NL2013329B1 - Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw. Download PDF

Info

Publication number
NL2013329B1
NL2013329B1 NL2013329A NL2013329A NL2013329B1 NL 2013329 B1 NL2013329 B1 NL 2013329B1 NL 2013329 A NL2013329 A NL 2013329A NL 2013329 A NL2013329 A NL 2013329A NL 2013329 B1 NL2013329 B1 NL 2013329B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cylinders
cylinder
seeds
bottom layer
tubers
Prior art date
Application number
NL2013329A
Other languages
English (en)
Inventor
Poppe Cor
Original Assignee
C Poppe Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by C Poppe Beheer B V filed Critical C Poppe Beheer B V
Priority to NL2013329A priority Critical patent/NL2013329B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2013329B1 publication Critical patent/NL2013329B1/nl

Links

Landscapes

  • Sowing (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het egalise­ ren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw. De uitvinding wordt gekenmerkt doordat deze de stap omvat van het egaliseren van de bodemlaag middels het in een longitudinale richting door de bodemlaag verplaatsen van ten minste een cilinder, bij voorkeur twee naast elkaar gepositioneerde en tegengesteld draaiende cilinders, welke ten minste ene cilinder met een lengteas loodrecht op de te behandelen bodemlaag is gepositioneerd. De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het zaaien van zaden volgens deze methode en een inrichting voor toepassing daarbij.

