NL1025572C1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025572C1 NL1025572C1 NL1025572A NL1025572A NL1025572C1 NL 1025572 C1 NL1025572 C1 NL 1025572C1 NL 1025572 A NL1025572 A NL 1025572A NL 1025572 A NL1025572 A NL 1025572A NL 1025572 C1 NL1025572 C1 NL 1025572C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wall
- holder
- container
- stiffening
- frame
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D17/00—Separation of liquids, not provided for elsewhere, e.g. by thermal diffusion
- B01D17/02—Separation of non-miscible liquids
- B01D17/0208—Separation of non-miscible liquids by sedimentation
- B01D17/0211—Separation of non-miscible liquids by sedimentation with baffles
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C02—TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
- C02F—TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
- C02F1/00—Treatment of water, waste water, or sewage
- C02F1/40—Devices for separating or removing fatty or oily substances or similar floating material
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
Description
Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel 5
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel, zoals een vet-afscheider omvattende het 10 vervaardigen van wanddelen uit een plaat van smeltbaar materiaal en het verschaffen van wand-verstijvingsprofielen. De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het afscheiden van een component van vloeistof uit een vloeistofmengsel, zoals een vet-afscheider, omvattende een 15 houder voor het vloeistofmengsel voorzien van een bodemplaat, zijwanden en een bovenplaat, van een inlaat voor een vloeistofmengsel, van een vloeistof-afvoer voor een vloeistof en van een tweede afvoer voor ten minste een afgescheiden component, in de houder opgenomen scheidingsmiddelen, en 20 voorzien van wand-verstijvingsprofielen.
Een dergelijke werkwijze is bekend. Uit plaatdelen wordt een houder vervaardigd van grote afmetingen die bijvoorbeeld tweeduizend liter of meer kan bevatten. De druk op de dunnen wandddelen is daarbij groot en deze moet 25 gedeeltelijk worden opgevangen door verstijvingsprofielen. In de gekende werkwijzen wordt de blokvormige houder voorzien van verstijfingsprofielen aan een buitenzijde aangebracht rondom de zijwanden van die houder. De druk van de zijwanden wordt zodoende afgeleid.
30 Een probleem bij het vervaardigen van dergelijke afscheiders is het grote aantal wand-verstijvingsprofielen dat rondom de houder moet worden aangebracht. Elk wand- 1025572 2 verstijvingsprofiel moet worden vastgezet dat leidt tot een aanzienlijke productietijd en hoge kosten.
Het doel van de uitvinding is een werkwijze voor het vervaardigen van een houder volgens de kop van conclusie 1 te 5 verschaffen, die dezelfde of een betere verstijving van de wanddelen heeft en waarbij de kosten voor het vervaardigen verminderd zijn.
Dit doel wordt bereikt volgens de uitvinding doordat de werkwijze verder omvat het vervaardigen van een raamwerk 10 gevormd van de wand-verstijvingsprofielen en het nauw aansluitend rond de houder aanbrengen van het raamwerk. Doordat een raamwerk wordt vervaardigd van de verstijvingsprofielen, wordt een deel gevormd dat uit zichzelf-al zeer-grote stijfheid vertoontï Het raamwerk is om 15 de houder heen gebracht, waardoor het de wanddelen ondersteund. De binnenomtrek van het raamwerk is in hoofdzaak gelijk aan de buitenomtrek van de houder op de plaatsen waar het raamwerk wordt aangebracht.
De volgorde bij het vervaardigen kan verschillend 20 zijn. De stappen kunnen in geschikte volgorde worden uitgevoerd. Het raamwerk kan bijvoorbeeld geprefabriceerd worden van verstijvingsdelen en in geprefabriceerde toestand aangebracht rondom de wanddelen van de houder. In een andere uitvoering wordt het raamwerk gevormd tijdens het aanbrengen 25 rondom de zijwanden van de houder. Volgens de uitvinding kan het raamwerk iedere gesloten vorm zijn, zoals bijvoorbeeld rechthoekig, maar ook ovaal, cirkelvormig en dergelijke.
Door de grote buigstijfheid van het raamwerk zal met minder verstijvingsdelen gewerkt kunnen worden en zullen 30 minder verbindingen worden gemaakt tussen verstijvingsdelen van het raamwerk en de wanddelen van de houder. Het raamwerk sluit nauw aan op de omtrek van de houder en vangt daarbij de druk op de wanddelen op.
1025572 3
In de voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder het aanbrengen van een aantal raamwerken rondom de houder. Deze kunnen geprefabriceerd zijn. De raamwerken worden op een afstand van elkaar aangebracht rondom de 5 houder. Dat kan op gelijke afstanden tussen de raamwerken zijn. De raamwerken zijn op verschillende plaatsen, bij voorkeur in parallelle vlakken aangebracht rondom de doorsnede van de houder.
