NL1026272C2

NL1026272C2 - Werkwijze, server en systeem voor het opzetten van een telefoonverbinding.

Info

Publication number: NL1026272C2
Application number: NL1026272A
Authority: NL
Inventors: Susan Duinhoven; Thomas Charles Snijder
Original assignee: Telefoongids B V De
Priority date: 2004-05-26
Filing date: 2004-05-26
Publication date: 2005-11-30
Also published as: WO2005117460A1

Description

Werkwijze, server en systeem voor het opzetten van een telefoonverbinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opzetten van een verbinding tussen een eerste telefoontoestel van een gebruiker en een tweede telefoontoestel van een ontvanger, waarbij het eerste telefoontoestel een eerste telefoonnummer heeft en het tweede telefoontoestel een tweede telefoonnummer heeft, en de werkwijze omvat: - het van een computerinrichting via een eerste netwerk ontvangen van een 10 zoekopdracht naar het tweede telefoonnummer, - het in een gegevensbank zoeken naar gegevens die met de zoekopdracht overeenkomen, waaronder een of meerdere telefoonnummers die bij de ontvanger horen, - het via het eerste netwerk naar de computerinrichting uitvoeren van de gevonden 15 gegevens.

De uitvinding heeft verder betrekking op een server voor het opzetten van een dergelijke verbinding en een systeem, omvattende een dergelijke server.

Het gebruik van papieren telefoonboeken wordt in toenemende mate overgenomen 20 door het gebruik van elektronische telefoonboeken, die met behulp van bijvoorbeeld een eenvoudige personal computer geraadpleegd kunnen worden. De gegevens van dergelijke elektronische telefoonboeken kunnen bijvoorbeeld door de personal computer van een harde schijf of CD-ROM afgelezen worden. Een dergelijk gegevensbank kan bijvoorbeeld bestaan uit een verzameling bestanden waarin naam, 25 adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer van personen en/of bedrijven zijn opgenomen.

Aangezien de telefoongegevens een dynamisch bestand vormen waarin voortdurend wijzigingen optreden, zijn er momenteel ook elektronische telefoongidsen in gebruik, 30 waarbij de gegevens van een centrale gegevensbank gehaald kunnen worden. De gebruiker maakt dan bijvoorbeeld via het internet contact met een server van een aanbieder. Via de homepage van de aanbieder kan de gebruiker een of meerdere 1026272 2 gegevens invoeren, bijvoorbeeld naam en woonplaats van de persoon waarvan de gebruiker het telefoonnummer wil achterhalen.

1- ' ►' I i j l Nadat de gebruiker een zoekopdracht gegeven heeft, zoekt de server van de aanbieder 5 in de gegevensbank naar bestanden die aan de zoekopdracht voldoen. Als er een of meerdere bestanden voldoen aan de opgegeven zoekopdracht, dan worden deze resultaten aan de gebruiker gepresenteerd via zijn personal computer.

Op deze manier kan de gebruiker op relatief eenvoudige wijze het telefoonnummer van 10 een bepaald persoon of een bepaald bedrijf achterhalen. De gebruiker hoeft geen papieren telefoongids te hebben, en heeft altijd toegang tot een gegevensbank, die is aangepast aan de laatste mutaties.

Nadat de gebruiker op deze manier een bepaald telefoonnummer heeft achterhaald, 15 moet hij/zij dit nummer ovememen van het computerscherm en deze invoeren in een telefoontoestel om een telefonische verbinding tot stand te brengen. Deze handeling kost tijd en aandacht van de gebruiker. Ook is het mogelijk dat de gebruiker een fout maakt bij het ovememen van het telefoonnummer.

20 Verder is het voor de ontvanger van het gesprek niet mogelijk om te achterhalen of het gesprek tot stand is gekomen op basis van vermelding in de elektronische telefoongids. Met name voor bedrijven die geld betalen voor vermelding in bepaalde elektronische telefoongidsen kan het nuttig zijn om gegevens te hebben over het aantal gesprekken dat op basis van een vermelding in een dergelijke elektronische telefoongids tot stand 25 komt. Dergelijke informatie is momenteel niet op betrouwbare wijze te verkrijgen.

