NL1026190C2 - Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis. - Google Patents
Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026190C2 NL1026190C2 NL1026190A NL1026190A NL1026190C2 NL 1026190 C2 NL1026190 C2 NL 1026190C2 NL 1026190 A NL1026190 A NL 1026190A NL 1026190 A NL1026190 A NL 1026190A NL 1026190 C2 NL1026190 C2 NL 1026190C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bronchus
- support
- blocker
- tube
- bronchus blocker
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/12—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for ligaturing or otherwise compressing tubular parts of the body, e.g. blood vessels, umbilical cord
- A61B17/12022—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires
- A61B17/12131—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires characterised by the type of occluding device
- A61B17/12136—Balloons
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/12—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for ligaturing or otherwise compressing tubular parts of the body, e.g. blood vessels, umbilical cord
- A61B17/12022—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires
- A61B17/12027—Type of occlusion
- A61B17/1204—Type of occlusion temporary occlusion
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/12—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for ligaturing or otherwise compressing tubular parts of the body, e.g. blood vessels, umbilical cord
- A61B17/12022—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires
- A61B17/12099—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires characterised by the location of the occluder
- A61B17/12104—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires characterised by the location of the occluder in an air passage
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/00234—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for minimally invasive surgery
- A61B2017/00238—Type of minimally invasive operation
- A61B2017/00243—Type of minimally invasive operation cardiac
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/12—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for ligaturing or otherwise compressing tubular parts of the body, e.g. blood vessels, umbilical cord
- A61B17/12022—Occluding by internal devices, e.g. balloons or releasable wires
- A61B2017/1205—Introduction devices
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/22—Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for
- A61B2017/22051—Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for with an inflatable part, e.g. balloon, for positioning, blocking, or immobilisation
- A61B2017/22065—Functions of balloons
- A61B2017/22067—Blocking; Occlusion
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B17/00—Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
- A61B17/22—Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for
- A61B2017/22051—Implements for squeezing-off ulcers or the like on the inside of inner organs of the body; Implements for scraping-out cavities of body organs, e.g. bones; Calculus removers; Calculus smashing apparatus; Apparatus for removing obstructions in blood vessels, not otherwise provided for with an inflatable part, e.g. balloon, for positioning, blocking, or immobilisation
- A61B2017/22065—Functions of balloons
- A61B2017/22069—Immobilising; Stabilising
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Surgery (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Vascular Medicine (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Medical Informatics (AREA)
- Reproductive Health (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Surgical Instruments (AREA)
- Prostheses (AREA)
- Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
- Endoscopes (AREA)
- Medicinal Preparation (AREA)
Description
o
Korte aanduiding: Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis
De uitvinding heeft betrekking op een bronchusblokkeerder, volgens de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke 5 bronchusblokkeerder wordt gebruikt om een bronchus luchtdicht af te sluiten, bijvoorbeeld om selectief een deel van de longen van een patiënt te kunnen beademen.
Een dergelijke bronchusblokkeerder is bekend uit de praktijk.
Het omvat een dunne, enigszins flexibele buis, waarop bij een 10 uiteinde een ballon is bevestigd. Deze ballon is opblaasbaar door een lumen van de buis. Het uiteinde van de buis, waaraan de ballon is bevestigd, staat onder een hoek ten opzichte van de rest van de buis.
In gebruik wordt een beademingsbuis in de luchtpijp van een 15 patiënt gebracht. Door, of langs, deze beademingsbuis wordt de bronchusblokkeerder ingebracht. Tevens wordt door de beademingsbuis een endoscoop ingébracht. Hiermee wordt waargenomen wanneer de bronchusblokkeerder zover is ingebracht dat deze zich juist voor de splitsing van de luchtpijp in bronchi bij de carina bevindt.
20 Vervolgens wordt de bronchusblokkeerder zover om zijn as gedraaid, dat het uiteinde in de richting van de af te sluiten bronchus wijst.
Hierna wordt de bronchusblokkeerder deze bronchus ingebracht. Tot slot wordt de ballon zover opgeblazen, dat de bronchus luchtdicht wordt afgesloten.
25 Nadelig bij deze bekende bronchusblokkeerder is dat de opgeblazen ballon vrij gemakkelijk uit de bronchus schiet, of hier juist te ver in wordt geduwd. Indien het hoofd van een patiënt beweegt ten opzichte van de nek, wordt de weg van de mond van de patiënt naar de carina langer of korter. Indien de flexibele buis 30 geheel of gedeeltelijk wordt meegenomen met een dergelijke hoofdbeweging, of er anderszins onbedoeld trek of druk op de buis wordt uitgeoefend, resulteert dit in een overeenkomstige kracht op de ballon. Aangezien de ballon niet te strak, of anderszins met veel wrijving, in de bronchus mag klemmen om beschadiging hiervan te 35 voorkomen, zal een dergelijke beweging al snel resulteren in een 192 619 0 j - 2 - ongewenste verplaatsing van de ballon. Gevolg hiervan is dat de beademingslucht ten onrechte tevens in een longdeel wordt geblazen dat op dat moment geopereerd, of geamputeerd wordt, waardoor zelfs bloed uit de patiënt geblazen kan worden dat het personeel dat om de 5 patiënt heen staat kan besmetten. Vervolgens moet de ballon opnieuw gepositioneerd worden, voor de beademing hervat kan worden. Hiertoe wordt de ballon leeggelaten en wordt opnieuw een endoscoop ingebracht om de ballon te kunnen positioneren, waarna de ballon opnieuw opgeblazen kan worden.