Description

Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het zaaien van zaden, bollen en knollen volgens conclusie 15 en een inrichting volgens conclusie 16.
Een dergelijke werkwijze is in de techniek bekend. Het is bekend om grond voor te bewerken en vervolgens zaden, bollen of knollen (hierna algemeen aangeduid als "zaden") op de grond te verdelen waarna eventueel een afdeklaag over de zaden en dergelijke wordt aangebracht. Ook de hierbij toegepaste inrichting moet bekend worden geacht.
De bekende werkwijze en inrichting hebben als nadeel dat de ligging van de zaden op de ondergrond (tevens omvattende bol- en knolgewassen, zoals hiervoor gedefinieerd) onregelmatig is, wat tot gevolg heeft dat de ontkieming van de zaden en groei van de planten onregelmatig is. Met name wanneer zaden worden gezaaid met hoge plantdichtheid is een regelmatige diepteligging van de zaden, bollen of knollen van groot belang. Dit geldt bijvoorbeeld ook, maar niet uitsluitend, voor gekiemde zaden die voor verdere ontwikkeling worden geoogst voor herplanting op een andere locatie. Echter, de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn hiertoe niet beperkt maar zijn zondermeer geschikt voor toepassing bij feitelijk alle zaden, bol- en knolgewassen, zoals groenten en sierteeltgewassen.
De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde werkwijze en inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die een nauwkeurige verspreiding van zaden verschaft welke gelijkmatig over en op in hoofdzaak dezelfde diepte in de grond zijn gezaaid.
Tevens heeft de uitvinding tot doel een verbeterde inrichting te verschaffen.
Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm een werkwijze die de maatregelen van conclusie 1 bevat. Deze werkwijze heeft het voordeel dat een zeer gelijkmatige bewerking van de bodemlaag wordt verkregen. Dit levert een klein specifiek oppervlak van de bodem op. Hierdoor kunnen zaden, bollen of knollen zeer gelijkmatig worden verspreid. Door de vlakke bodemlaag zullen de zaden, bollen of knollen exact op de gewenste positie kunnen worden aangebracht en zullen ze die positie behouden. Ook bij het aanbrengen van gewasbeschermingsmiddelen heeft een vlakke bodem een voordeel, namelijk dat per eenheid oppervlak een grotere hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel wordt aangebracht dan wanneer de bodem een onregelmatig oppervlak bezit.
Tevens is gebleken dat de werkwijze volgens de uitvinding ervoor zorgdraagt dat de zaden alle in hoofdzaak dezelfde diepte in de bodemlaag zullen verkrijgen, waardoor de vochtbehoefte en noodzaak tot aanbrengen van gewasbeschermingsmiddelen voor alle gekiemde zaden in hoofdzaak gelijk is. Een dergelijke synergetische werking is volkomen onverwacht.
Het heeft hierbij in het bijzonder de voorkeur dat de werkwijze omvattende de toepassing van een veelvoud van cilinders, bij voorkeur een veelvoud van sets van twee cilinders welke gezamenlijk een zaaibed vormen met een breedte van het aantal cilinders. Dit levert een vergrote bewerkte bodemlaag op waardoor een vergroot zaaibed wordt verkregen.
De uitvinding kan op geschikte wijze worden uitgevoerd met slechts een enkele roterende cilinder, of een veelvoud van telkens een enkele roterende cilinder. Naar opzij verplaatst bodemmateri-aal zal eenvoudig over het bewerkte bodemoppervlak worden verdeeld, bijvoorbeeld over zaden, bollen of knollen die op de bewerkte bodem zijn aangebracht. Bij voorkeur wordt echter een set (of meerdere sets) van twee cilinders toegepast, waardoor een vergroot bewerkt bodemoppervlak wordt verkregen. Bij toepassing van een set van twee cilinders, die tegen elkaar indraaien, zal naar opzij verplaatst bodemmateriaal weer eenvoudig over het bewerkte bodemoppervlak worden verdeeld, bijvoorbeeld over zaden, bollen of knollen die op de bewerkte bodem zijn aangebracht. Door de cilin- ders, of sets van cilinders, in de longitudinale richting, versprongen te positioneren, kan het verplaatste bodemmateriaal makkelijk op de bewerkte bodem worden terug verdeeld. Dat zal niet eenvoudig mogelijk zijn indien alle cilinders onmiddellijk aanliggend naast elkaar zijn gepositioneerd.
Hierna zal voor het gemak van de beschrijving in hoofdzaak worden verwezen naar sets van twee cilinders, waar echter tevens het gebruik van een enkele cilinder wordt bedoeld. De beschrijving van tegen elkaar in draaiende cilinders is uiteraard niet van toepassing op een enkele cilinder.
Een zeer vlak en gelijkmatig zaaibed wordt met name verkregen wanneer de werkwijze een eerste stap omvat van het losmaken van de bodemlaag, bij voorkeur met een eg, bijvoorbeeld een rotorkopeg of schudeg, een optionele tweede stap van het verkleinen van kluiten, bijvoorbeeld met een draaiende trommel, en een derde stap van het behandelen van de bodemlaag met de ten minste ene cilinder ter vorming van een vlakke bodemlaag die geschikt is als zaaibed voor zaden.
Om een maximaal geoptimaliseerde vlakheid van het zaaibed te verkrijgen heeft het de voorkeur dat de werkwijze het aandrukken van het zaaibed met een rol omvat.
Een orgaan om de losgemaakte bodemlaag te behandelen kan op voordelige wijze een harkrol of dergelijke zijn. Hierdoor worden eventuele kluiten verkleind waardoor een gelijkmatig zaaibed wordt verkregen.