In de uitvoering waarbij de houder vervaardigd is met 10 een vlakke bodemplaat, die de bodemwand vormt, is het gunstig het raamwerk aan te brengen in hoofdzaak in een vlak parallel aan die onderwand. Op afstand van de onderwand en rondom de houder bevindt zich dan het raamwerk. Bij het vervaardigen kunnen de raamwerken op afstand van elkaar gehouden worden 15 door het tussenplaatsen van positioneermiddelen of mallen. Deze zijn behulpzaam bij het daarna verbinden van de raamwerken aan de wanddelen van de houder.
Bij voorkeur omvat de werkwijze verder het aanbrengen van wand-verstijvingsprofielen op twee zijden van een 20 zijwand. Bij voorkeur is dit de staande zijwand. Hierdoor is het mogelijk verstijving aan de zijwand mee te geven in twee richtingen, die bij voorkeur haaks op elkaar staan, zoals in een verticale en een horizontale richting. Door het aan beide zijden aanbrengen van de wand-verstijvingsprofielen zijn er 25 geen dwarsverbindingen tussen de respectievelijke, kruisende wand-verstijvingsprofielen noodzakelijk.
Gebruikt kunnen worden doorgaande wand-verstijvingsprofielen over de lengte/breedte van de zijwand. De wand-verstijvingsprofielen aan één van de zijden van de 30 zijwand kunnen onderdeel zijn van een raamwerk van wand-verstijvingsprofielen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de wand-verstijvingsprofielen aan beide zijden van de zijwand 1025572 4 onderdeel van het raamwerk. Zodoende kan de houder in twee richtingen versterkt worden en in vergelijking met de stand van de techniek door middel van minder verstijvingsprofielen.
Het is tevens voordelig dat het aanbrengen van wand-5 verstijvingsprofielen op een wanddeel omvat het verbinden van de wand-verstijvingsprofielen met de wanddelen. Hierdoor wordt een bevestiging verkregen. Een verstijvende functie is hierdoor op een plaats van de houder gewaarborgd/ en de wand-versti jvingsdelen kunnen niet verschuiven.
10 Bij voorkeur wordt het verbinden uitgevoerd door het lassen van het wand-verstijvingsprofiel aan het respectievelijke wanddeel. Bij voorkeur wordt extrusie-lassen toegepast. Gebruik wordt gemaakt van geschikte materialen die met elkaar verbindbaar zijn.
15 Bij het verbinden van een in hoofdzaak parallel aan de onderplaat lopend raamwerk met de zijwanden van de houder is het lassen bijzonder voordelig/ aangezien in één arbeidsgang één las volledig rondom de houder kan worden aangebracht, waarmee het raamwerk aan de houder wordt 20 verbonden. Dit in tegenstelling tot de stand van de techniek waarbij dit nimmer het geval was. De werkwijze voor het vervaardigen wordt hierdoor aanzienlijk versneld.
De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het -afscheiden van een component van vloeistof uit een 25 vloeistofmengsel, zodat een vet-afscheider, omvattende een houder voor het vloeistofmengsel voorzien van een bodemplaat, zijwanden en een bovenplaat, van een inlaad voor een vloeistofmengsel, van een vloeistof-afvoer voor een vloeistof en van een tweede afvoer voor tenminste een afgescheiden 30 component, in de houder opgenomen scheidingsmiddelen, en voorzien van wand-verstijvingsprofielen. De uitvinding wordt gekenmerkt doordat de uitvinding één of een aantal raamwerken omvatten en dat het raamwerk nauwsluitend is aangebracht 1025572 5 rondom de houder. Het raamwerk is buigstijf. Het toepassen van een dergelijke vorm rondom de houder heeft tot gevolg dat minder verstijvingselementen moeten worden toegepast. De materiaalkosten gaan omlaag.
5 Bij voorkeur is het raamwerk aangebracht rondom een staande zijwand. Hierdoor wordt de druk van de vloeistof die . is opgenomen in de houder op deze zijwand via het raamwerk op de verstijvingsprofielen afgeleid. De staande zijwand kan onderdeel zijn van een balkvormige houder, maar ook van een 10 cirkelvormige houder, het raamwerk volgt de vorm van de zijwand nauwsluitend. Er is niet of nauwelijks speling tussen raamwerk en zijwand.
De wand-verstijvingsprofielen zijn bij voorkeur een koker-van een stijf materiaal, bijvoorbeeld staal en zijn bij 15 voorkeur voorzien van een mantel van een smeltbaar materiaal, zoals een plastic, bij voorkeur polyethyleen (PE). De coating voorkomt roesten. De afscheiders zijn plaatsbaar ondergronds.