Het doel van de uitvinding is om een systeem en werkwijze te verschaffen waarin de gebruiker in staat wordt gesteld om op een eenvoudige wijze een bepaald telefoonnummer op te zoeken en aansluitend op eenvoudige wijze een 30 telefoonverbinding tot stand kan brengen. In een uitvoeringsvorm is het een doel van de uitvinding om een systeem en werkwijze te verschaffen waarmee op eenvoudige en betrouwbare wijze informatie te verkrijgen is over het aantal gesprekken dat tot stand komt op basis van vermelding in een bepaalde elektronische telefoongids.

1026272 3

De genoemde doelen worden bereikt met een werkwijze zoals beschreven in de aanhef, / · : i j' met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: ! - het via het eerste netwerk ontvangen van een initiatiesignaal van de ' t i 5 computerinrichting voor het opzetten van de verbinding, en - het op basis van het ontvangen initiatiesignaal opzetten van een telefoonverbinding tussen het eerste telefoontoestel en het tweede telefoontoestel.

Een dergelijke werkwijze maakt het mogelijk aan een gebruiker om een verbinding tussen een telefoontoestel van de gebruiker en de ontvanger op te zetten, 10 zonder dat een gevonden telefoonnummer van een computerscherm over hoeft te worden genomen. Een verder voordeel is dat het op eenvoudige manier mogelijk is om te registreren dat het gesprek tot stand is gekomen op basis van vermelding in een bepaalde elektronische telefoongids. Voor de gebruiker is het voorts op eenvoudige wijze om via een eerste netwerk een collect call op te zetten via een tweede netwerk 15 tussen zijn telefoontoestel en dat van een ontvanger.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waarbij het opzetten van een telefoonverbinding plaatsvindt met gebruik van collect call technologie. Dit maakt het mogelijk op voordelige wijze gebruik te maken van 20 bestaande technologieën en maakt het mogelijk om de kosten van het gesprek op eenvoudige wijze naar de juiste partij te laten gaan.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waar het opzetten van een telefoonverbinding plaatsvindt door eerst het eerste 25 telefoontoestel op te bellen en na ontvangst van een toestemmingssignaal van het eerste telefoontoestel het tweede telefoontoestel op te bellen. Deze werkwijze kan bij voorkeur gebruikt worden voor het opzetten van een telefoonverbinding waarvan de kosten voor de gebruiker van het eerste telefoontoestel zijn en deze zodoende in staat wordt gesteld de kosten van de verbinding te accepteren.

30

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waar het opzetten van een telefoonverbinding plaatsvindt door eerst het tweede telefoontoestel op te bellen en na ontvangst van een toestemmingssignaal van het t 026272 4 tweede telefoontoestel het eerste telefoontoestel op te bellen. Deze werkwijze kan bij voorkeur gebruikt worden voor het opzetten van een telefoonverbinding waarvan de kosten voor de gebruiker van het tweede telefoontoestel zijn en deze zodoende in staat wordt gesteld de kosten van de verbinding te accepteren.

5 Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waarbij het opzetten van de verbinding tussen het eerste telefoontoestel en het tweede telefoontoestel plaatsvindt door het verzenden van een belopdracht aan een centrale voor het opzetten van de verbinding. Dit maakt het op eenvoudige wijze mogelijk om een telefoonverbinding op te zetten.

10

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waarbij het initiatiesignaal ten minste het eerste en/of het tweede telefoonnummer omvat. Deze informatie s nodig om een telefoonverbinding op te zetten tussen de twee telefoontoestellen.

15

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waarin de werkwijze verder omvat: - het in een bestand opslaan van het telefoonnummer van het telefoontoestel van de gebruiker op de computerinrichting van de gebruiker. Als de computerinrichting een 20 tweede maal gebruikt wordt in de werkwijze volgens de uitvinding, kan dit bestand eenvoudig worden uitgelezen en hoeft de in het bestand opgeslagen informatie niet opnieuw door een gebruiker worden ingevoerd.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, 25 waarin het eerste netwerk het internet is en waarin de verbinding wordt opgezet in een tweede netwerk, waarbij het tweede netwerk het Public Switched Telephone NetWork is.