De cilinders worden in een longitudinale richting over de bodemlaag verplaatst. De cilinders zijn dicht bij elkaar gelegen, in hoofdzaak tegen elkaar aan, waarbij ze elk in een andere richting draaien. Aan de voorzijde van de cilinders, dat wil zeggen aan de zijde waarin de over de bodemlaag worden verplaatst, draaien de cilinders van elkaar af. Doordat de onderzijde van de cilinders enigszins in de bodemlaag is gelegen zal door de draaiende beweging van de cilinders grond naar een positie aan weerszijden van de set cilinders worden verplaatst. Om hierbij een maximale breedte van de behandelde bodemlaag te verkrijgen, en dus een maximale breedte van het door de cilinders gevormde zaaibed, heeft het de voorkeur dat een set van twee cilinders in hoofdzaak dwars op de longitudinale richting is geplaatst. Een lijn door de draaiassen van de cilinders ligt dan loodrecht op de longitudinale verplaat-singsrichting van de cilinders.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat een veelvoud aan sets cilinders is voorzien en elke set een in de longitudinale richting lopende bodemdeelstrook bewerkt, zodanig dat de bodemdeelstroken in hoofdzaak aanliggend zijn gelegen ter vorming van een zaaibed. Dit levert een optimale bewerking van de bodemlaag en een optimaal zaaioppervlak.
Om een nauwkeurige en optimale bewerking van de bodemlaag te verkrijgen heeft het de voorkeur dat sets cilinders welke aanliggende bodemdeelstroken bewerken in de longitudinale richting versprongen zijn gepositioneerd. Een eerste set cilinders die een eerste bodemdeelstrook bewerkt, zal hierbij op een relatief vooraan liggende positie werkzaam zijn terwijl een naastliggende set cilinders die een tweede daarnaast liggende bodemdeelstrook bewerkt, op een relatief achteraan liggende positie werkzaam zal zijn. Een derde set cilinders kan dan weer op een relatief vooraan liggende positie werkzaam zijn. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat het door een set cilinders naar opzij verplaatste bo-demmateriaal terug kan worden verplaatst over de door die cilinders bewerkte bodemdeelstrook.
Om ervoor te zorgen dat het naar opzij verplaatste bodemmate-riaal daadwerkelijk naar opzij wordt verplaatst en niet aan de achterzijde op de bewerkte bodemdeelstrook terugvalt voordat de zaden daarover worden verdeeld, heeft het de voorkeur dat een schraaporgaan is voorzien aan elke cilinder, bij voorkeur op een van de andere cilinder van een set afgelegen positie, voor het verwijderen van aan de cilinder aanwezig bodemmateriaal. Hierdoor wordt een naar opzij verplaatste positie van het bodemmateriaal eenvoudig zeker gesteld.
Vervolgens kan het naar opzij verplaatste bodemmateriaal weer terug worden verplaatst middels een achter een cilinder, bij voorkeur achter een set cilinders, voorzien verdeelorgaan dat bijvoorbeeld kan bestaan uit een eenvoudige geleidende plaat die vanaf een eerste positie aan een zijkant van de behandelde deelstrook naar een tweede positie tot boven de deelstrook loopt, voor het over de achter die cilinder of set cilinders aangebrachte zaden verdelen van door de ten minste ene cilinder verplaatst bodemmate-riaal. De eerste positie is, ten opzichte van de verplaatsings-richting, op een relatief voorste positie gelegen terwijl de tweede positie op een relatief achterste positie is gelegen. De onderkant van het verdeelorgaan kan bijvoorbeeld op de oorspronkelijke hoogte van de behandelde bodemlaag zijn gelegen.
Een verplaatsing van het door de cilinders behandelde bodem-materiaal wordt in het bijzonder verkregen wanneer twee naast elkaar gelegen cilinders aan de in de verplaatsingsrichting gelegen zijde van elkaar afdraaien.
Een evenredige verdeling van zaden op de behandelde bodemlaag wordt in het bijzonder effectief verkregen wanneer een orgaan voor het aanbrengen van zaden een van gleuven voorziene glijbaan omvat voor het gericht op de bodemlaag positioneren van de zaden.
Een optimale fixatie van de zaden in de zaaibedstrook voordat het naar opzij verplaatste bodemmateriaal erover wordt verdeeld wordt verkregen wanneer een drukrol is voorzien voor het aandrukken van de aangebrachte zaden in de bodemlaag.
Een uitstekend resultaat wordt verkregen wanneer in de werkwijze volgens de uitvinding de cilinders in een diepte van tussen 0 tot 6 cm door de te behandelen bodemlaag worden gevoerd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het zaaien van zaden, bollen of knollen, omvattende het egaliseren van een bodemlaag volgens de uitvinding middels het in een longitudinale richting door de bodemlaag verplaatsen van ten minste een cilinder, bij voorkeur twee naast elkaar gepositioneerde en tegengesteld draaiende cilinders, welke ten minste ene cilinder met een lengteas loodrecht op de te behandelen bodemlaag is gepositioneerd en het op de door de ten minste ene cilinder behandelde bodemlaag aanbrengen van de zaden, bollen of knollen.
Volgens een verder aspect heeft de uitvinding tevens betrekking op een inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw, in het bijzonder voor het aanbrengen van zaden op een bodemlaag, voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding. De inrichting is ingericht voor het in een longitudinale richting verplaatsen daarvan, waarbij de inrichting omvat: ten minste een cilinder, bij voorkeur twee naast elkaar gepositioneerde cilinders, welke ten minste ene cilinder met een lengteas in hoofdzaak loodrecht op de te behandelen bodemlaag is gepositioneerd en welke is ingericht voor het uitvoeren van een rotatie, in het geval van ten minste twee cilinders bij voorkeur een tegengesteld draaiende rotatie, voor het egaliseren van de bodemlaag teneinde deze voor te bereiden voor het aanbrengen van de zaden. Hiermee worden de voordelen en effecten verkregen zoals hiervoor beschreven aan de hand van de werkwijze volgens de uitvinding en waarbij dezelfde of overeenkomstige eigenschappen en maatregelen zijn toegepast.
