevormd in de grond en daarna wordt deze geopend. Het raakpunt ligt niet op de omtreksrand van de eerste schijf, maar op een punt op de binnenomtrek van de eerste schijf. Doordat het raakpunt op de binnenomtrek ligt, 30 steekt de eerste schijf uit voorbij het sleufbewerkmiddel, in het bijzonder de tweede schijf.
Bij voorkeur is de grondbewerkinrichting voorzien van zaaimiddelen voor het aanbrengen van een zaad in de geopende 1026442 « 5 sleuf in de grond. Een eerste grondbewerkinrichting is toepasbaar als zaai-inrichting in het bijzonder als doorzaai- ' . inrichting. De zaaimiddelen zijn aangebracht in de 1 i | . ; rijrichting achter het raakpunt van de bewerkmiddelen.
! ' 5 Het is voordelig tenminste één bewerkmiddel, bij voorkeur de eerste schijf, te verbinden met het gestel door middel van een eerste sub-gestel. Hierdoor kan de eerste schijf onafhankelijk bewegen ten opzichte van de rest van het gestel. Dat heeft met name positieve invloeden voor de 10 grondbewerkingsdiepte. Bij voorkeur zijn alle bewerkmiddelen via een sub-gestel aan het gestel gekoppeld.
In een voorkeursuitvoeringsvorm liggen de eerste en tweede rotatie-assen van de eerste en tweede schijven niet in eikaars verlengde. Hierdoor worden twee schijven verkregen 15 die een V-vorm hebben. De V-vorm is uitermate goed geschikt voor het openen van de gevormde snede.
Bij voorkeur is de grondbewerkinrichting voorzien van een aan het gestel aangebrachte aanspaninrichting voor het koppelen van de grondbewerkinrichting aan een voertuig. Bij 20 voorkeur is de aanspaninrichting voorzien van een afstandmiddel waarmee het mogelijk is de grondbewerkinrichting te kantelen ten opzichte van het voertuig. Hiermee kan de bewerkingsdiepte worden ingesteld en veranderd.
Bij voorkeur is de grondbewerkinrichting voorzien van 25 aan het gestel aangebrachte aandrijfmiddelen. Hierdoor is de grondbewerkinrichting zelf beweegbaar.
Bij voorkeur is het gestel voorzien van een aantal naast elkaar aangebrachte bewerkmiddelen. Hierdoor kan over een grotere breedte met één grondbewerkinrichting de grond 30 worden bewerkt, in het bijzonder gras worden gezaaid.
Bij voorkeur omvat de grondbewerkinrichting een aan het gestel gekoppelde achterrol die in de rijrichting achter 10264**^ 6 de bewerkmiddelen is aangebracht. De achterrol sluit de geopende gleuf na het aanbrengen van de zaden daarin.
Bij voorkeur is de grondbewerkinrichting volgens de uitvinding voorzien van een aantal sub-gestellen en een 5 aantal achterrollen die zijn aangebracht op verschillende sub-gestellen. Hierdoor is een betere drukverdeling en een stabielere werkdiepte voor de grondbewerkinrichting mogelijk.
Het is gunstig dat ten minste een van de bewerkmiddelen is aangebracht op het gestel onder een hoek 10 van minder dan 90* met de gebruikelijke bewegingsrichting van de grondbewerkinrichting. Bij voorkeur maakt ten minste een van de rotatie-assen van de bewerkmiddelen een hoek van minder dan 90’ met de bewegingsrichting.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het 15 aanbrengen van zaden in bewerkte grond, omvattende - het verschaffen van zaden, - het over de grond bewegen met een bewegingssnelheid, - het in de te bewerken grond aanbrengen van een gleuf door het aanbrengen van een snede in de grond en het na het 20 aanbrengen van de snede openen van die snede zodat een gleuf gevormd wordt, en - het in de gleuf aanbrengen van zaden. De uitvinding wordt gekenmerkt doordat het openen van de snede omvat het naar ten minste een zijde naar buiten forceren van de grond 25 met een schijf, waarbij de schijf roteert afhankelijk van de bewegingssnelheid. Hierdoor wordt eerst de snede gevormd, die daarna wordt geopend, waarbij de snede ten minste mede wordt geopend door toedoen van de schijf, welke met de grond meebeweegt afhankelijk van de bewegingssnelheid. De snelheid 30 van beweging van dat deel van de schijf, dat wordt gebruikt voor het openen van de snede, zal zeer nabij de bewegingssnelheid liggen. In tegenstelling tot de stand van de techniek wordt geen vaste kouter gebruikt voor het openen ï 026442^ ï 7 van de sleuf, maar een meebewegend element, zoals bij voorkeur de schijf.