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een server voor het 30 opzetten van een verbinding tussen een eerste telefoontoestel van een gebruiker en een tweede telefoontoestel van een ontvanger, waarbij het eerste telefoontoestel een eerste telefoonnummer heeft en het tweede telefoontoestel een tweede telefoonnummer heeft, waarbij de server een processor omvat, en de processor is verbonden met 1026272 5 geheugencomponenten en de processor is verbonden met een eerste netwerk door middel van invoer/uitvoermiddelen, en waarbij de server is ingericht voor: - het door middel van de invoer/uitvoermiddelen via een eerste netwerk ontvangen van een zoekopdracht naar het tweede telefoonnummer, 5 - het in de geheugencomponenten zoeken naar gegevens die met de zoekopdracht overeenkomen, waaronder een of meerdere telefoonnummers die bij de ontvanger horen, - het door middel van de invoer/uitvoermiddelen via het eerste netwerk uitvoeren van de gevonden gegevens, 10 met het kenmerk, dat de server verder is ingericht voor: - het door middel van de invoer/uitvoermiddelen via het eerste netwerk ontvangen van een initiatiesignaal voor het opzetten van de verbinding, en - het op basis van het ontvangen initiatiesignaal genereren van een signaal voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen het eerste telefoontoestel en het tweede 15 telefoontoestel.

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een systeem omvattende een server en een centrale, waarbij de server is ingericht zoals hierboven beschreven en de centrale is ingericht om de telefoonverbinding op te zetten na ontvangst van het 20 signaal.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een systeem, welke is ingericht met collect call technologie.

25 Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een personal computer voorzien van een cookie welke geschikt is om uitgelezen te worden door de server zoals hierboven beschreven en het eerste telefoonnummer omvat

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele 30 tekeningen, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden worden getoond. De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet ter beperking van de beschermingsomvang die wordt gedefinieerd door de conclusies.

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, ιί 026272 6

Figuur 2 toont aan de hand van een stroomschema een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, ' Figuur 3 toont schematisch een server van een aanbieder volgens de onderhavige 1 ’ uitvinding.

·; ' ' 5

Fig. 1 toont een computerinrichting PCA, bijvoorbeeld een personal computer, die is ingericht om via een eerste netwerk N1 contact te maken met een server HP van een aanbieder van een elektronische telefoongids, die beschikt over een gegevensbank met telefoongegevens. De server HP is in staat contact te maken met een centrale computer 10 TP van een telefooncentrale. De centrale computer TP is ingericht om via een tweede netwerk N2 verbindingen tot stand te brengen tussen verschillende telefoontoestellen, zoals tussen de getoonde telefoontoestellen TA en TB, welke zowel zogenaamde ‘vaste’ telefoontoestellen kunnen zijn, alsook mobiele telefoontoestellen. Een “telefoontoestel” moet hier breed worden opgevat, namelijk als omvattende elk type j 1S apparaat waarmee een telecommunicatieverbinding kan worden opgezet. Hier is het j telefoontoestel TA het telefoontoestel waarmee de gebruiker wil opbellen naar het j i

telefoontoestel TB, dat aan een derde partij behoort. I

/

Een gebruiker van de computerinrichting PCA kan in de gegevensbank van de server 20 HP zoeken naar een bepaald telefoonnummer, bijvoorbeeld door het via het Internet invoeren van een bepaalde zoekopdracht (naam + woonplaats) op een zoekscherm van een web-site die bij de server HP hoort. De interactie tussen de computerinrichting PCA van de gebruiker en de server HP wordt in Fig. 1 aangegeven met verwijzingscijfer 1.

25

Aan de hand van een dergelijke zoekopdracht zoekt de server HP in zijn gegevensbank naar gegevens die met de zoekopdracht overeenkomen en voert de resultaten van de zoekactie uit naar de computerinrichting PCA. De gevonden resultaten verschijnen op een scherm van de computerinrichting PCA van de gebruiker.

30

De gebruiker kan met het in Fig. 1 getoonde systeem op eenvoudige wijze een telefoonverbinding opbouwen, zoals hieronder nader beschreven wordt 1026272 7

Aan de hand van de door de gebruiker opgegeven zoekopdracht kan de server HP een of meerdere resultaten tonen aan de gebruiker. Volgens de uitvinding zal de gebruiker • > in staat zijn om aan de server HP aan te geven dat hij/zij een telefoonverbinding wil i * i ; opzetten tussen zijn telefoontoestel TA en het telefoontoestel TB, waarbij het S telefoontoestel TB bij een telefoonnummer hoort dat ten minste een van de door de server HP aangeleverde resultaten is.