De inrichting volgens de uitvinding kan voorts de maatregelen en onderdelen omvatten welke hiervoor zijn beschreven aan de hand van de werkwijze volgens de uitvinding.
Enkele van de voordelige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zullen hierna worden besproken, waarbij expliciet wordt vermeld dat de inrichting volgens de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvormen is beperkt.
Bij voorkeur omvat de inrichting een ten opzichte van de ver-plaatsingsrichting achter de ten minste ene cilinder geplaatst toevoerorgaan voor zaden, bollen of knollen.
Volgens een verdere voorkeuruitvoeringsvorm omvat de inrichting twee naast elkaar gelegen cilinders welke zijn ingericht om aan de in de verplaatsingsrichting gelegen zijde van elkaar af te draaien.
Het heeft met name de voorkeur dat de inrichting, ten opzichte van de verplaatsingsrichting, achter een cilinder, bij voorkeur achter een set cilinders, een verdeelorgaan omvat voor het over de achter die cilinder, bij voorkeur achter de set cilinders, aangebrachte zaden verdelen van door de cilinder verplaatst bodemmate-riaal.
De inrichting omvat voorts bij voorkeur een drukrol voor het aandrukken van de aangebrachte zaden in de bodemlaag.
De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in:
Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een inrichting voor toepassing in de werkwijze volgens de uitvinding, en
Fig. 2 een schematisch bovenaanzicht van een inrichting voor toepassing in de werkwijze volgens de uitvinding.
In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde ver-wijzingscijfers aangeduid. Echter, de voor een praktische uitvoering van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle getoond, vanwege de eenvoud van de weergave. De afzonderlijke, in de figuren getoonde onderdelen zullen in de praktijk aan een frame zijn bevestigd dat al deze onderdelen draagt. Het frame met de onderdelen, hierna aangeduid als "inrichting volgens de uitvinding" of "inrichting" wordt in het geheel in de longitudinale richting voortbewogen middels een tractor of dergelijke.
De zijde waar de inrichting naartoe wordt bewogen wordt hier aangeduid als voorzijde, terwijl de zijde die is afgericht van de zijde waarheen de inrichting wordt voortbewogen de achterzijde is.
Fig. 1 toont een inrichting 1 voor het bewerken van een bodemlaag om zaden te zaaien, waarbij de inrichting 1 een voorzijde 2 en een achterzijde 3 omvat. De inrichting 1 is ingericht om te worden verplaatst in een longitudinale richting 4, schematisch aangeduid met een pijl. De inrichting 1 omvat een orgaan 5 om de bodemlaag 6 enigszins los te maken. Dit kan een eg 5, bijvoorbeeld een rotorkopeg 5 zijn. Vervolgens is een rol 7 voorzien die over de losgemaakte bodemlaag 6 wordt gevoerd. Deze rol 7 is bij voorkeur ingericht voor het verkleinen van kluiten die door orgaan 5 zijn gevormd.
Achter de rol 7 is een set cilinders 8 voorzien, waarbij slechts een enkele cilinder 8 zichtbaar is in de Fig. 1. In Fig. 2 is duidelijk weergegeven dat cilinders 8, 9 telkens als een set 10 zijn voorzien.
De cilinders 8, 9 roteren rond een draaias 11 welke samenvalt met de symmetrieas van de cilinders. De draaias 11 is in hoofdzaak loodrecht op de bodemlaag gericht. Doordat beide cilinders 8, 9 in hoofdzaak tegen elkaar aan zijn gepositioneerd en de cilinders tegengesteld draaien, op de wijze zoals met pijlen in de Fig. 2 is aangegeven, wordt bodemmateriaal 12 naar een positie opzij van de set cilinders 8, 9 verplaatst. Om te voorkomen dat bodemmateriaal terug op het door de cilinders 8, 9 bewerkte oppervlak valt, zijn schraapmessen 17 voorzien (niet getoond in Fig. 1) die het aan de cilinders 8, 9 klevende bodemmateriaal van de cilinders schrapen en ervoor zorgdragen dat dit materiaal naast het door de cilinders bewerkte bodemoppervlak terecht komt.
De cilinders steken enigszins tot onder het oppervlak van de bodemlaag 6. Hierdoor wordt ten opzichte van de oorspronkelijke hoogte van de bodemlaag 6, een enigszins verdiept zaaibed 13 gevormd waarin zaden 14 via een toevoerorgaan 15, bijvoorbeeld een glijbaan 15, kunnen worden aangebracht. Nadat de zaden 14 op het zaaibed 13 zijn aangebracht kan een drukrol 16 over het zaaibed 13 worden gevoerd om de zaden 14 te fixeren in het bodemmateriaal. Vervolgens wordt de door de cilinders 8, 9 naar opzij verplaatste bodemmateriaal over het zaaibed 13 verdeeld om de zaden te bedekken. Hierdoor kan een bewerkte bodemlaag 22 met in hoofdzaak de oorspronkelijke hoogte van de bodemlaag 6 worden verkregen. Om het bodemmateriaal te verplaatsen zijn verdeelorganen 18, 19 voorzien.
De cilinders 8, 9 kunnen aan het in de bodemlaag gestoken uiteinde een loskoppelbare slijtrand 20 omvatten welke kan worden vervangen wanneer die door interactie met de bodem is versleten. Ook kunnen de verdeelorganen 18, 19 een dergelijke slijtrand 21 omvatten.
In Fig. 2 zijn ten behoeve van de duidelijkheid slechts achter een enkele set 10 van cilinders 8, 9 de drukrol, toevoerorgaan en dergelijke getoond. Al deze onderdelen bevinden zich in de praktijk achter elke set 10 om een zaaibed over de gehele breedte van de inrichting 1 te verkrijgen.
De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.
De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.