10 Het doel van de onderhavige uitvinding is een bronchusblokkeerder te verschaffen, waarbij deze nadelen ten minste gedeeltelijk worden ondervangen, of om een bruikbaar alternatief te verschaffen.
In het bijzonder heeft de uitvinding als doel, de kans te 15 verkleinen dat de bronchusblokkeerder onbedoeld uit zijn werkzame positie raakt.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een bronchusblokkeerder volgens conclusie 1. De bronchusblokkeerder omvat een inbrengstaaf en een blokkeermiddel, voor het afsluiten van 20 een bronchus. Het blokkeermiddel is nabij een uiteinde van de inbrengstaaf voorzien om hiermee in een bronchus te worden gebracht. De bronchusblokkeerder omvat verder een steun, voor het afsteunen van de bronchusblokkeerder op een bronchussplitsing, zoals een carina.
25 Door de bronchusblokkeerder met zijn steun op een bronchussplitsing af te laten steunen, hoeft het blokkeermiddel, bijvoorbeeld een opgeblazen ballon, alleen de bronchus af te sluiten en niet tegelijk ook de bronchusblokkeerder in positie te houden. Hierdoor is de kans dat de bronchusblokkeerder uit positie raakt 30 veel kleiner dan bij de stand van de techniek.
De bronchusblokkeerder volgens de uitvinding heeft verder als voordeel dat deze ingébracht kan worden zonder gebruik te maken van een endoscoop. De bronchusblokkeerder kan ingebracht worden, totdat deze met zijn steun tegen de bronchussplitsing aan komt. Zodra dit 35 wordt waargenomen, is de positie van het blokkeermiddel ten opzichte van de bronchussplitsing bekend, waardoor ook voor het verdere activeren van het blokkeermiddel geen endoscoop nodig is.
102 619 o - 3 -
In het bijzonder is de steun beweegbaar aan de inbrengstaaf voorzien, om naar keuze een afsteunpositie of een inbrengpositie in te nemen. In de inbrengpositie steekt de steun zo min mogelijk uit ten opzichte van de inbrengstaaf, om zonder te blijven hangen aan 5 bijvoorbeeld de stembanden ingebracht te kunnen worden. Na het passeren van de stembanden, of althans voor het naderen van de bronchussplitsing, wordt de steun in de afsteunpositie gebracht.
Meer in het bijzonder is de steun roteerbaar ten opzichte van de inbrengstaaf. Hierdoor neemt de steun in een ingedraaide positie 10 weinig ruimte in, en kan in een uitgedraaide positie een maximaal steunoppervlak creëren.
In een variant is de steun lateraal verplaatsbaar ten opzichte van de inbrengstaaf. Hierdoor kan de inbrengpositie van de steun in of bij de inbrengstaaf zijn. Door de steun lateraal ten opzichte van 15 de inbrengstaaf te bewegen komt deze uit zijn inbrengpositie en kan door translatie en/of rotatie zijdelings bewegen, om zo een steunoppervlak te creëren.
In een uitvoeringsvorm omvat de steun twee steundelen, die bestemd zijn om ieder aan weerszijden van de bronchussplitsing af te 20 steunen. Een verdeling van de steun in twee van dergelijke steundelen, vergroot de stabiliteit van de afsteuning op de bronchussplitsing en zorgt er tevens voor dat een druk van de steun op de splitsing over een groter oppervlak wordt verdeeld. Dergelijke steundelen kunnen vast met elkaar zijn verbonden. In het bijzonder 25 kunnen de betreffende steundelen afzonderlijk beweegbaar zijn ten opzichte van de inbrengstaaf, om zo op eenvoudige wijze doeltreffende inbreng- en afsteunposities te kunnen realiseren.
In een bijzondere vorm is ten minste één steundeel expandeerbaar. Hierdoor kan het steundeel na het passeren van de 30 stembanden vergroot worden, waardoor deze op een eenvoudige manier een bronchus ingeleid kan worden en de krachten die het betreffende steundeel op de bronchussplitsing, of wanddeel van een bronchus, uitoefent over een groter oppervlak worden verdeeld.
In hef bijzonder is het expandeerbare steundeel een ballon, die 35 opblaasbaar is via een lumen in de inbrengstaaf. Dit is een bijzonder eenvoudige en makkelijk te bedienen vorm van een steundeeli Bovendien kan een dergelijk ballonvormig steundeel, door 102619 0 - 4 - deze na het inbrengen verder op te blazen, tevens als blokkeermiddel dienen.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een systeem, omvattende een bronchusblokkeerder en een beademingsbuis, volgens 5 conclusie 9. De beademingsbuis omvat ten minste een eerste lumen. De bronchusblokkeerder wordt via de beademingsbuis een luchtpijp ingebracht. Dit kan zowel door de bronchusblokkeerder samen met de beademingsbuis in te brengen, als door de bronchusblokkeerder door een lumen van de beademingsbuis of langs de beademingsbuis in te 10 brengen. De beademingsbuis kan aldus het inbrengen van de bronchusblokkeerder vergemakkelijken.
Een dergelijk beademingssysteem maakt het mogelijk naar keuze een deel van de longen te beademen, waarbij het andere deel door de bronchusblokkeerder is afgesloten. Hiervoor is het niet nodig om een 15 beademingsbuis in een bronchus te brengen. Dit is bijzonder voordelig, omdat de maatvoering van een beademingsbuis die in bronchus dient te worden ingebracht zeer nauw luistert. Door een te nauwe buis kan onvoldoende beademingslucht worden toe- en afgevoerd, terwijl een te brede buis niet in de betreffende bronchus past, of 20 deze - in geval van een te nauwe passing - kan irriteren of beschadigen.