De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin: 5 Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 2 een bovenaanzicht toont van de eerste uitvoeringsvorm van figuur 1,
Figuur 3 een dwarsdoorsnede aanzicht toont van de 10 eerste uitvoeringsvorm volgens figuur 1,
Figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van een gedeeltelijk opengewerkte tweede uitvoeringsvorm van een onderdeel van een grondbewerkinrichting volgens de uitvinding, 15 Figuur 5 een detail toont volgens pijl V in figuur 4,
Figuur 6 een bovenaanzicht toont van de tweede uitvoeringsvorm volgens figuur 4,
Figuur 7 een dwarsdoorsnede aanzicht toont van de tweede uitvoeringsvorm volgens figuur 4, 20 Figuur 8 toont eén aanzicht van een grondbewerkinrichting 41 volgens een verdere uitvoeringsvorm.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een grondbewerkinrichting volgens de uitvinding. Getoond zijn onderdelen van de grondbewerkinrichting, zoals het gestel 25. 25 Het detail volgens figuur 1 is een onderdeel van een gebruikelijke grondbewerkinrichting 41 zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 8 of Nederlands octrooi 9101552. De volledige inhoud van dit octrooi, in het bijzonder de onderdelen die betrekking hebben op de opbouw van een aantal 30 bewerkmiddelen naast elkaar in de grondbewerkinrichting, wordt in deze aanvrage overgenomen door middel van verwijzing.
1 026442M
» 8
De grondbewerkinrichting 41 kan worden getrokken door een voertuig 2 getoond in figuur 3 of figuur 8. Daartoe wordt ; gebruik gemaakt van de koppelmiddelen aangeduid met algemeen 1 i | • verwijzingscijfer 3 gevormd door een stijve scharnierende '! ' 5 verbinding 4 en een afstandmiddel 5. Hierop zal hieronder worden teruggekomen.
Het in figuur 1 getoonde detail is opgenomen in een huis 40 van de grondbewerkinrichting 41. In het huis 40 is tevens het gestel 1 opgenomen. De grondbewerkinrichting 10 volgens de uitvinding is een zaaimachine voor het zaaien van zaden 6 in de grond 7 zoals het grasveld 8.
De grondbewerkinrichting 41 volgens de uitvinding is beweegbaar over het grasveld door de bewegingsmiddelen, die in de onderhavige uitvindingsvorm onder andere worden gevormd 15 door het steunwiel 9 en bewerkmiddel 10 in de vorm van een eerste schijf 10. Zowel het steunwiel 9 als dé schijf 10 zijn roteerbaar rond een as 11 respectievelijk 12 verbonden met gesteldeel 13, welk onderdeel is van een sub-gestel. Het sub-gestel 13 is zwenkend verbonden via as 14 met gestel 1. Het 20 sub-gesteldeel 13 kan zwenken volgens pijl 15 rond de as 14. De roterende verbindingen zijn op gunstige wijze gevormd door een lager. De verbinding tussen gestel 13 en gestel 1 wordt gevormd door een koppelmiddel 16 in de vorm van een as.
Eerste schijf 10 heeft een omtreksrand 17. Die 25 omtreksrand is enigszins scherp uitgevoerd. Het gewicht van de grondbewerkinrichting wordt door de bewegingsmiddelen in de vorm van steunwiel 9 en schijf 10 gedragen en dat gewicht heeft tot gevolg dat schijf 1 met haar omtreksrand 17 snijdt door de grond 7, waardoor een snede of sleuf ontstaat.