Claims (20)

1. Werkwijze voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het egaliseren van de bodemlaag middels het in een longitudinale richting door de bodemlaag verplaatsen van ten minste een cilinder, bij voorkeur twee naast elkaar gepositioneerde en tegengesteld draaiende cilinders, welke ten minste ene cilinder met een lengteas loodrecht op de te behandelen bodemlaag is gepositioneerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de toepassing van een veelvoud van cilinders, bij voorkeur een veelvoud van sets van twee cilinders, welke gezamenlijk een zaaibed vormen met een breedte van het aantal cilinders.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij deze een eerste stap omvat van het losmaken van de bodemlaag, een optionele tweede stap van het verkleinen van kluiten en een derde stap van het behandelen van de bodemlaag met de ten minste ene cilinder ter vorming van een vlakke bodemlaag als zaaibed voor zaden, bollen of knollen.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, omvattende het behandelen van de losgemaakte bodemlaag met een rol.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de rol een harkrol of dergelijke is.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke set van twee cilinders in hoofdzaak dwars op de longitudinale richting is geplaatst.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een veelvoud aan sets cilinders is voorzien en elke set een in de longitudinale richting lopende bodemdeelstrook bewerkt, zodanig dat de bodemdeelstroken in hoofdzaak aanliggend zijn gelegen ter vor- ming van een zaaibed.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij sets cilinders welke aanliggende bodemdeelstroken bewerken in de longitudinale richting versprongen zijn gepositioneerd.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een schraaporgaan is voorzien aan elke cilinder, bij voorkeur op een van de andere cilinder van een set afgelegen positie, voor het verwijderen van aan de cilinder aanwezig bodemmateriaal.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij achter een cilinder, bij voorkeur achter een set cilinders, een ver-deelorgaan is voorzien voor het over de achter die cilinder of set cilinders aangebrachte zaden verdelen van door de ten minste ene cilinder verplaatst bodemmateriaal.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij twee naast elkaar gelegen cilinders aan de in de verplaatsingsrichting gelegen zijde van elkaar afdraaien.
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van het op de met de ten minste ene cilinder bewerkte bodemlaag aanbrengen van zaden, bollen of knollen, waarbij een orgaan voor het aanbrengen van de zaden, bollen of knollen een van gleuven voorziene glijbaan omvat voor het gericht op de bodemlaag positioneren van de zaden, bollen of knollen.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij een drukrol is voorzien voor het aandrukken van de aangebrachte zaden, bolen of knollen in de bodemlaag.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de cilinders in een diepte van tussen 0 tot 6 cm door de te behandelen bodemlaag worden gevoerd.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies voor het zaai- en van zaden, bollen of knollen, omvattende het egaliseren van een bodemlaag volgens een der conclusies 1 tot en met 14 middels het in een longitudinale richting door de bodemlaag verplaatsen van ten minste een cilinder, bij voorkeur twee naast elkaar gepositioneerde en tegengesteld draaiende cilinders, welke ten minste ene cilinder met een lengteas loodrecht op de te behandelen bodemlaag is gepositioneerd en het op de door de ten minste ene cilinder behandelde bodemlaag aanbrengen van de zaden, bollen of knollen.
16. Inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw, in het bijzonder voor het aanbrengen van zaden, bollen of knollen op een bodemlaag, voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, welke inrichting is ingericht voor het in een longitudinale richting verplaatsen daarvan, waarbij de inrichting omvat: ten minste een cilinder, bij voorkeur twee naast elkaar gepositioneerde cilinders, welke ten minste ene cilinder met een lengteas loodrecht op de te behandelen bodemlaag is gepositioneerd en welke is ingericht voor het uitvoeren van een rotatie, in geval van ten minste twee cilinders bij voorkeur een tegengesteld draaiende rotatie, voor het egaliseren van de bodemlaag teneinde deze voor te bereiden voor het aanbrengen van de zaden .
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de inrichting een ten opzichte van de verplaatsingsrichting achter de ten minste ene cilinder geplaatst toevoerorgaan voor zaden omvat.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, waarbij twee naast elkaar gelegen cilinders zijn ingericht om aan de in de verplaatsingsrichting gelegen zijde van elkaar af te draaien.
19. Inrichting volgens een der conclusies 16 tot 18, omvattende, ten opzichte van de verplaatsingsrichting, achter een cilinder, bij voorkeur achter een set cilinders, een verdeelorgaan voor het over de achter die cilinder, bij voorkeur achter de set cilinders, aangebrachte zaden verdelen van door de cilinder verplaatst bodem-materiaal.
20. Inrichting volgens een der conclusies 16 tot 19, omvattende een drukrol voor het aandrukken van de aangebrachte zaden, bollen of knollen in de bodemlaag.
NL2013329A 2014-08-14 2014-08-14 Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw. NL2013329B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013329A NL2013329B1 (nl) 2014-08-14 2014-08-14 Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013329A NL2013329B1 (nl) 2014-08-14 2014-08-14 Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013329B1 true NL2013329B1 (nl) 2016-09-22