Bij voorkeur is een verbindingsmiddel aangebracht tussen de houder en het wand-verstijvingsprofiel/het 20 raamwerk. Hierdoor worden de wand- verstijvingsprofielen/raamwerken op hun plaats gehouden. De verstijving van het wanddeel op die plaatsen is dan gewaarborgd.
Bij voorkeur zijn tevens wand-verstijvingsprofielen 25 aangebracht tussen boven- en onderplaat in de houder.
Hierdoor wordt versteviging in de verticale richting van de afscheider bereikt. Door de wand-verstijvingsprofielen voor de verticale richting in de houder aan te brengen, wordt ruimte bespaard en worden de twee zijden van de zijwanden 30 gebruikt die zich bevinden tussen onder- en bovenplaat. Aan de buitenzijde van de zijwand is een wand-verstijvingsprofiel . als onderdeel van het raamwerk aangebracht en aan de binnenzijde van de zijwand is een wand-verstijvingsprofiel ^025572 6 .aangebracht in een richting haaks daarop. Bij voorkeur zijn een aantal wand-verstijvingsprofielen aangebracht tussen boven- en onderplaat in verticale richting van de houder.
Bij voorkeur wordt voor de houder een plaatmateriaal 5 gebruikt dat bij voorkeur een plasticmateriaal is, bij voorkeur HDPE. Dit materiaal heeft inerte eigenschappen met betrekking tot vet, olie en benzine in dergelijke afschelders behandeld kunnen worden. Ook de scheidingsmiddelen die zijn opgenomen in de houder zijn van dit materiaal. De 10 scheidingsmiddelen worden gevormd door schoten die geplaatst zijn in de houder. De invoer, afvoer en tweede afvoer zijn ook gevormd door HDPE. Deze verbindingsmiddelen zijn noodzakelijk voor het functioneren van de afscheider. Uit een vloeistofmengsel, bijvoorbeeld-afvalwater, wordt vet 15 afgescheiden. Voor de afgescheiden component is een aparte afvoer noodzakelijk.
HDPE is ook eenvoudig met elkaar te verbinden. Door middel van lassen kan vloeistof dichte verbinding worden verkregen tussen verschillende plaatdelen. De plaatdelen 20 kunnen gemakkelijk worden vervormd, bijvoorbeeld gebogen, waarbij de buiging zowel om een as die ligt in het materiaal kan, als om een as buiten het materiaal. Eventueel kan materiaal langs een buigrand worden weggefreesd. Bij voorkeur worden de zijwanden van de houder gevormd uit één lang 25 plaatvormig materiaal dat op geschikte wijze wordt gebogen, zodat de gehele omtrek van de houder wordt gevormd. Hierdoor is maar één las in de zijwand noodzakelijk. De open zijkanten van de zijwanden worden afgesloten door de boven- en onderplaat die een overeenkomstige vorm hebben met de 30 doorsnede van de zijwanden in de horizontale richting.
Bij voorkeur is de bodemplaat voorzien van dwarsliggers. Deze dwarsliggers zijn bij voorkeur aangebracht aan de buitenzijde van de bodemplaat. Hierdoor wordt Ü02F··":' 7 stijfheid gekregen in een richting haaks op de verticale wand-verstijvingsprofielen en het raamwerk.
Bij voorkeur vormen de dwarsliggers en de verticale wand-verstijvingsprofielen, c.q. stijlen in hoofdzaak een 5 niet-doorlopend raamwerk. De stijlen zijn aangebracht in de houder, terwijl de dwarsliggers aan de buitenzijde van de houders zijn aangebracht. De krachten die werken op de respectievelijke verstijvingsprofielen worden desalniettemin door het materiaal van de houder heen afgegeven op de 10 respectievelijke liggers, waardoor dezelfde gunstige raamwerkconstructie wordt gevormd.
Bij voorkeur heeft de houder een in hoofdzaak constante doorsnede, bij voorkeur in doorsnede in vlakken parallel aan het ondervlak van de-houder. Wanneer de houder 15 een constante doorsnede heeft, kan met een aantal raamwerken van dezelfde grootte de omtrek van de houder nauwsluitend worden omgeven. Hierdoor is slechts één raamwerk van standaard grootte noodzakelijk voor de houder.
De uitvinding zal verder worden beschreven aan de 20 hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin:
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding toont in perspectivisch aanzicht,
Figuur 2 een gedeeltelijk opengewerkte dwarsdoorsnede 25 langs II-II van Figuur 1 toont,
Figuur 3 een gedeeltelijk opengewerkt zij-aanzicht toont van Figuur 1,
Figuur 4 een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht toont van de uitvoeringsvorm van Figuur 1, 30 Figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding toont, 1025572 8
Figuur 6 een zij-aanzicht toont van de uitvoeringsvorm volgens Figuur 5 gedeeltelijk opengewerkt aanzicht,
Figuur 7 een gedeeltelijk opengewerkte zij-aanzicht toont 5 van de tweede uitvoeringsvorm volgens Figuur 5,
Figuur 8 een gedeeltelijk opengewerkte doorsnede in een horizontaal vlak toont van de tweede uitvoeringsvorm volgens Figuur 5.
Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de 10 uitvinding. Inrichting 1 is een vet-afscheider. De vet- afscheider 1 omvat een balkvormige houder of scheidingsruimte 2. De scheidingsruimte 2 wordt gevormd door zijwanden 3, bovenplaat 4 en onderplaat 5. De zijwanden, de bovenplaat en de onderplaat ..zijn van een geschikt vervormbaar, bij voorkeur 15 smeltbaar, bij voorkeur plaatvormig materiaal zoals bij voorbeeld plastic, in een voorkeursuitvoeringsvorm hoge dichtheid polyethyleen, bij voorkeur HDPE-T3. Deze platen zijn ongeveer 2 tot 12 mm dik, bij voorkeur 3-6 mm dik.
De scheidingsruimte in deze uitvoering is een houder 20 voor een vethoudend mengsel in deze uitvoeringsvorm. De houder is voorzien van wanden die vloeistofdicht met elkaar verbonden zijn op geschikte wijze.
In een andere uitvoeringsvorm kan de houder meerwandig zijn. Verschillende materialen kunnen worden 25 gebruikt. De mogelijkheid is een stalen binnenhouder omgeven door een kunststof buitenhouder. Ook kan in de scheidingsruimte een blaas zijn opgenomen.
Bij voorkeur worden de opstaande zijwanden gevormd door een langwerpige kunststof materiaal baan, van 30 bijvoorbeeld aan elkaar verbonden, bij voorkeur gelaste, bijvoorbeeld door middel van verwarming van de uiteinden, delen van bij voorkeur HDPE-T3. De materiaalbaan kan op de hoekpunten van de vet-afscheider worden gebogen door het 1025572 9 plaatselijk verwarmen van de materiaalbaan, waardoor een deel van het materiaal smelt en het materiaal buigzaam wordt. Daarna wordt het materiaal om een hoek, bij voorkeur een rechte hoek gebogen. Hierdoor wordt de rechthoekige vorm 5 verkregen van de zijwanden. In een andere uitvoeringsvorm is de zijwand ovaal vormig in doorsnede. Het verwarmen vindt bij voorkeur plaats door het middel van een verwarmd zwaard.
Rond de opstaande zijwanden 3 tussen de onderplaat 5 en bovenplaat 4 zijn twee raamwerken 6,7 aangebracht. De 10 raamwerken zijn gevormd uit wand-verstijvingsprofielen, zoals een stalen profiel, dat bij voorkeur een koker doorsnede heeft, dat bij voorkeur voorzien is van een mantel, zoals bij voorbeeld een polyethyleen mantel.
-De raamwerken-6,7-hebben een-bi-nnenomtrek die nauw 15 aansluit op de zijwanden 3. De zijwanden 3 geven de houder 2 een in hoofdzaak in de verticale richting constante doorsnede, waardoor de raamwerken 6 en 7 dezelfde afmetingen kunnen hebben, en op willekeurige plaats in een horizontaal vlak rondom de zijwand 3 kunnen worden aangebracht.
20 In de voorkeursuitvoeringsvorm worden ze op regelmatige afstand van elkaar aangebracht, bij voorkeur verdeeld over de hoogte richting van de zijwand 3. In deze uitvoeringsvorm zijn er twee raamwerken aangebracht rondom de zijwanden, in een andere uitvoeringsvorm kunnen dit er drie, 25 vier , vijf of zes zijn of meer. De raamwerken zijn aangebracht op afstand van de bovenplaat 4 en de onderplaat 5.
De bovenplaat 4 is voorzien van twee openingen. De openingen zijn rond of hebben een willekeurige andere vorm.
30 De uitsparingen zijn aangebracht in de bovenplaat. Deze uitsparingen kunnen bijvoorbeeld uit de bovenplaat 4 worden gezaagd. Via de uitsparingen kan toegang worden verkregen tot de ingang van houder 2.
-1 i 'i v ί·. C y ’> i\ y /. y y i 10
Over de uitsparing in de bovenplaat 4 is een monddeel 8 aangebracht. Het monddeel 8 is middels lassen aan de bovenplaat verbonden. De las is met verwijzingscijfer 9 aangegeven. In het monddeel 8 is een dekseldeel 10 opgenomen.