30 Het eerste grondbewerkmiddel 10 vormt bij het over het grasveld 8 bewegen volgens pijl 19, dat wil zeggen in de richting van beweging een snede in de grond 7. De grond 7 zal aan weerszijde van de schijf 10 nauw aansluiten op de schijf.
1026442
V
9
Omdat de omtreksrand 17 enigszins scherp is uitgevoerd, vindt het klieven van de grond 8 gelijkmatig plaats. De uitvoering als schijf in het getoonde voorbeeld heeft als voordeel dat de schijf roteert met een zodanige snelheid dat er nauwelijks 5 sprake is een langsbeweging van schijf en gesneden grond. Grond en snijdend deel van de schijf glijden niet langs elkaar, waardoor nauwelijks frictie optreedt en geen 'ploegend' effect optreedt.
Als tweede bewerkmiddel voor de grond, is een tweede 10 schijf 20 die in figuur 1 gedeeltelijk opengewerkt is weergegeven, verbonden door middel van een lager met sub-gestel 13. De lager is niet weergegeven. De as 16 van schijf 20 is niet parallel aan de as 12 van de eerste schijf 10. Zij staat onder een hoek zoals aangegeven met pijl 21. Die hoek 15 kan instelbaar gemaakt worden. Instelmiddelen zijn niet weergegeven.
Door het voortbewegen volgens pijl 19 over grond 7 zullen zowel eerste schijf 10 als tweede schijf 10 roteren met de wijzers van de klok mee volgens het aanzicht van 20 figuur 1.
Tweede schijf 20 is zo geplaatst dat hij de eerste schijf 10 op een plaats enigszins naar binnen gelegen van de buitenrand 17 van eerste schijf 10 raakt. Dat raakpunt bevindt zich om en nabij de plaats diè net boven het veld 8 25 uitsteekt, terwijl de eerste schijf 10 dat veld met een dikte D penetreert. Het raakpunt ligt dus ongeveer gelijk aan D boven het diepste punt van eerste schijf 10.
Bij het voortbewegen volgens pijl 19 zal de eerste schijf eerst de grond splijten door het aanbrengen van een 30 snede. De snede wordt naarmate die schijf 10 verder beweegt volgens pijl 19 dieper, en maar weinig breder. Vanaf het raakpunt nabij 22 doet de tweede schijf 20 haar werk en opent 1026442 10 de gevormde snede zodanig dat een opening wordt gevormd. Die opening is beter zichtbaar in figuur 2. i Zaad 6 kan nu via trechter 23 die bevestigd is aan ! het sub-gestel 13 worden gepositioneerd tussen de schijven 10 1 5 en 20. De diepte van het aanbrengen van de zaden 6 is in hoofdzaak gelijk aan D.
Het verder voortbewegen volgens pijl 19 heeft tot gevolg dat de achterrol 9 zal bewegen over de geopende sleufgrond. De achterrol 9 zal de geopende sleuf dichten door 10 de druk, die op dat wiel wordt uitgeoefend. De gleuf is met verwijzingscijfer 24 aangegeven.
Tussen sub-gestel 13 en gestel 1 is naast de koppeling via as 16 een tweede koppeling gemaakt door middel van de veer 25. Die is verbonden op afstand van de as 14 met 15 sub-gestel 13 en gesteldeel 1. Veermiddel 25 is voorgespannen om de in figuur 1 getoonde positie gesteldeel 13 van gesteldeel 1 af te bewegen. In feite wordt zodoende een ophanging voor gesteldeel 1 gevormd.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de eerste 20 uitvoeringsvorm volgens figuur 1, gezien is dat de as 12 van de eerste schijf 10 niet is uitgelijnd met de as 26 van schijf 20. Gezien van boven, volgens de pijl 19, steekt eerste schijf 10 uit voorbij tweede schijf 20. Het raakpunt 22 van de tweede schijf 20 op de eerste schijf 10 ligt 25 enigszins achter het voorste uitstekende deel van eerste schijf 10 en op de binnenomtrek van eerste schijf 10.