De gebruiker van de computer PCA kan dit initiëren door een initiatiesignaal naar de server HP te sturen. Dit kan bijvoorbeeld op eenvoudige wijze gebeuren door met een 10 muis op een door de server HP daarvoor getoonde virtuele knop of icoon te klikken. Een dergelijke icoon kan door de server HP worden weergegeven, bijvoorbeeld naast het getoonde zoekresultaat op het scherm van de computerinrichting PCA. In het geval er meerdere zoekresultaten getoond worden aan de gebruiker van de computerinrichting PCA, kunnen er meerdere iconen worden weergegeven, waarbij 1S elke icoon geassocieerd is met een bepaald zoekresultaat. Het is ook mogelijk dat het telefoonnummer zelf is uitgevoerd als icoon. Het zal duidelijk zijn dat er ook andere mogelijkheden zijn voor de gebruiker om een initiatiesignaal naar de server HP te sturen.

20 Het initiatiesignaal dat de gebruiker via zijn computerinrichting PCA naar de server HP

stuurt omvat niet alleen het telefoonnummer van het telefoontoestel TB, maar ook het telefoonnummer van het telefoontoestel TA van de gebruiker. Als de gebruiker voor de eerste keer gebruik maakt van de door de server HP aangeboden dienst, zal de server HP aan de gebruiker vragen om het telefoonnummer van het telefoontoestel TA in te 25 voeren. Na ontvangst van het telefoonnummer van telefoontoestel TA kan de server HP

een bestand, bijvoorbeeld een zogenaamd “cookie”, op de computerinrichting PCA laten opslaan, waarin het telefoonnummer van het telefoontoestel TA is opgeslagen.

Als de gebruiker een volgende maal gebruik wil maken van de door de server HP aangeboden dienst, zal de server HP eenvoudigweg het cookie van de 30 computerinrichting PCA van de gebruiker lezen en hoeft de gebruiker dus niet nogmaals zijn telefoonnummer in te voeten. Een dergelijk cookie is geschikt om te worden uitgelezen door de server HP, bijvoorbeeld doordat het cookie een of meerdere 102&272 8 URL’s (Uniform Resource Locator) omvat waarvoor deze geldig is, in dit geval URL’s die bij de server HP horen.

Uiteraard is het ook mogelijk dat het telefoonnummer van de gebruiker in een speciale 5 databank bij de server HP wordt opgeslagen en gekoppeld wordt aan de gebruiker door middel van een IP-adres of een speciale inlogprocedure die de gebruiker moet doorlopen bij het openen van de web-site van de server HP.

Voorts is het ook nog mogelijk dat het initiatiesignaal slechts een korte verwijzing 10 omvat naar het telefoonnummer van het telefoontoestel TB. Als er bijvoorbeeld tien zoekresultaten aan de gebruiker getoond zijn, kan het initiatiesignaal bijvoorbeeld slechts een verwijzing omvatten naar een bepaald zoekresultaat (bijvoorbeeld nummer “4”, bijvoorbeeld het vierde zoekresultaat. Op deze wijze kan de grootte van de verstuurde data beperkt blijven.

15

Nadat de server HP een dergelijk initiatiesignaal ontvangen heeft, geeft deze het verzoek voor het opzetten van de gewenste telefoonverbinding door aan de centrale TP, zie verwijzingscijfer 2. De centrale TP is nu in staat om via een tweede netwerk N2 een verbinding tot stand te brengen tussen telefoontoestel TA en telefoontoestel TB die 20 gebruik maakt van reeds bestaande techniek voor het initiëren van een ‘collect call’, zie verwijzingscijfer 3.

Het telefoontoestel TA en het telefoontoestel TB zijn beide aangesloten op het tweede netwerk N2, zoals wordt aangegeven met verwijzingscijfers 4 en 5. In het in Fig. 1 25 getoonde voorbeeld zijn beide telefoons rechtstreeks aangesloten op het tweede netwerk N2, maar het zal duidelijk zijn dat beide telefoontoestellen ook aangesloten kunnen zijn op verschillende netwerken en via verschillende netwerken verbinding met elkaar kunnen opbouwen. Zo kan netwerk N2 zelf deels een vast net zijn (bijvoorbeeld PSTN, public switched telephone network) en deels een mobiel netwerk.

30

De centrale TP stuurt nu eerst een oproepsignaal naar het telefoontoestel TA. Zodra de gebruiker zijn telefoontoestel TA hoort oveigaan, neemt hij op en hoort hij een gesproken boodschap waarin hij wordt gevraagd te bevestigen dat hij de verbinding 1026272 9 met telefoontoestel TB daadwerkelijk tot stand wil brengen. In deze boodschap kunnen bijvoorbeeld de naam en/of nummer van de ontvanger zijn opgenomen, alsmede een ί· : | verzoek of de gebruiker de kosten voor de verbinding met het telefoontoestel TB van ! de ontvanger accepteert. De gesproken boodschap kan een vooraf opgenomen

' I I

5 boodschap zijn, maar het is ook mogelijk dat de gebruiker rechtstreeks kan praten met een operator van bijvoorbeeld de centrale TP.