5 Het dekseldeel 10 omvat, een cilindervormig buisdeel 11. Het dekseldeel 10 is in een ronde opening van het monddeel 8 met het buisdeel 11 op en neer beweegbaar volgens pijl 12. Zodoende is de afstand tussen dekseldeel 10 en houder 2 variabel. Deze kan worden aangepast aan de plaats, waarop de 10 inrichting, de vet-afscheider, wordt aangebracht. Die zit bij voorkeur onder de grond. De dekseldelen 10 vormen het deksel op grond hoogte. Monddeel 8 en dekseldeel 10 vormen afsluitmiddelen van ten minste een afvoer, in dit geval de mogelijke- afvoer van een afgescheiden component van de .
15 afscheider 2.
Het afsluitmiddel omvat een verbinding met de het putdeksel die flexibel is. De flexibiliteit wordt verkregen door een flexibele verbinding tussen afsluitmiddel, bijvoorbeeld een dekseldeel en de afsluitingsruimte. Een 20 dergelijke verbinding wordt bijvoorbeeld gevormd door een buigzame slang. De slang is bij voorkeur versterkt door middel van omtreksringen.
In de voorkeursuitoveringsvorm wordt de flexibiliteit verkregen zoals getoond in Figuur 1 door het toepassen van de 25 stijve verbinding die verplaatsbaar is ten opzichte van de inrchting/scheidingsruimte. In feite is dit een telescoopachtig mechanisme.
Ook het monddeel 8 en.het dekseldeel 10 omvatten in hoofdzaak een kunststof materiaal, bij voorkeur HDPE-T3. Rond
J
30 de binnenzijde van de mond van monddeel 8 kan een rubberen strook zijn aangebracht, die nauw aansluit op de buitenzijde van buisdeel 11. De rubberen strook is niet zichtbaar. Andere 110255 7¾ 11 materialen voor de strook omvatten kunststof, PVC en dergelijke.
Het dekseldeel 10 met monddeel 8 omvat een afsluiting van één van de openingen van de afscheidingsruimte. Via het 5 dekseldeel kan.de afscheidingsruimte toegankelijk worden gemaakt. Met de sluiting wordt een stankvrije afsluiting verkregen. Via het dekseldeel 10 wordt het binnenwerk van de vet-afscheider toegankelijk. De verzamelde massa in de vet-afscheider kan zodoende worden weggenomen.
10 Aan één zijde is een uitlaat 13 aangebracht. En aan de andere zijde een andere inlaat (niet zichtbaar in figuur 1). Aan dezelfde uiteinden zijn de hijsarmen 14 met hijsogen 15 aangebracht. Hiermee is de inrichting op te tillen middels een kraan.
15 De lassen tussen de verschillende delen van het gestel en de inrichting worden bij voorkeur gevormd door een kunststof die verwarmd is en die delen met elkaar verbindt, bij voorkeur wordt extrusie lassen toegepast. Door middel van een aanbrenginrichting wordt een kunststof tenminste 20 gedeeltelijk vloeibaar gemaakt door middel van verwarming met verwarmingselementen en via een monddeel afgegeven. Daarmee wordt een las verkregen die na uitharding een wandddeel met elkaar kan verbinden of een wanddeel met een wandverstijvingsdeel. Op die manier kan ook de las 9 worden 25 verkregen.
Het raamwerk 6,7 bestaat uit stijve profielen, bijvoorbeeld van een staal, en zijn in getoonde uitvoeringsvorm rechthoekig. Het raamwerk sluit nauw aan op de doorsnede vorm van de houder 2. Wanneer de houder 2 gevuld 30 is met een vloeistofmengsel zal dit druk uitvoeren op de dunwandige paneeldelen van de zijwand 3. Deze druk wordt via de verstijvingsdelen 6,7 afgevoerd en/of opgevangen.
1025572 12
Een afscheider volgens de uitvinding zoals getoond in Figuur 1 is op zeer doelmatige wijze te vervaardigen. De diverse paneeldelen worden op maat gemaakt. Ook het raamwerk 6,7 is voor te fabriceren. De vakman kan op geschikte wijze 5 dergelijke raamwerken vervaardigen.
Voor het vervaardigen wordt bij voorkeur de zijwand 3 geplaatst op bodemplaat 5, waarna de voorgefabriceerde raamwerkdelen 6,7 om de zijwanden heen aangebracht worden. Vervolgens wordt deksel plaat 4 aangebracht. Een andere 10 volgorde van vervaardigen kan worden toegepast.
Op geschikte wijze kan een vloeistof dichte afdichting worden verkregen tussen de bodemplaat 5 en de zijwanden 3, door een las aan te brengen op, zowel de binnenzijde als de buitenzijde van de zijwanden 3 waar zij 15 contact maken met onderplaat 5. Op dezelfde wijze kan bovenplaat 4 verbonden worden met de zijwanden 3.