Zodoende kan eerste schijf 10 eerst de snede aanbrengen in de grond 7 en zal pas daarna de twee schijf 20 haar bewerking uitvoeren, namelijk het openvouwen van de zodanig gevormde 30 sleuf tot een gleuf 24.
Tussen de schijven 10 en 20 ontstaat een ruimte, dat wil zeggen in de geopende sleuf van de grond, en kan er door middel van trechter 23 zaad worden gepositioneerd. De 1(^26442- 11 schijven zijn zodanig aan het gestel gemonteerd dat zij een V-vorm hebben# zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 2.
i Beide schijven 10 en 20 zijn onder een hoek van minder dan I i | . 90* geplaatst ten opzichte van de bewegingsrichting 19.
5 In het verlengde van elk van de bewerkmiddelen 10,20 is het steunwiel 9 aangebracht voor het sluiten van de geopende sleuf. Op die wijze zijn een aantal bewerkmiddelen (niet getoond) naast elkaar aangebracht in de grondbewerkinrichting volgens de uitvinding. Elk van de 10 combinatie van bewerkmiddelen is aangebracht op een sub- gestel 13, en wordt in de bewegingsrichting gevolgd door een steunwiel 9.
Elk van de sub-gestel samenstellingen van bewerkmiddelen 10,20 en steunwiel 9 is door middel van een 15 zwenkverbinding met een as 16 verbonden aan gesteldeel 1 en door koppelmiddelen in de vorm van een veer 25 met gesteldeel 1, zodat een aantal onafhankelijke verende gesteldelen worden verkregen. Afhankelijk van lokale condities wordt het totale gewicht van de grondbewerkinrichting overgebracht op de 20 bewegingsmiddelen 9,10.
In figuur 3 is de zaadafgifte inrichting 27 zichtbaar die met tussenpozen respectievelijk continu zaad 6 afgeeft in trechter 23. De tussenpozen kunnen afhankelijk zijn van de bewegingssnelheid 19, respectievelijk is de zaadafgifte 25 onafhankelijk van de bewegingssnelheid 9.
In figuur 3 is met G de zwaartekracht door het totale gewicht van de grondbewerkinrichting aangegeven. De zwaartekracht moet worden gecompenseerd door opwaartse krachten Fwen Fd op respectievelijk steunwiel 9 en schijf 10. 30 De werkdiepte D is afhankelijk van de bodemweerstand
Fd. Die weerstand bepaalt in hoeverre veer 25 wordt ingedrukt, üiteindelijk geldt dat het gewicht G = (steunlast op rol = Fw) + (steunlast op schijven = Fd) . Doordat 1026442 12 achterrol/steunwiel 9 gemonteerd is aan het sub-gestel 13, wordt een meer constante snijdiepte verkregen. De achterrol 9 hoeft niet alle oneffenheden over de volle breedte van de machine te volgen, maar kan onafhankelijk van de naburige 5 steunwielen een eigen weg volgen. Het totale gewicht wordt verdeeld over een aantal doorzaai-subgestèllen 13 die naast elkaar in de inrichting geplaatst zijn. Mocht één van zo'n sub-gestellen plotseling door een zachtere plek snijden, dan is het niet mogelijk dat de schijven 10,20 dieper gaan 10 snijden, omdat zij direct verbonden zijn met het steunwiel 9. Derhalve wordt een meer constante zaaidiepte verkregen.
Tevens zijn in figuur 3 de koppelmiddelen 3 weergegeven die het gestel 1 van de grondbewerkinrichting volgens de uitvinding koppelen met een drijvend voertuig 2.