In het bijzonder omvat het beademingssysteem verder een compenseerinrichting die de bronchusblokkeerder en de beademingsbuis zodanig in de langsrichting beweegbaar met elkaar verbindt, dat de 25 bronchusblokkeerder tegen de bronchussplitsing kan blijven steunen terwijl de beademingsbuis ten opzichte hiervan beweegt. Aldus wordt voorkomen dat de bronchusblokkeerder uit de bronchus wordt getrokken, of dat de bronchusblokkeerder een te grote druk op de bronchussplitsing uitoefent.
30 Meer in het bijzonder omvat de compenseerinrichting veermiddelen. Hiermee kan de compenseerinrichting de steun onder een zekere veerkracht tegen de bronchussplitsing duwen.
In een uitvoeringsvorm vervult de beademingsbuis de functie van inbrengstaaf. Door het integreren van de functies van beademingsbuis 35 en inbrengstaaf in één buis, ontstaat een compact en relatief goedkoop beademingssysteem.
Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in de onderconclusies.
1026190 - 5 - i i
J
Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:
Figs. 1-5 de werking van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding tonen, in opeenvolgende stappen; 5 Figs. 6-11 de werking van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding tonen, in opeenvolgende stappen;
Figs. 12-17 de werking van een derde uitvoeringsvorm van de uitvoering tonen, in opeenvolgende stappen;
Fig. 18 een doorsnede langs de lijn XVIII-XVIII uit fig. 17 is.
10 In alle figuren wordt een luchtwegenstelsel in zijn geheel aangeduid met het verwijzingcijfer 1. Het luchtwegenstelsel 1 omvat een luchtpijp 2, een linker hoofdbronchus 3, een rechter hoofdbronchus 4, en een carina 5. De linker 3 en rechter 4 hoofdbronchi staan onder een hoek α ten opzichte van elkaar, waarbij 15 α in de praktijk ongeveer 60° bedraagt. Vanuit die linker- en rechter bronchi 3, 4 leiden diverse bronchi naar de niet nader getekende linker boven- en onderkwabbén, en rechter boven-, midden-, en onderkwabben van de longen. Aan het begin van de luchtpijp 2 bevinden zich stembanden 10.
20 Een beademingssysteem 100, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat een beademingsbuis, of endotracheale tube 101 en een bronchusblokkeerder 102. Rond de omtrek van de beademingsbuis 101 is een expandeerbaar afsluitmiddel, cuff 103 genoemd, voorzien. De cuff 103 kan opgeblazen worden door een niet 25 getoond buisje, of slangetje, dat eventueel door de beademingsbuis 101 wordt geleid, of hierin is uitgespaard. De onderdelen van het beademingssysteem 100, althans die delen die zich in gebruik in het luchtwegenstelsel 1 bevinden, zijn bij voorkeur gevormd uit een enigszins flexibel en zacht, maar wel luchtdicht en steriliseerbaar, 30 materiaal, zoals zacht kunststof, siliconen, latex, of gummi.
Aan het buiten de luchtpijp 2 gelegen uiteinde van de beademingsbuis 101 is een zogenoemde luchtwegadapter, of swivel connector 104 voorzien. De swivel connector 104 omvat een niet getoonde opening voor het toe- en afvoeren van beademingslucht, 35 alsmede een luchtdicht zegel of diafragma 105, waardoor op een afsluitende wijze een buis of staaf kan worden ingebracht.
De bronchusblokkeerder 102 omvat een eerste holle inbrengstaaf, of buisvormige houder 110. In de buisvormige houder 110 zijn een 10 2 6 1 § 0 - β - tweede en.derde holle inbrengstaaf schuifbaar opgenomen, die zijn uitgevoerd als inbrengbuizen, of inbrengkatheters, 111 en 112. Aan de uiteinden van de inbrengbuizen 111 en 112 is een steun 113 voorzien. De steun 113 omvat een eerste en een tweede steundeel 114 5 en 115, die elastisch scharnierbaar zijn voorzien aan de respectieve, inbrengbuizen 111 en 112. De steundelen 114 en 115 staan in hun vrijgelaten toestand onderling onder een hoek β van ongeveer 60°, oftewel een hoek β die ongeveer gelijk aan de hoek tussen de linker-en rechter hoofdbronchus 3, 4.
10 Aan het eerste steundeel 114 is een eerste blokkeermiddel voorzien, in de vorm van een bronchusballon 120, ook wel bronchus blocker genoemd. Aan het tweede steundeel kan eveneens een, niet getoonde, bronchusballon zijn voorzien. De binnenzijde van de bronchusballon 120 staat via een lumen van het steundeel 114 in open. 15 verbinding met het lumen van de inbrengbuis 111. Via deze lumens is de bronchusballon opblaasbaar een leeglaatbaar.
In gebruik wordt eerst een beademingsbuis 101 in de luchtpijp 2 gebracht. Nadat deze is gepositioneerd wordt de cuff 103 opgeblazen, waardoor de longen uitsluitend nog via het inwendige van de 20 beademingsbuis 101 van lucht kunnen worden voorzien. Vervolgens wórdt door het luchtdichte diafragma 105 van de swivel connector 104 de buisvormige houder 110 met de inbrengbuizen 111 en 112 ingebracht (fig. 2).
Zodra het uiteinde van de buisvormige houder 110 voldoende uit 25 de beademingsbuis 101 steekt, en zich in de nabijheid van de carina 5 bevindt, worden de inbrengbuizen 111 en 112 in hun langsrichting door de buisvormige houder 110 geschoven. Zodra de steundelen 114 en 115 volledig uit de buisvormige houder 110 steken, zullen ze onder elastische werking uitscharnieren naar hun vooraf bepaalde 30 oriëntaties (fig. 3).