De gesproken boodschap kan uiteraard ook andere onderdelen bevatten, zoals een indicatie van de gesprekskosten per tijdseenheid of bijvoorbeeld een 10 reclameboodschap.

De gebruiker kan het gesprek accepteren door het versturen van een toestemmingssignaal via zijn telefoontoestel TA, bijvoorbeeld door het indrukken van een bepaalde toets op zijn telefoontoestel TA (#), of een bepaalde toetsencombinatie 15 (#*). Nadat de centrale TP de bevestiging van het gesprek heeft ontvangen, schakelt de centrale TP de verbinding door naar het telefoontoestel TB van de ontvanger. De gebruiker van telefoontoestel TA hoort nu het telefoontoestel TB overgaan alsof hij de verbinding op traditionele wijze zelf had geïnitieerd.

20 De ontvanger hoort zijn telefoontoestel TB overgaan. Als de ontvanger het telefoontoestel TB opneemt, kan hij direct in verbinding staan met de gebruiker van het telefoontoestel TA, maar het is ook mogelijk dat de ontvanger eerst een gesproken boodschap hoort die aangeeft dat de verbinding tot stand is gekomen via de server HP. Op deze wijze is het voor de ontvanger op eenvoudige wijze mogelijk om na te gaan 25 hoe vaak zijn telefoonnummer is opgevraagd via de, door de bij server HP horende, aanbieder aangeboden diensten.

De hierboven beschreven telefoonverbinding kan ook omgekeerd worden opgezet, d.w.z. dat de rol van de gebruiker en de ontvanger zijn omgedraaid. Dit betekent dus 30 dat de centrale TP begint met het versturen van een eerste oproepsignaal naar de telefoon TB. De rest van de beschreven procedure zal dan evenzo worden uitgevoerd met verwisselde rollen voor telefoontoestel TA en TB.

1026272 10

In Fig. 2 toont in een stroomschema de stappen die achtereenvolgens door de server HP worden uitgevoerd. De server HP ontvangt in een eerste stap 101 een zoekopdracht van de computerinrichting PCA van de gebruiker via het eerste netwerk NI. In reactie daarop zal de server HP in een volgende stap 102 in een daarvoor bestemde 5 gegevensbank gaan zoeken naar resultaten die overeenstemmen met de ontvangen zoekopdracht. Vervolgens verzendt de server HP de gevonden zoekresultaten via het eerste netwerk NI naar de computerinrichting PCA in stap 103.

Als de aan de gebruiker verzonden resultaten niet aan zijn wensen voldoen, kan de 10 server HP een nieuwe zoekopdracht ontvangen, zoals in Fig. 2 wordt aangegeven met pijl A. Als de aan de gebruiker verzonden resultaten een resultaat omvatten waarmee de gebruiker een telefonische verbinding wil starten, dan ontvangt de server HP een initiatiesignaal van computerinrichting PCA zoals is getoond in stap 104.

15 Aan de hand van het ontvangen initiatiesignaal en de daarin opgenomen informatie verstuurt de server HP in stap 105 een belopdracht aan de centrale TP. Dit kan eenvoudigweg gebeuren via het eerste netwerk NI, maar zou in een alternatieve uitvoeringsvorm ook via een ander netwerk kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld via het tweede netwerk N2.

20

In het geval het telefoonnummer van het telefoontoestel TA van de gebruiker niet bekend is bij de server HP, bijvoorbeeld in het geval de gebruiker voor een eerste maal gebruik maakt van de door de aanbieder van de server HP aangeboden diensten, zal de server HP na het ontvangen van het initiatiesignaal eerst aan de gebruiker het 25 telefoonnummer van telefoontoestel TA vragen, zoals is aangegeven in stap 106. Pas nadat deze door de server HP zijn ontvangen, zal de server HP doorgaan met het uitvoeren van stap 105. Eventueel kan de server HP ook nog een ‘cookie’ laten opslaan op de computerinrichting PCA.

