NL1025667C2 - Naafconstructie voor afneembaar wiel. - Google Patents

Description

ê

NAAFCONSTRUCTIE VOOR AFNEEMBAAR WIEL

5 De uitvinding heeft betrekking op een naafconstructie voor het losneembaar op een as plaatsen van een element, omvattende een as, een over een uiteinde van de as plaatsbare bus waarmee het element verbonden is en een vergrendelinrichting voor het in axiale richting op de as 10 vergrendelen van de bus.

Een dergelijke naafconstructie is bekend uit US-A-4477 121.

De uit dit document bekende naafconstructie omvat een vergrendelinrichting welke slechts kan worden ontgrendeld 15 door een trekkende beweging in axiale richting uit te voeren.

Dit is een beweging in een richting die veelal als tegennatuurlijk wordt ervaren.

Bovendien vereist een ontgrendelbeweging in een dergelijke richting een rand een haak of iets dergelijks 20 waarachter de ontgrendelende persoon zijn vingers kan plaatsen om de beweging in de desbetreffende richting over te dragen naar het ontgrendelingselement.

Dit leidt bovendien tot een in het algemeen niet bijzonder fraai uiterlijk.

25 Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke naafconstructie waarbij deze nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bereikt, doordat vergrendelinrichting een over de bus verschuifbare mof omvat en ontgrendelbaar is 30 door een voor het ontgrendelen in axiale richting in te drukken, concentrisch met de as geplaatst bedieningselement dat met de mof verbonden is.

11025667- 2

Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk slechts door het indrukken van het ontgrendelingselement de-ontgrendeling te bewerkstelligen. Dit is een voor de meeste personen veel natuurlijker beweging. Deze maatregel heeft 5 bovendien het voordeel dat geen randen of haken noodzakelijk zijn om door de vingers te worden gegrepen; voor het uitoefenen van een drukkracht is slechts een eenvoudig vlak noodzakelijk.

Alhoewel de uitvinding een groot aantal toepassingen 10 kent, komen de voordelen daarvan bijzonder tot uiting wanneer het element een wiel is, en de as een onderdeel vormt van een voertuig.

Hierbij kan worden gedacht aan voertuigen welke met de hand worden voortbewogen, zoals kinderwagens, buggy's en 15 talloze varianten daarvan welke veelal in andere voertuigen zoals auto's of in het openbaar vervoer moeten worden meegenomen, en waarbij de wielen een belangrijke volume innemen. Door het verwijderen van deze wielen kunnen deze voertuigen gemakkelijker worden meegenomen.

20 Op zich is uit het Amerikaanse document US 5 988 656 een vergrendelmechanisme bekend waarbij ontgrendeling plaatsvindt door het in axiale richting drukken van een los bedieningselement. De bekende constructie is echter van een geheel andere soort waarin de as zowel een dragende functie 25 als een vergrendelingsfunctie vervult. Om het element los te kunnen maken van een voertuig, dient de as zelf in zijn geheel van het voertuig verwijderd te worden.

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de bedieningsknop vast verbonden is met een mof 30 welke schuifbaar is over de bus.

Hierdoor wordt een constructief simpele uitvoeringsvorm verkregen.

1025667- 3

Alhoewel dit niet noodzakelijk is, verschaft een voorkeursuitvoeringsvorm de mogelijkheid dat dè bus draaibaar is op de as. Bij deze constructie wordt een afzonderlijke lagerconstructie overbodig.

5 In veel gevallen zal echter toch een lager noodzakelijk zijn. In een dergelijke situatie kan dit lager het beste rondom de bus zijn aangebracht.

Om ongewenst bedienen van de ontgrendeling te voorkomen heeft het de voorkeur dat het buitenvlak van het 10 bedieningselement binnen de contour van het wiel is gelegen.

Het buitenvlak van het bedieningselement sluit dan ook bij voorkeur aan op het buitenvlak van het wiel. Dit leidt niet alleen tot een aantrekkelijk uiterlijk, maar hierdoor wordt tevens een goede bescherming van het inwendige 15 van de wielnaafconstructie tegen van buiten komend vuil verkregen.

De voordelen van de uitvinding komen in het bijzonder tot uiting wanneer de wielnaafconstructie in het wiel een onderdeel vormen van een bolderwagen.

20 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen:

Fig. 1: Een perspectivisch schematisch aanzicht van een combinatie van een wiel en een as waarbij de 25 naafconstructie volgens de onderhavige uitvinding is toegepast;

Fig. 2: Een doorsnede-aanzicht door een radiaal vlak van de naafconstructie.