Vervolgens kunnen de inbrengbuizen 111 en 112, eventueel gezamenlijk met de buisvormige houder 110, zoals getoond in fig. 4, verder ingebracht worden, totdat de steun 113 tegen de carina 5 komt aan te liggen. Nadat deze positie bereikt is wordt de bronchusballon 35 120 opgeblazen via de lumens van inbrengbuis 111 en steundeel 114.
Hierdoor wordt de linker bronchus 3 effectief luchtdicht afgesloten (fig. 5). Beademings lucht die via de swivel connector 104 door een niet getoonde opening de beademingsbuis 101 in en uit wordt geleid, 1026190 - 7 - zal hierdoor uitsluitend de rechter bronchus 4 kunnen in- en uittreden.
Op de bronchusblokkeerder 102 kan continue een lichte druk uitgeoefend worden die via de steun 113 opgevangen wordt op de 5 carina 5, zonder dat hiermee de bronchusballon 120 te ver de bronchus 3 wordt ingeduwd. Dankzij deze continue lichte druk, wordt vermeden dat de bronchusballon 120 onbedoeld uit de bronchus 3 wordt getrokken. Hierdoor kan op een zekere manier een operatie, of amputatie, op de linker long worden uitgevoerd. Uiteraard kan op 10 vergelijkbare wijze een tweede, niet getoonde, bronchusballon in de rechter bronchus 4 worden opgeblazen, waardoor aan de rechter long kan worden geopereerd.
Een tweede uitvoeringsvorm 200 van een beademingssysteem volgens de uitvinding omvat een beademingsbuis 201 en een bronchus-15 blokkeerder 202. Rond de omtrek van de beademingsbuis 201 is een cuff 203 voorzien, met een vergelijkbare werking als beschreven in relatie tot de figs. 1-5.
Aan een uiteinde van de beademingsbuis 201 is een swivel connector 204 voorzien, met een diafragma 205 en een lucht toe- en 20 afvoer 206. In plaats van één diafragma 205 kunnen ook meerdere diafragma's zijn voorzien.
Door het ene diagragma 205, of de meerdere diafragma's, steken een eerste en tweede holle inbrengstaaf 211, 212. De holle staven 211 en 212 zijn uitgevoerd als relatief flexibele buizen, die aan 25 een eerste uiteinde hiervan een steun 213 vormen. De steun 213 omvat steundelen 214 en 215, die gevormd worden door de uiteinden van de betreffende flexibele buizen 211 en 212. De flexibele buizen 211 en 212 zijn voor het vormen van de steun 213 met elkaar verbonden door middel van een brugstuk 216. Dit brugstuk 216 kan een directe 30 verbinding ter plaatse zijn van de flexibele buizen 211 en 212, door lijmen, binden, of door de buizen 211 en 212 als één samengestelde buis te vormen, en vervolgens tot de steun 213 te splitsen. Ook kan het brugstuk 216 een afzonderlijk element zijn waardoor de flexibele buizen 211 en 212 ter plaatse op enige afstand van elkaar worden 35 gehóuden. Het brugstuk 216 is in dat geval uit een relatief zacht materiaal gevormd, zoals zacht kunststof, siliconen, latex of gummi.
De steundelen 214 en 215 omvatten bronchusballonen 220, respectievelijk 221. De bronchusballonnen 220 en 221 vervullen zowel iü 2 6 1 8 0 - 8 - een rol voor de steun 213, als mogelijk ook voor het blokkeren van de bronchi 3, 4 o
In gebruik wordt allereerst de beademingsbuis 201 ingebracht en met de cuff 203 luchtdicht met de luchtpijp 2 verbonden (fig. 6).
5 Door het diafragma 205, of de meerder diafragma's, wordt de bronchusblokkeerder 202 ingebracht (fig. 7).
Zodra de steundelen 214 en 215 uit de beademingsbuis 201 steken, worden de bronchusballonrien 220 en 221 enigszins, bijvoorbeeld half, opgeblazen. Hierdoor worden de steundelen 214 en 215 uit elkaar 10 geduwd (fig. 8). De bronchusblokkeerder 202 kan nu verder de luchtpijp 2 worden ingeduwd, totdat de bronchusballonnen 220 en 221 bij de carina 5 komen en hier ieder een afzonderlijke bronchus 3, 4 in zullen glijden. De bronchusblokkeerder 202 wordt zover doorgeduwd dat de steundelen 214, 215, en eventueel de verbindingsbrug 216 15 tegen de carina 5 afsteunen (fig. 9).
Vervolgens kan een ballon, bijvoorbeeld de bronchusballon 221, leeg gelaten worden, en de ander ballon, bijvoorbeeld bronchusballon 220 verder worden opgeblazen, totdat deze de betreffende bronchus 3 afsluit (fig. 10). Uiteraard kan op vergelijkbare wijze ook 20 bronchusballon 220 leeg gelaten worden en bronchusballon 221 verder opgeblazen worden voor het afsluiten van bronchus 4.
Door het uitoefenen van lichte druk op de bronchusblokkeerder 202 kan deze tegen de carina 5 in positie gehouden worden, zonder dat de bronchusballon 220, of 221, te ver de betreffende bronchus 3, 25 4 inschiet, of hier juist uitgetrokken wordt. Op de eerder beschreven wijze kan vervolgens aan de longen geopereerd worden.