Door middel van positioneermiddelen, zoals bijvoorbeeld een mal, kunnen de raamwerken 6,7 op een afstand gehouden worden in hetzelfde vlak als de onderplaat 5, zoals 20 bijvoorbeeld getoond in Figuur 1. Terwijl de raamwerken op de juiste afstand gehouden worden, kan een las worden aangebracht tussen de nauw aansluitende raamwerken en de zijwanden 3. Dit gebeurt op bijzonder efficiënte wijze doordat twee volledig rondom lopende lassen aan zowel de 25 bovenzijde als de onderzijde van het raamwerk 6,7 wordt aangebracht. Dergelijke doorgaande lassen zijn met grote snelheid aan te brengen, waardoor een koste besparing wordt verkregen.
Daarna kunnen de monddelen 8 en dekseldelen 10 worden 30 aangebracht.
Figuur 2 toont de dwarsdoorsnede langs II-II in figuur 1. Te zien is nu inlaat 16 en uitlaat 13. Tevens zijn de schoten 17-20 die zijn aangebracht in de afscheider 2 met 1025572 13 stippellijnen weergegeven. Tevens is te zien dat onderplaat 5 voorzien is van vijf dwarsliggers die zijn aangebracht in een dwarsrichting van de inrichting. De dwarsliggers zijn aangegeven met verwijzingscijfer 21. De dwarsliggers zijn met 5 de onderplaat verbonden door middel van lassen. De dwarsliggers 21 kunnen het zelfde profiel omvatten als de verstijvingsprofielen, eventueel voorzien van de PE mantel.
De bovenplaat 4 is voorzien van een omtreksrand 24 . die een raamwerkvorm heeft die is aangebracht aan de 10 onderzijde van de bovenplaat 4 en die om de zijwanden 3 heenligt. Tevens is de bovenplaat voorzien van dwarsliggers 23.
Figuur 3 toont een zij-aanzicht waarin dezelfde delen met dezelfde-nummers zijn-aangegeven en Figuur 4 toont een 15 bovenaanzicht, waarbij de zijwanden 3 in een dwarsdoorsnede zijn weergegeven.
Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. Getoond is een uitvoeringsvorm voor een vet-afscheider die in staat is 7 20 liter per seconde te verwerken. De vet-afscheider wordt wederom ondergronds aangebracht en moet zodoende in staat zijn de gronddruk te weerstaan, alsmede de druk die ontstaat wanneer de vet-afscheider gevuld wordt met een vloeistof mengsel van een water en een vet. Dergelijke vet-afschelders 25 worden toegepast in de water afvoer van grote instellingen, zoals ziekenhuizen.
In vergelijking met de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1 is de afscheider 100 groter, doordat de lengte is vergroot. Hierdoor is een andere gestel constructie noodzakelijk ten 30 einde te voldoen aan de eisen voor duurzaamheid, zoals bijvoorbeeld gegeven in de KOMO-richtlijnen.
De langwerpige afscheider 100 is opgebouwd uit plaatvormig materiaal. Het plaatvormige materiaal is gebruikt
jj O 0 { <lL
14 om een onderplaat 100, zijwanden 102 en bovenplaat 103 te vervaardigen en deze met elkaar te verbinden. Hierdoor werd de langwerpige balkvorm verkregen van de houder, waarin de vloeistoffen/vloeistofmengsel worden opgenomen. Doorsneden 5 van de balkvormig zijn zichtbaar in Figuur 6 en Figuur 8.
Doordat de afscheider 100 groter is, is gebruik gemaakt van een in vergelijking met Figuur 1 uitgebreider geraamte van verstijvingsdelen voor de wanddelen van de houder.
10 Rondom de zijwanden 102 zijn twee raamwerken 104,105 aangebracht. In de houder, zichtbaar in Figuur 6, Figuur 7 en Figuur 8, zijn vier verticale stijlen 106-109 aangebracht, in de voorkeursuitvoeringsvorm van hetzelfde materiaal als het raamwerk, die bijdragen aan de sterkte in de verticale 15 richting. De stijlen 106-109 zijn aan de binnenzijde van zijwand 102 aangebracht, dat wil zeggen een andere zijde van de zijwand ten opzichte van de raamwerkdelen 104,105. Beide verstijvingsdelen sluiten nauw aan op de houder respectievelijk de zijwand delen, en zijn bij voorkeur 20 daarmee verbonden, bij voorkeur door lassen, bij voorkeur extrusie lassen.
De wand-verstijvingsprofielen zijn bij voorkeur profielen, bij voorkeur van een kokervorm voorzien van een mantel, zoals een smeltbaar plastic, zoals polyethyleen.