30 Eventueel kan de server HP nadat het initiatiesignaal is ontvangen in stap 104, of nadat de belopdracht is verzonden aan de centrale TP via het eerste netwerk NI en de computerinrichting PCA van de gebruiker informatie weergeven over de status van de verbindingsopbouw. Dit kan een eenvoudige bevestiging zijn van de opdracht en een 1026272 11 indicatie dat de verbinding binnen enkele ogenblikken tot stand gebracht zal worden. Dit is in Fig. 2 weergegeven met stap 107.

5 In het aan de hand van Fig. 1 besproken voorbeeld zijn de computerinrichting PCA en het telefoontoestel TA van de gebruiker weergegeven als twee gescheiden inrichtingen. Het zal echter duidelijk zijn voor een deskundige dat deze twee inrichtingen ook in een enkele inrichting gecombineerd kunnen worden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de gebruiker via zijn mobiele telefoontoestel het internet op gaat (bijvoorbeeld door 10 gebruik te maken van een WAP of i-mode protocol, of toekomstig ander protocol) en op een bepaalde internetpagina een telefoonnummer vindt. In dat geval is het mogelijk dat de gebruiker op een zelfde wijze als hierboven onder verwijzing naar Fig. 1 is besproken een initiatiesignaal naar de server HP van die internetpagina verstuurt en dat de server HP vervolgens een verbinding tot stand brengt tussen het mobiele 15 telefoontoestel TA en het telefoontoestel TB van de ontvanger. In dit geval zijn het eerste netwerk NI en het tweede netwerk N2 dan ook geen fysiek gescheiden netwerken, maar verschillende netwerken in de zin dat er voor het verzenden van data andere protocollen gebruikt worden.

20 Het zal duidelijk zijn voor een deskundige dat de server HP en de centrale TP ook een en dezelfde kunnen zijn.

De server HP die de dienst volgens de uitvinding ondersteunt kan bijvoorbeeld een computerinrichting zijn zoals getoond in Fig. 3. Fig. 3 toont een voorbeeld van een 25 dergelijk computerinrichting met een processor 21 voor het uitvoeren van rekenkundige bewerkingen.

De processor 21 is verbonden met een aantal geheugencomponenten waaronder een harde schijf (hard disk) 18, tape unit 19, Read Only Memory (ROM) 24, Electrically 30 Erasable Programmable Read Only Memory (EEPROM) 23 en Random Access

Memory (RAM) 22. Niet al deze geheugentypen hoeven noodzakelijkerwijs aanwezig te zijn. Bovendien hoeven zij niet fysiek vlak bij de processor 1 te zijn geplaatst. Zij kunnen ook op afstand daarvan zijn geplaatst.

1026272 12

De processor 21 is eveneens verbonden met middelen voor het invoeren van instructies, ! gegevens, enz. door een gebruiker, zoals een toetsenbord 26 en een muis 27. Andere

' * I

, invoeimiddelen, zoals een touch screen, een track ball en/of spraak converter, die 5 bekend zijn aan de deskundige, kunnen eveneens worden toegepast.

Een met de processor 21 verbonden leeseenheid 30 is voorzien. De leeseenheid 30 is ingericht om gegevens te lezen van en eventueel op te slaan op een gegevensdrager, zoals een floppy disk 17 of een CDROM 20. Andere gegevensdragers kunnen 10 bijvoorbeeld DVD's betreffen, zoals bekend is aan de deskundige.

De processor 21 is ook verbonden met een printer 29 voor het printen van uitvoergegevens op papier, alsmede een weergeefeenheid 28, bijvoorbeeld een monitor of LCD (Liquid Ciystal Display) scherm, of enig ander type weergeefeenheid bekend 1S aan de deskundige.

Volgens de uitvinding is de processor 21 verbonden met het eerste netwerk NI, bijvoorbeeld het PSTN (Public Switched Telephone NetWork), een lokaal netwerk (LAN = local area network), een breedgebied-netwerk (WAN - Wide Area NetWork), 20 enz. door middel van invoer/uitvoermiddelen 7. De processor 21 is ingericht om met andere communicatie-inrichtingen te communiceren via het eerste netwerk NL In het geval van de uitvinding kan bijvoorbeeld de (niet getoonde) computerinrichting PCA van de gebruiker inloggen op de processor 21 via het eerste netwerk Nl.

25 De processor kan zijn geïmplementeerd als een op zich zelf staand systeem of als een aantal parallel opererende processoren, die ieder zijn ingericht om subtaken van een groter programma uit te voeren, of als een of meer hoofdprocessoren met diverse subprocessoren. Gedeelten van de functionaliteit van de uitvinding kunnen zelfs, indien gewenst, worden uitgevoerd door op afstand gelegen processoren die met processor 21 30 communiceren via bijvoorbeeld het eerste netwerk Nl.