Een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt getoond in de figs. 12-18. Een beademingssysteem 300 omvat een beademingsbuis 301 en een bronchusblokkeerder 302. De inbrengstaaf van de 30 bronchusblokkeerder 302 wordt in deze uitvoeringsvorm gevormd door de beademingsbuis 301. De beademingsbuis 301 is van het zogenoemde dubbel lumen type en bevat aldus twee afzonderlijke lumens voor hef beademen van de linker, respectievelijk de rechter longhelften. Rond de beademingsbuis 301 kan een, hiér niet getoonde, cuff zijn 35 voorzien.
Aan een eerste uiteinde van de beademingsbuis 301, en in hoofdzaak bij de hartlijn hiervan, is een steun 313 voorzien, die steundelen 314 en 315 omvat. De steundelen 314 en 315 hebben een 10 26 1 9 0 - 9 - ronde doorsnede (zie fig. 18), liggen in rusttoestand tegen elkaar aan, en strekken zich daarbij in hoofdzaak in de langsrichting van de beademingsbuis 301 uit.
Aan de steundelen 314 en 315 zijn brochusballonnen 320 en 321 5 voorzien. De bronchusballonnen 320 en 321 strekken zich om de betreffende steundelen 314 en 315 uit (fig. 18). Door de beademingsbuis 301 en de steundelen 314 en 315 strekken zich twee afzonderlijke (niet getoonde) lumens uit, waar doorheen de betreffende bronchusballonnen 320 en 321 opgeblazen en leeg gelaten 10 kunnen worden.
In gebruik wordt de beademingsbuis 301 de luchtpijp 2 ingebracht, totdat de steundelen 314 en 315 zich in de nabijheid van de carina 5 bevinden (fig. 12). Vervolgens worden de bronchusballonnen 320 en 321 enigszins opgeblazen (fig. 13) en wordt 15 de beademingsbuis 301 verder ingebracht totdat de steundelen 314 en 315 met de betreffende bronchusballonnen 320 en 321 de carina 5 raken, waardoor, bij verder inbrengen van de beademingsbuis 301, de ballonnen 320, 321 - en daarmee de steundelen 314 en 315 - uit elkaar worden geduwd (fig. 14) .
20 Vervolgens kunnen de bronchusballonnen 320 en 321 leeg gelaten worden en steunt de beademingsbuis 301 met de steun 313 af op de carina 5 (fig. 15). Afhankelijk van welke longhelft beademd dient te worden, kan vervolgens bronchusballon 321 (fig. 16) volledig opgeblazen worden, of bronchusballon 320 (fig. 17). Hierdoor kunnen 25 de beide longhelften selectief beademd worden, zodat aan de andere longhelft geopereerd kan worden.
Een beademingssysteem volgens de uitvinding, bijvoorbeeld een van de twee uitvoeringsvormen zoals getoond in figs. 1-11, kan verder voorzien zijn van een compenseerinrichting. De 30 compenseerinrichting verbindt de bronchusblokkeerder met de beademingsbuis. De compenseerinrichting oefent daarbij een kracht uit in de langsrichting van de beademingsbuis en de inbrengstaaf, bijvoorbeeld door middel van veermiddelen. Indien nu de beademingsbuis beweegt ten opzichte van de carina, zal de 35 compenseerinrichting de bronchusblokkeerder met zijn steun tegen de carina houden. Als alternatief voor een dergelijke compenseerinrichting kan ook een gebruiker de bronchusblokkeerder in positie houden.
| 10 26190 - 10 -
Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn vele varianten mogelijk. Zo kunnen aan één inbrengstaaf ook twee steundelen, met ieder een bronchusballon, worden voorzien. Een dergelijke inbrengstaaf met dubbele steundelen en bronchusballonnen kan 5 gebruikt worden in combinatie met een inbrengstaaf met enkel steundeel, zoals getoond in relatie tot figs. 1-5. Nadat de beide inbrengstaven zijn ingebracht tot de carina» op een vergelijkbare wijze als in samenhang met deze figuren is beschreven/ kan de inbrengstaaf met de dubbele steundelen verder de betreffende 10 hoofdbronchus worden ingeschoven en worden de bronchusballonnen aan deze inbrengstaaf beide deels opgeblazen. Vervolgens kunnen de betreffende bronchusballonnen in sub-bronchi worden geschoven» om aldus individuele longkwabben te kunnen afsluiten. De betreffende inbrengstaaf zal dan met zijn steundelen afsteunen op de splitsing 15 van de betreffende sub-bronchi.
De inbrengstaven hoeven niet over hun volledige lengte flexibel te zijn» maar kunnen in hoofdzaak stijf zijn» met uitzondering van de scharnierpunten waar de betreffende inbrengstaaf overgaat in een steundeel.
20 Een holle inbrengstaaf verdient de voorkeur» omdat door het betreffende 1urnen tevens een bronchusballon kan worden opgeblazen. Een massieve inbrengstaaf is eveneens mogelijk» bijvoorbeeld indien niet van bronchusballonnen als blokkeermiddel gebruik wordt gemaakt» of als de betreffende ballon op een andere wijze wordt opgeblazen.
25 Het is echter ook mogelijk om de inbrengstaven van meerdere» bijvoorbeeld twee» afzonderlijke lumens te voorzien. Het eerste lumen wordt dan gebruikt voor het opblazen» of leeg laten lopen van een bronchusballon. Het tweede lumen strekt zich volledig door het betreffende steundeel en daarmee ook door de betreffende 30 bronchusballon uit» waardoor het gebruikt kan worden om de betreffende afgesloten longhelft te kunnen laten leeglopen.
Als blokkeermiddel kunnen ook alternatieven voor de getoonde ballonnen gebruikt worden» zoals een plug, of materialen of middelen die anders dan door opblazen kunnen vergroten, of expanderen» 35 bijvoorbeeld onder werking van warmte, vocht, of andere (omgevings-)omstandigheden.