25 Het vervaardigen van de afscheider 100 kan op geschikte wijze plaatsvinden door het in een geschikte volgorde vervaardigen van de platen uit een plaatvormig materiaal, het vormen van de raamwerken 104,105, Het verbinden van de verstijvingsprofielen 106-109 met zijwanden 30 102, het aanbrengen van dwarsliggers 110 onder de bodemplaat 101, het rondom de zijwanden aanbrengen van de raamwerken 104,105, het op afstand van elkaar houden van de raamwerken zodat zij in verticale richting langs de afscheider worden f\ f) ^ \ 'λ 7 '7 15 aangebracht en het verbinden van de raamwerken aan de zijwanden. Het maken van de verbindingen tussen de respectievelijke onderdelen van de afscheider kan telkens gebeuren door het aanbrengen van een las. Het verbinden van 5 de raamwerken aan de zijwanden is voor de vakman snel uit te voeren omdat deze zich rondom de afscheider kan bewegen.
Voor het verbinden van de stijlen 106-109 kan een vakman zich in de afscheider bewegen.
Bij het vervaardigen van een dergelijke afscheider 10 100 kan deze geplaatst worden op een hefinrichting of een voertuig, waardoor deze draaibaar is en de respectievelijke lassen gemakkelijk toegankelijk worden voor de vakman. Voor het aanbrengen van de las op de onderzijde van een raamwerkdeel 104,105 wordt de afscheider 100 opgetild zodat 15 de las gemakkelijk kan worden aangebracht in overeenstemming met arbeidsplaatsvoorschriften.
Voor het tillen kan er gebruik gemaakt worden van de hijsogen 111. De hijsogen worden aangebracht op de afscheider 100 door het monteren van een aanvullende plaatvormig element 20 112 voorzien van de hijsogen 111. Vier van dergelijke plaatvormige elementen worden aangebracht. Deze elementen kunnen tevens dienen als aanvullend verstijvingsdeel tussen dekselplaat 103 en raamwerk 105.
De afscheider volgens Figuur 5-8 is tevens voorzien 25 van afvoer/inlaat 113/114 en van drie op het deksel deel 103 aangebrachte mondddelen 115 tevens voorzien van een telescopische inrichting in de vorm van een cilindrisch deel 116 dat in- en uitschuifbaar is in monddeel 115 en voorzien van een potdeksel 117.
30 De stijlen 106-109 zijn met de bodemplaat en de dekselplaat verbonden door middel van een las die is aangebracht rondom het verbindingspunt van de stijl met de respectievelijke plaat.
1025572 16
In de afscheider zijn scheidingsmiddelen in de vorm van schoten 120-123 aangebracht, deze zijn zichtbaar in Figuur 7.
De uitvinding is getoond aan de hand van de 5 bijgevoegde figuren. Echter de vakman zal de uitvinding ook .in andere uitvoeringsvormen kunnen toepassen. Een voorbeeld is het toepassen van de raamwerkdelen niet in een horizontaal vlak zoals getoond in Figuur 1 en 5, maar in een verticaal vlak rondom de houder. Het raamwerk kan bijvoorbeeld worden 10 aangebracht tussen de monddelen. Ook kunnen meerdere verstijvingsdelen worden aangebracht tussen de raamwerkdelen.
:De in Figuur 5 getoonde uitvoeringsvorm met verstijvingsdeel 112 kan worden herhaald tussen de raamwerkdelen 104,105 en tussen-onderplaat 101 en raamwerkplaat 104. Dit kan op alle 15 vier de hoekpunten van de afscheider. Ook andere vormen van de afscheider zijn mogelijk, bij voorbeeld in plaats van de rechthoekige doorsnede volgens Figuren 1 en 5 een ovale of ronde doorsnede van de zijwanden.
1025572
Claims (16)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een houder 5 voor een afscheider van een vloeistofmengsel, zoals een vet-afscheider omvattende: - het vervaardigen van wanddelen uit een plaat van smeltbaar materiaal, - het verschaffen van wand-verstijvingsprofielen, 10. het vormen van de houder door het vloeistofdicht verbinden van een aantal wanddelen, zodanig dat een houder met boven-, onder- en zijwanden wordt gevormd, - het op de houder aanbrengen van een invoer voor een vloeistofmengsel, een afvoer voor een vloeistof en een afvoer 15 voor een gescheiden component, - het op de wand aanbrengen van de wand-verstij vingsprofielen, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat - het vervaardigen van een raamwerk gevormd van de wand-20 verstijvingsprofielen, en - het nauwsluitend rond de houder aanbrengen van het raamwerk.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het aanbrengen van een aantal 25 raamwerken rondom de houder.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het aanbrengen van het raamwerk verder omvat het aanbrengen van het raamwerk in hoofdzaak in een vlak parallel aan de onderwand.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het aanbrengen van wand-verstijvingsprofielen op twee zijden van een zijwand.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het aanbrengen van wand-verstijvingsprofielen op een wanddeel omvat het verbinden van de wand-verstijvingsprofielen met de wanddelen.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat het verbinden van een wand-verstijvingprofiel met een wanddeel omvat het verbinden door lassen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat het lassen extruder lassen is.