15 Via de stijve verbinding 4 wordt de grondbewerkinrichting volgens de uitvinding op een afstand gehouden, terwijl door de variabele afstandregelaar 5 een kanteling van het gestel en dus van de grondbewerkinrichting mogelijk is. Hierdoor wordt mede de werkdiepte van de inrichting bepaald. Immers 20 door het verkleinen van de afstand met afstandmiddel 5 zal meer druk uitgeoefend worden op de eerste schijf 10, waardoor de werkdiepte wordt vergroot. De werkdiepte zal ook afhangen van veermiddel 25, het gewicht van de grondbewerkinrichting en kracht Fd.
25 Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een detail van een grondbewerkinrichting volgens de uitvinding. Gelijke delen zijn met dezelfde cijfers aangegeven.
Met pijl V is een detail aangegeven dat getoond wordt in figuur 5. Het detail toont het raakpunt 22 van schijf 20 op 30 de binnenomtrek van schijf 10. Dat raakpunt ligt een weinig boven het grondvlak 7.
Door de plaatsing van eerste schijf 10 en tweede schijf 20 ten opzichte van elkaar onder een hoek, wordt de V- * 13 vorm zoals getoond in het bovenaanzicht van figuur 6 verkregen. De schijven maken een hoek met elkaar die is getoond met pijl 21 in figuur 4.
De bewerkmiddelen 20 en 10 zijn gelagerd gemonteerd 5 op sub-gestel 13 dat via een as 16 scharnierend verbonden is met gestel 1. De veer 25 zorgt voor een ophanging aan het gestel 1.
Meerdere dergelijke sub-gestellen gelagerd rond een as zijn opgenomen in de grondbewerkinrichting volgens de 10 uitvinding, waardoor de grond op vergelijkbare wijze wordt bewerkt op vergelijkbare wijze als in het getoonde voorbeeld in figuur 1-3.
Steunwiel 30 bij de tweede uitvoeringsvorm is een achterrol die gelagerd verbonden is met grondbewerkinrichting 15 (niet getoond) en die zich uitstrekt achter het geheel van naast elkaar liggende sub-gestellen met bewerkmiddelen (vergelijkbaar figuur 8). De achterrrol 30 heeft de breedte van de grondbewerkinrichting.
Het raakpunt 22 is in deze uitvoering hoger aangebracht op de 20 eerste schijf 10 dan in de eerste uitvoering.
Doordat sub-gestel 13 los aan de grondbewerkinrichting door middel van de veer 25 is aangebracht, is het mogelijk dat de bewerkmiddelen 10 en 20 de grond 7 dieper penetreren wanneer bijvoorbeeld sprake is van een verlaagde 25 grondweerstand. Die wordt nu niet opgevangen door een aan het sub-gestel aangebrachte achterrrol. Ook wanneer de bewerkingen dieper in de grond penetreren, moet het raakpunt nog boven het grondoppervlak liggen, wat kan worden gewaarborgd door dit raakpunt hoger aan te brengen op de 30 eerste schijf 10.
Door de positie van de twee bewerkmiddelen, in de eerste twee uitvoeringen de twee schijven, dusdanig aan te passen dat ter hoogte van het raakpunt van de beide 1 02 6442- 14 bewerkmiddelen, één schijf uitsteekt voorbij het andere bewerkmiddel, zal die schijf het snijwerk verrichten en ' : optreden als "master". Die ene schijf heeft een overlap ten 1 ' ! opzichte van het andere bewerkmiddel.
; · 5 Het tweede bewerkmiddel zal zich in hoofdzaak bezig houden met het openvouwen van de gemaakte snede en als zodanig optreden als "slave". Tijdens het afrollen van beide bewerkmiddelen in/door de grond snijdt de master en opent de slave.
10 De onderhavige uitvinding snijdt makkelijker, vervuilt minder, sluit sleuven beter en garandeert een vaste snijdiepte.
Vandaag de dag worden professionele grasvelden steeds vaker doorgezaaid. Met doorzaaien wordt dan bedoeld: het 15 inzaaien van nieuw graszaad in een bestaand grasveld. Er zijn een aantal redenen waarom doorzaaien belangrijk is geworden: - Door toenemende sportactiviteiten worden grasvelden zwaarder belast.
- Verminderd kunstmest en chemicaliën gebruik maken het 20 bestaand gras kwetsbaar.