1026190 > - 11 - •i
Een blokkeermiddel kan aan het uiteinde van de betreffende inbrengstaaf worden voorzien, maar de inbrengstaaf kan zich ook over enige afstand voorbij het blokkeermiddel uitstrekken.
Aldus verschaft de uitvinding een bronchusblokkeerder en een 5 beademingssysteem waarmee naar keuze longhelften, of longkwabben afgesloten worden, zodat de niet afgesloten longdelen beademd kunnen worden. Hiertoe is het niet nodig om een beademingsbuis in de te beademen bronchi te brengen. De bronchusblokkeerder volgens de uitvinding blijft daarbij goed op zijn gewenste positie zitten, 10 dankzij een steun, die afsteunt op de carina, of een splitsing van sub-bronchi. Hierbij kan een lichte druk op de bronchus-blokkeerder uitgeoefend worden, om de bronchusblokkeerder zeker in zijn positie te houden. Voor het aanbrengen van de bronchus-blokkeerder is geen endoscoop nodig.
j '1026190 i
____I
Claims (14)
1. Bronchusblokkeerder (102) voor het afsluiten van een bronchus (3,. 4), omvattende een inbrengstaaf (111, 112) en een blokkeermiddel 5 (120), waarbij het blokkeermiddel (120) nabij een uiteinde van de inbrengstaaf (111, 112) is voorzien om hiermee in een bronchus (3, 4. te worden gebracht, g©k©asa@rkfe doos een steun (113), voor het afsteunen van de bronchusblokkeerder (102) op een bronchussplitsing (5), zoals een carina (5). 10
2. Bronchusblokkeerder (102) volgens conclusie 1, waarbij de steun (113) beweegbaar aan de inbrengstaaf (111, 112) is voorzien, om naar keuze een afsteunpositie of een inbrengpositie in te nemen.
3. Bronchusblokkeerder (102) volgens conclusie 2, waarbij de steun (113) roteerbaar is ten opzichte van de inbrengstaaf (111, 112).
4. Bronchusblokkeerder (102) volgens conclusie 2, of 3, waarbij de steun (113) lateraal verplaatsbaar is ten opzichte van de 20 inbrengstaaf (111, 112).
5. Bronchusblokkeerder (102) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de steun (113) twee steundelen (114, 115) omvat, die bestemd zijn om ieder aan weerszijden van de bronchussplitsing (5) af te 25 steunen.
6. Bronchusblokkeerder (102) volgens conclusie 5, waarbij ten minste één steundeel (114) expandeerbaar is.
7. Bronchusblokkeerder (102) volgens conclusie 6, waarbij het expandeerbare steundeel (114) een ballon (120) is, die opblaasbaar is via een lumen in de inbrengstaaf (111, 112).
8. Bronchusblokkeerder (102) volgens één der conclusies 5-7, waarbij 35 de steundelen (114, 115) onder een afsteunhoek (β) ten opzichte van elkaar kunnen staan. 1026190 - 13 - «
9. Beademingssysteem (100), omvattende een bronchusblokkeerder (102) volgens één der voorgaande conclusies en een beademingsbuis (101) met ten minste een eerste lumen, waarbij de bronchusblokkeerder (102) via de beademingsbuis (101) een luchtpijp (2) kan worden 5 ingebracht.
10. Beademingssysteem (100) volgens conclusie 9, verder omvattende een compenseerinrichting die de bronchusblokkeerder (102) en de beademingsbuis (101) zodanig in de langsrichting beweegbaar met 10 elkaar verbindt, dat de bronchusblokkeerder (102) tegen de bronchussplitsing (5) kan blijven steunen terwijl de beademingsbuis (101) ten opzichte hiervan beweegt.
11. Beademingssysteem (100) volgens conclusie 10, waarbij de 15 compenseerinrichting veermiddelen omvat.
12. Beademingssysteem (100) volgens conclusie 9, waarbij de beademingsbuis (101) de functie van inbrengstaaf (111, 112) vervult.
13. Beademingssysteem (100) volgens één der conclusies 9-12, waarbij de beademingsbuis (101) rond zijn omtrek is voorzien van een expandeerbaar afsluitmiddel (103), voor het luchtdicht verbinden van de buitenzijde van de buis met de luchtpijp (2).