Volgens de uitvinding kan dus een gebruiker via zijn computerinrichting PCA (niet getoond in Fig. 3) contact maken met de computerinrichting van de server HP via het 1U26272 13 eerste netwerk NI. De server HP ontvangt dan via het eerste netwerk NI en de invoer/uitvoermiddelen 7 een zoekopdracht aan de hand waarvan de server HP in zijn • r gegevensbank gaat zoeken, die bijvoorbeeld is op geslagen op de harde schijf 18. Het I i ) zal duidelijk zijn voor een deskundige dat een dergelijke gegevensbank ook elders kan S zijn opgeslagen. Zo is het mogelijk dat de server HP via de invoer/uitvoermiddelen 7 contact legt met een verdere (niet getoonde) computerinrichting waarop de gegevensbank, of een deel daarvan, zich bevindt.

Als de server HP resultaten gevonden heeft, kan hij deze naar de computerinrichting 10 PCA van de gebruiker uitvoeren via de invoer/uitvoermiddelen 7.

Ook het reeds hierboven besproken initiatiesignaal zal via de invoer/uitvoermiddelen 7 de server HP bereiken. Het eventueel opvragen van het telefoonnummer van het telefoontoestel TA van de gebruiker door de server HP vindt ook plaats via de 15 invoer/uitvoermiddelen 7.

Nadat het initiatiesignaal is ontvangen zal de server HP een belopdracht versturen naar de centrale TP. Deze belopdracht kan verstuurd worden via het eerste netwerk NI met gebruikmaking van de invoer/uitvoermiddelen 7, maar kan ook verstuurd worden via 20 een tweede netwerk N2 (niet getoond in Fig. 3). In dat geval zijn de invoer/uitvoermiddelen 7 ook ingericht om via het tweede netwerk N2 te communiceren.

Het zal duidelijk zijn dat computerinrichting PCA van de gebruiker dezelfde 25 onderdelen als getoond in Fig. 3 met overeenkomstige functionaliteit kan omvatten. Het zelfde geldt voor de centrale TP.

In het geval de server HP en de centrale TP een en dezelfde zijn, zal de belopdracht niet verzonden worden, maar zal de verbinding tussen het telefoontoestel TA en het 30 telefoontoestel TB van de gebruiker meteen worden opgezet. Ook in dat geval zijn de invoer/uitvoermiddelen 7 ingericht om via het tweede netwerk N2 te communiceren.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding ook betrekking heeft op een systeem dat zowel 1026272 14 server HP als centrale TP omvat.

De uitvinding kan ook op voordelige wijze gebruikt worden voor het met behulp van een computerinrichting opzetten van een collect call. Een gebruiker kan bijvoorbeeld 5 een initiatiesignaal naar de server HP versturen, waarbij het telefoonnummer van het telefoontoestel TA en het telefoonnummer van het telefoontoestel TB zijn verwisseld. In dat geval wordt er in eerste instantie een verbinding gemaakt met het telefoontoestel TB en hoort de gebruiker van het telefoontoestel TB na het opnemen een gesproken boodschap waarin het telefoonnummer van het telefoontoestel TA en/of de naam van 10 de gebruiker van het telefoontoestel TA genoemd wordt, en wordt hem gevraagd om de gesprekskosten te accepteren. Als hij het gesprek accepteert wordt de verbinding met het telefoontoestel TA opgezet. Op deze wijze is het mogelijk om op eenvoudige manier een collect call op te zetten via het internet, en is het bijvoorbeeld niet nodig om het telefoonnummer van de collect call service te kennen. Het is nu mogelijk om vanaf 15 elke plek in de wereld een collect call op te zetten op een en dezelfde wijze. De gebruiker hoeft bijvoorbeeld alleen maar het internetadres van de server HP te onthouden.

Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven uitvoeringsvorm slechts beschreven 20 is bij wijze van voorbeeld en niet in enige begrenzende betekenis, en dat verschillende wijzigingen en aanpassingen mogelijk zijn zonder buiten de omvang van de uitvinding te komen en dat de reikwijdte slechts bepaald wordt door de bijgevoegde conclusies.