De uitvinding is van toepassing op een voertuig, dat 30 van tenminste één as voorzien is. In fig. 1 is een dergelijke as 1 weergegeven. Op de as 1 is een wiel 2 draaibaar bevestigd. Voor de bevestiging wordt gebruik gemaakt van de losmaakbare constructie zoals deze in het bijzonder uit fig.

T 025607^ 4 2 blijkt. Rondom de as 1 is een bus 3 aangebracht. Deze bus 3 past nauwkeurig rondom de as 1.

In de as 1 is in de nabijheid van zijn einde een zich rondom uitstrekkende groef 4 aangebracht. Ter plaatse van de 5 groef 4 is in de bus een aantal openingen 5 aangebracht. In deze openingen 5 zijn kogels 6 geplaatst. Deze kogels strekken zich niet alleen uit in de betreffende openingen 5, maar eveneens in de groef 4. Hierbij verhinderen zij de axiale beweging van de bus 3 ten opzichte van de as 1.

10 Een radiale beweging van de kogels 6 naar buiten toe wordt voorkomen door de aanwezigheid van een zich rondom de bus 3 uitstrekkende mof 7. In de normale, in fig. 2 weergegeven positie sluit de mof 7 de kogels 6 op, zodat de gewenste axiale vergrendeling inderdaad plaatsvindt.

15 De mof 7 is echter in axiale richting verschuifbaar over de bus 3, zodat deze kan worden bewogen naar een positie waarin ter plaatse van de kogels 6 de mof 7 voorzien is van een zich rondom uitstrekkende inwendige inkeping 8. De inwendige inkeping 8 biedt plaats aan een radiale beweging 20 van de kogels 6 naar buiten, waardoor de axiale vergrendeling van de kogels 6 op de as 1 wordt opgeheven.

Dan kan de bus, tezamen met het zich daar omheen bevindende wiel van de as 1 af worden bewogen.

Door de aanwezigheid van een schroefdrukveer 9 welke 25 zich uitstrekt tussen de bus 3 en een vast met de mof 7 verbonden dop 10 wordt de mof 7 naar de normale positie gedrongen, waarin deze de kogels 6 opsluit. Het is echter mogelijk de knop 10 in te drukken, waardoor de mof met zijn inkeping 8 tot boven de kogels 6 wordt bewogen, waardoor de 30 vergrendeling wordt opgeheven.

Rondom de bus 3 zijn twee lagers 11,12 aangebracht. Deze lagers vormen een verbinding tussen het eigenlijke wiel 1025667- 5 2 en de bus 3, waardoor het wiel 2 kan roteren ten opzichte van de bus 3.

Het is echter eveneens mogelijk gebruik te maken van een configuratie waarbij geen afzonderlijke lagers aanwezig 5 zijn, en waarbij het wiel 3 direct op de bus 3 is geplaatst. Rotatie wordt dan mogelijk doordat de as 1 en de bus 3 tezamen als lager fungeren.

De dop 10, welke wordt gebruikt voor het ontgrendelen sluit aan zijn randen aan op het wiel 2. Als gevolg daarvan 10 fungeert de dop niet alleen als bedieningselement, maar tevens als bescherming tegen vuil en stof in de getoonde constructie.

'1025667-

Claims (9)

1. Naafconstructie voor het losneembaar op een as plaatsen van een element, omvattende: 5. een as; - een over een uiteinde van de as plaatsbare bus waarmee het element is verbonden; en - een vergrendelinrichting voor het in axiale richting op de as vergrendelen van de bus, 10 met het kenmerk, dat de vergrendelinrichting een over de bus verschuifbare mof omvat en ontgrendelbaar is door een voor het ontgrendelen in axiale richting in te drukken, concentrisch met de as geplaatst bedieningselement dat met de mof verbonden is.

2. Naafconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het element een wiel is en dat de as een onderdeel vormt van een voertuig.

3. Naafconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bedieningselement vast verbonden is met de 20 over de bus schuifbare mof.

4. Naafconstructie volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de bus draaibaar is op de as.

5. Naafconstructie volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat rondom de bus tenminste een wiellager is 25 aangebracht.

6. Combinatie van een naafconstructie volgens een van de voorafgaande conclusies en een wiel, met het kenmerk, dat het buitenvlak van het bedieningselement binnen de contour van het wiel is gelegen.

7. Combinatie van een naafconstructie volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het buitenvlak van het bedieningselement aansluit op het buitenvlak van het wiel. 1025667* %

8. Combinatie volgens conclusie 6 of 7 , met het kenmerk, dat de wielnaafconstructie en het wiel een onderdeel vormen van een bolderwagen.

9. Voertuig, in het bijzonder een bolderwagen, 5 gekenmerkt door tenminste twee combinaties volgens conclusie 7 of 8. 1025667-