14. Beademingssysteem (100), volgens één der conclusies 9-13, waarbij de beademingsbuis (101) ten minste een tweede lumen omvat. 1Θ281 § Q
Priority Applications (9)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026190A NL1026190C2 (nl) | 2004-05-13 | 2004-05-13 | Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis. |
US11/579,676 US7900634B2 (en) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronchus blocker and artificial respiration system |
EP05749553A EP1765186B1 (en) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronchus blocker and artificial respiration system |
PCT/NL2005/000369 WO2005110247A1 (en) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronchus blocker and artificial respiration system |
EP10150531A EP2215979A1 (en) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronchus blocker and artificial respiration system |
AT05749553T ATE454854T1 (de) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronchus-blocker und künstliches beatmungssystem |
ES05749553T ES2339681T3 (es) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bloqueador broquial y sistema de respiracion artificial. |
DK05749553.3T DK1765186T3 (da) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronkieblokker og kunstigt åndedrætssystem |
DE602005018924T DE602005018924D1 (de) | 2004-05-13 | 2005-05-13 | Bronchus-blocker und künstliches beatmungssystem |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026190 | 2004-05-13 | ||
NL1026190A NL1026190C2 (nl) | 2004-05-13 | 2004-05-13 | Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026190C2 true NL1026190C2 (nl) | 2005-11-15 |
Family
ID=34969214
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026190A NL1026190C2 (nl) | 2004-05-13 | 2004-05-13 | Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US7900634B2 (nl) |
EP (2) | EP2215979A1 (nl) |
AT (1) | ATE454854T1 (nl) |
DE (1) | DE602005018924D1 (nl) |
DK (1) | DK1765186T3 (nl) |
ES (1) | ES2339681T3 (nl) |
NL (1) | NL1026190C2 (nl) |
WO (1) | WO2005110247A1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1033898C2 (nl) * | 2007-05-29 | 2008-12-02 | Anaesthetiq B V | Steun voor bronchusblokkeerder en beademingssysteem met een met zo'n steun uitgeruste bronchusblokkeerder en beademingsbuis. |
Families Citing this family (36)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US9598691B2 (en) | 2008-04-29 | 2017-03-21 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Irreversible electroporation to create tissue scaffolds |
US11272979B2 (en) | 2008-04-29 | 2022-03-15 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | System and method for estimating tissue heating of a target ablation zone for electrical-energy based therapies |
US9867652B2 (en) | 2008-04-29 | 2018-01-16 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Irreversible electroporation using tissue vasculature to treat aberrant cell masses or create tissue scaffolds |
US8992517B2 (en) | 2008-04-29 | 2015-03-31 | Virginia Tech Intellectual Properties Inc. | Irreversible electroporation to treat aberrant cell masses |
US9198733B2 (en) | 2008-04-29 | 2015-12-01 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Treatment planning for electroporation-based therapies |
US9283051B2 (en) | 2008-04-29 | 2016-03-15 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | System and method for estimating a treatment volume for administering electrical-energy based therapies |
US10702326B2 (en) | 2011-07-15 | 2020-07-07 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Device and method for electroporation based treatment of stenosis of a tubular body part |
US10245098B2 (en) | 2008-04-29 | 2019-04-02 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Acute blood-brain barrier disruption using electrical energy based therapy |
US11254926B2 (en) | 2008-04-29 | 2022-02-22 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Devices and methods for high frequency electroporation |
US10448989B2 (en) | 2009-04-09 | 2019-10-22 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | High-frequency electroporation for cancer therapy |
US10117707B2 (en) | 2008-04-29 | 2018-11-06 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | System and method for estimating tissue heating of a target ablation zone for electrical-energy based therapies |
US10238447B2 (en) | 2008-04-29 | 2019-03-26 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | System and method for ablating a tissue site by electroporation with real-time monitoring of treatment progress |
US10272178B2 (en) | 2008-04-29 | 2019-04-30 | Virginia Tech Intellectual Properties Inc. | Methods for blood-brain barrier disruption using electrical energy |
NL2002622C2 (nl) * | 2009-03-13 | 2010-09-16 | Ez Blocker B V | Bronchoscopisch verdeelstuk. |
US11638603B2 (en) | 2009-04-09 | 2023-05-02 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Selective modulation of intracellular effects of cells using pulsed electric fields |
US11382681B2 (en) | 2009-04-09 | 2022-07-12 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Device and methods for delivery of high frequency electrical pulses for non-thermal ablation |
US8903488B2 (en) | 2009-05-28 | 2014-12-02 | Angiodynamics, Inc. | System and method for synchronizing energy delivery to the cardiac rhythm |
US9895189B2 (en) | 2009-06-19 | 2018-02-20 | Angiodynamics, Inc. | Methods of sterilization and treating infection using irreversible electroporation |
US8425455B2 (en) | 2010-03-30 | 2013-04-23 | Angiodynamics, Inc. | Bronchial catheter and method of use |
WO2012051433A2 (en) | 2010-10-13 | 2012-04-19 | Angiodynamics, Inc. | System and method for electrically ablating tissue of a patient |
US9078665B2 (en) | 2011-09-28 | 2015-07-14 | Angiodynamics, Inc. | Multiple treatment zone ablation probe |
WO2013090619A1 (en) | 2011-12-15 | 2013-06-20 | The Board Of Trustees Of The Leland Stanford Junior University | Devices and methods for preventing tracheal aspiration |
US9414881B2 (en) | 2012-02-08 | 2016-08-16 | Angiodynamics, Inc. | System and method for increasing a target zone for electrical ablation |
EP3065804A4 (en) | 2013-11-05 | 2017-08-16 | Ciel Medical, Inc. | Devices and methods for airway measurement |