1026272

Claims

1. Werkwijze voor het opzetten van een verbinding tussen een eerste telefoontoestel 5 (TA) van een gebruiker en een tweede telefoontoestel (TB) van een ontvanger, waarbij het eerste telefoontoestel (TA) een eerste telefoonnummer heeft en het tweede telefoontoestel (TB) een tweede telefoonnummer heeft, en de werkwijze omvat: - het van een computerinrichting (PCA) via een eerste netwerk (NI) ontvangen van een zoekopdracht naar het tweede telefoonnummer, 10. het in een gegevensbank zoeken naar gegevens die met de zoekopdracht overeenkomen, waaronder een of meerdere telefoonnummers die bij de ontvanger horen, - het via het eerste netwerk (NI) naar de computerinrichting (PCA) uitvoeren van de gevonden gegevens, 15 met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: - het via het eerste netwerk (NI) ontvangen van een initiatiesignaal van de computerinrichting (PCA) voor het opzetten van de verbinding, en - het op basis van het ontvangen initiatiesignaal opzetten van een telefoonverbinding tussen het eerste telefoontoestel (TA) en het tweede telefoontoestel (TB). 20

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het opzetten van een telefoonverbinding plaats vindt met gebruik van collect call technologie.

3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waar het opzetten van een 25 telefoonverbinding plaats vindt door eerst het eerste telefoontoestel (TA) op te bellen en na ontvangst van een toestemmingssignaal van het eerste telefoontoestel (TA) het tweede telefoontoestel (TB) op te bellen.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 - 2, waar het opzetten van een 30 telefoonverbinding plaats vindt door eerst het tweede telefoontoestel (TB) op te bellen en na ontvangst van een toestemmingssignaal van het tweede telefoontoestel (TB) het eerste telefoontoestel (TA) op te bellen. 1026272 '

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het opzetten van de verbinding tussen het eerste telefoontoestel (TA) en het tweede telefoontoestel (TB) f plaatsvindt door het verzenden van een belopdracht aan een centrale (TP) voor het ' opzetten van de verbinding. : ' 5

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het initiatiesignaal ten minste het eerste en/of het tweede telefoonnummer omvat.

7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de werkwijze 10 verder omvat: • het in een bestand opslaan van het telefoonnummer van het telefoontoestel (TA) van de gebruiker op de computerinrichting (PCA) van de gebruiker.

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het eerste netwerk 15 (N1) het internet is. 1 2 1026272 Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de verbinding wordt opgezet in een tweede netwerk (N2), waarbij het tweede netwerk (N2) het Public Switched Telephone Network is. 20 2 Server voor het opzetten van een verbinding tussen een eerste telefoontoestel (TA) van een gebruiker en een tweede telefoontoestel (TB) van een ontvanger, waarbij het eerste telefoontoestel (TA) een eerste telefoonnummer heeft en het tweede telefoontoestel (TB) een tweede telefoonnummer heeft, waarbij de server een processor 25 (21) omvat, en de processor (21) is verbonden met geheugencomponenten (18,19,24, 23,22) en de processor (21) is verbonden met een eerste netwerk (NI) door middel van invoer/uitvoermiddelen (7), en waarbij de server is ingericht voor: - het door middel van de invoer/uitvoermiddelen (7) via een eerste netwerk (NI) ontvangen van een zoekopdracht naar het tweede telefoonnummer, 30. het in de geheugencomponenten (18,19,24,23,22) zoeken naar gegevens die met de zoekopdracht overeenkomen, waaronder een of meerdere telefoonnummers die bij de ontvanger horen, - het door middel van de invoer/uitvoermiddelen (7) via het eerste netwerk (NI) uitvoeren van de gevonden gegevens, met het kenmerk, dat de server verder is ingericht voor: - het door middel van de invoer/uitvoermiddelen (7) via het eerste netwerk (NI) 5 ontvangen van een initiatiesignaal voor het opzetten van de verbinding, en - het op basis van het ontvangen initiatiesignaal genereren van een signaal voor het opzetten van een telefoonverbinding tussen het eerste telefoontoestel (TA) en het tweede telefoontoestel (TB).

11. Systeem omvattende een server en een centrale, waarbij de server (HP) is ingericht volgens conclusie 10 en de centrale (TP) is ingericht om de telefoonverbinding op te zetten na ontvangst van het signaal.

12. Systeem volgens conclusie 11, welke is ingericht met collect call technologie. 15

13. Personal computer voorzien van een bestand welke geschikt is om uitgelezen te worden door de server (HP) volgens conclusie 10 en het eerste telefoonnummer omvat. 1 026272