- Nieuwere graszaaisoorten zijn vaak beter bestand tegen bepaald gebruik.
- Het grasveld kan niet uit de running worden genomen, waardoor renovatie geen optie is.
25 - Klimaatveranderingen zorgen voor een zwaardere gras belasting.
In al die gevallen is doorzaaien de enige optie om de grasvelden van nieuw graszaad te voorzien. Doordat doorzaaien steeds belangrijker is geworden, worden er ook meer eisen aan 30 doorzaaimachines gesteld. Een aantal belangrijke eigenschappen zijn: - Het graszaad moet op een constante instelbare diepte worden ingebracht.
1026442 15 - Het gezaaide graszaad moet goed afgedekt en opgeborgen worden.
; 1 - Zo weinig mogelijk beschadiging aan de bestaande grasmat.
I * i . - Zo snel mogelijk resultaat.
! ' 5 - Een hoog rendement.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op doorzaai-machines die eerst een sleuf maken. Het graszaad kan gelijktijdig tijdens het maken van de sleuf in de sleuf worden gebracht, of nadien door de gemaakte snede open te 10 vouwen.
>026442-

Claims (14)

1. Grondbewerkinrichting voor het bewerken van grond 5 omvattende een gestel/ aan het gestel aangebrachte bewegingsmiddelen voor het bewegen in een rijrichting en aan het gestel aangebrachte bewerkmiddelen, waarbij de bewe r kmi dde1en - ten minste een eerste schijf voor het snijden van een 10 sleuf in de grond, die roteerbaar rond een eerste rotatie-as aan het gestel is aangebracht, en - ten minste een sleufbewerkmiddel voor het openen van de sleuf omvatten, en waarbij de eerste schijf en het sleufbewerkmiddel een 15 raakpunt hebben, met het kenmerk, dat het raakpunt in de rijrichting voor een verticaal vlak door de eerste rotatie-as ligt en.de eerste schijf in de rijrichting voorbij het sleufbewerkmiddel uitsteekt.
2. Grondbewerkinrichting volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat ten minste een van de bewerkmiddelen door instelmiddelen beweegbaar gekoppeld zijn met het gestel.
3. Grondbewerkinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, het sleufbewerkmiddel een roteerbaar rond een tweede rotatie-as aan het gestel aangebrachte tweede 25 schijf is.
4. Grondbewerkinrichting ten minste afhankelijk van conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste en tweede rotatie-as niet in eikaars verlengde liggen.
5. Grondbewerkinrichting volgens een van de 30 conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het raakpunt is gepositioneerd op een hoogte die in hoofdzaak gelijk is aan een diepte van een grondbewerking met de eerste schijf. 1026442 i- · :
6. Grondbewerkinrichting volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de grondbewerkinrichting | voorzien is van zaaimiddelen voor het aanbrengen van zaad in i de sleuf in de grond.
7. Grondbewerkinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een bewerkmiddel is aangebracht op een subgestel, dat aan het gestel is gekoppeld.
8. Grondbewerkinrichting volgens een van de 10 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel voorzien is van een. aanspaninrichting voor het koppelen van de grondbewerkinrichting aan een voertuig.
9. Grondbewerkinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel 15 voorzien is van aandrijfmiddelen.
10. Grondbewerkinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel voorzien is een aantal naast elkaar aangebrachte bewerkmiddelen.
11. Grondbewerkinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grondbewerkinrichting een aan het gestel gekoppelde achterrol omvat, die in de rijrichting achter de bewerkmiddelen is aangebracht.
12. Grondbewerkinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het gestel voorzien is van een aantal subgestellen, die voorzien is van een achterrol.
13. Grondbewerkinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste rotatie 30 as een hoek kleiner dan 90' maakt met de bewegingrichting.
14. Werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond, omvattende - het verschaffen van zaden, 1026442 - het over de grond bewegen met een bewegingssnelheid - het in de te bewerken grond aanbrengen van een gleuf door het aanbrengen van een snede in de grond en het na het aanbrengen van de snede openen van die snede zodat een gleuf 5 gevormd wordt, en - het in de gleuf aanbrengen van zaden, gekenmerkt doordat het openen van de snede omvat het naar ten minste een zijde naar buiten forceren van de gesneden grond met een schijf, 10 waarbij de schijf roteert afhankelijk van de bewegingssnelheid. 1026442
NL1026442A 2004-06-17 2004-06-17 Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond. NL1026442C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026442A NL1026442C2 (nl) 2004-06-17 2004-06-17 Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026442A NL1026442C2 (nl) 2004-06-17 2004-06-17 Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond.
NL1026442 2004-06-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026442C2 true NL1026442C2 (nl) 2005-12-20

Family

ID=34973991

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026442A NL1026442C2 (nl) 2004-06-17 2004-06-17 Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1026442C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107258161A (zh) * 2017-08-11 2017-10-20 安徽独秀山蓝莓科技开发有限公司 一种用于蓝莓种植的开沟装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5165351A (en) * 1991-07-29 1992-11-24 Billings Lanny D Apparatus and method for planting seeds, fertilizing and applying chemicals using biodegradable applicator tape
US5724902A (en) * 1994-03-14 1998-03-10 Universite Laval Of Cite Universitaire Minimum tillage seeding device
US6082276A (en) * 1997-11-04 2000-07-04 Kuhn S.A. Disk colter for seed drills
EP1407652A1 (de) * 2002-10-11 2004-04-14 Kverneland ASA Säschar

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5165351A (en) * 1991-07-29 1992-11-24 Billings Lanny D Apparatus and method for planting seeds, fertilizing and applying chemicals using biodegradable applicator tape
US5724902A (en) * 1994-03-14 1998-03-10 Universite Laval Of Cite Universitaire Minimum tillage seeding device
US6082276A (en) * 1997-11-04 2000-07-04 Kuhn S.A. Disk colter for seed drills
EP1407652A1 (de) * 2002-10-11 2004-04-14 Kverneland ASA Säschar

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107258161A (zh) * 2017-08-11 2017-10-20 安徽独秀山蓝莓科技开发有限公司 一种用于蓝莓种植的开沟装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2237228C (en) Trash cleaning structure for a furrow opening device
CA1099992A (en) Seed-drill machine
AU2008258171B2 (en) Single disc furrow opener with walking beam
US20070095261A1 (en) Agricultural seeding machine with compact furrow opener/closer
CA2816747C (en) A method for planting potatoes at high speed and equipment for carrying out that method
BE1021053B1 (nl) Doorzaai-inrichting
US20120067259A1 (en) Quick closing trench opener/closer for an agricultural seeding machine
US7448333B2 (en) Turf overseeding apparatus and methods
CN100527936C (zh) 用于一种农业机械中的犁耕开/合器
KR860700205A (ko) 멀칭 및 파종장치
US5862763A (en) Apparatus for high speed application of liquid or dry fertilizer
NL1026442C2 (nl) Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het aanbrengen van zaden in bewerkte grond.
IES970133A2 (en) Apparatus for dispensing and laying a sheet of film material
NL1026443C2 (nl) Grondbewerkinrichting en werkwijze voor het bewerken van grond.
WO2005027616A1 (en) An apparatus and method for consecutively fertilising and sowing
NL1018718C2 (nl) Inrichting voor het bewerken van een grasmat.
KR20200052494A (ko) 잔디 씨앗 파종기
US5396962A (en) Device for making sowing furrows in a lawn
AU632512B2 (en) Agriculural seed planter
NL2021961B1 (en) A method and device for inserting an improvement product into a ground surface
BE1030945B1 (nl) Plantinrichting met instelbare plantdiepte
CN115067000B (zh) 一种中间开沟旋耕作业装置
FR3121011A1 (fr) procédé et dispositif pour limiter, contrôler le développement de la végétation
FR2527417A1 (fr) Procede d'ensemencement et machine pour la mise en oeuvre de ce procede
NL2013329B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120101