8. Inrichting voor het afscheiden van een component van vloeistof uit een vloeistofmengsel, zoals een vet-afscheider, omvattende een houder voor het vloeistofmengsel voorzien van een bodemplaat, zijwanden en een bovenplaat, van een inlaat voor een vloeistofmengsel, van een vloeistof- 15 afvoer.voor een vloeistof en van een tweede afvoer voor ten minste een afgescheiden component, in de houder opgenomen scheidingsmiddelen, en voorzien van wand-versti jvingsprof ielen, met het kenmerk, dat de wand-verstijvingsprofielen een of een aantal raamwerken omvatten, 20 en dat het raamwerk nauwsluitend is aangebracht rondom de houder.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het raamwerk is aangebracht rondom een staande zijwand.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het 25 kenmerk, dat het wand-verstijvingsprofiel een koker van een stijf materiaal omvat, dat voorzien is van een mantel van een smeltbaar materiaal zoals een plastic, bij voorkeur PE.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 8-10, met het kenmerk, dat een verbindingsmiddel tussen houder en 30 het wand-verstijvingsprofiel is aangebracht.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 8-11, met het kenmerk, dat wand-verstijvingsprofielen zijn 1025572 aangebracht in hoofdzaak tussen boven- en onderplaat in de houder.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 8-12, met het kenmerk, dat de houder in hoofdzaak een plastic 5 materiaal omvat, bij voorkeur HDPE.
14. Inrichting volgens een van de conclusies 8-13, met het kenmerk, dat de bodemplaat voorzien is van dwarsliggers
15. Inrichting volgens conclusie 14 voorzover 10 afhankelijk van conclusie 12, met het kenmerk, dat de dwarsliggers en de stijlen in hoofdzaak een niet doorlopend raamwerk omvatten.
16. Inrichting volgens een van de conclusie 8-15, met het kenmerk, dat de houder een in hoofdzaak constante 15 doorsnede heeft. 1025572
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025572A NL1025572C1 (nl) | 2004-02-26 | 2004-02-26 | Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025572A NL1025572C1 (nl) | 2004-02-26 | 2004-02-26 | Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel. |
NL1025572 | 2004-02-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1025572C1 true NL1025572C1 (nl) | 2005-08-29 |
Family
ID=35220478
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1025572A NL1025572C1 (nl) | 2004-02-26 | 2004-02-26 | Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1025572C1 (nl) |
-
2004
- 2004-02-26 NL NL1025572A patent/NL1025572C1/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5678688A (en) | Pallet container | |
EP0509228B2 (de) | Palettenbehälter | |
JP2654475B2 (ja) | パレット容器およびその製造方法 | |
JP4820378B2 (ja) | 前テーブルシステム | |
US5316174A (en) | Pallet container | |
CA2137215A1 (en) | Metal container for transport and storage of liquids | |
US20040164048A1 (en) | Plastic container having chamfered corners | |
NL1025572C1 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een houder voor een afscheider van een vloeistofmengsel zoals een vet-afscheider, en een inrichting voor het afscheiden van een component van een vloeistof uit een vloeistof mengsel. | |
US6173991B1 (en) | Self-emptying tank floor | |
NL1021546C2 (nl) | Pallets en werkwijzen voor vervaardiging en gebruik daarvan. | |
NL8201634A (nl) | Schot voor een laadbak voor stortgoed. | |
JP3528046B2 (ja) | 駐車装置パレット | |
NL2025018B1 (en) | Bicycle frame tube | |
BE1016655A7 (nl) | Inrichting voor het afscheiden van een component uit een vloeistof. | |
US9169038B2 (en) | Transport container made from lightweight construction boards | |
NL9100835A (nl) | Laadbordhouder. | |
US4964530A (en) | Bottom panel for containers | |
NL1019342C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een hol en verstevigd object en een overeenkomstig object. | |
TW201235267A (en) | Pallet container with reinforced composite pallet | |
RU2759268C1 (ru) | Контейнер для транспортировки и хранения жидкостей | |
NL1003645C1 (nl) | Transporthouder voor meermalig gebruik. | |
BE1015052A6 (nl) | Werkwijze voor het samenvoegen van plaatvormige elementen. | |
WO2007070029A1 (en) | Container sidewall and related methods | |
NL1027659C1 (nl) | Vet-afscheider en werkwijze voor het verifieren van een lasafdichting bij een vet-afscheider. | |
NL1017778C2 (nl) | Bekistingssysteem. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20100226 |