Family

ID=57838587

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013329A NL2013329B1 (nl) 2014-08-14 2014-08-14 Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2013329B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU71206U1 (ru) Почвообрабатывающий посевной агрегат
RU147013U1 (ru) Почвообрабатывающая машина для полосовой обработки почвы
RU2668090C2 (ru) Устройство для боронования и способ боронования
JP5397954B2 (ja) 耕耘同時施用機
RU2362288C2 (ru) Способ обработки почвы с внесением удобрений и посевом, почвообрабатывающий посевной агрегат
GB2090714A (en) Method and apparatus for re-seeding grassland
NL2013329B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het egaliseren van een bodemlaag voor land- en tuinbouw.
EP1897429A1 (en) Device for the under surface incorporation of liquids into agricultured soil
RU2369073C1 (ru) Универсальный комплекс для возделывания картофеля
EP3958662B1 (en) Plant cultivation method
RU2238624C2 (ru) Способ прямого посева трав и устройство для его реализации
EP0586950B1 (de) Drillmaschine
RU2474099C1 (ru) Способ посева и ухода за зерновыми, злаковыми и бобовыми культурами и устройство для его осуществления
AU632512B2 (en) Agriculural seed planter
RU2341049C1 (ru) Почвообрабатывающе-посевной комплекс
RU2380877C1 (ru) Разбрасыватель органических удобрений
RU2675492C1 (ru) Способ посева сельскохозяйственных культур и устройство для его осуществления
CZ2015105A3 (cs) Zemědělský stroj pro pásové zpracování půdy
RU68842U1 (ru) Комбинированное почвообрабатывающее орудие
RU2370934C1 (ru) Способ обработки почвы и комбинированное почвообрабатывающее орудие (варианты)
GB2065431A (en) Implement combination
RU2127964C1 (ru) Орудие для противоэрозионной обработки почвы
CN203884327U (zh) 一种农作物覆膜机
CZ305556B6 (cs) Zařízení pro zpracování půdy
RU2824529C1 (ru) Сельскохозяйственное устройство для обработки почвы

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180901