US9051066B1 (en) | 2014-02-07 | 2015-06-09 | Tinnus Enterprises, Llc | System and method for filling containers with fluids |
CN112807074A (zh) | 2014-05-12 | 2021-05-18 | 弗吉尼亚暨州立大学知识产权公司 | 电穿孔系统 |
US12114911B2 (en) | 2014-08-28 | 2024-10-15 | Angiodynamics, Inc. | System and method for ablating a tissue site by electroporation with real-time pulse monitoring |
WO2016100325A1 (en) | 2014-12-15 | 2016-06-23 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Devices, systems, and methods for real-time monitoring of electrophysical effects during tissue treatment |
US10905492B2 (en) | 2016-11-17 | 2021-02-02 | Angiodynamics, Inc. | Techniques for irreversible electroporation using a single-pole tine-style internal device communicating with an external surface electrode |
US11123509B2 (en) | 2017-05-12 | 2021-09-21 | Provincial Health Services Authority | Respiratory treatment apparatus |
US11607537B2 (en) | 2017-12-05 | 2023-03-21 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Method for treating neurological disorders, including tumors, with electroporation |
US11925405B2 (en) | 2018-03-13 | 2024-03-12 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Treatment planning system for immunotherapy enhancement via non-thermal ablation |
US11311329B2 (en) | 2018-03-13 | 2022-04-26 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Treatment planning for immunotherapy based treatments using non-thermal ablation techniques |
DE102019002841B3 (de) | 2019-04-18 | 2020-07-09 | Klaus-Peter Czudaj | Vorrichtung zum temporären Verschluss von Bronchien mit vorrichtungsimmanenter Rückholfunktion: Endobronchialer Okklusionsschirm mit Rückholfunktion. |
US11950835B2 (en) | 2019-06-28 | 2024-04-09 | Virginia Tech Intellectual Properties, Inc. | Cycled pulsing to mitigate thermal damage for multi-electrode irreversible electroporation therapy |
CN112842435A (zh) * | 2020-12-30 | 2021-05-28 | 杭州康基医疗器械有限公司 | 挤压式组织阻断器 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2001002042A1 (en) * | 1999-07-02 | 2001-01-11 | Pulmonx | Methods, systems, and kits for lung volume reduction |
US20030154988A1 (en) * | 2002-02-21 | 2003-08-21 | Spiration, Inc. | Intra-bronchial device that provides a medicant intra-bronchially to the patient |
US20040060563A1 (en) * | 2001-03-02 | 2004-04-01 | Alan Rapacki | Bronchial flow control devices and methods of use |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS6010740B2 (ja) * | 1981-05-07 | 1985-03-19 | 宏司 井上 | 一側肺換気用気管内チユ−ブ |
US4840172A (en) * | 1986-09-04 | 1989-06-20 | Augustine Scott D | Device for positioning an endotracheal tube |
US5588424A (en) * | 1995-06-28 | 1996-12-31 | The Cleveland Clinic Foundation | Bronchial blocker endotracheal apparatus |
US5720735A (en) * | 1997-02-12 | 1998-02-24 | Dorros; Gerald | Bifurcated endovascular catheter |
US7013890B2 (en) * | 2002-08-20 | 2006-03-21 | Cms Surgical, Inc. | Bronchial tube with an endobronchial Y-guide |
-
2004
- 2004-05-13 NL NL1026190A patent/NL1026190C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-05-13 AT AT05749553T patent/ATE454854T1/de not_active IP Right Cessation
- 2005-05-13 WO PCT/NL2005/000369 patent/WO2005110247A1/en active Application Filing
- 2005-05-13 DK DK05749553.3T patent/DK1765186T3/da active
- 2005-05-13 EP EP10150531A patent/EP2215979A1/en not_active Withdrawn
- 2005-05-13 US US11/579,676 patent/US7900634B2/en active Active
- 2005-05-13 ES ES05749553T patent/ES2339681T3/es active Active
- 2005-05-13 EP EP05749553A patent/EP1765186B1/en active Active
- 2005-05-13 DE DE602005018924T patent/DE602005018924D1/de active Active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2001002042A1 (en) * | 1999-07-02 | 2001-01-11 | Pulmonx | Methods, systems, and kits for lung volume reduction |
US20040060563A1 (en) * | 2001-03-02 | 2004-04-01 | Alan Rapacki | Bronchial flow control devices and methods of use |
US20030154988A1 (en) * | 2002-02-21 | 2003-08-21 | Spiration, Inc. | Intra-bronchial device that provides a medicant intra-bronchially to the patient |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1033898C2 (nl) * | 2007-05-29 | 2008-12-02 | Anaesthetiq B V | Steun voor bronchusblokkeerder en beademingssysteem met een met zo'n steun uitgeruste bronchusblokkeerder en beademingsbuis. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US7900634B2 (en) | 2011-03-08 |
ES2339681T3 (es) | 2010-05-24 |
WO2005110247A1 (en) | 2005-11-24 |
EP1765186A1 (en) | 2007-03-28 |
US20080190434A1 (en) | 2008-08-14 |
DK1765186T3 (da) | 2010-05-10 |
ATE454854T1 (de) | 2010-01-15 |
EP2215979A1 (en) | 2010-08-11 |
DE602005018924D1 (de) | 2010-03-04 |
EP1765186B1 (en) | 2010-01-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1026190C2 (nl) | Bronchusblokkeerder en beademingssysteem met bronchusblokkeerder en beademingsbuis. | |
US6553993B2 (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position preserving mechanism | |
US6321749B1 (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position preserving mechanism | |
US7694681B2 (en) | Variable size endotracheal tube | |
AU2002239351B2 (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position preserving mechanism | |
US6761171B2 (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position preserving mechanism | |
JP6506610B2 (ja) | 人工気道装置 | |
NL1004721C2 (nl) | Beademingsinrichting. | |
US7013890B2 (en) | Bronchial tube with an endobronchial Y-guide | |
EP1092448A2 (en) | Breathing tube apparatus | |
US12109360B2 (en) | Tracheal tube | |
JP4424902B2 (ja) | シングルルーメン挿管チューブを使用した気管支鏡挿入式気管支ブロッカー誘導システム | |
KR101938304B1 (ko) | 비대칭형 커프 구조를 갖는 구강 또는 비강 기관 삽관 튜브 | |
ZA200404049B (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position preserving mechanism. | |
Lee | Anaesthetic equipment for thoracic surgery | |
NZ544531A (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position preserving mechanism | |
NZ556276A (en) | Endotracheal tube with tip directional control and position prerserving mechanism |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: ANAESTHETIQ B.V. Effective date: 20060728 |
|
TD | Modifications of names of proprietors of patents |
Owner name: EZ-BLOCKER B.V. Effective date: 20090717 |
|
PLED | Pledge established |
Effective date: 20110928 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200601 |